Organisatie | Lochem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Havenverordening voor de gemeente Lochem |
Citeertitel | Havenverordening gemeente Lochem |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-02-2006 | 15-01-2015 | Nieuwe Regeling | 19-12-2005 Extra Nieuws, 21-12-2005 | 2005-008648 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen en toepasselijkheid
Deze verordening verstaat onder:
Schip: elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen, koopwaren, grondstoffen, producten en voorwerpen van allerlei aard, al dan niet met het drijvende lichaam een geheel uitmakende, met inbegrip van elk ander drijvend lichaam zoals een sleepschip, duwboot, werkvlot, ponton, houtvlot, elevator, drijvend werktuig, booreiland en elk drijvend voorwerp of drijvende inrichting;
Schipper: degene die een schip of een samenstel voert dan wel degene die de leiding heeft over een drijvend voorwerp of een drijvende inrichting, of diens plaatsvervanger; Voor het geval noch de schipper, noch diens plaatsvervanger aanwezig is, wordt de eigenaar of gebruiker van het schip aangemerkt als schipper;
Gevaarlijke stoffen: onder gevaarlijke stoffen worden verstaan de in artikel 1, sub c van het VGB genoemde stoffen; bij het vervoer van of naar zee worden onder gevaarlijke stoffen begrepen de stoffen welke ingevolge het bepaalde in of krachtens de DMO-IMDG Code, het schepenbesluit 1975 (Staatsblad 367) de Bulk Chemical Code en/of Gas Carrier Code voorwaardelijk tot het vervoer zijn toegelaten;
Toepasselijkheid: Deze verordening is van toepassing op de haven alsmede de daarbij behorende kaden en andere kunstwerken en inrichtingen, gelegen aan en/of uitmondend op het Twenthekanaal, buiten de doorgaande kanaaloever van de doorgaande vaarweg in de traverse Lochem, aan de noordzijde tussen kilometerraai 14.517 en 15.705 en aan de zuidzijde tussen kilometerraai 16.187 en 16.265 en kilometerraai 16.533 en 16.912.
Artikel 2 Vergunningen en ontheffingen
Burgemeester en wethouders kunnen schriftelijk vergunning verlenen voor het bepaalde in artikel 8, 12 lid 1, 13, 15, 24 en 34.
Artikel 4 Machtiging tot uitvoering van bepalingen
Burgemeester en wethouders zijn gemachtigd de uitvoering van bepalingen van deze verordening, voor zover die uitvoering tot hun bevoegdheden behoort, op te dragen aan de door hen aan te wijzen ambtenaren van het havenbeheer.
Artikel 5 Bijzondere opsporingsambtenaren
Naast degene aan wie de ingevolge artikel 141 en/of 142 van het Wetboek van Strafvordering opsporingsbevoegdheid toekomt, zijn met het opsporen van overtredingen van het bepaalde in deze verordening belast de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van het havenbeheer, ieder voor zoveel het taken betreft die aan zijn toezicht zijn toevertrouwd.
Hoofdstuk 2 Openbare orde en veiligheid
Artikel 8 Het opleggen van schepen
Het is zonder vergunning van burgemeester en wethouders verboden in de haven schepen te slopen of droog te zetten.
Artikel 10 Onbeheerd drijvende schepen
De ambtenaren van het havenbeheer zijn bevoegd een schip, een drijvende inrichting of een drijvend voorwerp, welke onbemand is en waarvan de schipper of eigenaar onbekend is, in bewaring te nemen of te doen nemen, zulks voor rekening en risico van de eigenaar of beheerder.
Artikel 11 Storten van zand en dergelijke stoffen
Zonder vergunning van burgemeester en wethouders is het verboden in de haven zand, baggerspecie of dergelijke stoffen te storten.
Artikel 13 Het plaatsen van steigers of het uitvoeren van werken
Het is zonder vergunning van burgemeester en wethouders verboden in de haven steigers te plaatsen of werken te doen uitvoeren.
Schippers die een hond of honden aan boord van hun schip hebben zijn, indien een ambtenaar van het havenbeheer dit verlangt, verplicht deze hond of honden vast te leggen of vastgelegd te houden.
Hoofdstuk 3 Aanmeren en innemen van ligplaatsen
Artikel 18 Beveiligingsmaatregelen bij het meren
Waar geen remmingwerken aanwezig zijn is de schipper verplicht door het aanbrengen van kurkzakken of drijfbalken of op andere wijze ervoor zorg te dragen dat ten gevolge van het meren van zijn schip geen schade aan enig eigendom van derden kan worden veroorzaakt.
Artikel 20 Het innemen van een ligplaats voor bewoningsdoeleinden, het drijven van handel of het verlenen van huisvesting
Het is verboden met enig schip, al dan niet een woonschip zijnde, in de haven een ligplaats in te nemen voor bewoningsdoeleinden, het drijven van handel, het verlenen van huisvesting of het uitoefenen van een bedrijf.
