Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wijk bij Duurstede

Wegsleepverordening Wijk bij Duurstede 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWijk bij Duurstede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWegsleepverordening Wijk bij Duurstede 2022
CiteertitelWegsleepverordening Wijk bij Duurstede 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Wegsleepverordening 2003.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wegenverkeerswet 1994

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-05-2022nieuwe regeling

19-04-2022

gmb-2022-237374

Tekst van de regeling

Intitulé

Wegsleepverordening Wijk bij Duurstede 2022

 

Artikel 1: Begripsomschrijving

Ad a. Motorrijtuig

 

Het begrip ‘motorrijtuig’ is apart omschreven omdat artikel 5 van de verordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen. Het betreft hierbij met name auto’s en motoren.

 

Ad b. de Wet Wegenverkeerswet 1994.

Artikel 2: Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

  • 1.

    Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170 eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

  • 2.

    Verder zijn de hierna genoemde wegen en weggedeelten aangewezen als wegen en weggedeelten als bedoeld in artikel 170 eerste lid, onderdeel c van de wet.

     

    • a.

      op een fietspad, nader aangeduid door bord G11, G12a of G 13 van bijlage 1 bij het RW 1990;

    • b.

      op een fietsstrook, ander aangeduid door een doorgetrokken of onderbroken streep gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waarop afbeeldingen van een fiets zijn aangebracht;

    • c.

      op een erf, nader aangeduid door bord G5 van die bijlage, voor zover het voertuig niet is in geparkeerd op een parkeerplaats die als zodanig is aangeduid of aangegeven;

    • d.

      op een weg of weggedeelte waar een markt wordt gehouden;

    • e.

      op een weg of weggedeelte waar de jaarmarkt wordt gehouden;

    • f.

      op een weg of weggedeelte waar een evenement wordt gehouden;

    • g.

      voor een inrit of uitrit;

    • h.

      op een weg weggedeelte waar geplande en aangekondigde werkzaamheden plaatsvinden;

    • i.

      op een weg of weggedeelte waar wordt geparkeerd op een zodanige wijze dat de vrijheid van het verkeer wordt belemmerd of gehinderd.

Artikel 3: Plaats bewaring voertuigen

  • 1.

    Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen:

    Modern BV

    Elektronweg 24

    3542AC Utrecht

  • 2.

    Openingstijden van de bewaarplaats staan op https://www.modern-berging.nl/.

Artikel 4: Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

  • 1.

    De kosten van het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats bedragen (alle bedragen zijn exclusief BTW):

     

    • a.

      Voorrijkosten €165,29,-

    • b.

      Volledige sleep: €289,26,-

  • 2.

    De kosten van het bewaren van een voertuig bedraagt per eerstvolgende kalenderdag €16,53,-.

  • 3.

    Bovengenoemde kosten zijn voor de bezitter/eigenaar van het motorvoertuig. Indien de bezitter/eigenaar van het motorvoertuig niet te achterhalen valt of er sprake is van een loze of vergeefse rit zijn bovengenoemde kosten voor de gemeente.

  • 4.

    Indien de eigenaar van een voertuig ter plaatse komt tijdens het afslepen van het voertuig dient de eigenaar direct de voorrijkosten te betalen;

  • 5.

    De in de vorige leden genoemde bedragen worden jaarlijks aangepast overeenkomstig de procentuele wijziging die het consumenten-prijsindexcijfer over de maand januari van het lopende kalenderjaar heeft ondergaan ten opzichte van dit prijsindexcijfer over de maand januari van het daaraan voorafgaande jaar.

Artikel 5: Verkoop en vernietiging van het weggeslepen voertuig

  • 1.

    Een voertuig dat niet binnen 13 weken is opgehaald kan worden verkocht of vernietigd. Dit kan alleen plaatsvinden vanaf 14 dagen na het uitgaan van de bekendmaking (artikel 172, tweede lid van de WVW 1994).

  • 2.

    Indien het voertuig verkocht of gesloopt wordt en de taxatiewaarde is lager dan de gemaakte kosten voor het wegslepen, dan vergoed de gemeente het verschil tussen de wegsleepkosten en de taxatiewaarde;

  • 3.

    In het voertuig verkocht wordt en de taxatiewaarde is lager dan de gemaakte kosten, dan vergoed de gemeente het verschil in kosten.

  • 4.

    De taxatiewaarde moet worden vastgesteld door een beëdigd taxateur.

Artikel 6: Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid, en 174, eerste lid van de wet (WVW 1994), zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7  

  • 1.

