| Organisatie | Dronten |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Beleidsnotitie preventie overlast van (Brom)Fietsen |
| Citeertitel | Beleidsnotitie preventie overlast (brom)fietsen |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
| Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 26-07-2016 | Beleidsregels | 14-06-2016 |
Met de ontwikkeling van het stations- en centrumgebied is de noodzaak ontstaan om te komen tot beleid ten behoeve van (brom)fietsen. In een stationsgebied vindt veel fiets- en bromfietsverkeer plaats door het gebruik van (brom)fietsen naar het station. Om het stationsgebied bereikbaar en leefbaar voor gebruikers en omwonenden te houden, is het belangrijk dat de beschikbare fiets- en bromfietsstallingcapaciteit goed wordt benut en dat het neerzetten van (brom)fietsen beheersbaar blijft.
In de Algemene plaatselijke verordening (Apv) van de gemeente Dronten worden regels gesteld ter voorkoming van gevaarlijk geplaatste (brom)fietsen, fout geplaatste (brom)fietsen, weesfietsen/-bromfietsen en wrakfietsen/-bromfietsen. Bij het overtreden van de betreffende bepalingen zullen de beschikbare bestuursrechtelijke dwangmiddelen als bedoeld in afdeling 5.3.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ingezet worden. In de praktijk betekent dit dat de (brom)fiets, indien deze, na aanmaning daartoe, niet op eigen initiatief van de eigenaar verwijderd wordt, (uiteindelijk) op kosten van de eigenaar door de gemeente zal worden verwijderd.
Om het, door de eigenaar dan wel van gemeentewege, verwijderen van (brom)fietsen eenduidig te laten verlopen en om het procesverloop daarvan inzichtelijk te maken, wordt in deze beleidsnotitie de daarbij toe te passen (bestuursrechtelijke) handhavingprocedure beschreven, waarbij tevens duidelijkheid wordt verschaft over wie welke taken uitvoert.
In deze notitie wordt het handhavingbeleid beschreven voor het verwijderen van (brom)fietsen (gevaarlijk geplaatste (brom)fietsen, fout geplaatste (brom)fietsen, weesfietsen/-bromfietsen en fietswrakken/bromfietsen).
De afdeling VHV is belast met de coördinatie en de uitvoering van de in deze nota beschreven handhavingprocedure wordt in gezamenlijke afstemming met de afdelingen CD, RRB en A&A opgepakt en opgenomen in het overzichtsschema zoals opgenomen in bijlage 5. De afdelingen RRB en A&A zijn belast met de daadwerkelijke verwijdering, registratie, opslag, teruggave van de (brom)fiets zo nodig het (laten) vernietigen, verkopen of om niet aan een derde in eigendom overdragen (weggeven) van de (brom)fiets. Het beleid is opgesteld in samenwerking met de afdeling CD, PZ, RRB en A&A.
2. Wettelijk kader voor de handhaving van geplaatste (brom)fietsen
Voor de werkbaarheid van dit document zijn in hoofdstuk 2 en 3 definities en artikelen weergegeven uit wetgeving en lagere regelgeving zoals deze gelden op 1 maart 2016. Deze kunnen aan verandering onderhevig zijn, voor de meest actuele en geldende regelgeving wordt geadviseerd om de regelgeving te raadplegen via de website overheid.nl. Geldend is de regelgeving zoals deze is opgenomen op de website overheid.nl. Als de nieuwe regelgeving dezelfde strekking heeft wordt dit geacht van toepassing te zijn op deze beleidsnotitie. Indien onderliggende regelgeving is gewijzigd of ingetrokken is dit aspect niet meer van toepassing c.q, vervallen uit deze beleidsnotitie.
2.1 Bevoegdheid tot regeling van geplaatste (brom)fietsen
De bevoegdheid voor het opstellen van een verordening is geregeld in artikel 149 Gemeentewet. De gemeentelijke verordening die regels stelt omtrent “het plaatsen van (brom)fietsen” is de Algemene plaatselijke verordening. Optreden in het kader van “ het neerzetten van (brom)fietsen” vindt dus plaats op basis van voornoemde Apv.
