Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Breda

Gedragscode Integriteit voor de (burger)raadsleden van de gemeente Breda

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBreda
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode Integriteit voor de (burger)raadsleden van de gemeente Breda
CiteertitelGedragscode Integriteit voor de (burger)raadsleden van de gemeente Breda
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2022nieuwe regeling

09-07-2020

gmb-2022-234534

40989614 - 9497

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode Integriteit voor de (burger)raadsleden van de gemeente Breda

Bekendmaking

Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 9 juli 2020 de Gedragscode Integriteit voor de (burger)raadsleden van de gemeente Breda heeft vastgesteld.

 

Inwerkingtreding

De gedragscode wordt van kracht met ingang van de achtste dag na die van deze bekendmaking.

 

Rechtsmiddelen

Tegen het besluit tot vaststelling van de gedragscode is geen bezwaar of beroep mogelijk.

 

Gedragscode integriteit voor de (burger) raadsleden van de gemeente Breda

 

Voorwoord

“Een beetje integer bestaat niet”. Dat waren de woorden van toenmalig minister van Binnenlandse zaken Ien Dales. Daarmee gaf zij het startschot voor een belangrijke ontwikkeling in ons openbaar bestuur. Namelijk die van bewustwording over hoe belangrijk en lastig het soms kan zijn om als bestuurder en volksvertegenwoordiger integer te handelen. Daardoor waren en zijn haar woorden van grote waarde.

Tegelijkertijd weten we inmiddels dat op haar onliner ook wel wat af te dingen is. Want er zijn wel degelijk gradaties in integer (of minder integer) handelen. Zo hebben we niet alleen te maken met onze gedragingen en uitspraken zélf, maar ook met hoe die door de buitenwacht worden gezien. De schijn van niet integer handelen kan in de politiek soms net zo bepalend zijn als het feitelijk handelen.

In Breda zijn we als gemeenteraad al flink wat jaren bezig met het gesprek over integriteit. Dat heeft veel opgeleverd in inzichten. Die zijn in dit document dat je nu hebt opengeslagen, verzameld. Tegelijkertijd zit veel van de waarde van onze aandacht voor integriteit ook in het voeren van het gesprek zelf.

Alleen door er onderling over te blijven praten houden we met z’n allen in beeld wat ‘done’ is en wat we als ‘not done’ beschouwen in onze stad en in ons werk. Gebruik dit boekje daarom als naslagwerk, als je wil. Maar ga ook met mij, de griffier en vooral als raadsleden met elkaar in gesprek de komende jaren.

 

Paul Depla

Burgemeester

 

Inleiding

In het dagelijkse werk van een raadslid is de vraag of iets ‘wel of niet integer is’ lastig te beantwoorden. Er zijn situaties waarbij je je afvraagt: ‘Kan dit eigenlijk wel?’ in de praktijk blijken er tussen integer en ‘niet’-integer vele tinten grijs te zitten.

 

Integriteit is vanuit 3 invalshoeken te bezien:

De juridische: de wet en gedragscode (juridische toetsing);

De morele: je eigen geweten (persoonlijke toetsing);

Van buiten naar binnen: indruk van anderen, de schijn die je wekt

Deze gedragscode probeert te fungeren als steun voor het raadslid en burgerraadslid (in het vervolg aangeduid als raadslid). Hoe bepaal je wat wel en niet kan en hoe handel je bij twijfel? Voor elk raadslid vraagt dit per geval om een persoonlijke afweging. De code is een hulpmiddel om het gesprek met jezelf in de spiegel, elkaar, zowel binnen de fractie als met de raad als geheel, te voeren. De opgenomen casuïstiek kan een hulpmiddel zijn bij het maken van jouw afwegingen bij integriteitsvraagstukken.

 

De gedragscode

De code is een weergave van de afspraken die de gemeenteraad van Breda met elkaar maakt als het gaat om integriteit(-svraagstukken). Daarmee beoogt de code raadsleden in eerste instantie door kennis te beschermen tegen onnodige misstappen.

 

Voor elk van de drie bestuursorganen eist de wet een door de raad vast te stellen gedragscode. Voor Breda zijn twee aparte codes opgesteld, die vanuit eenzelfde perspectief zijn geschreven. Daar waar ze identiek kunnen zijn, zijn ze identiek; waar ze moeten verschillen, gelet op de rol van elk bestuursorgaan en de onderliggende wettelijke regels, verschillen ze. De voorliggende gedragscode is bestemd voor de raadsleden en burgerraadsleden.

 

In de bijlagen vindt u specifieke verwijzingen naar alle relevante wetsartikelen.1

 

Functies van de gedragscode

In de voorafgaande bestuursperiode (2014-2018) is in Breda op diverse manieren aandacht besteed aan het onderwerp politieke en bestuurlijke integriteit. Dit heeft onder meer geleid tot de wens een nieuwe gedragscode te ontwikkelen. Een complete code in heldere taal is van grote betekenis voor zowel zorgvuldige naleving van de regels als de handhaving ervan. De code heeft, met andere woorden, zowel een preventieve als een stimulerende functie.

 

Een goede gedragscode heeft een aantal basale kenmerken. De gedragscode:

  • ontlast de morele oordeelsvorming van individuen;

  • stelt de norm;

  • definieert specifieke handelingen als schendingen;

  • maakt zorgvuldig optreden tegen schendingen mogelijk.

Afspraken over hoe te handelen in geval van een vermoeden van een schending van de regels uit deze gedragscode zijn separaat vastgelegd in het ‘Stappenplan adviesvraag en melding integriteitsvraagstukken’ (2017), zoals vastgesteld in het fractievoorzittersoverleg. De gedragscode is aanvullend op de landelijk wetgeving, daarom is een schending van de gedragscode geen overtreding. Een geconstateerde schending van de code kan aanleiding zijn voor de raad om hierover het politieke gesprek te voeren in de raad. I het uiterste geval kan de burgemeester een schorsing opleggen.

 

Over de theorie (wet, eed, gedragscode etc.) zijn handreikingen en toelichtingen genoeg geschreven. Maar hoe breng je integriteit nu in de praktijk? Om integriteit tot leven te brengen zijn er ook voorbeelden uitgeschreven. Ze zullen hopelijk ergens bekend voorkomen, omdat ze uit de media komen. Bij deze voorbeelden ontdek je hoe gemakkelijk bepaalde waarden op de helling komen te staan en hoe je als bestuurder, alle goede intenties ten spijt, in het grijze gebied terecht kunt komen.

 

 

Regels rond (de schijn van) belangenverstrengeling

Artikel 1  

Een raadslid mag zijn invloed en stem niet gebruiken om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander persoon of van een organisatie, waarbij hij een persoonlijke betrokkenheid heeft.

 

Toelichting

De wetgever heeft raadsleden op vier manieren bescherming geboden tegen de verleiding van belangenverstrengeling en tegen de schijn ervan.

De wetgever geeft ten eerste aan dat de gemeenteraad als bestuursorgaan zijn taak zonder vooringenomenheid moet vervullen. De wetgever geeft de gemeenteraad de verantwoordelijkheid ervoor te waken dat persoonlijke belangen van raadsleden de besluitvorming niet beïnvloeden. Met persoonlijk belang wordt gedoeld op ieder belang dat niet behoort tot de belangen die de gemeenteraad uit hoofde van zijn taak behoort te vervullen. Deze waakzaamheid geldt ook als het gaat om de schijn van belangenverstrengeling. Let wel: het gaat hier om persoonlijke belangen; het gaat niet alleen om – zoals vaak gedacht – ‘persoonlijk gewin’ of ‘persoonlijk voordeel’ of ‘persoonlijke financiële inkomsten’. Raadsleden moeten dus beoordelen of er sprake is van een persoonlijk belang waardoor belangenverstrengeling ontstaat die de besluitvorming onterecht kan beïnvloeden. De wetgever doet een beroep op de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad als geheel om ervoor te waken dat persoonlijke belangen van zijn leden de besluitvorming niet beïnvloeden. Deze verplichting geldt gedurende het gehele proces van besluitvorming en niet alleen tijdens de stemming.2 Politieke ambtsdragers struikelen soms in gevallen waarin er ‘slechts’ sprake is van de schijn van belangenverstrengeling. Het is dan ook in het belang van politieke ambtsdragers zelf dat dit voorschrift zo expliciet in de gedragscode is opgenomen.

