Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heumen

Beleidsregels draagkracht individuele bijzondere bijstand gemeente Heumen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeumen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels draagkracht individuele bijzondere bijstand gemeente Heumen
CiteertitelBeleidsregels draagkracht bijzondere bijstand
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 35 van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-01-201801-01-2018bijzondere bijstand

23-01-2018

Gemeentepagina

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels draagkracht individuele bijzondere bijstand gemeente Heumen

 

Burgemeester en wethouders van Heumen;

besluiten:

gelet op artikel 35 van de Participatiewet en artikel 4.18 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Vast te stellen de Beleidsregels draagkracht individuele bijzondere bijstand.

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Alle begrippen die nader omschreven zijn hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet c.a. en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Participatiewet;

  • b.

    ten laste komend kind: het kind jonger dan 18 jaar voor wie de alleenstaande ouder of de gehuwde aanspraak op kinderbijslag kan maken conform artikel 4, lid 1, onder e van de wet;

  • c.

    draagkracht: het gedeelte van het inkomen of vermogen dat de belanghebbende geacht wordt aan te wenden om in de bijzondere kosten te voorzien;

  • d.

    draagkrachtperiode: de periode waarover de financiële draagkracht van een belanghebbende wordt vastgesteld;

  • e.

    inkomen: het inkomen zoals bedoeld in de artikelen 31 tot en met 33 van de wet;

  • f.

    belanghebbende: de aanvrager individuele bijzondere bijstand.

 

HOOFDSTUK 2. DE DRAAGKRACHT

Artikel 2 Draagkrachtperiode

  • 1.

    De draagkracht wordt vastgesteld voor een periode van een jaar, gerekend vanaf de eerste dag van de maand waarin voor het eerst de kosten zijn gemaakt, indien in redelijkheid met die kosten rekening moet worden gehouden.

  • 2.

    De draagkracht kan in afwijking van het eerste lid worden vastgesteld gerekend vanaf de eerste dag van de maand waarin de aanvraag om bijzondere bijstand is ingediend.

  • 3.

    De draagkracht kan in afwijking van het eerste lid worden vastgesteld voor een afwijkende periode indien de aard van de bijzondere kosten of de inkomenssituatie van belanghebbende daartoe aanleiding geeft.

 

Artikel 3 Reikwijdte en wijziging van de draagkracht

  • 1.

    Bij het vaststellen van de draagkracht wordt geen rekening gehouden met het kunnen delen van kosten als bedoeld in artikel 22 a van de wet.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op aanvragen om aanvullende bijzondere bijstand voor levensonderhoud voor belanghebbenden van 18 tot 21 jaar en periodieke bijzondere bijstand voor woonkosten.

  • 3.

    Bij regelmatige inkomsten is het inkomen in de maand voorafgaand aan de maand van ontvangst van de aanvraag bepalend. Bij onregelmatige inkomsten is het gemiddelde inkomen in de 12 maanden voorafgaand aan de maand van ontvangst van de aanvraag bepalend.

  • 4.

    Voor de berekening van de draagkracht wordt het inkomen verlaagd met een bedrag voor de woonkosten, de ziektekostenverzekering, voor zover de daarvoor bestaande normen worden overschreden, en – indien van toepassing-het niet ontvangen (fictief) kindgebonden budget, voor zover deze bij de aanvraag door belanghebbende worden aangetoond.

  • 5.

    Bij de vaststelling van de draagkracht kan rekening worden gehouden met wijzigingen van omstandigheden die binnen de vastgestelde draagkrachtperiode zullen optreden.

  • 6.

    Bedraagt de wijziging in het inkomen 15% of meer per maand, dan wordt de draagkracht opnieuw berekend.

  • 7.

    Wordt de toepasselijke vermogensgrens overschreden, en is dat vermogen niet in aanmerking genomen bij de draagkracht, dan wordt de draagkracht opnieuw berekend.

 

Artikel 4 Draagkrachtberekening

  • 1.

    Met inachtneming van artikel 3 van deze beleidsregels wordt de draagkracht van de belanghebbende als volgt bepaald:

  • a.

    ten aanzien van aanvullende bijzondere bijstand voor levensonderhoud voor belanghebbenden van 18 tot 21 jaar wordt van het inkomen boven het bijstandsniveau 100% als draagkracht beschouwd;

  • b.

    ten aanzien van de overige kosten wordt:

    • I.

      bij een inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm wordt 0% als draagkracht beschouwd;

    • II.

      van het inkomen vanaf 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm wordt 35% draagkracht beschouwd.

  • c.

    Het vermogen dat ingevolge artikel 34 van de wet niet buiten aanmerking is gelaten, wordt volledig als draagkracht aangemerkt, met dien verstande dat alleen rekening wordt gehouden met het vermogen waarover de belanghebbende redelijkerwijs kan beschikken.

  • 2.

    De draagkracht, die op basis van het eerste lid is vastgesteld, kan in geval van periodieke bijzondere bijstand naar evenredigheid per maand over de draagkrachtperiode worden verdeeld.

  • 3.

    Bij samenloop van periodieke en incidentele bijzondere bijstand wordt de draagkracht eerst aangewend voor de incidentele kosten.

 

HOOFDSTUK 3. Slotbepalingen

 

Artikel 5 Bijzondere situaties/hardheidsclausule

  • 1.

    In bijzondere situaties kan het Hoofd afdeling Publiekszaken afwijken van het bepaalde in deze beleidsregels indien toepassing van deze beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2.

    In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist het Hoofd afdeling Publiekszaken

 

Artikel 6 Inwerkingtreding; intrekking

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking de dag na publicatie van dit besluit en werken terug tot 1 januari 2018

  • 2.

    Richtlijnen B063, BO64 en B065 van de Richtlijn bijzondere bijstand 1 maart 2011 worden ingetrokken.

 

Artikel 7 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels draagkracht individuele bijzondere bijstand

 

 

 

Malden, 23 januari 2018

 

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HEUMEN;

 

De gemeentesecretaris,

De burgemeester,

 

 

 

 

mr. D.C. van Eeten

drs. G.M. Mittendorff

 

 

 

 

Toelichting

Artikel 3 lid 4

Bij de berekening van de draagkracht kan alleen rekening gehouden worden met de wettelijke correctie zoals die ook wordt toegepast bij de berekening van de beslagvrije voet.

Inkomen waarop beslag ligt wordt in aanmerking genomen voor draagkracht bij bijzondere bijstand.

Er moet dan onderscheid worden gemaakt tussen algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan (zoals kosten van woninginrichting) en uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan (zoals kosten van beschermingsbewind).

Voor algemeen noodzakelijke kosten volgt uit vaste rechtspraak dat het ontbreken van voldoende reserveringsruimte ten gevolge van beslag op het inkomen geen bijzondere omstandigheid is die in het individuele geval het verlenen van bijstand rechtvaardigt. Dat betekent dat voor algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan waarvoor je geacht wordt te kunnen reserveren het inkomen waarop beslag ligt wel in aanmerking kan worden genomen voor draagkracht bij bijzondere bijstand en voor de door bijzondere omstandigheden ontstane noodzakelijke kosten niet.

 

Artikel 4 lid 1 onderdeel c.

Belanghebbende kan in ieder geval niet beschikken over vermogen i.v.m. de eigen woning die door belanghebbende zelf bewoond wordt en vermogen i.v.m. een pensioen. Het verkopen van de eigen woning en het afkopen van een pensioenverzekering kan niet van de belanghebbende gevraagd worden.