2.2 Algemene plaatselijke verordening (Apv)
Het onderwerp het “plaatsen van (brom)fietsen” is geregeld op grond van:
Hoofdstuk 2. Openbare orde, afdeling 11. Maatregelen tegen overlast en baldadigheid, en
Hoofdstuk 5. Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente, afdeling 1. Parkeerexcessen.
Het betreft de volgende artikelen:
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek indien:
Artikel 5:12 Overlast van voertuigen
Het college kan gebieden aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijke aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Om onnodig beslag op de beschikbare stallingsruimte tegen te gaan en/of het straatbeeld overzichtelijk te houden, is geen mogelijkheid geboden om ontheffingen te verlenen.
Op basis van artikel 4:84 van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) handelt het bestuursorgaan overeenkomstig deze beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
Hier dient een afzonderlijke afweging plaats te vinden per geval.
2.3 Algemene Wet Bestuursrecht (Awb)
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) regelt in afdeling 5.3.1 (artikel 5:21 e.v.) de last onder bestuursdwang.
De last onder bestuursdwang wordt in artikel 5:21 Awb als volgt gedefinieerd:
“de herstelsanctie”, inhoudende:
Voor het toepassen van de “last onder bestuursdwang” zijn in dit kader de navolgende bepalingen van afdeling 5.3.1 van de Awb van belang:
Voor de begrippen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij definities zoals die worden gebruikt in ter zake zijnde wet- en regelgeving. Waar dit niet mogelijk was is aansluiting gezocht bij algemeen dagelijks taalgebruik.
Voor dit begrip wordt de definitie uit artikel 1:1 onder j van de Apv gehanteerd, namelijk voertuigen als bedoeld in artikel 1, onder al, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990) met uitzondering van kleine wagens zoals kruiwagens, kinderwagens en rolstoelen.
Fietsen en bromfietsen vallen dus nadrukkelijk onder het begrip voertuigen.
Een bromfiets is omschreven in artikel 1 lid 1 sub e van de Wegenverkeerswet 1994. Deze definitie is van toepassing op deze beleidsregels, omdat deze ook is omschreven in de Apv
Artikel 1 lid 1 sub e van de Wegenverkeerswet 1994 definieert het begrip "bromfiets" als volgt:
motorrijtuig op twee wielen, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/h, uitgerust met een verbrandingsmotor met een cilinderinhoud van niet meer dan 50 cm3 of een elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen van niet meer dan 4 kW, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig of een motorrijtuig als bedoeld in subonderdeel d;
motorrijtuig op vier wielen, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig of een motorrijtuig als bedoeld in subonderdeel d, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/h en een ledige massa van minder dan 350 kg, de massa van de batterijen in elektrische voertuigen niet inbegrepen, uitgerust met:
Per 1-1-2017 wordt ook een speed pedelec (een e-bike waar snelheden tot 45 km/u mee gehaald kunnen worden) gezien als een bromfiets en gelden daarmee de regels die gesteld worden voor bromfietsen in het kader van deze beleidsnota. Tot deze datum wordt de speed pedelec gelijkgesteld met een snorfiets die onder de regelgeving van de fietsen vallen in het kader van deze beleidsnotitie.
In de Wegenverkeerswet 1994 en het reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 is geen definitie opgenomen ten aanzien van het begrip fiets. Onder het begrip fiets wordt aangesloten bij wat in het dagelijks taalgebruik onder fiets wordt verstaan:
Tweewielig vervoermiddel (voertuig) dat door middel van spierkracht door middel van pedalen wordt voortbewogen.
Onder fiets valt in deze beleidsregels ook fietsen met trapondersteuning (in de volksmond elektrische fietsen) zoals benoemd is artikel 1 lid 1 sub ea van de Wegenverkeerswet 1994. Artikel 1 lid 1 sub ea van de Wegenverkeerswet 1994 definieert het begrip "fietsen met trapondersteuning" als volgt:
fietsen die zijn voorzien van een elektrische hulpmotor met een nominaal continu vermogen van maximaal 0,25 kW en waarvan de aandrijfkracht geleidelijk vermindert en tenslotte wordt onderbroken wanneer het voertuig een snelheid van 25 km/h bereikt, of eerder, indien de bestuurder ophoudt met trappen;
Tevens valt een snorfiets onder de regels van een fiets in deze beleidsnotitie.
Artikel 1:1, onder b, van de Apv definieert het begrip “weg” als: weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994 (WvW 1994).
