Organisatie | Bonaire |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | EILANDSBESLUIT, VAN ALGEMENE STREKKING van 21 DEC 2017 no. 11 tot vaststelling van regels ter uitvoering van de Wet openbare registers BES (Uitvoeringsregeling openbare registers Bonaire) |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling openbare registers Bonaire |
Vastgesteld door | Bestuurscollege |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | AB.2017 nr.16 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2017 | 10-10-2010 | nieuwe regeling | 21-12-2017 |
HET BESTUURSCOLLEGE VAN HET OPENBAAR LICHAAM BONAIRE;
dat in het kader van de staatkundige wijzigingen de onderdelen en de vorm van de openbare registers, waarin feiten die voor de rechtstoestand van registergoederen van belang zijn warden ingeschreven, geregeld warden door het openbaar lichaam Bonaire;
de artikelen 8, vijfde en zesde lid, 11, derde, vierde en zesde lid, 12, derde lid, 14, vierde lid, 15, derde en vierde lid, 16, tweede lid, 17, 19, 20, tweede lid, 44, tweede lid, 46, derde lid, 99, tweede lid, en 116 van de Wet openbare registers BES;
Het advies van de directie bestuurlijke ondersteuning, afdeling juridische en algemene zaken van 22 september 2017
Vast te stellen het navolgende eilandsbesluit van algemene strekking:
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
de wet : de Wet openbare registers BES;
het Kadaster : Kadaster als bedoeld in artikel 1 van de Wet kadaster en registratie onroerende zaken en beperkte rechten BES;
de bewaarder : het Kadaster als bedoeld in artikel 1 van de Wet kadaster en registratie onroerende zaken en beperkte rechten BES;
schip: schip als bedoeld in artikel 1 van de Wet openbare registers BES;
perceel: een deel van het eiland Bonaire van welk deel het Kadaster de begrenzing met behulp van landmeetkundige gegevens heeft vastgelegd op grand van gegevens betreffende de rechtstoestand, bestemming en het gebruik en dat door zijn kadastrale aanduiding is gekenmerkt.
HOOFDSTUK 3 Openbare registers voor onroerende zaken
Paragraaf 1 Vorm van de openbare registers
Tevens warden in het register VA de overgelegde afschriften van de ter inschrijving aangeboden stukken in volgorde van nummering van de voorlopige aantekeningen opgeborgen. lngeval de gerezen bedenking bestaat in het feit dat de vereiste afschriften niet zijn overgelegd of geheel of ten dele onleesbaar of geschonden zijn, wordt een afschrift door de bewaarder vervaardigd. Dit afschrift tezamen met de aan de bewaarder ter hand gestelde afschriften warden in de bovenvermelde volgorde opgeborgen.
Het register, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de wet bestaat uit de formulieren OR4, die de vorm hebben van het model dat als bijlage 5 bij dit eilandsbesluit is gevoegd. Achter het desbetreffende formulier OR4 warden gevoegd de daarop betrekking hebbende formulieren OR2b en OR2d of OR3 en OR2/3-vervolg zo het afschrift van het ter inschrijving aangeboden stuk mede op zodanige formulieren is gesteld, de door de bewaarder vervaardigde afschriften, bedoeld in artikel 4, tweede lid, alsmede de desbetreffende dagvaardingen en rechterlijke uitspraken.
Paragraaf 2 Aantekeningen in de openbare registers
In geval van een inschrijving van een stuk tot verbetering als bedoeld in artikel 42 van de wet vindt onderlinge verwijzing plaats tussen deze inschrijving en de verbeterde inschrijving door de vermelding: "verbetering van deel .... nr. ...," onderscheidenlijk: "zie verbetering in deel.... nr. ...", onder invulling van de desbetreffende gegevens.
In geval van inschrijving van stukken die op hypotheken en beslagen betrekking hebben, vindt onderlinge verwijzing plaats tussen de oorspronkelijke inschrijving en de latere inschrijving, door de vermelding van het desbetreffende deel en nummer en een korte aanduiding van het later ingeschreven stuk.
In geval van inschrijving van een stuk tot verbetering als bedoeld in artikel 42 van de wet, wordt, indien het te verbeteren stuk is geboekt in het register van voorlopige aantekeningen, verwezen naar bedoeld ingeschreven stuk, door de vermelding: "zie verbetering in deel... nr....", onder invulling van de desbetreffende gegevens.