 

De wetgever verbiedt raadsleden vervolgens expliciet te stemmen als er sprake is van een aangelegenheid waarbij een raadslid een persoonlijk belang heeft. De wetgever probeert daarmee uit te sluiten dat een raadslid meestemt als sprake is van belangenverstrengeling.

 

In een aantal gevallen vindt de wetgever dat die bescherming door het verbod te stemmen niet ver genoeg gaat. In die gevallen verbiedt de wetgever raadsleden expliciet bepaalde welomschreven functies te bekleden, rollen te vervullen en (rechts)handelingen uit te voeren. In de artikelen 1.4 en 1.5 van deze gedragscode wordt naar die verboden in de gemeentewet verwezen. In de bijlage van deze gedragscode treft u een opsomming aan regelgeving die samenhangt met de integriteit van raadsleden, waaronder de verboden combinaties van functies en verboden overeenkomsten en handelingen. Deze verboden dienen gerespecteerd te worden, anders kan de burgemeester over gaan tot schorsing van het raadslid.

 

De wetgever eist van raadsleden dat zij alle functies openbaar maken die zij vervullen naast het raadslidmaatschap. Op die manier wordt het voor andere raadsleden, bestuurders, fractievoorzitters, partijbestuurders, de griffier mogelijk een raadslid te waarschuwen voor kwesties waarin (de schijn van) belangenverstrengeling dreigt. Ook de pers en de burger kunnen zo hun controlerende taak uitoefenen. Daarom is in deze gedragscode ook verordonneerd dat raadsleden tevens al hun (substantiële) financiële belangen bekendmaken, inclusief die bij ondernemingen die zaken doen met de gemeente.

Artikel 1.1

Een raadslid gaat de schijn van belangenverstrengeling tegen.

Artikel 1.2

Een raadslid onthoudt zich van deelname aan de stemming als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling kan optreden; het gaat dan om kwesties waar hij zelf een individueel persoonlijk belang bij heeft, of om kwesties waarbij het gaat om een belang van een individu of organisatie waarbij hij een substantiële betrokkenheid heeft.

Artikel 1.3

Een raadslid onthoudt zich bij beslissingen waarbij belangenverstrengeling kan optreden niet alleen van stemming (zie artikel 1.2) maar ook van beïnvloeding van de besluitvorming in de meest brede zin van het woord en de andere fases van het besluitvormingsproces (het publieke debat, via sociale media of binnen de fractie).

Artikel 1.4

Een raadslid mag bepaalde in de Gemeentewet (art. 15.1 a en b GW) opgesomde functies niet uitoefenen.

Artikel 1.5

Een raadslid mag bepaalde in de Gemeentewet (art. 15.1 c en d GW) genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan. Ontheffing hiervoor is mogelijk conform de richtlijnen beschreven in het provinciale beleid.

Artikel 1.6

Een raadslid maakt openbaar welke betaalde en onbetaalde functies hij vervult naast het raadslidmaatschap.

Artikel 1.7

De griffier van de raad draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst met functies van raadsleden. Op deze lijst wordt tevens vermeld of de werkzaamheden al dan niet bezoldigd zijn.

Artikel 1.8

Een raadslid doet er opgaaf van indien hij financiële belangen heeft – bijvoorbeeld maar niet uitsluitend in de vorm van aandelen, opties en derivaten – in ondernemingen waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft. Deze financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een na de start van een bestuursperiode ontstaan substantieel financieel belang dient opgegeven te worden.

Artikel 1.9

De griffier van de raad draagt zorg voor een geactualiseerd openbaar giftenregister en een geactualiseerde openbare lijst met gemelde financiële belangen van raadsleden.

Artikel 1.10

Vermeende integriteitsschendingen worden gemeld bij de raadsvoorzitter of de griffier en in behandeling genomen conform het Stappenplan adviesvraag en melding integriteitsvraagstukken.

Regels rond (de schijn van) beïnvloeding

Artikel 2

Een raadslid mag zijn invloed en zijn stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem zijn gegeven of hem in het vooruitzicht zijn gesteld, alsmede door bedreiging, intimidatie en agressie.

 

Toelichting

Het bovenstaande artikel geeft een definitie van corruptie voor raadsleden. Ging het bij belangenverstrengeling nog om het onterecht laten meewegen van een persoonlijk belang bij de besluitvorming, bij corruptie gaat het om omkoping van een politieke ambtsdrager. Belangenverstrengeling is niet in het wetboek van strafrecht opgenomen, corruptie is dat wel. Alvorens een raadslid of burgerraadslid zijn functie in de Bredase politiek kan uitoefen, leggen de leden van de raad, in handen van de voorzitter de eed (verklaring of belofte) af waarin dit ook benadrukt wordt. In de onderliggende artikelen zijn regels opgenomen om de politieke ambtsdrager te helpen om het omgaan met giften en eventuele (schijn van) corruptie te voorkomen.

Artikel 2.1

Een raadslid gaat de schijn van corruptie tegen.

 

Aannemen van geschenken

 

Toelichting

Geschenken zijn een sluiproute naar corruptie. Ze kunnen worden gebruikt om de besluitvorming te beïnvloeden. Ze kunnen corrumperen of de aanloop daartoe vormen. Ze kunnen daarnaast ook de schijn opwekken. De hieronder staande regels zijn geformuleerd als een ‘nee, tenzij’- regel; een raadslid neemt dus geen geschenken aan, tenzij er goede redenen zijn om hiervan af te wijken. De afwijkingen dienen vervolgens bekend gemaakt te worden bij de griffier, die bepaalt welke vervolgstappen nodig zijn.

Artikel 2.2

Een raadslid neemt geen geschenken aan die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden, tenzij:

  • het weigeren, teruggeven of terugsturen de gever ernstig zou kwetsen of bijzonder in verlegenheid zou brengen;

  • het weigeren, teruggeven of terugsturen om praktische redenen onwerkbaar is;

  • het gaat om een incidentele, kleine attentie (zoals een bloemetje of fles wijn) met een maximale waarde van €50,- waarbij de schijn van beïnvloeding minimaal is.

Artikel 2.3

Als geschenken om een van de in artikel 2.2 genoemde redenen niet zijn geweigerd, teruggegeven of teruggestuurd, of om andere redenen toch in het bezit zijn van het raadslid, wordt dit gemeld aan de griffier, tenzij het gaat om het genoemde onder artikel 2.2 onder c. De geschenken worden dan alsnog teruggestuurd of ze worden eigendom van de gemeente. De griffier zorgt voor de registratie van giften en hun gemeentelijke bestemming.

 

Accepteren van faciliteiten en diensten

 

Toelichting

Het accepteren van faciliteiten of diensten van anderen kan een afhankelijkheid of dankbaarheid creëren die de zuiverheid van het besluitvormingsproces kan aantasten. Ook met het aannemen van faciliteiten en diensten kan een raadslid gecorrumpeerd raken. Het kan daarnaast ook de schijn van corruptie opwekken.

Artikel 2.4

Een raadslid accepteert geen faciliteiten en diensten van anderen die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden, tenzij:

het weigeren ervan het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar zou maken en tegelijkertijd de schijn van omkoping of beïnvloeding minimaal is.

Artikel 2.5

Een raadslid gebruikt faciliteiten of diensten van anderen die uit hoofde of vanwege de raadsfunctie worden aangeboden, niet voor privédoeleinden of laat deze niet door derden gebruiken. Dit houdt niet in het gedeeltelijk gebruik van aan het raadslid beschikbaar gestelde ICT middelen voor privé doeleinden, aangezien de fiscus daar al een uitspraak over heeft gedaan.

 

Accepteren van uitnodigingenvoorwerkbezoeken, lunches, diners en recepties

 

Toelichting

Werkbezoeken zijn bedoeld om raadsleden in de gelegenheid te stellen zich inhoudelijk te informeren en noodzakelijke contacten te leggen en onderhouden binnen en buiten de gemeente. De verplichting om actief het ontstaan van de schijn van corruptie tegen te gaan, betekent dat lunchen, dineren of naar recepties gaan op kosten van anderen waar mogelijk moet worden vermeden, tenzij de redenen van artikel 2.6 van de gedragscode van toepassing zijn.

Artikel 2.6

Een raadslid accepteert uitnodigingen voor werkbezoeken, netwerkbijeenkomsten, lunches, diners en recepties die niet door de gemeente zijn georganiseerd en/of betaald alleen als:

  • dat behoort tot de uitoefening van het raadswerk en de aanwezigheid beschouwd kan worden als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente, uitnodiging met beschreven doel omtrent de wenselijkheid van de aanwezigheid) en

  • tegelijkertijd de schijn van omkoping of beïnvloeding minimaal is.