Concreet gaat het om alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot de wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
Ook voor het openbaar verkeer openstaande parkeerterreinen kunnen onder de definitie van “weg” in de zin van de WvW 1994 worden gebracht. Hiervoor pleiten de volgende argumenten. De WvW 1994 bevat blijkens haar considerans regels inzake het verkeer op de weg. Wat in de wet onder “wegen” wordt verstaan is hiervoor reeds vermeld. Artikel 2 van de WvW 1994 bepaalt dat, met inachtneming van de voorschriften van de WvW 1994, bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regelingen worden gesteld nopens het verkeer op de wegen. In één van die algemene maatregelen van bestuur, te weten: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990), worden gedragsregels gegeven voor parkeerplaatsen. Zie bijvoorbeeld in artikel uur e.v. en artikel 46 RVV 1990. Aldaar wordt onder parkeerplaats ook een parkeerterrein begrepen.
De vigerende APV omschrijft het begrip openbare plaats als:
Artikel 1; (voor zover hier van belang)
Plaats die krachtens bestemming of vast gebruik openstaat voor het publiek.
Onder een fietswrak wordt verstaan:
rijtechnisch in onvoldoende staat is (er is niet mee te rijden/er missen essentiële onderdelen of deze zijn defect) en/of in uiterlijk is verwaarloosd (er is lang niet op gereden, de eigenaar heeft er kennelijk afstand van gedaan).
3.7 Gevaarlijk geplaatste fiets (art. 5:12 lid 1, art. 5 WvW)
Onder een gevaarlijk geplaatste fiets wordt in ieder geval verstaan:
Een (brom)fiets die geplaatst staat voor een (nood) uitgang, brandkraan, op een blindegeleidestrook of direct aan of op de busbaan, spoorbaan of rijweg.
3.8 Fout geplaatste fiets (art. 2:51, 5:12 lid 1 Apv)
Onder een fout geplaatste fiets wordt verstaan:
Een (brom)fiets die geplaatst is buiten de expliciet door het college daarvoor aangewezen voorzieningen en/of plaatsten en/of ruimten1.
3.9 Weesfiets (art. 5:12 lid 3 Apv)
Onder een weesfiets wordt verstaan:
Een (brom)fiets die langer dan in een door het college genomen aanwijzingsbesluit op basis van de Apv opgenomen toegestane termijn onafgebroken/ongebruikt geplaatst is in een bepaald gebied2.
4. Handhavingsprocedure “(brom)fietsen”
Zoals in paragraaf 1 aangegeven is de afdeling VHV belast met de coördinatie en uitvoering van deze beleidsnota. De toezichthouders van de afdeling RRB en A&A zijn belast met de daadwerkelijke verwijdering en opslag van (brom)fietsen.
Deze handhavingprocedure beschrijft het verwijderen, opslaan, teruggeven en zo nodig verkopen c.q. vernietigen van voertuigen die in strijd met de Apv worden aangetroffen.
Het eigendomsrecht van de fietser is groot, de handhavingprocedure luistert zeer nauw om te voorkomen dat hier strijdigheid ontstaat.
De toezichthouders van de gemeente Dronten voeren actief controles uit in het kader van “(brom)fietsen” conform de bepalingen van de Apv. De controles richten zich op boven genoemde verboden, zoals geregeld in de artikelen 2:51, 5:5 en 5:12 van de Apv.
Ook kunnen de door de toezichthouders uit te voeren controles plaatsvinden, nadat hierover een melding/klacht bij de gemeente is binnengekomen. Verder kan op aanwijzing van de politie een controle uitgevoerd worden.
Indien een voertuig in strijd met de artikelen 2:51, 5:5 en/of 5:12 van de Apv wordt aangetroffen, wordt gehandeld zoals omschreven in de volgende paragraaf.
4.3 Verwijdering van gemeentewege
Indien een voertuigwrak in strijd met de Apv artikel 5:5 wordt aangetroffen, wordt deze aangemerkt als (zwerf)afval in de zin van de Afvalstoffenverordening (paragraaf 5) en wordt deze meteen verwijderd (spoedeisende bestuursdwang).
