Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Belastingsamenwerking Rivierenland

Beleidsregels aanwijzing belastingplichtige en WOZ­-belanghebbende BSR

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBelastingsamenwerking Rivierenland
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregels aanwijzing belastingplichtige en WOZ­-belanghebbende BSR
CiteertitelBeleidsregels aanwijzing belastingplichtige en WOZ¬-belanghebbende BSR
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp
Externe bijlageBeleidsregels aanwijzing belastingplichtige

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://www.bsr.nl/document.php?m=1&fileid=4463&f=eff61775ae9da1f58ab25b6113d7daf9&attachment=0

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202201-01-2022Beleidsregel

16-02-2022

bgr-2022-561

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels aanwijzing belastingplichtige en WOZ­-belanghebbende BSR

 

Het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (hierna: BSR);

gelet op het bepaalde in artikel 4 van bovengenoemde gemeenschappelijke regeling, waarbij de heffing en de invordering van de belastingen (als bedoeld in artikel 1 van bovengenoemde gemeenschappelijke regeling) en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) aan BSR is overgedragen;

overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen voor die gevallen waarin er een keuzemogelijkheid is om een belastingplichtige en een WOZ-belanghebbende aan te wijzen;

BESLUIT

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en een WOZ belanghebbende in een keuzesituatie.

 

Hoofdstuk 1 Heffing

Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig zijn voor één belastingobject (onroerende of roerende zaak, roerende woon- of bedrijfsruimte, perceel, hond). In de gevallen waarin dat voorkomt, dient de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen worden gesteld. In deze gevallen wordt een voorkeursvolgorde gehanteerd bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op het zo veel mogelijk combineren van belastingaanslagen en WOZ-beschikkingen op een aanslagbiljet, een zo optimaal mogelijke werking van basisregistraties alsmede veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.

De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming, maar zijn richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

 

Voorkeursvolgorde

Artikel 1 Zakelijk recht

 

  • 1.

    Met betrekking tot de niet-deelnemende gemeenten van BSR, worden belastingen geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht en wordt de aanslag op basis van de registratie in de Landelijke Voorziening WOZ, te naam gesteld, mits wordt voldaan aan voornoemde voorwaarden. Indien hieraan niet wordt voldaan, is het Kadaster het uitgangspunt voor het eigendom.

  • 2.

    Met betrekking tot de deelnemende gemeenten van BSR, worden belastingen geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht en wordt de aanslag, indien er verschillende categorieën zakelijk gerechtigden zijn, op basis van onderstaande volgorde te naam gesteld van:

    • 1.

      de zakelijk gerechtigde die reeds actieve gebruiker is;

    • 2.

      degene die het volle eigendom heeft dan wel appartementsgerechtigde is;

    • 3.

      de zakelijk gerechtigde die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    • 4.

      een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

    • 5.

      de eerstgerechtigde in de volgorde, zoals die is opgenomen in de Basisregistratie Kadaster.

    • 6.

      de zakelijk gerechtigde die bij BSR reeds bekend is als eigenaar en/of gebruiker van een ander perceel;

    • 7.

      de oudste persoon;

 

Artikel 2 Gebruik woning

  • 1.

    Met betrekking tot de belastingen die worden geheven van gebruikers alsmede van de houder van de hond wordt de aanslag, indien er verschillende gebruikers zijn, op basis van onderstaande volgorde te naam gesteld van:

    • 1.

      de actuele gebruiker die een van de bewoners is;

    • 2.

      de actuele eigenaar die een van de bewoners is;

    • 3.

      de bewoner die blijkens de Basisregistratie personen als eerste gemuteerd is;

    • 4.

      de oudste bewoner;

 

Artikel 3 Gebruik niet-woning

  • 1.

    Met betrekking tot de belastingen die worden geheven ter zake van het gebruik van een niet-woning dan wel bedrijfsruimte, wordt de aanslag gesteld op naam van degene die volgens het Nieuw Handelsregister (NHR)/Kadaster op dat adres als gevestigde staat ingeschreven. Indien meer natuurlijke of niet-natuurlijke personen op het adres staan ingeschreven, wordt de aanslag in de navolgende volgorde op naam van één van hen gesteld:

    • 1.

      de gebruiker die tevens de eigenaar is

    • 2.

      de eigenaar ingeval van bedrijfsverzamelgebouwen

    • 3.

      de gebruiker met de meeste werknemers

    • 4.

      de natuurlijke persoon bij een eenmanszaak

    • 5.

      de statutaire naam bij een niet-natuurlijk persoon

 

Artikel 4 Tijdstip keuze

Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van deze beleidsregel beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

 

Artikel 5 Uitzonderingen

Indien aanwijzing op basis van de regels in bovenstaande artikelen niet mogelijk is, kiest de heffingsambtenaar de naam op wie de belastingaanslag tenaamgesteld wordt.

 

 

Hoofdstuk 2 Wet waardering onroerende zaken

Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich mee dat voor een onroerende zaak meer personen als belanghebbende kunnen worden aangemerkt. In deze gevallen dient de bekendmaking van de WOZ-beschikking aan een van de belanghebbenden plaats te vinden.

In deze gevallen wordt een voorkeursvolgorde gehanteerd bij de aanwijzing van de belanghebbende ten name van wie de WOZ-beschikking bekend wordt gemaakt.

Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op het zo veel mogelijk combineren van belastingaanslagen en WOZ-beschikkingen op een aanslagbiljet, een zo optimaal mogelijke werking van basisregistraties alsmede veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming van de belanghebbenden, maar zijn richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen, waarbij beoogd is de ontvanger van de WOZ-beschikking gelijk te laten zijn aan de belastingplichtige voor de aanslagen gemeente- en waterschapsbelastingen.

 

Voorkeursvolgorde

In de gevallen dat er een keuzesituatie bestaat met betrekking tot de tenaamstelling van een beschikking ingevolge hoofdstuk IV van de Wet WOZ zijn de regels van hoofdstuk 1 van deze beleidsregel van overeenkomstige toepassing.

 

 

Hoofdstuk 3 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze gewijzigde beleidsregel treedt in werking 1 dag na publicatie en werkt ten aanzien van artikel 1 lid 1 en lid 2 van deze beleidsregel terug tot en met 1 januari 2022.

  • 2.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘’Beleidsregels aanwijzen belastingplichtige en WOZ-belanghebbende BSR’’.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 16 februari 2022.

 

ir. J.H.L.M. de Vreede

Voorzitter

 

G.M. Scholtus

Directeur