Accepteren van reizen en verblijven

 

Toelichting

Wat voor lunches en diners geldt, geldt in nog sterkere mate voor reizen en overnachten op kosten van derden. Het is beter in deze gevallen alle schijn te vermijden.

Artikel 2.7

Een raadslid accepteert werkbezoeken waarbij reis- en verblijfkosten door anderen worden betaald alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd te worden besproken in het presidium. De invitatie mag alleen worden geaccepteerd als het bezoek aantoonbaar van groot belang is voor de gemeente en de schijn van omkoping of beïnvloeding minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd een verslag gedaan aan de raad.

 

Omgaan met bedreiging, intimidatie en agressie

 

Toelichting

Een op de tien raadsleden krijgt te maken met bedreiging en intimidatie. Daarbij gaat het onder meer om chantage, stalking en dreigbrieven. Ook kan een raadslid te maken krijgen met fysiek geweld of uitingen van verbale agressie, zoals schelden of kwetsende of discriminerende opmerkingen. Bedreiging, intimidatie en agressie kan leiden tot oneigenlijke invloeden op de besluitvorming. Ondermijning en de vermenging van de onder- en bovenwereld staat een zuiver proces in de weg. Raadsleden dienen dit proces en zichzelf te beschermen tegen deze invloeden.

Artikel 2.8

Een raadslid mag zich door bedreiging, intimidatie en agressie niet laten beïnvloeden om een zuivere besluitvorming te garanderen en doet ingeval dit zich voordoet, onmiddellijk melding bij de raadsvoorzitter of griffier.

Artikel 2.9

Binnen het politieke systeem dragen we er samen voor zorg dat beïnvloeding van besluitvorming door bedreiging, intimidatie en agressie geen plaats krijgt. We beschermen het individuele raadslid tegen deze invloeden en ondersteunen hem of haar met alle middelen die binnen de politieke omgeving ter beschikking staan.

 

Regels rond het gebruik van gemeentelijke faciliteiten en financiële middelen

Artikel 3

Een raadslid houdt zich aan het beleid dat is vastgesteld voor het gebruik van gemeentelijke faciliteiten en financiële middelen.

 

Toelichting

Raadsleden krijgen voor hun raadswerk de beschikking over een aantal faciliteiten en over financiële middelen van de gemeente. Raadsleden in Breda beschikken over voorzieningen als een fractiekamer, een tablet of computer en een kopieermachine die primair voor hun raadswerk ter beschikking zijn gesteld. Regels met betrekking tot het gebruik van apparatuur zijn opgenomen in een “overeenkomst gebruik mobiele apparatuur” tussen de gemeente en het raads- of burgerraadslid.

Artikel 3.1

Een raadslid houdt zich aan de regels met betrekking tot het gebruik van interne voorzieningen van algemene aard, zoals fractiekamers en kopieermachines.

Artikel 3.2

Een raadslid houdt zich aan de verordeningen en regels met betrekking tot onkostenvergoedingen, declaraties en de aanschaf van ICT.

Artikel 3.3

Een raadslid met een parkeerfaciliteit op het Stadserf gebruikt deze alleen functioneel voor zijn of haar raadswerkzaamheden.

 

Regels rond informatie

Artikel 4

De raad beschikt over alle inlichtingen die hij voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. De raad, commissie(s), het college en de burgemeester kunnen geheimhouding opleggen overeenkomstig de wet.

 

Toelichting

Er zijn voor gemeenteraadsleden diverse informatiemogelijkheden, onderverdeeld naar herkomst: informatie kan uit de stad of dorpen komen, uit de gemeenteraad zelf, of uit het college van burgemeester en wethouders.

 

De raad beschikt over informatie om zijn rol adequaat uit te kunnen oefenen, soms is deze informatie geheim.3In Breda gelden voor geheimhouding de randvoorwaarden: geheimhouding is een uitzondering, openbaarheid is de regel, soms moet de gemeenteraad een opgelegde geheimhouding (door college) bekrachtigen om die te laten voortduren, ter inzagelegging van geheime stukken vindt plaats op papier en niet digitaal. Delen van geheime informatie is toegestaan binnen de kring van geadresseerden van de geheime informatie (hfdst 4, art. 18 Spelregels Bredaas beRaad).

 

Naast het verstrekken van schriftelijke geheime informatie is het eveneens mogelijk om geheime informatie mondeling te verstrekken aan de gemeenteraad. Dit moet altijd in officiële raadsvergadering, anders kan geen geheimhouding worden opgelegd.

Artikel 4.1

Een raadslid betracht maximale openheid ten aanzien van zijn igen beslissingen en zijn beweegredenen daarvoor. Hij handelt in overeenstemming met de Gemeentewet en met de Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 4.2

Een raadslid dat de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het geheime of vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behalve als de wet hem tot mededeling verplicht.

Artikel 4.3

Een raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van een ander gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

 

Regels rond de onderlinge omgang en de gang van zaken tijdens en buiten de vergaderingen

Artikel 5

Politieke ambtsdragers gaan respectvol met elkaar en met ambtenaren om binnen en buiten de vergadering.

 

Toelichting

Elk raadslid, elke bestuurder en elke ambtenaar is een medemens en medeburger. Op basis daarvan verdient ieder raadslid, iedere bestuurder en iedere ambtenaar een correcte bejegening. Een respectvolle omgang met elkaar maakt het daarnaast beter mogelijk met elkaar tot een werkelijke beraadslaging te komen. Dat is wezenlijk voor een zorgvuldige besluitvorming. Bovendien is de manier waarop het college en de raad met elkaar omgaan van invloed op de geloofwaardigheid van de politiek.

Artikel 5.1

Raadsleden houden zich tijdens vergaderingen en bijeenkomsten zoals genoemd in de Spelregels aan aanwijzingen van de voorzitters volgen deze op.

Artikel 5.2

Raadsleden onthouden zich in het openbaar, dus ook in vergaderingen en bijeenkomsten zoals genoemd in Spelregels Bredaas beRaad en de verordening op de auditcommissie, van uitlatingen over individuele gemeenteambtenaren.

Artikel 5.3

Raadsleden bejegenen elkaar, bestuurders, de griffie(r) en andere ambtenaren op correcte wijze in woord, gebaar en geschrift.

Artikel 5.4

Raadsleden nemen kennis van de aandachtspunten voor het gebruik van sociale media en betrekken die waar mogelijk in hun uitingen (zie de ‘Gedragslijn gebruik sociale media door raadsleden’ in bijlage 7).

 

Toelichting

Tijdens de raadsavond en daarbuiten vallen raadsleden elkaar niet persoonlijk aan en gaan zij als beginsel uit van elkaars integriteit. De raad gaat ervan uit dat ieder raadslid vanuit zijn eigen opvatting het algemeen belang oprecht dient en de rechten van individuen wil beschermen, en erkennen en bevestigen de ander in zijn rol als raadslid. De raad komt in de openbaarheid op voor elkaar en voor het ambt. Zij accepteert niet dat een collega raadslid, wethouder of burgemeester onheus wordt bejegend en treden daar actief tegen op. Voelt een raadslid zich gekwetst, dan gaat men in gesprek met degene die kwetste. Indien gewenst vindt dit onder begeleiding plaats van de burgemeester of raadsgriffier.

 

Voorafgaand en tijdens de vergadering werken raadsleden er samen aan dat de feiten op tafel komen. Hierbij verdraaien zij de feiten niet, zijn eerlijk over hun overwegingen ene luisteren naar elkaars argumenten en beschouwen ze als bijdragen aan zorgvuldige besluitvorming.

 

In de omgang met elkaar trekken raadsleden elkaars integriteit niet bij voorbaat in twijfel. Als er aanwijzingen zijn voor een mogelijke integriteitsschending, wenden zij zich tot de burgemeester en/of griffier conform het Stappenplan integriteitsvraagstukken raadsleden Gemeente Breda. De uitkomst van een professioneel integriteitsonderzoek wordt geaccepteerd.

 

Regels rond de vaststelling en de handhaving van de gedragscode

Artikel 6

De raad stelt de gedragscode vast voor de raad.

