Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hilvarenbeek

Parkeerbeleidsplan 2015-2020 van de gemeente Hilvarenbeek

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHilvarenbeek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingParkeerbeleidsplan 2015-2020 van de gemeente Hilvarenbeek
CiteertitelParkeerbeleidsplan 2015-2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpVerkeer en parkeren

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  4. artikel 147 van de Gemeentewet
  5. artikel 108 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-08-2015Nieuwe regeling

16-07-2015

Hilverbode 6 augustus 2015

15int10912

Tekst van de regeling

Intitulé

Parkeerbeleidsplan 2015-2020 van de gemeente Hilvarenbeek

De raad van de gemeente Hilvarenbeek,

gezien het voorstel van het college,

gelet op de Gemeentewet;

Het parkeerbeleidsplan 2015 - 2020 vast te stellen met dien verstande dat aan de hand van een

aangenomen amendement de blauwe zóne bij de Hilverhof gehandhaafd blijft.

 

 

 

4.7 Parkeernormen bij ruimtelijke ontwikkelingen

 

Voor ruimtelijke ontwikkelingen worden parkeernomen op dit moment opgenomen in een

bestemmingsplan. Dit kan per bestemmingsplan verschillend zijn, omdat bestemmingsplanen voor de

duur van 10 jaar ongewijzigd kunnen blijven. Het advies van de Vereniging van Nederlandse

Gemeenten (VNG) en het CROW is om parkeernormen in een parkeernormennota op te nemen.

Parkeernormen zijn dan helder en duidelijk voor iedereen die er mee te maken heeft. Ze staan

namelijk op een centrale plek en kunnen door de gemeente sneller en op een eenvoudige manier

gewijzigd worden. Er hoeft immers geen bestemmingsplanprocedure doorlopen te worden.

 

Parkeerfonds

In het verleden heeft Hilvarenbeek een parkeerfonds gekend. Door gebrek aan ruimte om

parkeerplaatsen aan te leggen is het fonds ‘gesneuveld’. Het opnieuw instellen van een parkeerfonds

leidt waarschijnlijk tot het zelfde probleem. Er wordt daarom niet opnieuw een parkeerfonds ingesteld.

 

Parkeernormen

In bijlage 6 is aangegeven welke eisen er worden gesteld aan het aantal te realiseren parkeerplaatsen op eigen terrein in geval van een ruimtelijke ontwikkeling. Bij nieuwbouw moet altijd aan de parkeernorm voldaan worden. Indien bij aanbouw/verbouw of in het geval van een functiewijziging niet kan worden voldaan aan het verplichte aantal parkeerplaatsen, is het college van burgemeester en wethouders bevoegd tot de volgende ontheffingsmogelijkheden:

 

  • In het geval van kleinschalige bouwvergunningen (zoals aanbouw en verbouw) of vrijstellingen

van het bestemmingsplan (functiewijziging), waarvoor maximaal 2 parkeerplaatsen

gerealiseerd dienen te worden, kan het college van burgemeester en wethouders een ontheffing verlenen voor de verplichting om aan de parkeereis te voldoen.

 

  • Er is ontheffing mogelijk indien de aanvrager van de bouwvergunning of vrijstelling van het

bestemmingsplan kan aantonen dat op een ander particulier terrein de benodigde

parkeergelegenheid wel aangelegd kan worden en te gebruiken is voor de betreffende

ontwikkeling.

De aanvrager dient hierbij wel schriftelijk aan te kunnen tonen dat de eigenaar van het

particuliere terrein toestemming heeft gegeven voor het gebruik van het particuliere terrein. De

parkeerplaatsen dienen dan wel binnen het bereik van de in bijlage 6 van dit beleidsplan

genoemde acceptabele loopafstanden gerealiseerd worden.

 

  • In het geval er sprake is van een functiewijziging van een bestaand gebouw waarvoor een

vergunning of vrijstelling verleend moet worden, is ontheffing op het aanleggen van

parkeerplaatsen mogelijk indien met een parkeertelling wordt aangetoond dat er in de

openbare ruimte voldoende parkeergelegenheid beschikbaar is en de ontwikkeling niet leidt

tot een parkeerdruk van boven de 85% op het maatgevende moment. De parkeerdrukmeting dient te worden uitgevoerd door een verkeerskundig bureau, waarvoor de gemeente Hilvarenbeek vooraf goedkeuring heeft gegeven. Ook dient de gemeente Hilvarenbeek vooraf in te stemmen met de opzet van het parkeerdrukonderzoek.

