Organisatie | Berg en Dal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel zonnepanelen op en bij beschermde monumenten Berg en Dal 2022 |
Citeertitel | Beleidsregel zonnepanelen op of bij beschermde monumenten Berg en Dal 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-05-2022 | Nieuwe regeling | 10-05-2022 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal, in zijn vergadering van 10 mei 2022:
gelet op artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de Erfgoedverordening Berg en Dal 2021 en het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van 10 maart 2022,
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
zonnepanelen: installaties die worden aangebracht voor het opwekken van zonne-energie of het verwarmen van water op daken, waaronder zonnepanelen, watergedragen zonnecollectoren, heatpipes, PVT-panelen en daglichtpanelen, inclusief de bijbehorende leidingen, bedrading, omvormer(s) en andere bijbehorende installaties.
Het doel van deze beleidsregel is om regels vast te stellen voor de afweging van de belangen van eigenaren van beschermde monumenten en het algemeen belang van instandhouding van beschermde monumenten. Daarbij is behoud van historische materialen, constructies en beeldkwaliteit van beschermde monumenten bij plaatsing van zonnepanelen op daken en in tuinen of op erven van en bij beschermde monumenten het uitgangspunt.
Deze beleidsregel geldt voor het plaatsen van zonnepanelen op, aan of bij monumenten, aangewezen op grond van de Erfgoedverordening Berg en Dal 2021 of paragraaf 3.1 van de Erfgoedwet 2016.
Artikel 4 Vergunningsvrij plaatsen zonnepanelen
Er is geen omgevingsvergunning nodig voor het plaatsen van zonnepanelen aan, op of bij beschermde monumenten, als bedoeld in artikel 3, als:
Regels als de zonnepanelen niet vergunningsvrij geplaatst kunnen worden
Artikel 5 Vergunningsplicht plaatsen zonnepanelen
Als de zonnepanelen niet voldoen aan de voorwaarden en criteria zoals genoemd in artikel 4, is er een omgevingsvergunning noodzakelijk voor de zonnepanelen. Op de aanvraag omgevingsvergunning zijn artikel 6 tot en met artikel 9 van toepassing.
Een aanvraag omgevingsvergunning voor het plaatsen van zonnepanelen bij of op beschermde monumenten bevat de volgende stukken:
Artikel 7 Voorkeur voor plaatsing
Bij het kiezen van een geschikte locatie voor het plaatsen van zonnepanelen, worden de volgende locaties in overweging genomen, in volgorde van meeste voorkeur naar minste voorkeur:
Artikel 8 Toetsing op aanvraag omgevingsvergunning
Als de beoogde zonnepanelen-installatie niet kan voldoen aan de criteria genoemd in artikel 4, bijvoorbeeld als ze in het zicht vanaf openbaar toegankelijk gebied liggen, of worden aangelegd in cultuurhistorisch waardevolle erf- of tuinaanleg, gelden de volgende beoordelingscriteria:
De zonnepanelen worden in 1 vlak gelegd, met een regelmatige rangschikking, waarbij de dakranden, nokvorsten, dakelementen en hoekkepers voldoende worden vrijgehouden en rekening is gehouden met de totale compositie van het dakvlak. Een stelregel is dat de afstand tussen de zonnepanelen, de dakrand, dakelementen en de nokvorsten minimaal 50 centimeter is.
Vergunningsplicht of vergunningsvrij
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) heeft het college van burgemeester en wethouders (hierna: B&W) enige vrijheid in hoe zij de bevoegdheid om omgevingsvergunningen te verlenen inricht.
Onderdeel van die vrijheid kan zijn om bij specifieke werkzaamheden verklaren of iets vergunningsvrij of meldingsplichtig is. Deze beleidsvrijheid vloeit voort uit artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in samenhang met de Awb.
In 2020 heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) haar Advieslijn zonnepanelen op Rijksmonumenten geactualiseerd. Deze advieslijn gaat in op zonnepanelen-installaties bij, aan en op beschermde rijksmonumenten en voor beschermde dorpsgezichten. De advieslijn van het rijk is betrokken bij het opstellen van deze nadere regels.
Er is gekozen om onder bepaalde voorwaarden het plaatsen van zonnepanelen op beschermde monumenten vergunningsvrij te verklaren. Daarmee gaan we verder dan de advieslijn van de RCE. Doel hierbij is om het plaatsen van zonnepanelen bij beschermde monumenten te stimuleren om zo ook een bijdrage te leveren aan de energietransitie, zonder dat dit afbreuk doet aan de (beeld)kwaliteit en het verlies van historisch materiaal van die monumenten. Het belangrijkste uitgangspunt voor het vergunningsvrij plaatsen van zonnepanelen bij beschermde monumenten is dat de panelen niet zichtbaar zijn vanaf openbaar toegankelijk gebied. Dit betekent dat de panelen dus niet vanaf de straat waaraan het monument ligt te zien zijn, maar ook omliggende straten, pleinen, parken, plantsoenen en ander publiek toegankelijk gebied. Ook stellen we criteria vast waardoor, als het echt niet anders kan, zonnepanelen gerealiseerd kunnen worden in het zicht van openbaar toegankelijk gebied.