 

Toelichting

Het is raadzaam om op gezette tijden de tekst van de gedragscode van Bredase gemeenteraad tegen het licht te houden: voldoen de formuleringen nog? Over welke onderwerpen worden de meeste vragen gesteld? Zijn de praktijkvoorbeelden voldoende herkenbaar? Is er behoefte aan een themabijeenkomst of andere vormen van gesprek? Op die manier blijft de gedragscode een levend document.

Belangrijk is dat erop wordt toegezien dat de drie gedragscodes daadwerkelijk worden nageleefd. Hierin zijn immers de regels voor politieke ambtsdragers opgenomen die zijn gebaseerd op de wet. Ze leggen de voorwaarden vast waaraan het handelen van politieke ambtsdragers minimaal moet voldoen. Als politieke ambtsdragers zich niet aan deze regels houden, komen zij daarmee als het ware onder het morele minimum dat zij met elkaar hebben afgesproken. Een schending van de gedragscode is een schending van de integriteit van de politiek.

 

Het toezien op de naleving van de gedragscode is niet alleen een verantwoordelijkheid van de raad, maar een gedeelde verantwoordelijkheid van alle betrokkenen. Bijzondere rollen zijn weggelegd voor onder meer de burgemeester als voorzitter van college en raad, de fractievoorzitters, de raadsgriffier en de partij- c.q. afdelingsbesturen.

 

In Breda zijn afspraken over de processtappen die de burgemeester en raadsleden volgen in geval van een vermoeden van een integriteitsschending door een politieke ambtsdrager van de gemeente vastgelegd in het zogeheten ‘Stappenplan adviesvraag en melding integriteitsvraagstukken (2017). In de handhaving van de gedragscode zijn verschillende fasen te onderscheiden:

  • het bespreken en aftasten van lastige integriteitkwesties;

  • het signaleren van vermoedens van schendingen van de gedragscode;

  • het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de gedragscode;

  • het eventueel sanctioneren van schendingen van de gedragscode. In iedere fase is het van belang om (1) onpartijdig, (2) terughoudend met publiciteit en (3) zorgvuldig te zijn. Sanctioneren is aan de politiek.

Artikel 6.1

De raad ziet erop toe dat de gedragscodes van de raad wordt nageleefd.

Artikel 6.2

De raad ziet er in het bijzonder op toe dat de raad, de fracties en de individuele raadsleden de eigen gedragscode van de raad naleven. De griffier ondersteunt de raad hierbij onder meer door er naar te streven één maal per jaar een bijeenkomst te organiseren over bestuurlijke integriteit.

Artikel 6.3

Minimaal één keer per bestuursperiode bespreekt het presidium de gedragscode van de raadsleden op actualiteit, functioneren en de mate waarin de regels naar behoren worden nageleefd. Het presidium brengt hierover verslag uit aan de gemeenteraad.

Bijlage 1 Verwijzingen naar de wet per gedragscode-artikel

 

Over zuiverheid van besluitvorming

Inleiding

  • Algemene wet bestuursrecht artikel 2:4

Over belangenverstrengeling

Artikel 1.1 (toezicht op onafhankelijke besluitvorming)

  • Algemene wet bestuursrecht artikel 2:4

Artikel 1.2 (onthouden van stemming)

  • Gemeentewet artikel 28

Artikel 1.4 (verboden combinaties van functies)

  • Gemeentewet artikel 13, zie ook bijlage 2

Artikel 1.5 (verboden overeenkomsten/handelingen)

  • Gemeentewet artikel 15, zie ook bijlage 3

Artikel 1.6 (melden van andere / nevenfuncties)

  • Gemeentewet artikel 12

Artikel 1.8 (over financiële belangen)

  • Basisnorm 14, Modelaanpak basisnormen integriteit openbaar bestuur en politie

Over corruptie

Artikel 2 (tekst van de eed)

  • Gemeentewet artikel 14

Over gebruik van gemeentelijke faciliteiten en middelen Artikel 3, 3.1 en 3.2

  • Gemeentewet artikel 95-99

Over informatie

Artikel 4 (informatieverstrekking door bestuur)

  • Gemeentewet artikel 169

  • Gemeentewet artikel 180

  • Wet openbaarheid van bestuur artikel 10

Artikel 4.2 (geheimhouding)

  • Algemene wet bestuursrecht artikel 2:5

  • Gemeentewet artikel 23, 25, 55, 86

  • Wetboek van Strafrecht artikel 272

  • Zie ook bijlage 5

Over respectvolle omgang met elkaar

Artikel 5.2 (gedrag tijdens de raadsvergadering)

  • Zie bijlage 5

Over de vaststelling en handhaving van de gedragscode

Artikel 6 (vaststellen voor een gedragscode voor de raad)

  • Raad: Gemeentewet artikel 15, lid 3

Artikel 6.1-6.3 (naleving van de code)

  • Algemene wet bestuursrecht artikel 2:4

  • Over de rol van de burgemeester: Gemeentewet artikel 170, lid 2

  • Kieswet artikel X1, zie bijlage 4

  • Kieswet artikel X8, zie bijlage 4

  • Gemeentewet artikel 46, 47 en 49

  • Gemeentewet artikel 61b en 62

  • Schending van de gedragscode kan een strafbaar feit opleveren (bijvoorbeeld het schenden van de geheimhoudingsplicht Wetboek van Strafrecht artikel 272). Als de schending een misdrijf is, geldt een aangifteplicht (Wetboek van Strafrecht artikel 162).

Bijlage 2 Specifiek uitgesloten combinaties van functies

 

Raadsleden (Gemeentewet, artikel 13)

 

  • 1.

    Een lid van de raad is niet tevens:

    • a.

      minister;

    • b.

      staatssecretaris;

    • c.

      lid van de Raad van State;

    • d.

      lid van de Algemene Rekenkamer;

    • e.

      Nationale ombudsman;

    • f.

      substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman;

    • g.

      commissaris van de Koning;

    • h.

      gedeputeerde;

    • i.

      secretaris van de provincie;

    • j.

      griffier van de provincie;

    • k.

      burgemeester;

    • l.

      wethouder;

    • m.

      lid van de rekenkamer;

    • n.

      ombudsman of lid van de ombudscommissie als bedoeld in artikel 81p, eerste lid;

    • o.

      ambtenaar of ambtenaar van politie, in dienst van die gemeente of uit anderen hoofde aan het gemeentebestuur ondergeschikt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder l, kan een lid van de raad tevens wethouder zijn van de gemeente waar hij lid van de raad is gedurende het tijdvak dat:

    • a.

      aanvangt op de dag van de stemming voor de verkiezing van de leden van de raad en eindigt op het tijdstip waarop de wethouders ingevolge artikel 42, eerste lid, aftreden, of

    • b.

      aanvangt op het tijdstip van zijn benoeming tot wethouder en eindigt op het tijdstip waarop de goedkeuring van de geloofsbrief van zijn opvolger als lid van de raad onherroepelijk is geworden of waarop het centraal stembureau heeft beslist dat geen opvolger kan worden benoemd. Hij wordt geacht ontslag te nemen als lid van de raad met ingang van het tijdstip waarop hij zijn benoeming tot wethouder aanvaardt. Artikel X 6 van de Kieswet is van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder o, kan een lid van de raad tevens zijn:

    • a.

      ambtenaar van de burgerlijke stand;

    • b.

      vrijwilliger of ander persoon die uit hoofde van een wettelijke verplichting niet bij wijze van beroep hulpdiensten verricht.

Bijlage 3 Specifiek verboden overeenkomsten/handelingen

 

Raadsleden (Gemeentewet, artikel 15)

 

  • 1.

    Een lid van de raad mag niet:

    • a.

      als advocaat of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de gemeente of het gemeentebestuur dan wel ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur;

    • b.

      als gemachtigde in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur;

    • c.

      als vertegenwoordiger of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het met de gemeente aangaan van:

      • 1e.

        overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d;

      • 2e.

        overeenkomsten tot het leveren van onroerende zaken aan de gemeente;

    • d.

      rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende:

      • 1e.

        het aannemen van werk ten behoeve van de gemeente;

      • 2e.

        het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de gemeente;

      • 3e.

        het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan de gemeente;

      • 4e.

        het verhuren van roerende zaken aan de gemeente;

      • 5e.

        het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de gemeente;

      • 6e.

        het van de gemeente onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen;

      • 7e.

        het onderhands huren of pachten van de gemeente.

  • 2.

    Van het eerste lid, aanhef en onder d, kunnen gedeputeerde staten ontheffing verlenen.