 

Opnemen van de parkeernorm in bestemmingsplannen

Bestemmingsplannen die na het vaststelling van dit parkeerbeleidsplan gerealiseerd worden, krijgen

onder de paragraaf ‘parkeren’ een verwijzing naar dit beleidsplan, waarin ook de parkeernormen

vermeld staan. In verband met het vervallen van de stedenbouwkundige aspecten in de

bouwverordening per 1 juli 2018, is het noodzakelijk om een zogenaamd ‘paraplu-bestemmingsplan’

op te stellen met daarin de verwijzing naar de parkeernormen in dit parkeerbeleidsplan.

 

Afwijking van de parkeernormen

In sommige gevallen kan het voorkomen dat een parkeernorm niet realistisch is bij de behorende

ruimtelijke ontwikkeling, of omdat andere belangen veel zwaarder wegen dan het parkeerbelang. Op

basis van de Algemene wet bestuursrecht is het college van burgemeester en wethouders van

Hilvarenbeek bevoegd om gemotiveerd af te wijken van de normen en regels met betrekking tot de

parkeernormen.

 

Besloten in zijn openbare vergadering van 16 juli 2015.

 

De raad,

 

drs. G.J. de Ruiter drs. R.F.I. Palmen

griffier burgemeester

 

Bijlage 6 Parkeernormen

1. Uitgangspunten

De basis voor het bepalen van de parkeernormering staat in de CROW-publicatie 317, ‘Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie’ (oktober 2012). De in deze publicatie genoemde kengetallen zijn landelijk (en juridisch) geaccepteerd en worden gezien als meest betrouwbare gegevens voor het bepalen van het aantal benodigde parkeerplaatsen. Deze kencijfers worden in deze bijlage vertaald naar parkeernormen voor de gemeente Hilvarenbeek.

Stedelijkheidsgraad

Het aantal benodigde parkeerplaatsen hangt sterkt af van de ligging en samenstelling van de gemeente. Er wordt daarom onderscheid gemaakt in vijf verschillende categorieën (zie tabel 2.1), de zogenaamde stedelijkheid van een gemeente. Dit wordt bepaald op basis van de omgevingsadressendichtheid (het aantal adressen per km2). Hilvarenbeek valt onder de stedelijkheidsgraad “weinig stedelijk” met 544 adressen per km2 (Bron: CBS).

Naast de stedelijkheidsgraad is het ook van belang om te kijken naar de ligging van de locatie binnen de kern. Het CROW maakt in de parkeerkencijfers onderscheid in het “centrum”, “schil centrum”, “rest bebouwde kom” en “buitengebied”.

Alleen in de kern Hilvarenbeek is er sprake van een “centrum”. Alle overige locaties binnen de bebouwde kommen van de gemeente behoren tot de “rest bebouwde kom”. De landelijke gebieden behoren tot “buitengebied” De “schil centrum” is bewust achterwege gelaten, omdat de kernen van Hilvarenbeek dusdanig klein zijn, dat dit gebiedstype nauwelijks te onderscheiden is.

Bandbreedtes van de kencijfers

Op basis van bovenstaande differentiatie geeft het CROW een minimum en een maximum parkeerkencijfer. De gemeente Hilvarenbeek kiest ervoor om (toekomstige) parkeerproblemen zoveel mogelijk te voorkomen door in de parkeerbehoefte te willen voorzien, maar wil daarnaast ook geen overschot aan parkeerplaatsen te creëren. De bandbreedte van de minimale en maximale kencijfers worden daarom gebruikt als parkeernorm met een bandbreedte.

Aandeel bezoekers

Bij veel functies moet rekening worden gehouden met bezoekers. De parkeerplaatsen voor bezoekers dienen in principe op eigen terrein te worden gerealiseerd. Deze parkeerplaatsen moeten dan wel openbaar toegankelijk zijn. Indien de fysieke ruimte er niet is, kan volstaan worden met het realiseren van parkeerplaatsen in de openbare ruimte, met inachtneming van de acceptabele loopafstand die in tabel 2.2 in deze bijlage te vinden zijn. Het zogenaamd ‘afkopen’ van parkeerplaatsen door een storting in een parkeerfonds is (nog) niet mogelijk.

