Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dronten

BELEIDSREGEL TERRASSEN GEMEENTE DRONTEN

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDronten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBELEIDSREGEL TERRASSEN GEMEENTE DRONTEN
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-2014Beleidsregels

01-04-2014

Gemeenteblad d.d. 30-04-2014, nr. 23973

Tekst van de regeling

Intitulé

BELEIDSREGEL TERRASSEN GEMEENTE DRONTEN

Hoofdstuk 1  

 

Algemene bepalingen

1. Algemeen

De definities uit de Apv van Dronten zijn van toepassing. Met name zoals benoemd in

artikel 2:27;

  • a.

    Vergunning: Vergunning als bedoeld in artikel 2.28 Apv. In deze nota wordt hiermee specifiek bedoeld, een vergunning voor het exploiteren van een terras op een openbare plaats;

  • b.

    Terrasmeubilair: de tafels, zitelementen, parasols, terrasschermen, terrasverwarming en bloembakken (voor zover niet als terrasafscheiding in gebruik) die op een terras gebruikt worden;

Hoofdstuk 2  

 

Aanvraag terrasvergunning

2.1 vastgesteld aanvraagformulier

Een aanvraag wordt ingediend doormiddel van een door de burgemeester vastgesteld aanvraagformulier;

2.2 toetsing aanvraag

  • a.

    De aanvraag om vergunning voor het in gebruik nemen van een openbare plaats ten behoeve van een terras wordt getoetst aan de Apv.

  • b.

    De aanvraag om vergunning moet betrekking hebben op een bedrijf zoals bedoeld in deApv 2:28 lid 4 en dient te passen in het bestemmingsplan. Een uitzondering kan worden gemaakt voor horecabedrijven die zijn aan te merken als sportkantine of zorginstelling.

  • c.

    Het beoogde terras bevindt zich in de onmiddellijke nabijheid van het horecabedrijf.

  • Vanuit de inrichting vindt direct zicht op het terras plaats, tenzij het bestemmingsplan anders aangeeft.

Hoofdstuk 3  

 

De terrasvergunning

  • 1.

    De terrasvergunning heeft een (rechts)persoonsgebonden karakter en is niet overdraagbaar bij overname of overdracht van de onderneming.

  • Aanvragen worden beoordeeld op grond van deze beleidsregels.

  • Het kan om die reden gebeuren dat een bestaande situatie niet opnieuw (onder dezelfde, bestaande condities) vergund wordt.

  • 2.

    Een terrasvergunning wordt verleend voor een periode van maximaal vijf jaar.

  • 3.

    De vergunninghouder dient er zelf op toe te zien dat tijdig, voor het verstrijken van de geldigheid van de terrasvergunning, een nieuwe aanvraag wordt ingediend bij gemeente Dronten.

  • 4.

    Voor het aanvragen van een terrasvergunning is de aanvrager leges verschuldigd, conform de vigerende legesverordening van de gemeente Dronten.

  • 5.

    Voor het gebruik van de gronden waarop het terras is geprojecteerd, is de vergunninghouder jaarlijks precariobelasting verschuldigd conform het vigerende Precariobesluit van de gemeente Dronten, indien zij eigenaar is van deze gronden.

  • De hoogte van de precariobelasting wordt jaarlijks door gemeente Dronten vastgesteld.

  • 6.

    In geval van (weg)werkzaamheden, herinrichting van de openbare weg, het vernieuwen van kabels- en/of leidingen etc. of ten gevolge van evenementen, wordt het terras of het noodzakelijke gedeelte daarvan, op eerste aanzegging onverwijld verwijderd of aangepast, zonder dat de exploitant daaraan enig recht op schadevergoeding kan ontlenen. De aanzegging wordt indien mogelijk ruim van te voren schriftelijk gedaan. In geval van een spoedeisend karakter als gevolg van een calamiteit, zal dit mondeling worden aangezegd. Heeft de situatie een langdurig of permanent karakter, dan kan de verleende terrasvergunning hierop worden aangepast.

  • 7.

    Een terrasvergunning kan door gemeente Dronten worden ingetrokken of niet worden verlengd als sprake is van hinder en/of overlast op grond van de Apv, zoals vervuiling, geluidsoverlast, dronkenschap, drugsgebruik, criminaliteit en overtreding van de sluitingstijden;

  • 8.