  • 3.

    De raad stelt voor zijn leden een gedragscode vast.

Bijlage 4 Enkele formele wettelijke sancties, niet specifiek voor deze gedragscode

 

Kieswet, artikel X1

Zodra onherroepelijk is komen vast te staan dat een lid van een vertegenwoordigend orgaan een van de vereisten voor het lidmaatschap niet bezit of dat hij een met het lidmaatschap onverenigbare betrekking vervult, houdt hij op lid te zijn.

De voorzitter van het vertegenwoordigend orgaan geeft hiervan onverwijld kennis aan de voorzitter van het centraal stembureau.

 

Een overeenkomstige kennisgeving vindt plaats, indien door het overlijden van een lid een plaats in het vertegenwoordigend orgaan is opengevallen.

 

Kieswet, artikel X8

Het lid van de gemeenteraad dat in strijd met artikel 15, eerste lid, van de Gemeentewet handelt, kan in zijn betrekking worden geschorst door de voorzitter van de gemeenteraad. De voorzitter onderwerpt de zaak aan het oordeel van de raad in zijn eerstvolgende vergadering.

 

De raad kan, na de geschorste in de gelegenheid te hebben gesteld zich mondeling te verdedigen, hem van zijn lidmaatschap vervallen verklaren. Indien hij daartoe geen aanleiding vindt, heft hij de schorsing op.

 

De raad kan ook ambtshalve het lid dat in strijd met artikel 15, eerste lid, van de Gemeentewet handelt, na hem in de gelegenheid te hebben gesteld zich mondeling te verdedigen, van zijn lidmaatschap vervallen verklaren.

 

Van de beslissing van de raad, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt terstond aan de belanghebbende mededeling gedaan.

 

De werking van een besluit, inhoudende de vervallenverklaring, wordt opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist. Ingeval de vervallenverklaring ambtshalve heeft plaatsgevonden, is het lid van de raad gedurende deze periode in zijn betrekking geschorst.

 

Indien een lid van de raad op grond van dit artikel onherroepelijk van zijn lidmaatschap vervallen is verklaard, doet de burgemeester daarvan mededeling aan de voorzitter van het centraal stembureau.

Bijlage 5 Relevante regelgeving Gemeente Breda

 

Door Breda zelf in en aan te vullen:

Huisregels 2018

Aanvullende huisregels (compartimentering) 2019

Gebruikersovereenkomst 2018

 

Over respectvolle omgang met elkaar

Spelregels Bredaas beRaad, januari 2020

 

Over handhaving van de gedragscode

Stappenplan adviesvraag en melding integriteitsvraagstukken (2017)

 

Wettelijke verplichtingen

Openbaar giftenregister

Openbaar register financiële belangen raadsleden

 

Alle hier genoemde documenten zijn te vinden via www.breda.notubiz.nl

Bijlage 6 De praktijk, relevante casuïstiek integriteit in voorbeelden

 

Regels rond (schijn van) belangenverstrengeling

 

Praktijkvoorbeelden

 

Oefening 1:

Een raadslid is voorzitter van een voetbalvereniging. Mag het raadslid zijn raadslidmaatschap combineren met dit voorzitterschap?

Antwoord:

Artikel 13 van de Gemeentewet verbiedt de combinatie van deze functies niet. Artikel 1.4 van de gedragscode wordt dus niet overtreden door het combineren van deze functies. De functie moet wel worden gemeld (zie artikel 1.6 van de gedragscode) en de griffier moet zorgdragen voor bekendmaking van deze nevenactiviteit (artikel 1.7 van de gedragscode).

 

Let op: een raadslid moet al zijn functies melden.

 

Variant 1:

De Sportnota wordt behandeld in de raad. Mag dit raadslid meestemmen?

Antwoord:

Ja. In de Sportnota worden beslissingen voorgelegd die alle sport betreffen. Er treedt dus a priori geen verstrengeling van belangen op als dit raadslid mee doet aan de besluitvorming in de raad. Kennis bij raadsleden over sport is van groot belang om kwalitatief goede besluiten over sport te nemen voor de stad. Het is dus van belang dat hij meedoet in de besluitvorming.

 

Let op: De redenatie ‘bij twijfel niet meestemmen’ gaat niet altijd op. Het ligt in de kern van de taak van een politieke ambtsdrager om te stemmen. Hij mag dus slechts in een beperkt aantal – in de wet genoemde gevallen – niet meestemmen. Meestemmen mag niet als het belang van een raadslid ('of een individu of organisatie waarbij hij een persoonlijke betrokkenheid heeft') wordt verstrengeld met het algemeen belang. In alle andere gevallen is het devies om te stemmen. Er kan een schijn van belangenverstrengeling ontstaan in een situatie waardoor een raadslid overweegt niet mee te stemmen.

 

Variant 2:

De raad moet besluiten over uitbreiding van voetbalvelden. Ook de club waar het raadslid voorzitter van is wordt genoemd. Mag hij meestemmen? Antwoord:

Nee, artikel 1.2 van de gedragscode verbiedt het raadslid mee te stemmen. De club is een van de (duidelijke) belanghebbenden in dit besluit, dus een verstrengeling van belangen is aan de orde: het belang van de club dat hij geacht wordt te dienen als voorzitter enerzijds en het belang van de stad voor de uitbreiding van voetbalvelden.

 

Variant 3:

Mag dit raadslid een ander lid van de fractie het woord laten voeren op dit dossier?

Antwoord:

Dat mag. Maar het gaat bij de mogelijkheid om de besluitvorming te

beïnvloeden om meer dan alleen het overdragen van het woordvoerderschap op dit dossier. Het raadslid dat voorzitter is van de voetbalclub mag op grond van artikel 1.3 van de gedragscode ook intern het standpunt van de fractie niet beïnvloeden over de uitbreiding van de voetbalvelden. Omdat de burger niet kan controleren of hij dat ook daadwerkelijk niet heeft gedaan, is het zaak dat alle fractieleden erop toezien dat ook in de interne oordeels- en besluitvorming de activiteiten van dit raadslid gescheiden blijven.

 

Variant 4:

Als het raadslid dat voorzitter van de voetbalclub is tegen de uitbreiding van velden van zijn eigen club zou stemmen, dan is toch voor de burger te zien dat hij zijn raadswerk en zijn voetbalwerk scheidt? Dan kan hij toch meestemmen?

Antwoord:

Nee, ook dan mag hij op grond van artikel 1.2 van de gedragscode niet meestemmen. Wellicht komt het de voetbalclub om redenen die niet bekend zijn, veel beter uit als de uitbreiding bij een andere club geschiedt. Dan zou het weliswaar lijken alsof hij in het belang van de stad (en niet van de club) zou stemmen, maar hij doet dat feitelijk niet. Stemgedrag is dus niet relevant in deze situatie.

 

Variant 5:

De raad moet besluiten over uitbreiding van voetbalvelden. Voetbalclub X wordt genoemd als kandidaat. Het kind van een raadslid (niet zijnde de voorzitter van de voetbalclub) zit op voetbalclub X. Mag het raadslid meestemmen?

Antwoord:

Ja, het raadslid moet gewoon meestemmen. De relatie tussen het raadslid en de voetbalclub is niet van dien aard dat er sprake of dreiging is van een onwenselijke verstrengeling van persoonlijk belang met het algemeen belang. Zie ook de opmerking onder variant 1 van bovenstaand voorbeeld.

 

Oefening 2:

Een raadslid is tevens zzp’er. Hij verzorgt als trainer onder meer trainingen 'De klant is koning'. De afdeling Burgerzaken van de gemeente Breda vraagt hem deze training te verzorgen voor medewerkers Burgerzaken. Mag hij de opdracht aannemen?

Antwoord:

Nee, hij mag deze opdracht niet aannemen. De Gemeentewet verbiedt raadsleden in artikel 15 bepaalde overeenkomsten aan te gaan en bepaalde handelingen te verrichten. In bovenstaande situatie is artikel 15 lid 1 onder d onderdeel 1e van de Gemeentewet van toepassing. Dat betekent dat het aannemen van de klus een overtreding van de Gemeentewet en daarmee van artikel 1.5 van de gedragscode zou zijn.

 

Variant 1:

En als hij nu niet zelf voor de groep staat, maar iemand inhuurt die dat namens zijn eenmans- bedrijf doet?