Een (brom)fiets mag volgens het aanwijzingsbesluit behorende bij artikel 5:12 van de algemene plaatselijke verordening 21 dagen op dezelfde plek geparkeerd worden, voordat het beschouwd wordt als een weesfiets.
Bij een vermoeden dat een (brom)fiets al langere tijd op dezelfde plek gestald is, zal de fiets op een dusdanige wijze worden voorzien van een label dat kan worden geconstateerd dat een fiets niet van zijn plaats is geweest.
Wanneer geconstateerd wordt dat een (brom)fietsen langer dan 21 dagen op dezelfde plek geparkeerd staat kan een sticker worden bevestigd op de fiets waarop is aangegeven dat de (brom)fietsen te lang op die plaats aanwezig is en dat deze na de begunstigingstermijn van 2 dagen zal worden verwijderd.
Gedurende het handhavingproces, zal de toezichthouder tussentijdse hercontroles uitvoeren om te kunnen constateren of de betreffende (brom)fiets daadwerkelijk door de eigenaar, na aanmaning daartoe door de gemeente, is verwijderd.
In het geval dat de eigenaar van een weesfiets deze niet binnen de gestelde termijn verwijderd heeft, wordt deze door de gemeente verwijderd.
Veroorzaakt de (brom)fiets geen hinder, dan dient er eerst een begunstigingstermijn te worden gegeven waarop de fiets door de eigenaar kan worden verwijderd.
Aan de fiets zal een sticker worden bevestigd waarop is aangegeven dat de fiets fout staat en na 2 uur zal worden verwijderd door de gemeente.
Gevaarlijk geplaatste (brom)fiets
Los van deze beleidsnotitie is er op grond van de Wegenverkeerswet altijd een bevoegdheid om gevaarlijk of hinderlijk geplaatste fiets te verwijderen. Indien de fout geplaatste (brom)fiets gevaar of hinder veroorzaakt dan kan deze direct worden verwijderd op grond van artikel 5 van de Wegenverkeerswet.
Voor het verwijderen van een gevaarlijk geplaatste fiets is het belangrijk dat aangegeven wordt dat het noodzakelijk is om de fiets te verwijderen.
Het daadwerkelijk verwijderen van het voertuig wordt door de afdelingen A&A en/of RRB uitgevoerd.
Van de daadwerkelijke verwijdering van een fout of gevaarlijk geplaatste fiets, weesfiets of wrak wordt een schade formulier opgemaakt (zoals opgenomen in bijlage 2). Indien de eigenaar van de fiets een afspraak maakt om de fietsen op te komen halen dient een last onder bestuursdwang en proces verbaal “toepassen bestuursdwang” (art. 5:29 lid 2 Awb) te zijn opgemaakt en aan de eigenaar te worden uitgereikt.
Het komt voor dat fietsen bij particulieren om of nabij hun woning wordt geplaatst, terwijl deze fiets niet hun eigendom is. Hiervan kan op twee manieren melding worden gedaan bij de gemeente. In eerste plaats kan de particulier het melden via de website verlorenofgevonden.nl.
Ook kan een particulier het melden bij de BOA’s of toezichtshouders van de gemeente. In dat geval wordt de fiets door de BOA of medewerker van de gemeente gelabeld en overeenkomstig het aanwijsbesluit behorende bij artikel 5:12 na 3 dagen, als weesfiets beschouwd.
N.B. bij bromfietsen wordt in deze paragraaf in principe dezelfde handelswijze gehanteerd met deze aanvulling dat het van belang is het kenteken te noteren.
De opslag van het verwijderde fietsen vindt plaats aan de gemeentewerf/milieustraat door en onder toezicht van de afdeling A&A.
De opslagtermijn bedraagt dertien weken (artikel 5:30 Awb). Indien de kosten voor verwijdering, opslaan en vernietiging van het voertuig in verhouding tot de waarde van het voertuig (door een taxateur vast te stellen) onevenredig hoog worden, kan de opslagtermijn worden bekort. De minimale opslagtermijn bedraagt 14 dagen (artikel 5:30 Awb), te rekenen vanaf de datum waarop de verwijdering van het voertuig bekend is gemaakt aan de eigenaar daarvan dan wel waarop bekendmaking van de verwijdering op de website heeft plaatsgevonden. Aan de hand van de kostenafweging (hiervoor zullen de kosten van opslag en de waarde van het (getaxeerde) voertuig bepalend zijn) adviseert de manager A&A per geval hoelang de opslagtermijn dient te duren.