    Een terrasvergunning kan door gemeente Dronten worden ingetrokken of niet worden verlengd als sprake is van overtreding van de aan de terrasvergunning verbonden voorschriften;

Hoofdstuk 4  

 

Gebruik

4.1 Openingstijd terras

In afwijking van artikel 2:29 van de Apv, zal de openingstijd van het terras zijn tussen 07.00 uur in de ochtend en 23.00 uur in de avond, tenzij in de vergunning anders is bepaald. Met betrekking tot de openingstijden van een terras wordt aansluiting gezocht bij de openingstijden van het horecabedrijf waar het terras toe behoort. Heeft een bedrijf een andere openingstijd na 07.00 uur en een sluitingstijd eerder dan 23.00 uur, zoals bijvoorbeeld de sluitingstijden genoemd in de Winkeltijdenwet, dan gelden die openings- en sluitingstijden tevens voor het terras.

4.2 Afmetingen en plaatsing van het terras

  • 1.

    De oppervlakte en locatie van het terras wordt op een kaart aangegeven die als bijlage bij de vergunning wordt gevoegd;

  • 2.

    De maximale afmetingen van het terras wordt op de locatie aangegeven met behulp van de daarvoor bestemde markeerpunten;

  • 3.

    Als een terras op het trottoir is gevestigd, moet te allen tijde een minimale strook vrije ruimte overblijven tussen het terras en de rand van het trottoir, zoals bepaald in de vigerende Apv van de gemeente Dronten;

  • 4.

    Terrassen die zijn gelegen voor een horecabedrijf zijn niet breder dan het pand van waaruit de horecabedrijf wordt geëxploiteerd, tenzij hierop in het vigerende bestemmingsplan een uitzondering is gemaakt. Tevens kunnen uitzonderingen gelden voor terrassen waarvoor reeds een omgevingsvergunning is verleend alsmede voor terrassen gelegen op eigen grond en die verder dan 20 meter zijn gelegen van gebouwen die niet tot de onderneming behoren;

  • 5.

    Het terras en -meubilair mag niet op brandkranen of brandputten geplaatst worden. Tevens dienen (nood)uitgangen van omliggende gebouwen te allen tijde vrij te blijven van obstakels;

  • 6.

    Indien nodig moet het terras, in verband met wegwerkzaamheden, herinrichting van de openbare weg, het vernieuwen van kabels- en/of leidingen etc. of ten gevolge van evenementen, op eerste aanzegging worden verwijderd, zonder dat de exploitant daaraan enig recht op schadevergoeding kan ontlenen;

  • 7.

    Het is niet toegestaan voorwerpen te plaatsen binnen een afstand van 60 cm van een blindegeleidestrook.

4.3 Muziek op terrassen

Het ten gehore brengen van iedere vorm van muziek op terrassen is niet toegestaan.

Hoofdstuk 5  

 

Welstandtoetsing meubilair

5.1 Terrasmeubilair

Een groot gedeelte van de terrassen bevindt zich binnen de dorpskernen van Dronten, Biddinghuizen en Swifterbant. Deze dorpskernen worden in de vigerende Welstandsnota van de gemeente Dronten als beeldbepalende gebieden beschouwd, waarvoor een bijzonder welstandsniveau geldt.

Aan een vergunning voor het exploiteren van een terras worden in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:

  • 1.

    Per terras dienen stoelen en tafels een bij elkaar passend geheel te vormen. Het terrasmeubilair dient qua kleur, materiaal en verschijningsvorm een eenheid te vormen met het horecabedrijf waar het terras voor geplaatst wordt en dient in samenhang te zijn met meubilair op naastgelegen terrassen. Het terrasmeubilair dient kwalitatief hoogwaardig te zijn en mag geen afbreuk doen aan andere functies van de openbare ruimte inclusief de bescherming van het uiterlijk aanzien daarvan. Het terrasmeubilair moet en ten aanzien van vlamuitbreiding ingedeeld zijn in klasse 2, als bedoeld in NEN 6065, uitgave 1991 en 6065/A1, uitgave 1997.