Antwoord:

Ook dan mag hij de klus niet aannemen, op grond van artikel 15 lid 1 onder donderdeel 1e van de Gemeentewet. Het feit dat zijn bedrijf de overeenkomst rechtstreeks aangaat, maakt dat dit artikel van toepassing is. Het aannemen van de klus is een overtreding van de Gemeentewet en daarmee van artikel

1.4 van de gedragscode.

 

Variant 2:

En als hij de opdracht nu vrijwillig doet, dus zonder daarvoor een betaling te krijgen?

Antwoord:

Ook dan geldt dat hij de opdracht niet mag aannemen. Het gaat in dit artikel om het aangaan van een overeenkomst; of daarvoor betaald wordt doet niet ter zake. Dat het raadslid niet wordt betaald is voor derden (waaronder ‘de burger op straat’) niet zichtbaar; daardoor kan het aannemen van de opdracht toch de schijn van belangenverstrengeling opleveren. Het aannemen ervan is een overtreding van de Gemeentewet en artikel 1.5 van de gedragsode.

Variant 3:

Een trainingsbureau heeft de opdracht van de gemeente gekregen om de training 'De klant is koning' te verzorgen voor de medewerkers van Burgerzaken. Dit bureau vraagt het raadslid dat zzp’er is de training te verzorgen. Mag dit raadslid de klus aannemen?

Antwoord:

Nee. De overeenkomst met de gemeente wordt weliswaar niet rechtstreeks aangegaan, maar via het trainingsbureau. 'Middellijk' verricht het raadslid dus wel (betaald) werk voor de gemeente. Het aannemen van de klus is een overtreding van de gemeentewet en van artikel 1.5 van de gedragscode.

Oefening 3:

Een raadslid is naast zijn raadslidmaatschap leerlingbegeleider en weet om die reden veel over jeugdzorg. Mag hij woordvoerder in de raad zijn op dit onderwerp?

Antwoord:

Ja, dat mag. Het is van belang dat raadsleden kennis hebben over wat zich afspeelt in het maatschappelijk middenveld. Mede daarom wordt een combinatie van functies slechts zelden uitgesloten bij wet. Het raadslid mag alleen niet het standpunt van de fractie (en de raad) dusdanig beïnvloeden dat het onterecht positief uitpakt voor zijn eigen werkgever.

 

Let op: In de praktijk komen veel verschillende situaties voor waarin een raadslid in zijn andere functie betrokken kan zijn bij het verrichten van werk in opdracht voor de gemeente. Het is verstandig iedere situatie goed te analyseren en bij twijfel hierover advies in te winnen bij bijvoorbeeld de griffier.

 

Regels rond omgaan met giften

 

Praktijkvoorbeelden

 

Oefening 1:

Raadsleden krijgen van een theater in Breda een gratis jaarkaart voor alle voorstellingen aangeboden. Mag deze kaart worden geaccepteerd?

Antwoord:

Nee, het aannemen van de kaart, is een overtreding van artikel 2.2 van de gedragscode. Een dergelijke kaart is een gericht geschenk voor de politieke ambtsdragers van Breda.

 

Variant 1:

Alleen de raadsleden die Kunst en Cultuur in hun portefeuille hebben, krijgen de kaart aangeboden. Het is voor het raadswerk goed om te weten hoe het reilt en zeilt bij het theater. Mag deze kaart worden geaccepteerd?

Antwoord:

Nee, het aannemen van de kaart is ook nu een overtreding van artikel 2.2 van de gedragscode. Het is 'om te weten hoe het reilt en zeilt' bij het theater voor deze raadsleden niet noodzakelijk een kaart te hebben en het accepteren van een dergelijke gift roept mogelijk wel de schijn van corruptie op. De raad kan zich op een andere manier op de hoogte stellen omtrent het theater of de theaterbranche, zoals het afleggen van een werkbezoek met een duidelijk werkprogramma. De kaarten dienen dus terug te worden gestuurd conform artikel 2.3 van de gedragscode.

 

Oefening 2:

De gemeente subsidieert een jaarlijks wielerevenement met het oog op haar doelstelling om een sportieve gemeente te zijn en zoveel mogelijk burgers in beweging te krijgen en in aanraking te laten komen met deze populaire sport. Het college vraagt aan de organisatie dertig vrijkaarten voor college- en raadsleden. Zij kunnen dan als ambassadeur van de gemeente aanwezig zijn. Mag dit?

Antwoord:

Nee, dit zou het college niet moeten doen. In feite wordt er een geschenk gevraagd. Voor de organisatie is het moeilijk om nee te zeggen. Een dergelijk verzoek kan worden beschouwd als een oneigenlijke subsidie-eis. Verder is het doel van de subsidie niet het zichtbaar maken van de gemeente. Dit laatste zou in relatie tot dit evenement ook bereikt kunnen worden door de burgemeester of een wethouder bij de opening een rol te laten vervullen. Een andere mogelijkheid is dat de gemeente voor raads- en collegeleden – los van de subsidieverstrekking – een aantal kaartjes aanschaft.

 

Variant 1:

De organisatie van het wielerevenement biedt de gemeente dertig vrijkaartjes aan voor college- en raadsleden plus partners. Men geeft daarbij aan dat men graag achtergrondinformatie wil geven over de organisatie van het evenement. Daarnaast zal er een rondleiding zijn inclusief uitleg over de veiligheidsaspecten, wegafzettingen, beperking van de geluidsoverlast en de samenwerking met de hulpdiensten. Na afloop van dit informatieve deel mogen de genodigden onder het genot van een hapje en drankje het evenement bijwonen. Mogen de raadsleden ieder een kaartje – eventueel via het college – aannemen?

Antwoord:

Ja, dat mag. De uitnodiging heeft een duidelijk functioneel karakter; om zich goed te informeren over het evenement kan het noodzakelijk zijn om een en ander in de praktijk te zien. Dat de genodigden een versnapering aangeboden krijgen valt binnen de grenzen van het redelijke. Voor partners geldt dit alles niet. Als zij het evenement willen bijwonen, moeten zij zelf een kaartje kopen.

 

Let op: Het is van belang om te bekijken of het accepteren van giften in professionele zin daadwerkelijk noodzakelijk is en of er geen andere manieren zijn om dit doel te bereiken, zonder dat daarbij de schijn van corruptie wordt opgeroepen.

 

Oefening 3:

Een raadslid heeft een lezing gegeven op een bewonersbijeenkomst. Na afloop krijgt hij een bos bloemen. Mag hij die aannemen?

Antwoord:

Ja, de bos bloemen kan gezien worden als een geschenk dat uit hartelijkheid wordt gegeven en waarvan het niet accepteren de gever op dat moment ernstig in verlegenheid zou brengen. Het is bovendien niet het type geschenk dat de schijn van corruptie opwekt.

 

Let op: Situaties als in oefening 3 komen regelmatig voor. Politieke ambtsdragers staan veel op podia en krijgen vaak als dank bloemen, fotoboeken, boekenbonnen, flessen wijn, pennen, t-shirts en petjes met opdrukken, presse papiers, koffiemokken en andere typen geschenken uit de categorie 'bagatel- giften'. In veel van dergelijke situaties is het weigeren (hoewel het devies) praktisch onmogelijk zonder de gever in verlegenheid te brengen.

 

Oefening 4:

De gemeenteraad krijgt van een bedrijf met veel korting een videoconferencing-systeem aangeboden. Met dit systeem kunnen raadsleden vanaf een andere locatie toch deelnemen aan een beraadslaging. Zo laat het bedrijf zien goede besluitvorming zeer van belang te vinden en te willen ondersteunen. Mag deze faciliteit worden aangenomen?

Antwoord:

Nee, het aannemen van het systeem, is een overtreding van artikel 2.4 van de gedragscode. Artikel 2.4 aanhef en onder a van de gedragscode is niet van toepassing; er is budget om de raad te faciliteren. Mocht het noodzakelijk zijn een dergelijk systeem aan te schaffen dan kan dat vanuit gemeentelijke middelen worden betaald.

 

Oefening 5:

De raad krijgt van de directie van een lokale toeristische attractie een uitnodiging om de presentatie bij te wonen van hun nieuwe plannen. Daarbij zal ook een diner plaatsvinden met Bredase ondernemers. Mag de raad de uitnodiging accepteren?