2. Parkeernormering per functie

2.1 Definitielijst

De onderstaande definitielijst hoort bij de tabellen 1 t/m 7 op de volgende pagina’s.

Aandeel bezoeker

Dit cijfer geeft aan welk deel van de parkeernorm bestemd is voor bezoekers van de functie.

Aanleunwoning

Zelfstandige woning met beperkte zorgvoorzieningen.

Buitengebied

Alle locaties in de gemeente Hilvarenbeek die buiten de verkeerskundige bebouwde kom liggen.

Buurtcentrum

Ondersteunend winkelgebied.

bvo

Bruto vloeroppervlak. Dit is de oppervlakte van de betreffende functie alle bouwlagen bij elkaar opgeteld inclusief toiletten, bergruimte, magazijn, enzovoorts.

Centrum Hilvarenbeek

het gebied zoals aangegeven in figuur 2.1.

Figuur 2.1 – Aanduiding centrum Hilvarenbeek

Dorpscentrum

Winkelgebied van een dorp.

Fullservice supermarkt (laag en middellaag prijsniveau)

Supermarkt met een relatief laag prijsniveau, maar met een gemiddeld serviceniveau. Er zijn speciale afdelingen voor vlees, kaas en brood. Voorbeelden zijn Nettorama, C1000, Jumbo.

De winkelvloeroppervlakte is vaak groter dan 1.000 m2

Fullservice supermarkt (middelhoog en hoog prijsniveau)

Supermarkt met een relatief hoog prijsniveau en ook een hoog serviceniveau. Er zijn speciale afdelingen voor vlees, kaas en brood. Voorbeelden zijn Albert Heijn en PLUS. De winkelvloeroppervlakte is vaak groter dan 1.000 m2.

pp

Parkeerplaats.

Rest bebouwde kom

Alle gebieden binnen de verkeerskundige bebouwde kom van Hilvarenbeek, Esbeek, Haghorst, Diessen, Baarschot en Biest-Houtakker met uitzondering van het gebied zoals aangegeven in afbeelding 2.1 van deze bijlage.

Serviceflat

Zelfstandige woning met beperkte zorgvoorzieningen.

Verkeerskundige bebouwde kom

Het gebied dat wordt aangegeven met de komborden.

 

3. Toepassen van de parkeernormen

In dit hoofdstuk staat beschreven hoe de parkeernormen gebruikt dienen te worden en waar eventueel rekening mee gehouden moet worden. Er zijn drie situaties waarbij het toepassen van de parkeernormen aan bod komt. Dit is bij nieuwbouw, verbouw/aanbouw en bij een functiewijziging. Per geval is de ruimtelijke situatie verschillend en daardoor kan het zo zijn dat niet altijd aan de parkeereis voldaan kan worden.

 

3.1 Nieuwbouw

Bij nieuwbouw is sprake van een leeg kavel (al dan niet na sloop). Hier moet dus voldaan worden aan de gestelde parkeereis, op basis van de parkeernormen in deze nota.

 

3.2 Verbouw / aanbouw

Bij verbouw of aanbouw waarbij de oppervlakte van de functie veranderd, moet in principe voldaan worden aan de parkeereis, op basis van de parkeernomen in deze nota. Doordat het een bestaande situatie betreft, is het niet altijd mogelijk om de parkeereis te realiseren. Indien dat het geval is, dient met een parkeerdrukonderzoek aangetoond te worden dat de geplande ontwikkeling op het maatgevende moment onder de 85% zal blijven. Hieronder onder het kopje ‘Parkeerdrukonderzoek’ wordt verder ingegaan op de randvoorwaarden van een parkeerdrukonderzoek. Het uitgangspunt is dat de ontwikkelaar/initiatiefnemer zich zo veel mogelijk inspant om aan de gevraagde parkeereis te voldoen. Indien een parkeerfonds is ingesteld dan dient de ontwikkelaar per parkeerplaats die niet aangelegd kan worden het geldende bedrag per parkeerplaats te storten in het fonds als afkoopregeling van de parkeereis. De gemeente heeft dan de plicht om binnen 5 jaar in een straal van 500 meter de aantal parkeerplaatsen te realiseren. Indien de gemeente Hilvarenbeek geen parkeerfonds heeft ingesteld, dan kan volstaan worden met de onderbouwing van het parkeerdrukonderzoek dat aantoont dat de ontwikkeling niet zorgt voor een parkeerdruk van 85% of hoger.