Gevonden fietsen; Privaatrechtelijke weg
Voor fietsen die bij of door particulieren worden gevonden, bijvoorbeeld een fiets in de tuin of tegen het hek die niet wordt opgehaald, gelden andere regels met betrekking tot bewaren van een fiets. Dit is geregeld in artikel 4 e.v. van boek 5 van het Burgerlijk Wetboek. De particulier dient de gevonden fiets aan te melden bij de gemeente via de website www.verlorenofgevonden.nl. Vervolgens kan, indien die particulier hiertoe bereid is, de particulier de fiets te bewaren (artikel 2 van het Besluit gevonden voorwerpen (AMvB o.g.v. artikel 12 van Boek 5 BW):
Als de eigenaar van de fiets deze niet heeft opgehaald binnen de periode van respectievelijk 3 maanden of 1 jaar, wordt de particuliere vinder en bewaarder, de nieuwe eigenaar van de fiets.
Het kan ook zijn dat de particulier de fiets niet zelf in bewaring wil nemen. In dat geval wordt deze op dezelfde wijze als de door de gemeente verwijderde fietsen opgeslagen. Bij een fiets met een waarde van minder dan € 450,- is de gemeente na drie maanden bevoegd om de fiets te verkopen of weg te geven. Bij een waarde van meer dan € 450,- wordt de vinder na een jaar eigenaar, als de vinder zich echter niet binnen één maand meld om de fiets in ontvangst te nemen, dan is de gemeente bevoegd om de fiets te verkopen of weg te geven.
Gevonden fiets; Bestuursrechtelijke weg
Is de fiets door de gemeente gelabeld (niet aangegeven door een burger op verlorenofgevonden.nl) dan wordt deze verwijderd en opgeslagen zoals in dit beleid is omschreven bij weesfietsen.
In het geval de eigenaar van het opgeslagen voertuig zich binnen de (vastgestelde) opslagtermijn bij de gemeente meldt/bekend maakt en om teruggave van het voertuig verzoekt, dan wordt het voertuig teruggegeven na betaling van de gemaakte kosten (zie 4.8). De eigenaar kan het voertuig dan ophalen van de Gemeentewerf.
Op de website www.verlorenofgevonden.nlkan de eigenaar controleren of de fiets bij de gemeente Dronten staat opgeslagen. Door contact op te nemen met de Gemeente Dronten wordt de eigenaar uitgelegd wat hij moet doen om zijn fiets terug te krijgen.
Staat de (brom)fiets bij het fietsdepot? Dan krijgt de eigenaar zijn/haar (brom)fiets terug indien:
4.7 Verkoop, vernietiging, in eigendom overdragen aan derden
In het geval de eigenaar van het opgeslagen voertuig zich niet binnen de (vastgestelde) opslagtermijn van 13 weken bij de toezichthouders BOA’s meldt/bekend maakt of de eigenaar niet om teruggave van het opgeslagen voertuig verzoekt, wordt het voertuig na het verstrijken van de opslagtermijn verkocht, vernietigd of om niet aan een derde in eigendom overdragen (weggeven) (artikel 5:30 Awb).
4.8 Terugvorderen gemaakte kosten
De kosten voor het verwijderen, opslaan en verkopen c.q. vernietigen van het betreffende voertuig worden bij de (bekende) eigenaar in rekening gebracht, tenzij de kosten redelijkerwijze niet of niet geheel te zijner lasten behoren te komen (artikel 5:25 Awb).
De verschuldigde kosten voor het verwijderen van het voertuig bedragen Є 25 (vijftigentwintig euro) voor een fiets en Є 100 (honderd euro) voor een bromfiets.
De totale verschuldigde kosten dienen te worden voldaan bij de balie van de opslag.
Sloten welke zijn vernield ten behoeve van het verwijderen van de gevaarlijk, fout geplaatste (brom)fiets respectievelijk weesfiets worden niet vergoed noch vervangen. De (vernielde) sloten worden wel bewaard en teruggegeven aan de eigenaar.
