Organisatie | Heerenveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels: “Plaatsing van kleine windmolens bij agrarische bedrijven gemeente Heerenveen” |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | beleidsregels kleine windmolens bij agrarische bedrijven |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-05-2022 | nieuwe regeling | 30-11-2021 | Z.21.347794 / D.21.1479935 |
De gemeente Heerenveen heeft diverse duurzaamheidsambities om energieneutraal te worden. Tot voor kort was het op grond van provinciaal beleid niet mogelijk om windmolens in de gemeente te plaatsen. De provincie Fryslân heeft op 1-07-2020 in de Verordening Romte mogelijkheden geboden om maximaal drie kleine windmolens met een ashoogte van 15 meter te plaatsen bij agrarische bedrijven. Dit sluit goed aan bij de wens van de gemeente Heerenveen om energieneutraal te worden.
Op 18 februari 2021 heeft de gemeenteraad van de gemeente Heerenveen de kaders voor de uitvoering van de Omgevingswet vastgesteld. In het kader van dit besluit heeft de raad enkele bevoegdheid tot het nemen van besluiten onder de Omgevingswet overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders (agendapunt 12, bijlage 1, besluit punt 1. onder III, sub a). Eén van die bevoegdheden waarover het college besluiten mag nemen is de besluitvorming over windmolens kleiner dan 15 meter in het buitengebied. Het college van burgemeester en wethouders heeft op 30 november 2021 daarom deze beleidsregels vastgesteld waar de initiatieven voor het plaatsen van kleine windmolens aan getoetst gaan worden.
Voor het plaatsen van maximaal drie kleine windmolens bij agrarische bedrijven gelden de volgende voorwaarden:
Algemene toelichting op de beleidsregels
De gemeente Heerenveen kiest ervoor om de plaatsing van kleine windmolens bij agrarische bedrijven per initiatief te onderzoeken op haalbaarheid. Dit om maatwerk te kunnen leveren voor zowel initiatiefnemer als ook omwonenden van de beoogde locatie.
Onder een agrarisch bedrijf wordt het volgende verstaan: een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of door middel van het fokken of houden van dieren.
Onder een kleine windmolen wordt verstaan: een windmolen met een maximale as-hoogte van 15 meter.
Het plaatsen van kleine windmolens voor de eigen energiebehoefte van het agrarisch bedrijf draagt bij aan de duurzaamheidsambities en daar wil het college aan meewerken mits er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan de ruimte. Aan de andere kant wil het college ook de omwonenden en de kwaliteit van het landschap beschermen. Daarom zijn bovenstaande voorwaarden bepaald. Deze worden onderstaand nader toegelicht.
Uit landschappelijke overwegingen wil het college, net als de provincie, het aantal windmolens niet onbeperkt mogelijk maken. Ook vindt het college het belangrijk dat extra druk op het net zoveel mogelijk wordt voorkomen. Om deze redenen biedt ook de provincie Fryslân in de verordening Romte de mogelijkheid dat alleen kleine windmolens bij agrarische bedrijven toegestaan kunnen worden als het opgestelde vermogen van de te plaatsen windturbine(s) is gericht op de eigen behoefte van het agrarisch bedrijf. Dit uitgangspunt neemt het college in deze beleidsregels over.
Voor het bepalen van het eigen gebruik kan het gemiddelde energieverbruik van de afgelopen drie jaar als leidraad aangehouden worden. Mocht een agrarisch bedrijf nog niet zo lang in bedrijf zijn dan kan een kortere periode beoordeeld worden. Het afstemmen van het vermogen op de eigen behoefte is geen exacte wetenschap is. Maatwerk blijft ook hier mogelijk maar de opgewekte energie moet op het eigen bedrijf benut worden.
As-hoogte van de windmolens maximaal 15 meter
Op grond van deze beleidsregels wordt de mogelijkheid geboden om maximaal 3 kleine windmolens met een as-hoogte van maximaal 15 meter te plaatsen op of direct grenzend aan het bouwperceel van een bestaand agrarisch bedrijf. De hoogte wordt gemeten van de grond waarop de kleine windmolen geplaatst wordt tot het hoogste punt van de as van de windmolen. Het maximaal op te stellen vermogen moet zijn gericht op de eigen energiebehoefte van het agrarisch bedrijf
Landschappelijke inpassing is een belangrijk uitgangspunt. Plaatsing op het agrarisch bouwvlak zoals dat is opgenomen in het geldende bestemmingsplan of in de directe nabijheid daarvan is uitgangspunt van deze regels. Maatwerk is echter belangrijk dus als er zwaarwegende argumenten zijn om hiervan af te wijken dan kan het college van burgemeester en wethouders hiervan afwijken. Wanneer zon op dak een reële optie is voor het bedrijf dan moet zorgvuldig worden afgewogen of vanuit oogpunt van ruimtelijke kwaliteit het plaatsen van zon op dak dan niet de betere manier is om te voorzien in de eigen energiebehoefte). Initiatiefnemer zal inzicht moeten geven in de afwegingen die gemaakt zijn ten aanzien van de plaatsing van de windmolens op het bouwperceel en of plaatsing van zonnepanelen niet beter toepasbaar is. Wanneer voorzien kan worden in de energievoorziening door de plaatsing van zonnepanelen op het dak dan heeft dat de voorkeur.
Uit omgevingsonderzoek moet blijken dat de inpassing van de windmolens vanuit de diverse omgevingsaspecten inpasbaar is. Daarbij zal in ieder geval onderzocht moeten worden of de windmolens qua akoestiek, (externe)veiligheid (b.v. naar het afbreken van de wieken en de ligging van gasleidingen) en slagschaduw inpasbaar zijn. Maar ook aspecten als natuur (inclusief MER wetgeving), bodem en archeologie kunnen een rol spelen bij de locatiekeuze. In een onderbouwing dient initiatiefnemer aan te tonen welke afwegingen er gemaakt zijn ten aanzien van de omgevingsaspecten en of het plan uitvoerbaar is.
Initiatiefnemer dient met direct omwonenden in overleg te gaan over de plaatsing van de windmolens en waar mogelijk ook rekening te houden met de wensen van de direct omwonenden. Een verslag van dit overleg dient bij de aanvraag gevoegd te worden. De uitkomst betrekt het college bij de afweging of er medewerking verleend kan worden.
Het college van burgemeester en wethouders zal elk initiatief, inclusief de aangeleverde onderbouwing en omgevingsonderzoeken, voorleggen aan de provincie om advies. Het advies dat de provincie geeft over het plan zal worden afgewogen in de besluitvorming omtrent de vergunningaanvraag.
Ten aanzien van de criteria waaraan de omgevingsvergunning getoetst wordt worden de volgende criteria vastgelegd:
Indien er zwaarwegende argumenten zijn kan van bovenstaande worden afgeweken.
Voor alle initiatieven ten aanzien van de plaatsing van windmolens die niet voldoen aan de in deze beleidsregels beschreven voorwaarden kan het college de gemeenteraad vragen een zelfstandige afweging maken als het gaat om de toelaatbaarheid en het starten van een procedure om het betreffende initiatief mogelijk te maken in afwijking van het geldende bestemmingsplan en/of omgevingsplan.
Aldus vastgelegd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen op 30 november 2021.