 

3.3 Functiewijziging

Een functiewijziging is bijvoorbeeld van detailhandel naar een restaurant. Bij een wijziging van de functie wijzigt ook de behoefte naar parkeerplaatsen. Deze behoefte wijzigt zowel in de hoeveelheid, als in de vraag op verschillende momenten van de dag. Voor een woning ligt bijvoorbeeld de vraag grotendeels in de avond/nacht en in de weekenden, terwijl voor kantoor de vraag vooral overdag op werkdagen ligt.

Bij de wijziging van de functie of bestemming van een gebouw dient het benodigd aantal parkeerplaatsen bepaald te worden aan de hand van de aanwezigheidspercentages uit tabel 3.1. De parkeervraag van de nieuwe functie/ bestemming wordt vergeleken met de parkeervraag van huidige functie/ bestemming tijdens maatgevende momenten, gebaseerd op de aanwezigheidspercentages. Indien er op bepaalde momenten voor de nieuwe functie meer parkeerplaatsen benodigd zijn dan bij de huidige functie, dient het maximale verschil gecompenseerd te worden binnen de ontwikkeling. Indien er niet voldaan kan worden aan de parkeereis, omdat het bijvoorbeeld niet mogelijk is om parkeerplaatsen op eigen terrein aan te leggen, dan is het mogelijk om (net zoals bij aanbouw/verbouw) met een parkeerdrukonderzoek aan te tonen dat door de ontwikkeling de parkeerdruk in de omgeving onder de 85% blijft. Het uitgangspunt is dat de ontwikkelaar/initiatiefnemer zich zo veel mogelijk inspant om aan de gevraagde parkeereis te voldoen. Indien een parkeerfonds is ingesteld dan dient de ontwikkelaar per parkeerplaats die niet aangelegd kan worden het geldende bedrag per parkeerplaats te storten in het fonds als afkoopregeling van de parkeereis. De gemeente heeft dan de plicht om binnen 5 jaar in een straal van 500 meter de aantal parkeerplaatsen te realiseren. Indien de gemeente Hilvarenbeek geen parkeerfonds heeft ingesteld, dan kan volstaan worden met de onderbouwing van het parkeerdrukonderzoek dat aantoont dat de ontwikkeling niet zorgt voor een parkeerdruk van 85% of hoger.

 

3.4 Parkeerdrukonderzoek

Indien bij een verbouw/aanbouw, of functiewijziging niet aan de gestelde parkeereis voldaan kan worden, is het mogelijk om met een onafhankelijk parkeerdrukonderzoek aan te tonen dat de ontwikkeling doorgang kan vinden, zonder dat het in de toekomst een probleem zal opleveren met parkeren in de omgeving. Het parkeerdrukonderzoek moet in ieder geval onafhankelijk uitgevoerd worden. Bij een parkeerdrukonderzoek wordt op een aantal momenten in de week en verspreid over de dag de parkeerdruk gemeten. Dit gebeurt op basis van de onderzoeksmethode die het CROW beschrijft in publicatie 248 ‘Handboek verkeersonderzoek’. Er kan volstaan worden met minder parkeerplaatsen dan de parkeereis, indien:

1. De huidige parkeerdruk in de omgeving van de ontwikkeling wordt gemeten;

2. De parkeerbehoefte van de ontwikkeling berekend wordt aan de hand van de parkeernormen;

3. Bepalen of de huidige parkeerdruk (1) en de parkeerbehoefte (2) op het maatgevende moment in de week onder de 85% blijft.

Het parkeerdrukonderzoek wordt door een onafhankelijke externe partij uitgevoerd, welke door de initiatiefnemer wordt ingeschakeld. De kosten voor het uitvoeren van een parkeerdrukonderzoek zijn te allen tijde voor de initiatiefnemer.