HOOFDSTUK 4 Vereisten oor inschrijving van aangeboden stukken
Paragraaf 1 Afschrift van ter inschrijving aangeboden stukken
De verklaring van eensluidendheid, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de wet wordt gesteld aan de voet van het afschrift en bevat de verklaring dat het afschrift eensluidend is met het ter inschrijving aangeboden stuk, onder vermelding van naam, voornamen en woonplaats van degene die de verklaring ondertekent.
Bij de aanbieding ter inschrijving van de volgende stukken behoeft geen afschrift als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de wet te warden aangeboden:
In afwijking van artikel 11, eerste lid, van de wet kan van een tekening een niet op een door het Kadaster verstrekt formulier gesteld afschrift warden aangeboden, ingeval naar het oordeel van de bewaarder de figuratie te groot of te ingewikkeld is om zonder bezwaar op bedoeld formulier te warden overgenomen.
Onverminderd artikel 12, voldoet de tekening, bedoeld in artikel 109, tweede lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, aan de volgende vereisten:
de tekening geeft de begrenzing aan van de onderscheidende gedeelten van de gebouwen en de grand, die bestemd zijn als afzonderlijk geheel te warden gebruikt en waarvan het uitsluitend gebruik in een appartementsrecht zal zijn begrepen, alsmede de ligging van die gedeelten ten opzichte van de overige gedeelten van de gebouwen of van de grond;
de begrenzingen bedoeld onder c zijn zoveel mogelijk door een onuitwisbare lijn van in het oog vallende dikte aangegeven, welke dikte gelijk is in alle op de tekening voorkomende afbeeldingen, uitgezonderd de in het derde lid bedoelde situatieschets. Daarnevens zijn ter verduidelijking arceringen toegelaten, afzonderlijk gekozen voor verschillende gedeelten die voor gebruik als afzonderlijk geheel zijn bestemd;
Paragraaf 2 Formulieren voor de inschrijving van stukken in de openbare registers; vereisten voor de invulling en aanbieding ter inschrijving van die formulieren.
Bij de aanbieding ter inschrijving van stukken betreffende vestiging van een recht van hypotheek, alsmede ter inschrijving van een proces-verbaal van inbeslagneming wordt een afschrift van het desbetreffende stuk gesteld op de door het Kadaster verstrekte formulieren OR2b en OR2d, zo nodig vervolgd op een of meer formulieren OR2/3-vervolg.
Bij de aanbieding ter inschrijving van alle andere stukken, dan die bedoeld in artikel 14, wordt een afschrift van het desbetreffende stuk gesteld op het door het Kadaster verstrekte formulier OR3, zo nodig vervolgd op een of meer formulieren OR2/3-vervolg.
lndien een ter inschrijving aangeboden stuk feiten bevat, zowel bedoeld in artikel 14 als in artikel 15, zijn beide genoemde artikelen van toepassing, met dien verstande dat uitsluitend artikel 15 van toepassing is, indien het betreft een beschikking of enig ander stuk waardoor ingevolge een wetsbepaling met betrekking tot een zaak bestaande lasten en rechten vervallen of tenietgaan.
De artikelen 14 en 15 zijn op elk van de openbare registers, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdelen a tot en met c, van de wet afzonderlijk van toepassing.
lndien al dan niet van een of meer vervolgbladen gebruik wordt gemaakt, wordt dat door degene die de verklaring van eensluidendheid, bedoeld in artikel 10, heeft ondertekend, vermeld op de daartoe bestemde plaatsen op de formulieren OR2b, OR2d dan wel OR3 alsmede, in geval van gebruik van vervolgbladen, het aantal bijbehorende vervolgbladen, en op het formulier OR2/3- vervolg het rangnummer van het vervolgblad. De ondertekenaar stelt bij deze vermeldingen zijn paraaf.
Het afschrift wordt met de schrijfmachine vervaardigd, waarbij het schrift ontstaat door onmiddellijke aanraking van het papier met zwart inktlint. Het vervaardigen van een afschrift door middel van een printer, dan wel door middel van druk - xerografie, offsetdruk en andere wijzen van reproductie daaronder begrepen -, mits in zwart en duidelijk leesbaar, is geoorloofd. Een beperkte aanvulling van de tekst met de pen is geoorloofd, mits in zwart en duidelijk leesbaar schrift.
Wijzigingen of raderingen mogen in het afschrift niet warden aangebracht. Bijvoegingen en doorhalingen worden met de pen, met de schrijfmachine of een printer terzijde van de kantlijn in zwarte inkt aangebracht onder opgaaf van het aantal bijgevoegde of doorgehaalde woorden, letters en cijfers, en geparafeerd door de ondertekenaar, of op overeenkomstige wijze vermeld v66r de verklaring van eensluidendheid, bedoeld in artikel 10.
