Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Loon op Zand

Algemene Subsidieverordening 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLoon op Zand
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene Subsidieverordening 2010
CiteertitelAlgemene Subsidieverordening 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 108 jo 149
  2. Algemene wet bestuursrecht, titel 4.2
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201010-04-2019Onbekend

17-12-2009

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene Subsidieverordening 2010

 

De raad van de gemeente Loon op Zand;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2009, nummer 2009/88;

gelet op het advies van de commissie Mens en Maatschappij d.d. 30 november 2009;

gelet op artikel 108 jo 149 van de gemeentewet en op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit:

De Algemene Subsidieverordening 2010 van de gemeente Loon op Zand als volgt vast te stellen:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1

Op de bepalingen, opgenomen in deze verordening, zijn de artikelen over besluiten, beschikkingen, beslistermijnen, subsidie en bezwaar en beroep van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 1.2 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Wet: de Algemene wet bestuursrecht;

Prestaties: de vastgelegde resultaten, die met gesubsidieerde activiteiten moeten worden behaald;

Subsidie: artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht;

Waarderingssubsidie: een subsidie als waardering voor activiteiten, die de gemeente van belang acht, zonder deze - of slechts in beperkte mate - naar aard, inhoud, omvang en/of beoogde effecten te willen beTnvloeden en waarbij niet per definitie een relatie bestaat met het exploitatieresultaat;

Budgetsubsidie: een subsidie in de vorm van een bedrag per prestatie voor de uitvoering van activiteiten die het gemeentebestuur naar aard, inhoud, omvang en/of beoogde effecten wil beTnvloeden;

Garantiesubsidie: een garantiesubsidie is een eenmalige budgetsubsidie, die wordt verstrekt tot dekking van het door burgemeester en wethouders vooraf aanvaarde maximale negatieve saldo van de exploitatie van de beoogde activiteit;

Eenmalige subsidie: een subsidie die voor een bepaalde, niet structurele of niet regelmatig terugkerende, activiteit wordt verleend;

Meerjarige subsidie: een subsidie die voor de duur van maximaal vier jaar wordt verleend voor een bepaalde, structurele of regelmatig terugkerende activiteit;

Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies;

Werkplan: het door de instelling vastgestelde plan, waarin de in de betrokken periode uit te voeren activiteiten worden vermeld met de doelstellingen, de te hanteren methoden en de benodigde personele, materiele en organisatorische middelen;

Reserve: een reserve als bedoeld in artikel 2:373 Burgerlijk Wetboek;

Egalisatiereserve: reserve als bedoeld in artikel 4:72 Algemene wet bestuursrecht om de negatieve verschillen tussen de subsidie en de kosten van de gesubsidieerde activiteiten op te vangen.

Artikel 1.3 Reikwijdte van de verordening

Deze verordening geldt voor het verstrekken van alle subsidies, waarvoor niet bij afzonderlijke verordening of wettelijke bepaling een uitputtende regeling is getroffen.

Artikel 1.4 Bevoegdheden

  • 1.

    De gemeenteraad stelt jaarlijks via de gemeentebegroting de bedragen vast die voor subsidiering beschikbaar zijn;

  • 2.

    de gemeenteraad stelt jaarlijks subsidieplafonds binnen de geautoriseerde financiële kaders;

  • 3.

    het college van burgemeester en wethouders is belast met de uitvoering van de verordening;

  • 4.

    het college van burgemeester en wethouders kan nadere voorschriften opleggen ter uitvoering van deze verordening;

  • 4.

    krachtens artikel 4:49 en 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht kan het college verstrekte subsidiebedragen en voorschotten geheel of gedeeltelijk terugvorderen, indien onjuiste inlichtingen zijn verstrekt, terwijl aanvrager wist of redelijkerwijs kon weten dat deze van invloed zijn op het recht op subsidie of de hoogte daarvan;

  • 5.

    het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de handhaving, het aanstellen van toezichthouders en het toepassen van sancties.