De opzet van het parkeerdrukonderzoek moet voorafgaand aan het onderzoek zijn goedgekeurd door de gemeente Hilvarenbeek. De resultaten en de conclusie worden door de gemeente beoordeeld bij de vergunningaanvraag van de betreffende ontwikkeling.

 

3.5 Overige aspecten

Afmetingen parkeerplaatsen

In het geval dat er parkeerplaatsen gerealiseerd worden ten behoeve van een ruimtelijke ontwikkeling dienen de afmetingen van de parkeerplaatsen te voldoen aan de (minimale) richtlijnen van het CROW (www.crow.nl). De afmetingen verschillen per situatie en per voertuigtype (personenauto, vrachtauto, enz.).

Laden- en lossen

Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.

Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning verlenen:

a. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of

b. voor zover op andere wijze in de nodige laad- of losruimte wordt voorzien.

Aandeel bezoekers

In de tabellen met de parkeernormen per functie uit hoofdstuk 2, staat in de meeste gevallen aangegeven hoeveel procent van de parkeernorm toebedeeld is aan bezoekers. Zo kan berekend worden hoeveel parkeerplaatsen in totaal nodig zijn voor de bezoekers. Deze parkeerplaatsen dienen dus fysiek bereikbaar te zijn voor de bezoekers. Dit betekent dat de parkeerplaatsen voor bezoekers niet in een afgesloten stallingsgarage moeten bevinden, tenzij deze vrij toegankelijk is.

Parkeren op eigen terrein/ in parkeergarage

Als bij een bouwplan sprake is van woningen met een eigen garage of oprit waarin/ waarop de eigen auto geparkeerd kan worden, gelden andere rekenaantallen dan het aantal aanwezige plaatsen. Een garage wordt namelijk niet altijd gebruikt voor de auto en op een oprit wordt om verschillende redenen niet altijd geparkeerd. Daarnaast kunnen parkeerplaatsen op eigen terrein niet meegerekend worden bij dubbelgebruik (zie paragraaf 3.3).

In tabel 3.1 staan de berekeningsaantallen die worden toegepast.

Loopafstanden tot parkeerplaatsen

Parkeerplaatsen die voor een bepaalde functie aangelegd moeten worden, moeten binnen de acceptabele loopafstand van die betreffende functie worden aangelegd.

 

Tabel 3.2 – Acceptabele loopafstanden

Hoofdfunctie

Acceptabele loopafstanden

Wonen

100 meter

Winkelen

200 – 600 meter

Werken

200 – 800 meter

Ontspanning

100 meter

Gezondheidszorg

100 meter

Onderwijs

100 meter

 

3.6 Dubbelgebruik parkeerplaatsen

Verschillende functies kennen verschillende piekmomenten in het parkeren. Bij kantoren ligt het drukste moment op een werkdag. Bij woningen ligt dit piekmoment juist op de avond en in het weekend. Het aantal benodigde parkeerplaatsen moet afgestemd worden op het maatgevende piekmoment. Hierdoor zijn in het totale plan minder parkeerplaatsen nodig dan de parkeerbehoefte per functie.

Een randvoorwaarde voor het dubbelgebruik van parkeerplaatsen is dat de betreffende parkeerplaatsen in het openbaar gebied moeten liggen of in ieder geval openbaar toegankelijk dienen te zijn. Dubbelgebruik kan alleen worden toegepast bij ontwikkelingen waarin verschillenden functies gemengd zijn.

Om te bepalen in hoeverre sprake is van dubbelgebruik, zijn door het CROW zogenoemde aanwezigheidspercentages opgesteld. In de parkeerbalans wordt gerekend met de vastgestelde parkeernormen en worden aanwezigheidspercentages gehanteerd, zie tabel 3.2.

Opstellen parkeerbalans

Bij samenvoegen van functies in een ontwikkeling moet een parkeerbalans opgesteld worden. Deze parkeerbalans is nodig om te bepalen of er voldoende parkeerplaatsen in het plan zijn opgenomen. Het aantal parkeerplaatsen is geen simpele optelsom van het aantal benodigde en aanwezige parkeerplaatsen, omdat rekening gehouden dient te worden met dubbelgebruik en parkeren op eigen terrein. De rekenmethode staat beschreven in CROW publicatie 317. Een parkeerbalans zorgt ervoor dat niet onnodig veel parkeerplaatsen aangelegd worden, om zo een optimaal ruimtegebruik te kunnen bewerkstelligen.