Paragraaf 3 Rangschikking en wijze van opberging van de afschriften van ter inschrijving aangeboden stukken
In geval van inschrijving van een stuk dat aanvankelijk in het register van voorlopige aantekeningen is geboekt, warden de formulieren, bedoeld in het eerste lid, opgeborgen bij de formulieren welke betrekking hebben op de dag waarop de inschrijving opnieuw is verzocht of door de rechter is bevolen als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de wet.
Paragraaf 4 Voorlopige aantekeningen
lndien op een ingeschreven stuk tevens melding wordt gemaakt van de doorhaling van de voorlopige aantekening bedoeld in artikel 14, vierde lid, van de wet, wordt aan de aantekening, bedoeld in artikel 13 van de wet, het volgende toegevoegd: "De voorlopige aantekening onder nr. .... is doorgehaald. (Tijdstip van hernieuwde aanbieding: ....)", onder invulling van de desbetreffende gegevens.
In een geval waarin het voor inschrijving vereiste afschrift niet is aangeboden, bedoeld in artikel 15, derde lid, van de wet, vervaardigt de bewaarder van het stuk een mechanische reproductie op ware grootte, dat wordt opgeborgen achter het desbetreffende formulier OR4 in het register van voorlopige aantekeningen.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ingeval de inschrijving is geweigerd op grand van de omstandigheid, voorzien in artikel 15, vierde lid, van de wet, met dien verstande dat het afschrift slechts wordt vervaardigd indien naar het oordeel van de bewaarder het aangeboden formulier niet voldoende duidelijk leesbaar is.
Uitgebrachte dagvaardingen en uitspraken van de rechter in eerste aanleg als bedoeld in artikel 16 van de wet, warden aangetekend in het register van voorlopige aantekeningen door vermelding van de datum van uitbrenging dan wel uitspraak en het nummer waaronder het stuk is opgeborgen achter het desbetreffende formulier OR4.
lndien de inschrijving alsnog is bevolen dan wel opnieuw is verzocht als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de wet wordt dat in het register van voorlopige aantekeningen aangetekend door vermelding van het tijdstip waarop de inschrijving alsnog is bevolen dan wel opnieuw is verzocht, alsmede het dee I en nummer van inschrijving, bedoeld in artikel 13 van de wet.
lndien het tweede lid toepassing heeft gevonden, wordt de voorlopige aantekening doorgehaald door de vermelding op het formulier OR4 van de datum van doorhaling en een korte omschrijving van de reden daarvan. Op het formulier wordt een schuine potloodstreep getrokken, waarna het formulier en de daarbij behorende stukken in een afzonderlijke band warden bewaard.
Paragraaf 5 Bewijs van ontvangst en overige bepalingen
lndien de aanbieder op het bewijs van ontvangst aantekening verlangt van de verrichte inschrijving, wordt op het formulier OR5 de desbetreffende kolom voor het deel en nummer ingevuld en wordt op het formulier de volgende ondertekende verklaring gesteld: "De inschrijving heeft plaatsgevonden op bovengenoemd tijdstip. De afschriften zijn opgenomen in het deel en onder het volgnummer zoals is aangegeven". lngeval een bepaald stuk niet is ingeschreven, doch is geboekt in het register van voorlopige aantekeningen, wordt in de verklaring, bedoeld in de eerste volzin, tevens daarvan melding gemaakt onder opgaaf van het nummer van dat register.
lndien de bewaarder vermoedt dat een inschrijving als bedoeld in de artikelen 38 en 39 van de wet, niet meer van belang is, benadert hij de personen, bedoeld in artikel 40, onderdeel a, van de wet, met de vraag of de desbetreffende inschrijving nog van belang is, en met de uitnodiging om, zo dit niet het geval is, de waardeloosheid daarvan te doen inschrijven. Desgewenst kan door de bewaarder het in te schrijven stuk zodanig warden gereed gemaakt dat betrokkene de stukken slechts heeft te ondertekenen en ter inschrijving aan te bieden.
lndien bij de aanbieding ter inschrijving stukken voor bewijs warden overgelegd die niet mede warden ingeschreven, warden aan de aantekeningen, bedoeld in artikel 13 van de wet, toegevoegd: "Bij de aanbieding ter inschrijving is/zijn het/de volgende stuk(ken) overgelegd:" onder vermelding van een korte aanduiding van elk van de overgelegde stukken.