Antwoord:

Ja, de raadsleden mogen in principe ingaan op dit verzoek. Het is noodzakelijk voor het raadswerk dat de raadsleden geïnformeerd worden. Niet alleen door gesubsidieerde organisaties, ook door commerciële partijen of andere belanghebbenden. Dergelijke uitnodigingen bieden raadsleden de mogelijkheid geïnformeerd te worden. Vaak gaat een dergelijk bezoek gepaard met een luxere aankleding van het werkbezoek, zoals een georganiseerde lunch of diner en door de organisatie geregeld vervoer. Doorgaans levert het accepteren hiervan geen overtreding van de gedragscode op. Aan de mate van luxe die nog geaccepteerd kan worden, zitten uiteraard grenzen. Alvorens op het verzoek in te gaan, is het verstandig dat de raad zich hiervan rekenschap geeft.

 

Regels rond het gebruik van gemeentelijke faciliteiten en financiële middelen

 

Praktijkvoorbeelden

 

Oefening 1:

Het is campagnetijd. U staat op het punt om met fractiegenoten de markt op te gaan om in gesprek te gaan met potentiële kiezers. Op een kopieermachine in het gemeentehuis vermenigvuldigt u duizend flyers en tweehonderd exemplaren van uw verkiezingsprogramma om uit te delen. Mag dit?

Antwoord:

Nee. Dit is een overtreding van artikel 3.1 van de gedragscode en de Spelregels Bredaas beRaad ten aanzien van gebruik van het fractiebudget. In dit geval beschermt deze regelgeving het ‘eerlijke speelveld’ voor alle partijen en kandidaten die meedingen naar een zetel in de raad. Als zittende partijen hun campagnemateriaal gratis verkrijgen, hebben zij een voorsprong ten opzichte van nieuwkomers.

 

Oefening 2:

Een raadslid gaat met de trein naar een partijbijeenkomst van zijn politieke partij. Mag hij het treinkaartje vergoed krijgen uit het fractiebudget?

Antwoord:

Nee, het declareren bij de fractie is in overtreding met artikel 3.2 van de gedragscode en (zie hiervoor) Spelregels Bredaas beRaad. Hoewel het van belang is voor het raadswerk dat een raadslid op de hoogte is van de standpunten van zijn partij, wordt het bijwonen van partijbijeenkomsten niet gezien als raadswerk voor de gemeente. Het fractiebudget is bedoeld voor het tegemoetkomen in de kosten die nauw verbonden zijn met het raadswerk voor de gemeente Breda.

 

Regels rond informatie

 

Praktijkvoorbeelden

 

Oefening 1:

De raad heeft het voornemen om de bestemming van een gebied te wijzigen zodat het mogelijk wordt om in dat gebied huizen te bouwen. Verschillende commerciële partijen en andere belanghebbenden hebben hier een stevige lobby voor gevoerd en zijn verheugd dat de raad het serieus in overweging neemt. Het college heeft besloten het dossier geheim te verklaren en de raad heeft dit bekrachtigd. Er wordt in de pers echter regelmatig over het dossier geschreven. Vaak zit men er maar weinig naast, wat er op duidt dat er wellicht door een of meerdere raadsleden gepraat wordt met journalisten. Een raadslid is van mening dat het geheim behandelen van deze kwestie niet langer opportuun is. 'Alles ligt toch al op straat'. Mag hij ingaan op het verzoek van een journalist om met hem over het dossier te spreken?

 

Antwoord:

Nee, het spreken met anderen over deze kwestie is een overtreding van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht (lekken van geheime informatie) en van artikel 4.2 van de gedragscode. Alleen het bestuursorgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd (in dit geval het college), of het orgaan dat de geheimhouding heeft bekrachtigd (de raad) kan het geheime karakter van de stukken opheffen. Zolang dat niet is gebeurd, ook al is de meeste informatie in de krant verschenen, is het spreken over de kwestie een schending van de geheimhoudingsplicht, wat zelfs strafbaar kan zijn.

 

Oefening 2:

Het is nog niet bekend gemaakt wanneer de inschrijving voor de nieuwe huizen in een net ontwikkeld gebied van start zal gaan. Een raadslid schat in dat met een beetje goede wil van politiek en ambtenarij de inschrijving waarschijnlijk midden in de zomer zal plaatsvinden. Zijn zus wil graag wonen in dat gebied. Mag hij zijn zus waarschuwen niet in die periode op zomervakantie te gaan, zodat zij als eerste kan inschrijven?

 

Antwoord:

Nee, het waarschuwen van zijn zus is een overtreding van artikel 4.3 van de gedragscode. De inschatting over de inschrijving kan alleen worden gemaakt door een persoon met veel voorkennis. Dit raadslid beschikt over informatie die andere burgers niet hebben. Deze informatievoorsprong aanwenden ten bate van zijn zus is een overtreding van artikel 4.3 van de gedragscode en mogelijk een verstrengeling van belangen.

 

Regels rond de onderlinge omgang en de gang van zaken tijdens de vergaderingen

 

Praktijkvoorbeelden

 

Oefening 1:

Op de Nieuwjaarsborrel zijn twee raadsleden in gesprek. Het gesprek wordt allengs een discussie. Die loopt, naarmate de avond vordert en de wijn vloeit, uit de hand. Op een goed moment horen de andere aanwezigen het ene raadslid tegen het andere schreeuwen: ‘Die commissie loopt totaal niet en dat is jouw schuld! Je bent de slechtste voorzitter die Breda ooit gekend heeft, dat vindt iedereen. Ik zal er alles aan doen om ervoor te zorgen dat je niet herkozen wordt!’ Is dit aanvaardbaar gedrag?

 

Antwoord:

Nee, dit gedrag is niet aanvaardbaar en een overtreding van artikel 5.3 van de gedragscode. Een collega-raadslid op deze manier in het openbaar tot de orde roepen is niet correct. Het feit dat ook anderen horen wat het raadslid zegt, is hierbij mede van belang.

 

Oefening 2:

Op een bewonersavond legt een directeur uit wat de plannen zijn ten aanzien van het herinrichten van een winkelstraat. De veranderingen zijn fors, de straat zal een half jaar open liggen, en de winkeliers zijn boos. ‘Wat u zegt klopt helemaal niet. U zegt ons dat het een half jaar zal duren, maar wij hebben van ambtenaren gehoord dat dit wel een zéér optimistische inschatting is en dat de straat wel eens veel langer open kan blijven liggen. Dat kost ons onze klanten. We pikken het niet!’ In de zaal zitten ook twee raadsleden. Tijdens de eerstvolgende raadsvergadering neemt een van hen het woord en zegt verontwaardigd dat de directeur gewoon zat te liegen tegen bewoners. Dat we dit soort ambtenaren toch zeker niet willen in de gemeente en of de wethouder P&O met spoed een beoordelingsgesprekje met deze man wil voeren. Is dit aanvaardbaar gedrag?

 

Antwoord:

Nee, dit is geen aanvaardbaar gedrag. Het is niet de bedoeling dat in het openbaar ambtenaren persoonlijk worden aangevallen. Dit gedrag is dus in overtreding met artikel 5.2 van de gedragscode. In beslotenheid moet een raadslid dat sterke twijfels heeft ten aanzien van individuele ambtenaren dit natuurlijk kunnen bespreken. Daartoe kan hij zich het beste wenden tot de griffier of de wethouder. In de raad kan hij overigens wel melden dat hij zorgen heeft geuit bij de wethouder over het functioneren van sommige betrokken ambtenaren.

Regels rond de vaststelling en de handhaving van de gedragscode

 

Praktijkvoorbeeld

 

Oefening:

Een raadslid houdt een blog bij op internet. Hij is bekend in de stad en zijn blog wordt veel gelezen. Het raadslid geeft zijn ongezouten mening over allerlei onderwerpen. Ook over onderwerpen die in de raad besproken worden en over collega-raadsleden uit andere fracties. Op zijn laatste blog suggereert hij dat een collega-raadslid mogelijk via de raad geld regelt voor een stichting waar hij zelf bij betrokken is. Is dit in overeenstemming met het uitgangspunt van zorgvuldige handhaving de gedragscode?

 

Antwoord:

Nee, dit is niet de manier waarop je een vermoeden van een schending van de gedragscode meldt. Deze manier van communiceren is in tegenspraak met artikel 5.3 van de gedragscode. Daarnaast volgt uit het ‘Stappenplan adviesvraag en melding integriteitsvraagstukken’ dat een raadslid dat vermoedt dat een ander raadslid zich mogelijk schuldig maakt of zal maken aan overtreding van de gedragscode, hierover advies vraagt aan de griffier. Als ook de griffier meent dat er mogelijk sprake is van een schending, wordt de burgemeester ingelicht Volg in situaties als deze het Stappenplan adviesvraag en melding integriteitsvraagstukken(2017) waarbij de burgemeester en raadsgriffier vertrouwenspersonen zijn.