Artikel 1.5 Subsidietermijnen

Subsidie kan op verzoek van een aanvrager worden verstrekt:

  • a.

    voor een eenmalige activiteit of een activiteit met een van tevoren bekende tijdsduur van maximaal vier jaar;

  • b.

    voor een jaarlijkse activiteit voor een periode van een of meer jaren.

HOOFDSTUK 2 AANVRAAG EENMALIGE EN MEERJARIGE WAARDERINGSSUBSIDIES

Artikel 2.1 Algemene eisen

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager:

  • 1.

    activiteiten te (gaan) verrichten, die passen binnen de beleidsdoelen van de gemeente, ten dienste staan van de gemeente of de inwoners, en die geen specifieke politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming beogen of feitelijk betreffen;

  • 2.

    de behoefte aan de subsidiering van de activiteiten aannemelijk te maken;

  • 3.

    te voldoen aan de voorwaarden en verplichtingen die in deze verordening en in de beschikking tot subsidieverlening staan.

Artikel 2.2 Termijn indienen aanvraag eenmalige waarderingssubsidie

Een aanvraag voor een subsidie, die wordt verleend ten behoeve van een bepaalde, niet-structurele of niet regelmatig terugkerende activiteit wordt tenminste acht weken voor de aanvang van desbetreffende activiteit bij het college ingediend.

Artikel 2.3 Termijn indienen aanvraag meerjarige waarderingssubsidie

De ontvanger van een meerjarige subsidie dient jaarlijks voor 1 mei voor het daarop volgende kalenderjaar een aanvraag in bij het college.

Artikel 2.4 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een subsidie dient te worden ingediend middels het door het college vastgestelde aanvraagformulier. De aanvraag dient vergezeld te gaan van de op het formulier genoemde gegevens en documenten;

  • 2.

    een aanvraag kan buiten behandeling worden gesteld, indien niet is voldaan aan hetgeen in lid 1 van dit artikel wordt genoemd.

Artikel 2.5
  • 1.

    Het college is te allen tijde bevoegd de volgende gegevens te verlangen van de aanvrager/ subsidieontvanger:

    • a.

      een activiteitenplan of een verslag van het voorgaande subsidiejaar;

    • b.

      een exploitatiebegroting van baten en lasten;

    • c.

      het bankrekeningnummer van de aanvrager;

    • d.

      afschrift van de oprichtingsakte of van de statuten, zoals deze laatstelijk gewijzigd zijn;

  • 2.

    het college kan om andere bescheiden verzoeken, of anderszins nadere informatie verlangen, die voor de beoordeling van de subsidieaanvraag noodzakelijk wordt geacht.

Artikel 2.6 Vermogensvorming

  • 1.

    Indien het verstrekken van subsidie heeft geleid tot vermogensvorming is de subsidieontvanger daarvoor een vergoeding verschuldigd in de volgende gevallen:

    • a.

      de subsidieontvanger vervreemdt of wijzigt de bestemming van voor het verrichten van de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen;

    • b.

      de subsidieontvanger ontvangt een schadevergoeding voor verlies of beschadiging van voor het verrichten van de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen;

    • c.

      de gesubsidieerde activiteiten worden geheel of gedeeltelijk beëindigd;

    • d.

      de subsidieverlening of de subsidievaststelling wordt ingetrokken of de subsidie wordt beëindigd;

    • e.

      de rechtspersoon die de subsidie ontving, wordt ontbonden;

  • 2.

    indien de subsidieontvanger zijn inkomsten geheel of in overwegende mate ontleent aan subsidie van de gemeente Loon op Zand, wordt de maximale vergoeding vereist;

  • 3.

    indien het tweede lid niet van toepassing is, wordt de hoogte van de vergoeding bepaald naar evenredigheid van het aandeel van de subsidie van de gemeente Loon op Zand in de totale inkomsten;

  • 4.

    bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen;

  • 5.

    indien het onroerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling door een onafhankelijk deskundige.

HOOFDSTUK 3 AANVRAAG EENMALIGE OF MEERJARIGE BUDGETSUBSIDIE OF GARANTIESUBSIDIE

Artikel 3.1 Schakelbepaling

Hoofdstuk 2 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3.2 Termijn indienen aanvraag meerjarige budgetsubsidie of garantiesubsidie

De ontvanger van een meerjarige budgetsubsidie dient voor 1 mei voor het daarop volgende kalenderjaar een aanvraag in bij het college.