 

4. Richtlijn fietsparkeerplaatsen

4.1 Inleiding

Naast het autoparkeren is het ook belangrijk dat er aandacht gegeven wordt aan het fietsparkeren. Er wordt vaak wel rekening gehouden met het parkeren van auto’s, maar met het parkeren van fietsen wordt (nog) niet altijd rekening gehouden, wat vervolgens leidt tot hinderlijke situaties in het openbaar gebied, zoals trottoirs die vol geparkeerd staan met fietsen. Ook is het uiterlijk aanzicht niet altijd even fraai wanneer er een chaos van fietsen geparkeerd staat. Voor woningen zijn geen normen opgenomen in deze nota, omdat in artikel 4.30 van het Bouwbesluit 2012 het volgende staat: “Een te bouwen woonfunctie heeft een bergruimte om fietsen beschermd tegen weer en wind te kunnen opbergen.” Dit betekent dat voor woningen wettelijk al voorzien moet worden in fietsparkeerplaatsen. De fietsparkeercijfers in deze bijlage zijn een richtlijn bij ruimtelijke ontwikkelingen.

 

4.2 Fietsgebruik in Hilvarenbeek

In tabel 4.1 is het fietsgebruik binnen de gemeente Hilvarenbeek weergegeven. De cijfers komen van Fietsberaad (fietsberaad.nl) en laat zien dat Hilvarenbeek een gemiddelde fietsgemeente is. Van alle verplaatsingen die binnen de gemeente gemaakt worden, wordt in 18 tot 28 procent van die gevallen met de fiets gemaakt. Voor de korte ritten (tot 7,5 kilometer) wordt de fiets in 37% van de gevallen gebruikt. Op basis van deze gegevens is de norm voor het aantal fietsparkeerplaatsen gekozen.

4.3 Normen per functie

In de volgende tabellen staan de normen voor het aantal fietsparkeerplaatsen per voorziening. De cijfers zin deze tabellen zijn gemiddelden voor heel Nederland. In de praktijk is er vaak sprake van een grote spreiding in de behoefte aan fietsparkeerplaatsen aldus het CROW. Voor de fietsparkeerplaatsen is uitgegaan van het fietsparkeerkencijfer die het CROW heeft opgenomen in publicatie 317 “Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie”.

Kantoren

Basisscholen

Winkelen en boodschappen doen

Horeca

4.4 Toepassen van de richtlijn fietsparkeernormen

De fietsparkeernormen in deze nota zijn gebaseerd op gemiddelden voor heel Nederland. De cijfers voor de fietsparkeernormen in de nota kunnen dus afwijken van de praktijk, mede omdat het fietsgebruik erg verschilt per gemeente. Er zal in sommige gevallen maatwerk geleverd moeten worden en de cijfers geven daarom een richtlijn aan ontwikkelaars.

 

4.4.1 Uitvoering van de fietsparkeerplaatsen

In de praktijk moet er bij een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling ruimte gereserveerd worden voor het parkeren van fietsen. Dat kan op een simpele (sobere) manier door enkel een verharding aan te leggen die bestemd is voor het parkeren van fietsen. Het is wenselijk om de fietsparkeerplaatsen uit te voeren met fietsrekken / fietsbeugels. Er is een scala aan fietsrekken te koop in allerlei soorten en maten. Op de website http://www.fietsersbond.nl/fietsparkeur is informatie te vinden over de verschillende fietsrekken. Een fietsenrek met een zogenaamd ‘fietsparkeur’ label voldoet aan de kwaliteitseisen van de fietsersbond en verdient daarom de voorkeur.

Als nog niet geheel duidelijk is hoeveel gebruikers met de fiets zullen komen kan volstaan worden met het reserveren van ruimte voor het stallen van fietsen, maar dat het in de praktijk nog niet wordt uitgevoerd met fietsrekken. Dit voorkomt een mogelijk onnodige investering. Indien uit de praktijk blijkt dat er meer vraag is naar fietsparkeerplaatsen kan het aantal fietsenrekken makkelijk uitgebreid worden.