Nadat een besluit tot verwijdering van het voertuig is genomen en aan de eigenaar bekend is gemaakt, kan daartegen door belanghebbenden bezwaar worden gemaakt binnen zes weken, na de dag van verzending van de aanschrijving dan wel bekendmaking daarvan op de website, bij het college van Burgemeester en Wethouders van Dronten, Postbus 100, 8250 AC Dronten.
Het bezwaar moet op grond van artikel 6:5 van de Awb zijn ondertekend en dient ten minste te bevatten: de naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Zo mogelijk dient een kopie van het bestreden besluit bijgevoegd te worden.
Tevens is het mogelijk om een voorlopige voorziening te verzoeken bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden Nederland (afdeling Bestuursrecht). Het instellen van een voorlopige voorziening is ook mogelijk via de digitale weg via loket.rechtspraak.nl/. Een voorlopige voorziening kan door de voorzieningenrechter van de rechtbank worden getroffen indien “onverwijlde spoed”, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Van de verzoeker van een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven door de griffier van de rechtbank.
Bijlage 2 (Schade) Formulier verwijderen (brom)fiets
(Schade) Formulier verwijderen (brom)fiets
Datum:…………………………………………………………..
Tijdstip:…………………………………………………………..
Locatie: …………………………………………………………..
Merk: …………………………………………………………..
Type: …………………………………………………………..
Dames/heren (doorhalen wat niet van toepassing is )
Kleur:…………………………………………………………..
Framenummer:…………………………………………………………..
Kenteken (bij bromfiets): ………………………………………………
Graveringen:…………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Zichtbare schade: ja/nee (doorhalen wat niet van toepassing is)
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Foto’s nummers: …………………………………………………………..
Slot aanwezig: ja/nee (doorhalen wat niet van toepassing is)
Slot verwijderd: ja/nee (doorhalen wat niet van toepassing is) Slot bij fiets bewaren
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
(Schade)rapport is opgemaakt door:
Functie:…………………………………………………………..
Bijlage 3 Proces verbaal toepassen bestuursdwang
Geachte heer/mevrouw [Naam eigenaar],
Op [dag, datum, tijd] is door [naam ambtenaar], ambtenaar [naam functie] in dienst van de gemeente Dronten, meegevoerd en opgeslagen een [fiets/bromfiets] van [locatie] met de kenmerken zoals omschreven op het schadeformulier. Het schadeformulier maakt onderdeel uit van dit proces verbaal.
De [fiets/bromfiets] is meegevoerd en opgeslagen omdat de toepassing van bestuursdwang dit vereiste, zoals omschreven in het besluit tot last onder bestuursdwang van [datum].
Voor meer informatie kunt contact opnemen met de gemeente Dronten, telefoonnummer 14 0321.
namens het college van Dronten,
[Naam, degene die daar volgens het mandaatbesluit toe is gemandateerd]
Bijlage 4 Last onder bestuursdwang
Onderwerp: spoedeisende bestuursdwang/bestuursdwang
Geachte heer/mevrouw naam eigenaar (brom)fiets,
op datum is uw (brom)fiets van locatie in Dronten verwijderen in het kader van handhaving van neerzetten van fietsen. De reden hiervoor is dat uw bromfietsen/fiets [keuze reden aan de hand van type fiets]
De juiste overweging kiezen op basis van het type fiets, de rest van de overwegingen verwijderen
rijtechnisch in onvoldoende staat en/of het uiterlijk is verwaarloosd.
langer dan 21 dagen op dezelfde plaats geparkeerd heeft gestaan.
langer dan 3 dagen in de openbare ruimte heeft gestaan.
zich bevond buiten de daarvoor door het college aangewezen voorzieningen.
Gevaarlijk of hinder geplaatste fiets
ter plaatse een gevaarlijke of belemmerende situatie veroorzaakte.
Hieronder lichten wij toe hoe wij tot het besluit zijn gekomen om bestuursdwang toe te passen.
De juiste overweging kiezen op basis van het type fiets, de rest van de overwegingen verwijderen
Op [datum] om [tijdstip] is uw [bromfiets/fiets] van het merk [fietsmerk] door [naam ambtenaar], ambtenaar [naam functie] in dienst van de gemeente Dronten op [locatie] aangetroffen. De aangetroffen [bromfiets/fiets] is rijtechnisch in onvoldoende staat en/of het uiterlijk is verwaarloosd.