Artikel 3.3 Beslistermijn voor de aanvraag van een meerjarige budgetsubsidie of garantiesubsidie

 

Het college beslist voor 1 januari van het jaar, waarin de activiteiten worden gerealiseerd.

Artikel 3.4 Egalisatiereserve

  • 1.

    De ontvanger van een budgetsubsidie of garantiesubsidie mag een egalisatiereserve vormen als bedoeld in artikel 4:72 Algemene wet bestuursrecht;

  • 2.

    de egalisatiereserve mag maximaal 10% bedragen van het voor net meest recente boekjaar door de gemeente Loon op Zand verleende subsidiebedrag;

  • 3.

    het verschil tussen de vastgestelde subsidie en de werkelijke kosten van de activiteiten, waarvoor subsidie werd verleend, komt ten gunste onderscheidenlijk ten laste van de egalisatiereserve;

  • 4.

    de van de egalisatiereserve genoten rente wordt aan de egalisatiereserve toegevoegd;

  • 5.

    de subsidieontvanger is ter zake van de egalisatiereserve vergoedingsplichtig - naar evenredigheid van de mate, waarin de subsidie aan de egalisatiereserve heeft bijgedragen - in de volgende gevallen:

    • a.

      de gesubsidieerde activiteiten worden geheel of gedeeltelijk beëindigd;

    • b.

      de subsidieverlening of de subsidievaststelling wordt ingetrokken of de subsidie wordt beëindigd;

    • c.

      de rechtspersoon wordt ontbonden.

HOOFDSTUK 4 DE SUBSIDIEVERSTREKKING

Artikel 4.1 Subsidieverlening (4:29 Algemene wet bestuursrecht)

Het college beslist op verzoeken om subsidieverlening binnen de door de raad vastgestelde subsidieplafonds en met inachtneming van de door de raad vastgestelde regels.

Artikel 4.2 Subsidievaststelling (4:29 en 4:44 Algemene wet bestuursrecht)

Indien een beschikking omtrent subsidieverlening is gegeven, wordt de subsidie vastgesteld aan de hand van een afrekening ingediend binnen 13 weken na afloop van de activiteiten.

Artikel 4.3 Directe subsidie vaststelling (4.43 Algemene wet bestuursrecht)

Het college kan besluiten de subsidie direct vast te stellen, zonder voorafgaande beschikking tot subsidieverlening, mits bij de aanvraag een begroting en een activiteitenplan is gevoegd.

Artikel 4.4 Ambtshalve subsidievaststelling

Het college kan besluiten zonder voorafgaande aanvraag, op basis van jaarstukken, subsidie vast te stellen. De jaarlijks in te dienen jaarstukken worden dan beschouwd als aanvraag voor de vaststelling van de subsidie. De subsidie wordt dan vastgesteld op basis van de op dat moment beschikbare gegevens.

Artikel 4.5 Begrotingsvoorwaarde (4:34 lid 1 Algemene wet bestuursrecht)

Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid van de wet.

Artikel 4.6 Weigeringgronden (4:25 lid 2 jo 4:35 Algemene wet bestuursrecht)

Naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen, kan de subsidieverstrekking worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:

  • 1.

    niet aan de voorwaarden van deze verordening zal worden voldaan;

  • 2.

    het subsidiebedrag niet of in onvoldoende mate besteed zal worden voor het doel waarvoor subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • 3.

    de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden kan beschikken om de kosten van de activiteit te dekken, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden;

  • 4.

    activiteiten verricht (gaan) worden, die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde, waarbij onder wet tevens wordt verstaan jurisprudentie en de algemene rechtsbeginselen.

HOOFDSTUK 5 VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIE-ONTVANGER

(4:37 Algemene wet bestuursrecht)

Artikel 5.1 Financieel verslag eenmalige subsidies

Binnen 13 weken na afloop van de activiteit zendt de subsidieontvanger van een eenmalige subsidie een verslag aan het college, bestaande uit een financiële verantwoording van inkomsten en uitgaven en een beknopt inhoudelijk verslag van de activiteit.