  • 2.

    Terrasparasols met ingestorte voet (grondpot), waarvoor schriftelijk toestemming is verleend, mogen gedurende het terrasseizoen ook tussen 23.00 uur en 07.00 uur blijven staan. De terrasparasols dienen dan volledig te worden ingedraaid en mogen nooit een gevaar vormen voor de openbare veiligheid. Als het terras voor langere tijd niet gebruikt zal worden, bijvoorbeeld in de winterperiode, moet de terrasparasol verwijderd worden en mag niet in de openbare ruimte worden opgeslagen. De voet dient verwijderd te worden en de grondpot met een deksel te worden afgesloten.

  • 3.

    Het terrasmeubilair moet gemakkelijk verplaatsbaar zijn. Na sluitingstijd tot openingstijd dienen alle elementen van een terras te worden verwijderd en opgeslagen. Een uitzondering kan worden gemaakt voor een terras op eigen terrein en voor een terras op een gebied dat na sluitingstijd is afgesloten.

  • 4.

    Tussen twee aangrenzende horecabedrijven mag slechts een enkele rij terrasschermen wordengeplaatst.

  • 5.

    De maximaal toegestane hoogte van een terrasafscheiding bedraagt 2 meter en dient boven een hoogte van 0,90 meter transparant te worden uitgevoerd. Een uitzondering hierop zijn terrasafscheidingen waarvoor reeds omgevingsvergunning is verleend.

  • 6.

    Op het terras is alleen op de volant van de parasols reclame toegestaan;

  • 7.

    Losse reclame- of menuborden op het terras zijn niet toegestaan. Alleen losse borden, plat tegen de gevel bevestigd, met een gezamenlijke oppervlakte van 0,50 m2 en direct te verwijderen, zijn gedurende de openingstijden van het terras toegestaan.

5.2 Installaties en voorzieningen

  • 1.

    De onderzijde van de volant van een parasol bevindt zich op minimaal 2,20 meter boven het straatniveau;

  • 2.

    Parasols zijn niet breder dan het toegestane terras en overschrijden de grenzen van het terras niet;

  • 3.

    Voor de verankering van parasols doormiddel van grondpotten, is vooraf een schriftelijke toestemming van gemeente Dronten benodigd;

  • 4.

    Het plaatsen en/of gebruiken van een tapinstallatie, keukenapparatuur of andere kookbenodigdheden op het terras is niet toegestaan. Een uitzondering hierop kan worden gemaakt voor terrassen waar hiervoor reeds een omgevingsvergunning is verleend; Bij evenementen waarvoor een evenementenvergunning is verleend, kan een tapinstallatie eventueel wel worden toegestaan;

  • 5.

    Een terras mag niet worden voorzien van een (semi)permanente overkapping of zijwanden;

  • 6.

    Er mag geen partytent op of over het terras worden geplaatst;

  • 7.

    Op het terras dienen voldoende mogelijkheden te zijn om afval in te deponeren. De exploitant van het terras is verantwoordelijk voor het aanzien van het openbaar waarvan zijn terras deel uitmaakt. Na sluitingstijd dient het terras en de directe omgeving ervan, schoon en netjes te zijn;

  • 8.

    Bij het gebruik van mobiele terrasverwarming gelden de volgende regels;

    • a.

      verwarmingselementen dienen veilig te zijn uitgevoerd. Open vuur is verboden;

    • b.

      de terrasverwarming mag geen looppaden blokkeren en staat niet bij andere brandbare materialen;

    • c.

      er worden alleen goedgekeurde gasflessen en - slangen of elektriciteitsaansluitingen gebruikt;

    • d.

      de terrasverwarming wordt dagelijks direct na sluitingstijd verwijderd;

  • 9.

    Het plaatsen van vlonders op de openbare weg onder terrassen is niet toegestaan;

Hoofdstuk 6  

 

Slotbepalingen

6.1 Overgangsbepalingen

De vigerende terrasvergunningen, voor zover deze niet per 1 januari 2014 eindigen, en het huidige terrasmeubilair zijn uiterlijk 1 april 2016 in overeenstemming gebracht met het bepaalde in deze beleidsregels en het terrasmeubilair doet vanaf deze datum geen afbreuk aan andere functies van de openbare ruimte, inclusief de bescherming van het uiterlijk aanzien daarvan.