Op [[datum] is uw [bromfiets/fiets] van het merk [fietsmerk] door [naam ambtenaar], ambtenaar [naam functie] in dienst van de gemeente Dronten op [locatie] voorzien van een sticker. Op [datum] is geconstateerd dat uw [bromfiets/fiets] zich op dezelfde plaats bevond en tevens de sticker nog steeds op het stuur aanwezig was, hetgeen betekent dat uw fiets langer dan 21 dagen op deze plaats geparkeerd heeft gestaan.
Constatering foutgeplaatste fiets
Op [datum] om [tijdstip] is uw [bromfiets/fiets] van het merk [fietsmerk] door [naam ambtenaar], ambtenaar [naam functie] in dienst van de gemeente Dronten op [locatie] aangetroffen. De aangetroffen [bromfiets/fiets] bevond zich buiten de daarvoor door het college aangewezen voorzieningen, zoals aangegeven in het Uitvoeringsbesluit behorende bij artikel 5:12 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Constatering gevaarlijk of hinderlijk geplaatste fiets
Op [datum] om [tijdstip] is uw [bromfiets/fiets] van het merk [fietsmerk] door [naam ambtenaar], ambtenaar [naam functie] in dienst van de gemeente Dronten op [locatie] aangetroffen. De aangetroffen [bromfiets/fiets] veroorzaakte ter plaatse een gevaarlijke of belemmerende situatie omdat deze was geplaatst [voor een nooduitgang, uitgang, brandkraan, op een blindegeleidestrook, direct aan of op een busbaan/spoorbaan/rijweg].
De juiste overweging kiezen op basis van het type fiets, de rest van de overwegingen verwijderen
Op grond van artikel 5:5 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten (verder: Apv Dronten) is het verboden om voertuigwrakken in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkerend op de weg te parkeren.
Op grond van artikel 5:12 lid 3 van de Apv Dronten is het verboden om voertuigen langer dan een door het college vastgestelde periode op een openbare plaats te laten staan. In het uitvoeringsbesluit behorende bij dit artikel heeft het college een periode vastgesteld op drie dagen. Met uitzondering voor fietsen bij het station. Hier is de periode vastgesteld op 21 dagen om studenten met de kortere schoolvakanties gedurende het schooljaar tegemoet te komen.
Op grond van artikel 5:12 lid 1 van de Apv Dronten verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor door het college aangewezen bestemde ruimten of plaatsen te laten staan. In het uitvoeringsbesluit behorende bij dit artikel heeft het college deze plaatsten aangewezen.
Gevaarlijk of hinderlijk geplaatste fiets
Op grond artikel 5:12 lid 1 van de Algemene plaatselijke verordening verboden om overlast, schade of gevaar te veroorzaken door het neerzetten van een fiets of bromfiets.
Daarnaast is het op grond van artikel 5 van de Wegenverkeerswet is het verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd.
Toepassen (spoedeisende) bestuursdwang
Op grond van artikel 125 van de Gemeentewet in samenhang met artikel 5:21 van
de Algemene wet bestuursrecht, zijn wij bevoegd bestuursdwang toe te passen.
Ingevolge artikel 5:31, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kunnen wij in
spoedeisende gevallen besluiten dat bestuursdwang zal worden toegepast zonder
Ons zijn op dit moment geen zwaarwegende belangen bekend, die – afgewogen
tegen de belangen die gediend zijn met het toepassen van bestuursdwang, met name
het belang van handhaving van wettelijke regels en het belang van voorkomen van
ernstige nadelige gevolgen voor de gezondheid, veiligheid en hinder voor de omgeving – zich verzetten tegen het toepassen van spoedeisende bestuursdwang.
Bij het verwijderen van de [bromfiets/fiets] hebben we toepassing gegeven aan de beleidsnotitie “preventie overlast van (brom)fietsen”. In het beleid is de werkwijze opgenomen die de gemeente hanteert bij fout of te lang geparkeerde (brom)fietsen, met als uiterste stap het verwijderen en opslaan van een (brom)fiets om de overtreding ongedaan te maken.