 

Bijlage 7 Gedragslijn gebruik social media door raadsleden

Social media is tegenwoordig niet meer weg te denken uit onze samenleving. Social media is een verzamelnaam voor alle internettoepassingen waarmee het mogelijk is om informatie met elkaar te delen op een gebruiksvriendelijke en vaak leuke wijze. Het betreft niet alleen informatie in de vorm van tekst (nieuws, artikelen). Ook geluid (podcasts, muziek) en beeld (fotografie, video) worden gedeeld via social media websites.

 

Social media is ook een veel gebruikt medium door raadsleden. Het wordt privé en werkgerelateerd gebruikt. Soms overlapt het elkaar en kunnen grenzen tussen werk en privé vervagen. Het gebruik van social media vraagt om een bepaalde vorm van alertheid en bewustzijn. Hoe zet je social media in en hoe ga je hier op een goede manier mee om. Hierna volgen een aantal aandachtspunten voor het gebruik van social media.

 

Aandachtspunten voor gebruik social media door raadsleden:

 

  • Je bent 24 uur per dag raadslid

    Bedenk dat jouw boodschap niet los wordt geïnterpreteerd van jou als zender. Er is een verschil tussen privégebruik en werkgerelateerd gebruik, maar deze scheidslijn gaat voor de buitenwereld niet altijd op.

  • Als je social media voor het raadswerk inzet, treed je op als ambassadeur van de gemeente. Stel jezelf de volgende basisvragen:

    • In welke hoedanigheid treed ik op?

    • Is het integer?

    • Ligt het politiek gevoelig?

    • Wat is de status van de informatie die ik ga delen?

    • Is dit het juiste moment?

    • Moet ik deze mening/ervaring/gevoel online zetten zodat iedereen het kan lezen?

    • Kan ik mijn collega-bestuurders morgen nog recht in de ogen aankijken?

    • Is het handig dat mijn bijdrage morgen in de media staat?

  • Geen debat binnen een debat

    Tijdens een raads-, commissie- en werkgroepvergaderingen wordt er gedebatteerd over onderwerpen. Het getuigt niet van respect richting collega-raadsleden, college of publieke tribune om tijdens het debat over hetzelfde onderwerp inhoudelijke discussie te voeren via social media. Dit geldt ook voor het uiten van kritiek op het functioneren van de voorzitter van de vergadering of op collega raadsleden. Bovendien mag het gebruik van social media (bijvoorbeeld filmen, fotograferen of het doen van uitlatingen) tijdens vergaderingen niet leiden tot een verstoring van de vergadering.

  • Zakelijk blijven in je uitlatingen

    Wie op een verantwoorde manier gebruik wil maken van internet, is zich bewust van de mogelijkheden en risico's die dat met zich meebrengt. Wat je ook doet op internet, integriteit, zorgvuldigheid en nauwkeurigheid staan voorop, zoals je ook gewend bent in offline contacten. Je hebt een groot bereik, anderen kunnen op jouw bijdrage reageren, je bent persoonlijk zichtbaar en je hebt direct contact met andere deelnemers. Dat kan positief zijn, maar heeft soms ook negatieve gevolgen. Blijf op internet dus zakelijk in je uitlatingen. Wees bewust dat wanneer je iets plaatst, dit reacties kan oproepen.

  • Raadslid altijd ambassadeur

    Als raadslid ben je een ambassadeur van de gemeente Breda en is integriteit essentieel en vanzelfsprekend. Wees verantwoordelijk "Je bent een ambassadeur van de gemeente". Besef ook dat meningen die je op het internet geeft, niet zullen verdwijnen. Aarzel je om iets te schrijven? Wacht dan liever even af: "Bij twijfel niet doen".

  • Geen privacygevoelige en geheime informatie vrijgeven

    Deel geen informatie van de gemeente Breda waarvan je weet dat die geheim is. En deel ook geen privégegevens van personen. Respecteer ook de privacy van je omgeving. Plaats daarom geen foto's van collega's op je social netwerk, tenzij ze dat goed vinden. Ga af op je inschattingsvermogen en gezond verstand. Wanneer je twijfelt, plaats dan geen bericht.

  • Perceptie is realiteit

    Iemand kan jouw boodschap totaal anders interpreteren dan jij bedoeld hebt:

    • -

      Vermijd ironie, dat kan verkeerd begrepen worden.

    • -

      Kies een ander medium voor ingewikkelde discussies die nuances vergen.

    • -

      Geen welles/nietes, geen conflicten uitspelen.

  • Houd er rekening mee dat je je in een sociale omgeving begeeft

    Gedraag je op social media zoals je bij andere sociale gelegenheden - een vergadering, een feestje, of een praatje bij de koffieautomaat - zou doen. Gedrag je online zoals je je ook offline zou gedragen. Goede manieren zijn belangrijk: stel jezelf voor, doe je niet voor als iemand anders, verstoor of onderbreek andermans gesprekken niet. Zorg dat je acties en gedrag overeenkomen met het imago dat je bij burgers wilt uitdragen. Wees je ervan bewust dat je in een sociale ruimte je fracties, raadslid-collega's en de burgers deelgenoot maakt van jouw uitingen.

  • Weet wanneer je moet reageren en wanneer niet

    Je kunt altijd reageren om feitelijke onjuistheden recht te zetten of een genuanceerder beeld te creëren. Je kunt zeker deelnemen aan discussies die leiden tot meer kennis, meer bekendheid of meer inspiratie. Let wel op! Een andere mening of een andere interpretatie van de feiten is iets anders dan een onjuistheid. Gun iedereen het recht op een andere mening. Wees voorzichtig met reacties in oververhitte of emotionele discussies. Negeer dit dan niet, maar verzeil niet in een oeverloze discussie. Probeer te helpen en zoek mee naar een oplossing.

  • Plaats alleen informatie waar je achter staat en zeker van bent

    Alles wat je plaatst, is uiteindelijk je eigen verantwoordelijkheid. Ga af op je beoordelingsvermogen en eigen logica. Let erop dat wat je zegt waar is. Twijfel je? Vraag je dan af of je:

    • -

      je collega raadsleden nog recht in de ogen kunt kijken

      goedkeuring zou krijgen van je fractie je op je gemak zou voelen als jouw bijdrage de volgende dag in de krant zou staan

      Is het antwoord op een van deze vragen nee, bespreek de kwestie dan met anderen. Zo laat je zien waar je mee zit en zorg je zelf voor openheid.

  • Heb je een fout gemaakt, geef dit dan toe.

    Een fout maken is menselijk. Wie heeft er nog nooit iets gezegd waarvan hij later spijt kreeg? Als je een fout maakt, geef dit dan toe. Wees eerlijk en volledig en wees snel met je correctie.

Vuistregels:

  • Besef dat je (24 uur per dag) raadslid bent;

  • Voer geen debat via Twitter tijdens een commissie- of raadsvergadering;

  • Uit tijdens een vergadering geen commentaar op het voorzitterschap of collega raadsleden via social media en verstoor de vergadering niet door gebruik van social media;

  • Gebruik je gezond verstand. Bij twijfel niet doen.


1

Deze code is gebaseerd op de wetgeving en regelgeving die golden op 1 januari 2018. Wijzigingen in wet- en regelgeving kunnen gevolgen hebben voor de gedragscode. Wetgeving is altijd leidend boven de lokale gedragscode

2

3 Agressie of geweld van burgers tegen politieke ambtsdragers kan de besluitvorming beïnvloeden. Een politieke ambtsdrager mag zich ook door agressie en geweld niet laten beïnvloeden. In voorkomende gevallen wordt aangeraden contact op te nemen met de griffier.

3

In de ‘circulaire geheimhoudingsregeling’ d.d. 29 april 2016 (kenmerk 2016-0000092386) schrijft de minister van BZK: ‘Omdat het niet op voorhand duidelijk is of het delen van informatie die als ‘vertrouwelijk’ is aangemerkt ook strafrechtelijk consequenties kan hebben, is het voor de onderhavige bestuurlijke praktijk aangewezen de term ‘vertrouwelijk’ niet te gebruiken maar slechts de term ‘geheim’.