6.2 Evenementenvergunningen

Tijdens evenementen hebben de voorschriften uit de daartoe passende vergunning voorrang boven de terrasvergunning.

6.3 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als 'Beleidsregel terrassen gemeente Dronten'.

 

Dronten, 1 april 2014

Namens het college van Dronten,

 

R.Kool

secretaris

mr. A.B.L. de Jonge

burgemeester

 

Toelichting

Inleiding

Deze 'Beleidsregels terrassen gemeente Dronten' geven een beschrijving van het juridisch toetsingskader voor aanvragen om een terrasvergunning.

 

In hoofdstuk 1 tot en met 5 wordt het algemene kader uiteengezet dat van toepassing is op alle aanvragen om een terrasvergunning.

 

Hoofdstuk 6 bevat de slotbepalingen, waaronder de datum van inwerkingtreding en de citeertitel.

 

Hoofdstuk 1

Algemene bepalingen

1. Algemeen

Bij de gehanteerde begripsbepalingen is zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij de begripsbepalingen die in de Algemene plaatselijke verordening Dronten of hogere wet- of regelgeving worden gehanteerd.

 

Hoofdstuk 2

Aanvraag terrasvergunning

2.1 vastgesteld aanvraagformulier

Een aanvraag om een vergunning voor de exploitatie van een terras moet worden ingediend op het daarvoor bestemde formulier. Tevens moeten de op dat formulier aangegeven bescheiden bij het aanvraagformulier worden ingediend.

 

2.2 toetsing aanvraag

Het exploiteren van een terras is voorbehouden aan bedrijven zoals bedoeld in artikel 2:28 lid 4 van de Apv. Het pand van waaruit het terras wordt geëxploiteerd moet, op grond van het geldende bestemmingsplan een passende bestemming hebben en het pand moet ook daadwerkelijk als bedrijf conform artikel 2:28 Apv in gebruik zijn. In het geval dat sprake is van een aan de hoofdfunctie ondersteunende horeca-activiteit, wordt geen terrasvergunning verleend. Uitzondering wordt gemaakt voor terrassen bij kantines van sportverenigingen, zorginstellingen en uitvaartcentra, indien de overige weigeringsgronden niet aan de vergunningverlening in de weg staan. Locaties van sportkantines zijn veelal gelegen

op sportparken waarbij het gebruik van de omliggende gronden zich niet verzet tegen het in gebruik nemen van een terras.

Een terras dient zich in de onmiddellijke nabijheid van het bedrijf te bevinden. Dit omdat er vanuit de inrichting direct (toe)zicht op het terras moet zijn.

Direct (toe)zicht vanuit de inrichting op het terras is noodzakelijk in het kader van de openbare orde en veiligheid op en om het terras. Is er geen direct (toe)zicht op het terras, dan is de kans groter dat er met meubilair gesleept wordt en vanaf het terras overlast veroorzaakt wordt. Overlast vanaf een terras vormt een aantasting van het woon- en leefklimaat in de directe omgeving van een terras en kan, in extreme gevallen, aanleiding geven om de terrasvergunning in te trekken.

Daar komt bij dat, als er geen direct (toe)zicht op het terras mogelijk is, het terras vaak (te) ver van het besloten gedeelte van de inrichting gelegen is. Dit leidt er toe dat de verbinding tussen het terras en de inrichting zoek raakt. Het is voor bezoekers dan niet meer duidelijk bij welke inrichting een terras behoort en wordt de indruk gewekt dat het terras een op zichzelf staand iets is.

Een uitzondering hierop is een terras dat in het bestemmingsplan anders is aangegeven, zoals het terras van het horecabedrijf aan De Rede 36 te Dronten. Deze inrichting heeft een terras aan de overzijde van de straat ten opzichte van waaruit de horecabedrijf wordt geëxploiteerd. Aangezien het hier een reeds vergunde situatie betreft, wordt hiervoor een uitzondering op bovenstaande regel gemaakt.