De voorwaarden genoemd in artikel 4 waaronder zonnepanelen vergunningsvrij geplaatst kunnen worden, zijn bedoeld om de zonnepanelen toch aan bepaalde kwaliteitsvereisten te laten voldoen, zodat ze alsnog niet storend aanwezig zijn in het ter plaatse aanwezige beeld, ook al is dat niet zichtbaar vanaf openbaar toegankelijk gebied. Voor constructieve wijzigingen ten behoeve van de zonnepanelen is een bouwkundige toets echter wel gewenst. Om die reden zijn dergelijke maatregelen toch vergunningsplichtig. Hetzelfde geldt voor zonnepanelen die zichtbaar zijn vanaf openbaar gebied en zonnepanelen geplaatst in cultuurhistorisch waardevolle tuin of erfaanleg of cultuurhistorische waarden van het buitenaanzicht op het monument aantasten. Het tweede lid van dit artikel neemt een bijzondere positie in. Deze criteria zijn zo ingericht dat alle installaties bij beschermde monumenten hieraan moeten voldoen.
Welke onderdelen zijn dan cultuurhistorisch waardevol en welke niet? Daarover geeft de redengevende beschrijving uitsluitsel. Deze redengevende beschrijving hoort bij de aanwijzingsbesluit van het monument. In dit document staat wat cultuurhistorisch waardevol is en wat niet. Bij twijfel adviseren we eigenaren contact op te nemen met de medewerker erfgoed van de gemeente.
In alle andere gevallen is het plaatsen van zonnepanelen op, bij of aan beschermde monumenten vergunningsplichtig. Dit betekent ook dat het plaatsen van zonnepanelen in beschermde erf- of tuinaanleg, op kwetsbare dakbedekking, waarbij een constructieve wijziging nodig is, of in het zicht vanaf openbaar toegankelijk gebied vergunningsplichtig is. Juist vanwege die zichtbaarheid is behoud van beeldkwaliteit en historisch materiaal belangrijk. Om die reden is een belangenafweging en maatwerk noodzakelijk.
Indieningsvereisten en afhandeling aanvraag omgevingsvergunning
Bij een reguliere aanvraag omgevingsvergunning kunnen allerlei stukken opgevraagd worden door de gemeente. Dit leidt in sommige gevallen tot plankosten. Om te voorkomen dat die plankosten buitenproportioneel worden, heeft B&W een lijst opgesteld met aan te leveren stukken. Op de technische tekeningen genoemd in artikel 6, lid 3 na, zijn alle stukken voor eigenaren voorhanden of op te zoeken. Voor een situatietekening op schaal van de bestaande toestand kan bijvoorbeeld een uittreksel uit het Kadaster gebruikt worden, een offerte voor het plaatsen van zonnepanelen is voor het uitvoeren van deze duurzaamheidsmaatregel vrijwel altijd noodzakelijk.
De toetsing van aanvragen omgevingsvergunningen voor het plaatsen van zonnepanelen wordt uitgevoerd door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, waarbij een lid deskundig in de monumentenzorg wordt betrokken. Dit is de gangbare praktijk voor aanvragen omgevingsvergunningen bij beschermde monumenten, zoals ook omschreven in de Erfgoedverordening Berg en Dal 2021 en zoals beschreven in artikel 15 van de Monumentenwet 1988 jo. artikel 9.1 van de Erfgoedwet 2016.
Toetsingscriteria omgevingsvergunning voor het plaatsen van zonnepanelen
Artikel 6 tot en met 9 van deze beleidsregel zijn de kernbepalingen uit de nadere regels. Hier staat omschreven aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan om tot een haalbare aanvraag te komen.
Artikel 7 gaat over de voorbereiding naar een aanvraag toe. Het uitgangspunt is om zoveel mogelijk historisch materiaal en de beeldkwaliteit van beschermde monumenten te behouden. Als gemeente met grote landschappelijke kwaliteit willen we ook cultuurhistorisch waardevol groen- en waardevolle tuinaanleg ontzien. We willen dan ook dat een eigenaar motiveert waarom voor een bepaalde situering van de zonnepanelen is gekozen en welke andere mogelijkheden zijn onderzocht. In dit artikel spreekt het college een voorkeur uit voor de te onderzoeken locaties.
Artikel 8 geeft beoordelingscriteria waaraan de adviescommissie kan toetsen of een installatie voldoet. Het is een uitwerking van de beoordelingscriteria uit de Nota Ruimtelijke Kwaliteit Groesbeek/Berg en Dal 2015 en de advieslijn van de RCE. Het achterliggende doel van de beoordelingscriteria is om het beeld van het monument zo min mogelijk aan te tasten.
Artikel 9 wordt opgenomen omdat er mogelijk in de toekomst nieuwe technieken op de markt komen die passen bij het plaatsen van zonnepanelen op beschermde monumenten, maar die de gemeente nu nog niet kan voorzien. Met toepassing van dit artikel kan daar, als het door de adviescommissie gepast wordt geacht, toch gebruik van gemaakt worden.