Artikel 21 Inzake scheepsdocumenten
De schipper van een schip is verplicht desgevraagd aan een ambtenaar van het havenbeheer inzage te verlenen van de ladingsdocumenten, de meetbrief, de monsterrol en de overige scheepsdocumenten.
Artikel 22 Draaiverbod voortstuwer
Het is zonder toestemming van een ambtenaar van het havenbeheer verboden de voortstuwer van een vastgemeerd schip te laten draaien, tenzij voor zover nodig ter voorbereiding van het vertrek en op zodanige wijze dat daardoor geen schade of letsel aan derden kan worden veroorzaakt.
Artikel 23 Verbod laden en lossen
Het is verboden los graan, ballast, grond, zand, puin, grind, mest, as, vuilnis, steenkolen, sintels of andere voorwerpen of vaste stoffen uit een in de haven liggend schip op een loswal, kade of oever of op zich aldaar bevindende voertuigen te brengen en omgekeerd, zonder afdoende maatregelen ter voorkoming dat daarvan iets in het water terechtkomt.
Een ambtenaar van het havenbeheer kan ter zake van het gestelde in lid 1 de situatie tijdens het laden of lossen beoordelen of van onredelijke overlast of ernstige verstoring van de openbare orde sprake is en met betrekking hiertoe de nodige bevelen geven ter bescherming van de openbare orde en rust.
Artikel 24 Toestellen, werken of inrichtingen ten dienste van het laden en lossen
Het is zonder vergunning van burgemeester en wethouders verboden:Vaste of verplaatsbare mechanische inrichtingen voor het laden en lossen, zoals kranen, trechters, los- en laadbruggen, transporteurs of dergelijke toestellen aan de haven of kaden te hebben of in gebruik te nemen;
Aan de haven of op de kaden direct of indirect te laden of te lossen door middel van drijvende kranen, transporteurs of soortgelijke inrichtingen.
Hoofdstuk 5 Gevaarlijke stoffen
De schipper van een schip is verplicht ten minste 6 uren voor de vermoedelijke tijd van aankomst in de haven aan de ambtenaar van het havenbeheer middels een ladinglijst opgave te doen verstrekken van de aan boord aanwezige gevaarlijke stoffen en het voorgenomen tijdstip van het in- en/of uitladen c.q. verplaatsen van deze stoffen.
Hoofdstuk 6 Bestrijding van brand
Artikel 29 Aanwijzigen en bevelen
Alle aanwijzingen die door een ambtenaar van het havenbeheer of door een ambtenaar van de brandweer worden gegeven ter afwending van brandgevaar, ter voorkoming van uitbreiding van brand of die tot afwering van gevaar voor de openbare veiligheid nodig worden geoordeeld, dienen door de schipper direct te worden opgevolgd.
Hoofdstuk 7 Maatregelen ter voorkoming van verontreiniging van water en kaden
Artikel 31 Voorkoming van milieuhinder
Onmiddellijk na het te water raken van de onder sub a genoemde vloeistoffen en voorwerpen, daarvan mede kennis te geven aan een ambtenaar van het havenbeheer en er zorg voor te dragen dat deze vloeistoffen en voorwerpen of onmiddellijk of, bij gebreke van dien, binnen de door een ambtenaar van het havenbeheer te bepalen tijd uit de haven en andere wateren worden verwijderd.
Artikel 32 Het reinigen van kaden
Onverminderd het bepaalde in de Algemene Plaatselijke Verordening zijn de kadegebruikers verplicht, indien ten gevolge van door hen of op hun last verrichte werkzaamheden, restanten lading, emballage, garnering, vuilnis, puin, gruis, kalk, sintels, kolen, aarde, olieproducten of afvallen daarvan, chemicaliën of daarmee gelijk te stellen stoffen op de kaden zijn achtergebleven, te zorgen dat de kaden behoorlijk, zulks ter beoordeling van een ambtenaar van het havenbeheer, worden gereinigd binnen 24 uren na beëindiging van de werkzaamheden en indien die werkzaamheden langer duren dan een dag, ten minste één maal per dag.
Artikel 33 Stuwadoorsmaterieel
Het is verboden na afloop van de werkzaamheden stuwadoorsmaterieel op de openbare kaden of wegen achter te laten op zodanige wijze dat hierdoor schade aan passerende voertuigen of letsel aan personen kan worden veroorzaakt.
Artikel 34 Garneren van goederen
Het is zonder vergunning van burgemeester en wethouders verboden goederen die met vorkheftrucks moeten worden verwerkt, op de openbare kaden, anders op te slaan dan met gebruikmaking van houten onderliggers (pallets) van voldoende dikte, teneinde bij het onderschuiven van de vork beschadiging van het kadeoppervlak te voorkomen.