 

Hoofdstuk 3

De terrasvergunning

De terrasvergunning heeft een persoonsgebonden karakter en is dus niet overdraagbaar bij overname of overdracht van de onderneming. Aanvragen worden beoordeeld op grond van deze beleidsregels.

Het kan om die reden dus gebeuren dat een bestaande situatie niet opnieuw (onder dezelfde, bestaande condities) vergund wordt.

 

Hoofdstuk 4

Gebruik

4.1 Openingstijd terras

Gelet op artikel 2:29 van de APV is het verboden een horecabedrijf, waar een terras deel van uit maakt, te exploiteren tussen 02.00 uur en 06.00 uur. Dit zijn de maximale tijden die van toepassing zijn op de opening van een horecabedrijf waartoe een terras behoort. In het uitvoeringsbesluit APV is bepaald dat terrassen behorend bij een horecabedrijf tot uiterlijk 23.00 uur mogen worden gebruikt.

Zoals gesteld zijn de genoemde tijden de maximale openingstijden van de terrassen. Ook als de burgemeester voor een inrichting ruimere sluitingstijden heeft vastgesteld dan 02.00 uur, blijft het tijdstip van 23.00 uur de uiterste sluitingstijd van een terras. Heeft een bedrijf een sluitingstijd die eerder is dan 23.00 uur, omdat het bijvoorbeeld een winkel of museum is, dan geldt die sluitingstijd tevens voor het terras.

 

4.2 Afmetingen en plaatsing van het terras

Op het moment dat een terrasvergunning wordt verleend, wordt een tekening bijgevoegd met daarop de maximale afmetingen en oppervlakte van het terras. Om onduidelijkheid in de praktijk te voorkomen worden de maximale afmetingen van een terras met behulp van markeerpunten in de bestrating aangegeven. Dit maakt het zowel voor de horecaexploitant als voor de toezichthouders makkelijk en duidelijk om na te gaan of het terras binnen de verleende afmetingen opgesteld is.

Het trottoir is de plaats op de weg voor voetgangers. Ieder ander gebruik van het trottoir is ondergeschikt aan deze functie. Om die reden moet er altijd een minimale vrije ruimte op het trottoir blijven om een veilige passage van voetgangers, minder validen en kinderwagens te garanderen. De minimale vrije ruimte dient tevens vrij gehouden te worden van gestalde fietsen, bromfietsen etc. van bezoekers aan het horecabedrijf en het bijbehorende terras.

Volgens de PBT ontwerprichtlijnen voor geleide blindenlijnen moet een obstakelvrije ruimte van minimaal 60 cm voorgeschreven worden.

Als uitgangspunt geldt dat terrassen niet breder mogen zijn dan het pand van waaruit de horecabedrijf wordt geëxploiteerd. Met name in de dorpskernen is het niet gewenst dat de gronden die voor naastgelegen horecabedrijven, woonhuizen of winkelpanden zijn gelegen, in gebruik worden genomen als terras. In situaties waar dit niet aan de orde is, zoals een inrichting in het buitengebied op eigen terrein, kan een uitzondering gemaakt worden op dit uitgangspunt. Een uitzondering hierop kan tevens worden gemaakt voor terrassen aan De Rede voor zover dit in het bestemmingsplan is vermeld.

Als vergunning voor exploitatie van een terras is verleend aan een bepaald horecabedrijf, is het niet toegestaan dat dit terras geëxploiteerd wordt door of ten behoeve van een ander horecabedrijf (bijvoorbeeld het naastgelegen horecabedrijf het terras laten bedienen c.q. exploiteren). In een dergelijke situatie is sprake van een oneigenlijke uitbreiding van een terras door de feitelijke exploitant en het verstrekken van onjuiste informatie tijdens de aanvraag van een vergunning door de vergunninghouder.

In dat geval kan worden overgegaan tot intrekking van de terrasvergunning.

Het vrijhouden van brandkranen, -putten en (nood) uitgangen van omliggende gebouwen houdt verband met de brandveiligheid en de bereikbaarheid van omliggende panden. Het is aan de exploitant van het horecabedrijf om zijn terras zodanig in te richten dat, in geval van een calamiteit, de bezoekers veilig het pand en terras kunnen verlaten zonder hierbij te worden gehinderd door het terrasmeubilair.