    Ieder geschil tussen partijen ter zake van de overeenkomst wordt bij uitsluiting voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter, tenzij partijen alsnog een andere vorm van geschillenbeslechting zullen overeenkomen;

  • 2.

    Op de overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.

Artikel 8: Intrekking Wegsleepverordening 2003

De Wegsleepverordening 2003 wordt ingetrokken.

Artikel 9: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 10: Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Wegsleepverordening Wijk bij Duurstede 2022.

 

Toelichting op Wegsleepverordening Wijk bij Duurstede 2022

1. Algemene toelichting

 

Bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Het wegslepen van een voertuig moet worden gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang. In de Awb zijn algemene regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. Tegen besluiten tot het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open.

 

1.1 Verhouding Wet-Mulder en bestuursdwang

 

Wanneer een voertuig fout geparkeerd staat en wegsleepwaardig is, zijn er in principe twee naast elkaar bestaande manieren om hiertegen op te treden. Allereerst door politie en justitie op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet-Mulder) via het opmaken van een procesverbaal.

 

Daarnaast door het uitvoeren van bestuursdwang (lees: het laten wegslepen en bewaren van dat voertuig) door het college van burgemeester en wethouders. Vanzelfsprekend is het wel noodzakelijk om de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen wanneer alleen gebruik wordt gemaakt van de bestuursdwangbevoegdheid. Voor eventuele latere bezwaar-.en beroepsprocedures op grond van de Awb is het verstandig de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen In een schriftelijk document en bij voorkeur vergezeld te laten gaan van een foto die de feitelijke situatie weergeeft.

 

1.2 Artikel 170 e. v.

 

In de Wegenverkeerswet 1994 is het kader aangegeven waarbinnen het college van burgemeester en wethouders gebruik kan maken van zijn bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Hoewel de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet is neergelegd, kan het college pas goed van deze bevoegdheid gebruikmaken wanneer de gemeenteraad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zoals in artikel 173, tweede lid van de wet wordt voorgeschreven. In deze verordening dienen in elk geval regels te worden gesteld over:

 

  • 1.

    de aanwijzing van de plaats(en) waar de weggesleepte voertuigen worden bewaard;

  • 2.

    de berekening van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het wegslepen en bewaren van voertuigen;

  • 3.

    de eventuele aanwijzing van wegen en weggedeelten waar op grond van artikel 170, eerste lid, onder c WVW 1994 voertuigen mogen worden weggesleept.

Aangezien in artikel 173, tweede lid van de wet wordt aangegeven dat de nadere regels bij gemeentelijke verordening moeten worden gesteld, kunnen de hiervoor genoemde onderwerpen niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders. De uitwerking van de nadere regels van de verordening kan wel door het college van burgemeester en wethouders geschieden (bijvoorbeeld door middel van beleidsregels).

 

1.3 Vernieuwing van Wegsleepverordening in 2022

 

In navolging op de voorafgaande Wegsleepverordeningen is Wegsleepverordening 2003 aan actualisatie toe. De wijziging van 2022 richt zich op het herzien van de artikelen 2, 3 en 4. Voor artikel 2 zijn er meer weggedeeltes aangewezen waar gesleept mag worden ten opzichte van de Wegsleepverordening in 2003. Voor artikel 3 is de plaats van bewaring van voertuigen en openingstijden gewijzigd.

 

Ook artikel 4 is gewijzigd, de kosten van overbrengen en het bewaren van voertuigen zijn gestegen. Tevens worden nu ook kosten voor voorrijden berekend. Om in de toekomst bij een eventuele prijsstijging te voorkomen dat de gehele Wegsleepverordening moet worden aangepast is artikel 4 lid 3 toegevoegd. In dit artikel wordt aangegeven dat de jaarlijkse prijsstijging gelijk loopt met de jaarlijks procentuele wijziging van het consumenten-prijsindexcijfer.

Bijlage

 

Bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen

Het uitvoeren van de wegsleepregeling is een bevoegdheid van het gehele college van burgemeester en wethouders. Het wegslepen van een voertuig moet gezien worden als een bijzondere vorm van bestuursdwang. In de algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn algemene regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. Bepaalde artikelen van de Awb zijn niet van toepassing verklaard in het artikel 170 lid 2 van de Wegen Verkeers Wet. Tegen het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open.

 

Uitgebreide werking

Op grond van de oude WvW 1994 mochten op de weg staande voertuigen alleen worden weggesleept in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer dan wel het vrijhouden van invalidenparkeerplaatsen.