Artikel 5.2 Financieel en inhoudelijk verslag budgetsubsidie

  • 1.

    De subsidieontvanger van een eenmalig budgetsubsidie zendt binnen 13 weken na afloop van de activiteit een financieel en inhoudelijk verslag aan het college;

  • 2.

    de subsidieontvanger van een meerjarige budgetsubsidie zendt jaarlijks voor 1 mei een financieel en inhoudelijk verslag over voorgaand jaar aan het college;

  • 3.

    het financieel verslag bestaat uit:

    • a.

      een rekening van baten en lasten, die op dezelfde wijze moet zijn ingericht als de bij de subsidieaanvraag overgelegde begroting, gerelateerd aan het jaar daarvoor;

    • b.

      een balans per 31 december van het voor-, voorgaande jaar;

    • c.

      een toelichting op de rekening van baten en lasten en de balans en een analyse van relevante verschillen tussen verschillende jaren en tussen begroting en uitkomst;

       

    • De inhoudelijke rapportage bevat in ieder geval:

    • d.

      een overzicht van de verrichte activiteiten met een beschrijving van de gevolgde werkwijze en van het verkregen resultaat; hierbij worden vergelijkingen met vroegere jaren en verwachtingen omtrent toekomstige ontwikkelingen beschreven;

    • e.

      een verantwoording en evaluatie van het feitelijk resultaat van de activiteiten in relatie tot het beoogde resultaat, genoemd bij het indienen van de aanvraag.

Artikel 5.3 Kwaliteitseisen

  • 1.

    De deelnemers of vrijwilligers worden bij het beleid van de subsidieontvanger betrokken, wat geregeld is in statuten, huishoudelijk reglement of een afzonderlijk bestuursbesluit;

  • 2.

    de activiteiten van de subsidieontvanger dienen open te staan voor alle groeperingen zonder onderscheid naar ras, geslacht, godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, seksuele gerichtheid, burgerlijke staat of op welke grond ook, tenzij er sprake is van een op een specifieke doelgroep gerichte activiteit.

Artikel 5.4 Meldingsplicht bij gewijzigde omstandigheden

  • 1.

    De subsidieaanvrager of -ontvanger doet zo spoedig mogelijk melding aan het college van omstandigheden, die van belang kunnen zijn voor de vaststelling van het recht op subsidie of de hoogte daarvan;

  • 2.

    de subsidieontvanger stelt het college in kennis van wijziging van de statuten, het aanvragen van faillissement of surseance van betaling, het ontbinden van de rechtspersoon of het beëindigen van de activiteiten.

HOOFDSTUK 6 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 6.1 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kan het college afwijken van de in deze verordening opgenomen bepalingen, indien de gevolgen van een strikte toepassing ervan jegens een aanvrager onevenredige gevolgen zouden hebben in verhouding tot het met de bepaling te dienen doel.

Artikel 6.2 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010;

  • 2.

    met ingang van deze datum vervallen de "Algemene Subsidieverordening 2000 gemeente Loon op Zand" en de "Subsidieverordening Welzijn 2000 gemeente Loon op Zand";

  • 3.

    subsidieaanvragen ingediend voor 1 januari 2010, waarop op het moment van inwerkingtreding nog niet is beslist, vallen van rechtswege onder deze verordening.

Artikel 6.3 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Algemene Subsidieverordening 2010 gemeente Loon op Zand (ASVLOZ)".

  • 1.

    de Algemene Subsidieverordening 2000 gemeente Loon op Zand met ingang van 1 januari 2010 uitsluitend nog van toepassing te verklaren voor subsidies die voor 1 januari 2010 zijn verleend of vastgesteld;

  • 2.

    de Algemene Subsidieverordening 2000 gemeente Loon op Zand met ingang van 1 januari 2010 in te trekken.

     

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 17december2009.

De raad voornoemd,

Voorzitter,

Griffier,