 

4.3 Muziek op terrassen

Het ten gehore brengen van iedere vorm van muziek op terrassen is niet toegestaan.

Op het ten gehore brengen van muziek in een horeca-inrichting is het Activiteitenbesluit van toepassing.

Dit geldt ook voor de muziek die op een terras ten gehore wordt gebracht. In de praktijk is gebleken dat men bij muziekgeluid op terrassen niet aan de voorschriften uit het ctiviteitenbesluit kan voldoen.

Het verbod is niet van toepassing als een evenementenvergunning is verleend voor het ten gehore brengen van versterkte muziek op dat terras. Bijvoorbeeld als er liveoptredens op een of meer terrassen zijn in het kader van een evenement.

 

Hoofdstuk 5

Welstandtoetsing meubilair

5.1 Terrasmeubilair

In dit hoofdstuk zijn de voorschriften opgenomen die in ieder geval aan een terrasvergunning verbonden worden. Hieronder wordt een toelichting bij alle voorschriften gegeven. Deze voorschriften zijn van toepassing op alle terrasvergunningen in de gemeente Dronten.

Uiterlijk aanzien van de terrassen.

In artikel 2:28 lid 3 van de APV is bepaald dat een terrasvergunning geheel of gedeeltelijk geweigerd kan worden indien het beoogd gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, dan wel anderszins afbreuk doet aan de publieke functies van de openbare ruimte.

De hiervoor aangehaalde bepaling heeft als doel te voorkomen dat het aanzien van de pleinen of straten waar een terras gelegen is en het pand waarvoor dat terras ligt negatief beïnvloed wordt door het gebruikte terrasmeubilair.

Het terrasmeubilair dient van een goede kwaliteit te zijn en qua kleur, materiaal en verschijningsvorm te worden afgestemd op de gevel van het horecabedrijf waar het terras voor geplaatst wordt en dient in samenhang te zijn met meubilair op naastgelegen terrassen. Het terrasmeubilair doet geen afbreuk aan andere functies van de openbare ruimte inclusief de bescherming van het uiterlijk aanzien daarvan.

De stoelen en tafels dienen per terras een bij elkaar horend geheel te vormen.

 

Verplaatsbaar meubilair.

Het terrasmeubilair moet gemakkelijk verplaatsbaar zijn. Dit om te voorkomen dat hulp- en reddingsdiensten in de uitvoering van hun taken belemmerd worden door terrasmeubilair wat niet verplaatsbaar is. Dit geldt niet alleen voor stoelen en tafels. In geval van een calamiteit moet ook een parasol of een terrasafscheiding verwijderd kunnen worden door de hulp- en reddingsdiensten.

 

Opslag meubilair na sluitingstijd.

Na sluitingstijd tot openingstijd dienen alle elementen van een terras, zoals tafels, zitelementen, terrasschermen, parasols met verplaatsbare voet en dergelijke te worden verwijderd.

De opslag van de elementen van een terras, zoals tafels, zitelementen, terrasschermen, parasols met verplaatsbare voet en dergelijke mag niet plaatsvinden op openbaar terrein.

Een uitzondering van de plicht tot opruimen/opslaan kan worden gemaakt voor een terras op eigen grond, mits derden niet worden gehinderd, of een terras dat om andere reden na sluitingstijd wordt afgesloten, zoals een besloten galerij in een winkelcentrum.

 

Terrasschermen.

Tussen twee aangrenzende terrassen mag maximaal één terrasafscheiding geplaatst worden. Het is dus niet toegestaan dat ieder horecabedrijf eigen terrasafscheidingen gaat plaatsen en er zo twee terrasschermen tegen elkaar komen te staan.

De maximaal toegestane hoogte van een terrasafscheiding bedraagt 2 meter en de terrasafscheiding dient boven een hoogte van 0,90 meter transparant te worden uitgevoerd;

Voor de beleving is het van belang dat de schermen in combinatie met markiezen of zonneschermen niet het beeld oproepen van een gesloten semi-erker. Om dit te bereiken moet er minimaal een ruimte zijn van 0,40 meter tussen de bovenzijde van het terrasscherm en de onderzijde van de markies of het zonnescherm. In artikel 2.51 van het Bouwbesluit is bepaald dat bewegende constructiedelen die zich boven een weggedeelte voor niet gemotoriseerd verkeer bevinden, op minimaal 2,20 meter boven de straat moeten hangen. Met andere woorden ook een markies of zonnescherm moet op minimaal 2,20 meter boven het straatniveau hangen.