HOOFDSTUK 5 Vereisten waaraan in te schrijven stukken moeten voldoen
lngeval een ter inschrijving aangeboden stuk betrekking heeft op een bepaald reeds eerder ingeschreven stuk als bedoeld in artikel 19, van de wet, bevat het een verwijzing naar dit eerdere stuk door de vermelding van het soort register waarin inschrijving plaatsvond, alsmede dee! en nummer van inschrijving.
lndien in een in te schrijven stuk de plaatselijke aanduiding van een onroerende zaak of een appartementsrecht wordt vermeld, geschiedt zulks door de vermelding van de plaats en het adres, of, zo de desbetreffende onroerende zaak of het desbetreffende appartementsrecht geen adres heeft, de naam van de plaats en straat in welks nabijheid de onroerende zaak of het appartementsrecht is gelegen.
HOOFDSTUK 6 Verstrekking van inlichtingen
lndien slechts bepaalde gegevens uit een in de openbare registers opgenomen stuk warden gevraagd, wordt een uittreksel verstrekt in de vorm van een mechanische of geautomatiseerde reproductie van het stuk, die is beperkt tot die gehele bladzijde of bladzijden van het desbetreffende register waarop de gevraagde gegevens voorkomen. Op het afschrift wordt, onverminderd het eerste lid, bovendien vermeld:
"Afschrift, bevattende .... bladzijde(n) van de inschrijving deel .... nr. ...," onder invulling van de desbetreffende gegevens.
lndien het te verstrekken afschrift of uittreksel betrekking heeft op een boeking in het register van voorlopige aantekeningen, is het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in de door de bewaarder te ondertekenen verklaring zonodig wordt vermeld op welke stukken de mechanische of geautomatiseerde reproductie betrekking heeft.
Afdeling 2 Getuigschriften inzake hypotheken en beslagen
Op het getuigschrift inzake hypotheken en beslagen wordt bij ieder perceelnummer de letter "n" of "d" vermeld, met daarbij de aantekening:
"n" betekent: met betrekking tot het perceel bestaan geen inschrijvingen inzake hypotheken en beslagen die zijn doorgehaald;
"d" betekent: met betrekking tot het perceel bestaan inschrijvingen inzake hypotheken en beslagen die zijn doorgehaald.
lndien bij tenminste een van de op het getuigschrift vermelde percelen een inschrijving inzake hypotheken en beslagen wordt vermeld, warden bij de desbetreffende percelen vermeld:
lndien van de op het getuigschrift vermelde inschrijvingen inzake hypotheken en beslagen nog andere gegevens warden verlangd dan in het getuigschrift zijn vermeld, warden bij het getuigschrift afschriften van de inschrijvingen waarin deze gegevens voorkomen, als bijlagen bijgevoegd. Op deze afschriften is artikel 31 van overeenkomstige toepassing.
Als het getuigschrift betrekking heeft op een perceel of ondergesplitst appartementsrecht, dat betrokken is in een splitsing of ondersplitsing in appartementsrechten, warden mede vermeld alle desbetreffende inschrijvingen welke betrekking hebben op de bij dat perceel of ondergesplitst appartementsrecht behorende appartementsrechten.
Als een getuigschrift een appartementsrecht betreft warden tevens opgegeven de desbetreffende inschrijvingen welke betrekking hebben op alle percelen of ondergesplitste appartementsrechten die in de desbetreffende splitsing in appartementsrechten zijn betrokken, tenzij de inschrijvingen met betrekking tot de desbetreffende percelen zijn doorgehaald.
Afdeling 3 Overige getuigschriften
lndien het getuigschrift, bedoeld in het eerste lid, alleen betrekking heeft op de aankomsttitel van de vermelde betrokkene ten aanzien van een of meer percelen, wordt het getuigschrift gesteld op het formulier, waarvan de vorm overeenkomt met het model dat als bijlage 10 bij dit eilandsbesluit is gevoegd.
Afdeling 4 Vermelding van voorlopige aantekeningen;wijze van raadpleging
lndien op een getuigschrift als bedoeld in de artikelen 31 tot en met 37, percelen voorkomen ten aanzien waarvan sprake is van voorlopige aantekeningen die nog niet zijn doorgehaald, wordt op het desbetreffende getuigschrift bij die percelen daarvan melding gemaakt door het stellen van de aantekening: "Voorlopige aantekening(en) nr(s) ......., zie bijlage(n) ..", onder invulling van de desbetreffende nummers.
De vergissingen , verzuimen of andere onregelmatigheden, bedoeld in artikel 116 van de wet, warden op de dag dat zulks blijkt, onverwijld hersteld. Op het desbetreffende stuk wordt een door de bewaarder gedagtekende en ondertekende aantekening gesteld, inhoudende een korte vermelding van de inhoud der onregelmatigheid en het tijdstip der herstelling .