Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haaren

Verordening bij artikel 212 Gemeentewet 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaaren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening bij artikel 212 Gemeentewet 2007
CiteertitelFinanciele verordening gemeente Haaren
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpVerordening bij artikel 212 Gemeentewet 2007

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie (raadsbesluit 06-11-2003).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet art. 212

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-200728-02-2014Nieuwe regeling

13-09-2007

De Leije, 26 september 2007

B&W voorstel 14 augustus 2007

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening bij artikel 212 Gemeentewet 2007

De raad van de gemeente Haaren;in zijn vergadering van 13 september 2007;gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 augustus 2007;gelet op de behandeling in de Raadscommissie van 30 augustus 2007;gelet op artikel 212 van de Gemeentewet.BESLUIT:vast te stellen:Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie.

Titeldeel 1

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Haaren en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • b.

    rechtmatigheid:het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten.

  • c.

    doelmatigheid:het realiseren van beoogde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • d.

    doeltreffendheid:de mate waarin beoogde prestaties ook daadwerkelijk worden behaald.

Titeldeel 1 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programmaindeling

  • 1.

    De raad stelt in ieder geval bij aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.

  • 2.

    De raad stelt per programma vast:

    • a.

      de algemene en operationele doelstellingen (wat willen we bereiken);

    • b.

      de instrumenten (wat gaan we daarvoor doen);

    • c.

      de baten en lasten (wat gaat het kosten).

  • 3.

    Het college stelt per programma indicatoren voor met betrekking tot de doelstellingen en instrumenten.

  • 4.

    De raad stelt de indicatoren, bedoeld in het derde lid, en speerpunten vast.

  • 5.

    Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de doelstellingen en instrumenten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

Artikel 3 Inrichting begroting

  • 1.

    Bij iedere begroting wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productraming aan de programma's.

  • 2.

    De onderverdeling van de programma's in de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

  • 3.

    De programma's bevatten de volgende onderdelen:

    • a.

      de algemene en operationele doelstellingen (wat willen we bereiken);

    • b.

      de instrumenten (wat gaan we daarvoor doen);

    • c.

      de baten en lasten (wat gaat het kosten).

  • 4.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

Artikel 4 Begrotingsvoorbereiding

  • 1.

    Het college biedt uiterlijk 15 juni van het begrotingsjaar een nota aan de raad aan over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden de bevindingen betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 6 en de jaarstukken bedoeld in artikel 7.

  • 2.

    De raad stelt deze nota uiterlijk 31 juli vast.

Artikel 5 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale kosten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2.

    Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3.

    Het college draagt ten aanzien van de productenraming er zorg voor dat:

    • a.

      de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productraming;

    • b.

      de budgetten uit de productraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de programmabegroting;

    • c.

      de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komen te staan.

  • 4.

    Het college draagt er zorg voor dat de lasten van de programma's zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

  • 5.

    Indien het college voorziet dat een geautoriseerd programmabudget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt dit door het college aan de raad gemeld. Het college voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het programmabudget of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid.

  • 6.

    Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar, die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investerings-voorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor.

Artikel 6 Begrotingsuitvoering (rapportage en verantwoording)

  • 1.

    Het college informeert de raad minimaal één keer per jaar door middel van een tussentijdse rapportage over de realisatie van de begroting van de gemeente.

  • 2.

    De tussenrapportage wordt uiterlijk vóór 15 juni van het lopende begrotingsjaar aan de raad aangeboden.

  • 3.

    De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 4.

    De tussenrapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:

    • a.

      de baten en lasten per programma;

    • b.

      het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;

    • c.

      het resultaat voor bestemming volgend uit de onderdelen a. en b.;

    • d.

      de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;

    • e.

      het resultaat na bestemming, volgend uit de onderdelen c. en d., alsmede een realisatie en raming van de producten en de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten.

  • 5.

    De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma's of de beleidsdoelen van de programma's voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

Artikel 7 Inrichting jaarstukken

  • 1.

    Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de diensten naar de productenrealisatie en naar de programmaverantwoording.

  • 2.

    Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma's. In de verantwoording geeft het college aan:

    • a.

      algemene doelstellingen (hebben we bereikt wat we wilden bereiken);

    • b.

      instrumenten (hebben we daarvoor gedaan wat we zouden doen);

    • c.

      baten en lasten (heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten).

  • 3.

    In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Titeldeel 2 Paragrafen Programmabegroting en -verantwoording

Artikel 8 Lokale heffingen

  • 1.

    Het college biedt ieder jaar in de paragraaf lokale heffingen van de programmabegroting voorstellen aan voor beleid dan wel aanpassing daarvan op het gebied van lokale heffingen.

    De paragraaf behandelt in ieder geval:- de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen;- de kostendekkendheid van de heffingen;- de druk van de lokale belastingen en heffingen;- het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid.

  • 2.

    Voor het vaststellen van de hoogte van gemeentelijke tarieven, heffingen en prijzen door de raad verstrekt het college aan de raad per verordening de actueel geraamde hoeveelheden per door de gemeente verstrekte dienst, waarover de tarieven, heffingen en prijzen in rekening worden gebracht en per verordening het totaal van de geraamde kosten van de erin genoemde door de gemeente verstrekte diensten.

  • 3.

    Bij de programmarekening doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van: de opbrengsten per lokale heffing; het volume en bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing; de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor eenpersoonshuishoudingen, meerpersoonshuishoudens en bedrijven.

Artikel 9 Weerstandsvermogen en risicomanagement

Het college doet ieder jaar in de paragraaf weerstandsvermogen van de programmabegroting voorstellen voor beleid dan wel aanpassing daarvan op het gebied van weerstandsvermogen. Er wordt tevens het gewenste weerstandscapaciteit bepaald. Deze paragraaf bevat ook het gemeentelijke beleid op het gebied van reserves en voorzieningen.