 

Op grond van de regeling in de WVW 1994 en het daarop gebaseerde besluit wegslepen van voertuigen is het laatste criterium uitgebreid. Er zijn immers meer locaties denkbaar waar fout parkeren als zeer hinderlijk wordt ervaren zonder dat de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer in direct geding is. Direct optreden tegen dergelijke fout geparkeerde voertuigen kan in bepaalde gevallen zeer wenselijk zijn. Hierbij kan worden gedacht aan het onbevoegde parkeren op laad- en loshavens, taxistandplaatsen, marktterreinen, voetgangersgebieden en dergelijke. Deze wegen en weggedeelten moeten eerst nader worden aangewezen in een gemeentelijke verordening voordat er gebruik gemaakt kan worden van deze bevoegdheid.

 

In zowel de oude als de nieuwe regeling geldt dat een voertuig niet zonder meer kan worden weggesleept wanneer aan één van de genoemde criteria wordt voldaan. Degene die met de uitvoering van de wegsleepregeling is belast, dient per geval na te gaan of in dat specifieke geval het wegslepen van het desbetreffende voertuig absoluut noodzakelijk is. Het wegslepen van een voertuig dat om 4.00 uur ’s nachts in strijd met één van de genoemde criteria is geparkeerd zal doorgaans als niet of minder urgent moeten worden beschouwd. In zo’n geval kan het opmaken van een proces-verbaal door een opsporingsambtenaar doorgaans volstaan.

 

Verhouding Wet-Mulder en bestuursdwang

Wanneer een voertuig fout geparkeerd staat en wegsleepwaardig is, zijn er in principe twee naast elkaar bestaande manieren om hiertegen op te treden. Allereerst door de politie en justitie op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet-Mulder) via het opmaken van een proces-verbaal. Daarnaast door het uitvoeren van bestuursdwang (lees: het laten wegslepen en bewaren van dat voertuig) door het college van burgemeester en wethouders.

In de oude wegsleepregeling bestond er een onlosmakelijk verband tussen beide vormen van optreden. Voordat tot het wegslepen van een voertuig kon worden overgegaan, moest altijd eerst een proces-verbaal op grond van de Wet-Mulder worden opgemaakt.

Indien het desbetreffende proces-verbaal werd geseponeerd of wanneer vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging door de rechter volgde, dienden ook de kosten van het wegslepen en bewaren van het voertuig te worden terugbetaald.

In de nieuwe wegsleepregeling is deze koppeling losgelaten. Het opmaken van een proces-verbaal op grond van de Wet-Mulder, voordat tot het wegslepen van een voertuig kan worden overgegaan, is niet meer vereist, maar kan nog steeds wel samengaan. Opgemerkt moet worden dat het wel noodzakelijk is om de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen wanneer alleen gebruik wordt gemaakt van de bestuursdwangbevoegdheid. Voor eventuele latere bezwaar- en beroepsprocedures op grond van de Awb is het verstandig de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen in een schriftelijk document en bij voorkeur vergezeld laten gaan van een foto die de feitelijke situatie weergeeft. Een eventueel sepot, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging door justitie, respectievelijk de rechter naar aanleiding van een proces-verbaal is niet zonder meer een reden ook de kosten van de bestuursdwang terug te betalen. Het college van burgemeester en wethouders maakt in een eventuele bezwaarprocedure een zelfstandige afweging.

 

Verordening

In artikel 170 e.v. WVW 1994 is het kader aangegeven waarbinnen gebruik gemaakt kan worden van de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Hoewel de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet is neergelegd, kan er pas goed gebruik gemaakt worden van deze bevoegdheid wanneer de gemeenteraad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zoals in artikel 173, tweede lid van de wet wordt voorgeschreven. In deze verordening dienen in elk geval regels te worden gesteld over:

 

  • de aanwijzing van de plaats(en) waar de weggesleepte voertuigen worden bewaard;

  • de berekening van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het wegslepen en bewaren van voertuigen;

  • de eventuele aanwijzing van wegen en weggedeelten waar op grond van artikel 170, eerste lid onder c WVW 1994 voertuigen mogen worden weggesleept. Aangezien in artikel 173, tweede lid van de wet wordt aangegeven dat de nadere regels bij gemeentelijke verordening moeten worden gesteld, kunnen de hiervoor genoemde onderwerpen niet worden gedelegeerd aan het college. De uitwerking van nadere regels van de verordening kan wel door het college geschieden, bijvoorbeeld door middel van beleidsregels.