De juiste overweging kiezen op basis van het type fiets, de rest van de overwegingen verwijderen
Gelet op de staat van onderhoud en de mate waarin uw [bromfiets/fiets] is verwaarloosd, is namens het college besloten om spoedeisende bestuursdwang toe te passen om het aanzien van de gemeente te herstellen. Inhoudende dat u [bromfiets/fiets] is verwijderd en is vernietigd.
Vanwege het feit dat uw fiets meer dan de toegestane [21 dagen/3 dagen] op de genoemde locatie stond geparkeerd is u een termijn gegeven van 2 dagen om de [bromfiets/fiets] zelf te verwijderen. Kenbaar gemaakt doormiddel van het bevestigingen van een sticker aan het stuur van de [bromfiets/fiets].
Hieraan is door u geen gevolg gegeven, daarom is namens het college besloten tot het toepassen van bestuursdwang. Inhoudende verwijdering van de [bromfiets/fiets] en opslaan daarvan.
Foutgeplaatste fiets (geen hinder)
Uw [bromfiets/fiets] is onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimte op de door de college aangewezen locatie wat in strijd is met artikel 5:12 lid 1 van de Apv Dronten aangetroffen.
Gelet hierop hebben wij u een termijn van 2 uur gegeven om de bromfiets/fiets zelf te verwijderen. Kenbaar gemaakt doormiddel van het bevestigingen van een sticker aan het stuur van de [bromfiets/fiets].
Hieraan is door u geen gevolg gegeven, daarom is namens het college besloten tot het toepassen van bestuursdwang. Inhoudende verwijdering van de [bromfiets/fiets] en opslaan daarvan.
Gevaarlijk of hinderlijk geplaatste fiets
Uw bromfiets/fiets veroorzaakte op de aangetroffen locatie een gevaarlijke situatie doordat deze voor een [nooduitgang, uitgang, brandkraan, op een blindegeleidestrook, direct aan of op een busbaan/spoorbaan/rijweg] was geplaatst. Om de gevaarlijke situatie ongedaan te maken is namens het college besloten tot het toepassen van bestuursdwang. Inhoudende dat uw fiets is van de locatie is verwijderd en opslagen.
Op grond van artikel 5:25 van de Algemene wet bestuursrecht verhalen wij de
kosten die verbonden zijn aan de toepassing van bestuursdwang op de overtreder. U bent als eigenaar van de [bromfiets/fiets] aan te merken als de overtreder. U dient de door ons gemaakte kosten ter grote van [€100 (bromfiets)/€ 25 (fiets)] te voldoen bij het afhalen van uw [bromfiets/fiets] aan de balie van De Reest.
Voor nadere informatie met betrekking tot dit besluit kunt u contact evt. opnemen met naam behandelend ambtenaar via het telefoonnummer van de gemeente Dronten 14 0321.
U kunt tegen deze beschikking schriftelijk of digitaal binnen een termijn van zes weken een bezwaarschrift indienen bij het college van Dronten. Indien u schriftelijk bezwaar wilt indienen, dan kunt u uw bezwaarschrift richten aan: Het college van Dronten respectievelijk de heffingsambtenaar van Dronten, t.a.v. de afdeling Concerndiensten, Postbus 100, 8250 AC te Dronten.
Indien u digitaal bezwaar wilt maken, dan kunt u dit doen via de gemeentelijke website, digitale formulieren. U hebt dan wel een DigiD nodig. De bezwarentermijn begint op de dag na de datum van verzending van deze brief.
Een bezwaarschrift schort de geldigheid van een beschikking niet op. Als u een bezwaarschrift indient, kunt u tegelijkertijd een verzoek om een voorlopige voorziening richten aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland. Indien u dit schriftelijk wilt doen kunt u uw verzoekschrift richten aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, afdeling Bestuursrecht, Postbus 16005, 3500 DA UTRECHT.
Indien u digitaal een verzoek om een voorlopige voorziening wilt indienen, kunt u dit doen via het digitaal loket bestuursrecht (loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht). U hebt dan wel een DigiD nodig. Voor het indienen van een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Meer informatie en uitleg over het indienen van een voorlopige voorziening kunt u vinden op www.rechtspraak.nl.
naam van degene die volgens het mandaatbesluit gemandateerd is om een last onder bestuursdwang te ondertekenen.
Bijlage 5 Overzicht handhaving (werkwijze en taakverantwoordelijke) (vertrekpunt)