Artikel 10 Onderhoud kapitaalgoederen

Het college biedt ieder jaar in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen voorstellen aan voor beleid dan wel aanpassing daarvan op het gebied van onderhoud openbare ruimte. De paragraaf geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, riolering, water, wegen, kunstwerken en gemeentelijke gebouwen.

Artikel 11 Financiering

Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van:

  • a.

    de kasgeldlimiet;

  • b.

    de renterisiconorm;

  • c.

    de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar;

  • d.

    de rentevisie;

  • e.

    de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Artikel 12 Bedrijfsvoering

  • 1.

    Het college besteedt jaarlijks in de programmabegroting en -rekening aandacht aan de bedrijfsvoering.

  • 2.

    In de bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringparagraaf van het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede over nieuwe ontwikkelingen.

  • 3.

    Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a Gemeentewet.

Artikel 13 Verbonden partijen

  • 1.

    Het college biedt ieder jaar in de programmabegroting voorstellen aan tot vaststelling dan wel aanpassing van beleid met betrekking tot verbonden partijen.

  • 2.

    Van elk van de verbonden partijen wordt in de jaarrekening weergegeven het openbaar belang, het financieel belang en de zeggenschap van de gemeente.

  • 3.

    De paragraaf bevat voorts de kaders voor het beleid aangaande (het aangaan van nieuwe) participaties met name de condities waaronder het publiek belang is gediend met behartiging door verbonden partijen, de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verbonden partijen en de financiële voorwaarden.

  • 4.

    In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen.

Artikel 14 Grondbeleid

  • 1.

    Het college stelt een grondnota op. De raad stelt de nota vast binnen twee maanden nadat de nota is ingediend.

  • 2.

    Het college biedt ieder jaar in de programmabegroting voorstellen aan tot vaststelling dan wel aanpassing van het grondbeleid. Hierbij wordt aandacht besteed aan:

    • a.

      de relatie met de programma's van de begroting;

    • b.

      de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

    • c.

      te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

    • d.

      de uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpachtvergoedingen.

  • 3.

    In de paragraaf grondbeleid van de begroting en de jaarstukken wordt ingegaan op de uitvoering van de nota grondbeleid, met name de belangrijkste financiële ontwikkelingen zoals verlies/winstverwachtingen, de verwerving van gronden e.d. en de relaties van het grondbeleid met de programma's.

Titeldeel 3 Financieel beleid

Artikel 15 Financiële positie

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.

  • 2.

    Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen wordt in de jaarrekening expliciet vermeld.

Artikel 16 Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1.

    Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota waardering activa en afschrijvingen aan. Deze nota behandelt in ieder geval:

    • a.

      dat de materiële vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten, lineair worden afgeschreven.

    • b.

      hoe wordt omgegaan met materiële activa met alleen meerjarig maatschappelijk nut.

  • 2.

    De raad stelt de nota waardering activa vast binnen twee maanden nadat de nota is aangeboden.

  • 3.

    Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten worden verstaan: investeringen in de rehabilitatie van en het aanleggen en onderhouden van bestaande wegen, waterwegen, civiele kunstwerken, groen, openbare verlichting, verkeersmaatregelen en kunstwerken.

Artikel 17 Voorziening voor oninbare vorderingen

  • 1.

    Voor openstaande vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd.

  • 2.

    Jaarlijks wordt de omvang van deze voorziening beoordeeld en zonodig bijgesteld.

Artikel 18 Reserves en voorzieningen

  • 1.

    Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar de (bijstelde) nota reserves en voorzieningen aan.

  • 2.

    De nota behandelt:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves;

    • b.

      de vorming en besteding van voorzieningen;

    • c.

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen, in relatie tot de paragraaf weerstandsvermogen bedoeld in artikel 9.

Artikel 19 Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3.

    De omslagrente voor de rentetoerekening aan de activa wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij de begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en de voorzieningen.

Artikel 20 Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor:

    • a.

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma's binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;

    • b.

      het beheersen van de risico's verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico's, koersrisico's en kredietrisico's;

    • c.

      het zo veel mogelijk beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen;

    • d.

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2.

    Het college volgt bij de uitvoering van de financieringsfunctie de richtlijnen zoals opgenomen in het treasurystatuut.

  • 3.

    Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.

Artikel 21 Verstrekking subsidies

  • 1.

    Het college biedt tenminste eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota verstrekking gemeentelijke subsidies aan. De nota bevat het kader voor de verstrekking van gemeentelijke subsidies en een overzicht van de toegekende gemeentelijke subsidies.

  • 2.

    De raad stelt de nota vast binnen twee maanden na aanbieding van de nota door het college.

Titeldeel 4 Financieel beheer en interne controle

Artikel 22 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeentelijke organisatie;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten enz.;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 23 Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheerhandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 24 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Artikel 25 Financiële administratie

Het college draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • b.

    de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 26 Financiële organisatie

Het college zorg voor en legt vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productenraming en de productrealisatie.

Artikel 27 Aanbesteding en inkoop

Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels ter zake van de Europese Unie.

Titeldeel 5 Slotbepalingen

Artikel 28 Intrekking oude regeling

De 'Financiële verordening gemeente Haaren' vastgesteld door de raad op 6 november 2003 wordt met ingang van 1 oktober 2007 ingetrokken.

Artikel 29 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2007.

Artikel 30 Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam 'Financiële verordening gemeente Haaren'.

De raad van de gemeente Haaren,Raadsgriffier, Voorzitter,

Mr. P.J.F. Bemelmans F.H.G.M. Ronnes