 

Reclame.

Met betrekking tot reclame bij horecabedrijven en op terrassen is aansluiting gezocht bij de welstandsnota 2013 van de gemeente Dronten. In de welstandsnota wordt onderscheid gemaakt tussen reclameuitingen in verschillende gebieden, te weten in het Centrum, op bedrijventerreinen, in woonbuurten en in het buitengebied. Omdat het horecabedrijf en het bijbehorende terras zich hoofdzakelijk in het centrum van Dronten, Biddinghuizen en Swifterbant bevinden, wordt in deze nota alleen de reclame in het centrum nader toegelicht.

Reclame-uitingen voldoen mits ze voldoen aan de volgende criteria;

  • niet op de verdieping;

  • maximaal 2 reclame-uitingen per pand aan de buitenzijde, loodrecht op de gevel of evenwijdig aan de gevel, waarbij de reclame-uiting niet meer dan 1 meter uitsteekt en een oppervlakte heeft van maximaal 1,5 m2 per stuk;

  • ramen mogen voor maximaal 50% per raam worden dichtgeplakt;

  • geen reclame-uitingen, die het uitzicht op de openbare ruimte belemmeren;

  • als zelfstandig element vormgegeven, waarbij de maatvoering en detailleringen zijn afgestemd op en harmoniëren met de oorspronkelijke gevel;

  • de reclame-uiting mag de samenhang en de ritmiek van de straatwand niet verstoren;

  • geen mechanisch bewegende delen;

  • geen lichtcouranten of lichtreclame met veranderlijk licht of knipperlicht.

Het plaatsen van reclameborden of menuborden op het terras is niet toegestaan. Tijdens de openingsuren van het horecabedrijf mag er wel een menu-bord vlak tegen de gevel gehangen worden.

 

5.2 Installaties en voorzieningen

Parasols.

In verband met de veiligheid van passanten moet de onderzijde van de volant van de parasol (de zijkant die naar beneden hangt) minimaal 2,20 meter hoog zijn, gemeten vanaf de grond. Hiermee wordt voorkomen dat voorbijgangers zich kunnen bezeren aan de parasol. Daarbij komt dat de parasols niet breder mogen zijn dan het terras waarop deze gebruikt worden. Het is dus niet de bedoeling dat parasols boven de openbare weg hangen.

Terrasparasols met ingestorte voet (grondpot), waarvoor schriftelijke toestemming is verleend, mogen gedurende het terrasseizoen ook tussen 23.00 uur en 07.00 uur blijven staan. De terrasparasols dienen dan volledig te worden ingedraaid en mogen nooit een gevaar vormen voor de openbare veiligheid.

Als het terras voor langere tijd niet gebruikt zal worden, bijvoorbeeld in de winterperiode, moet de terrasparasol verwijderd worden en mag niet in de openbare ruimte worden opgeslagen. De voet dient verwijderd te worden en de grondpot met een passend deksel te worden afgesloten.

 

Verankering in de weg.

Een terrasvergunning kan geweigerd worden als het beoogde gebruik als terras schade toebrengt aan de weg dan wel hinder of gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan. Voor de verankering van parasols doormiddel van grondpotten, is een schriftelijke toestemming van de gemeente Dronten benodigd. Op die manier wordt voorkomen dat kabels of leidingen die onder de weg lopen beschadigd raken. Deze aanvraag om toestemming stelt de gemeente in de gelegenheid om te beoordelen of de plaatsing van de parasols het veilig gebruik van de weg niet in gevaar brengt.

 

Tappunt en keuken op het terras.

Het plaatsen en/of gebruik van een tapinstallatie, keukenapparatuur of andere kookbenodigdheden op het terras is niet toegestaan. Een terras wordt uitsluitend vanuit de inrichting bediend. Het is niet de bedoeling dat op het terras eet- en drinkwaren bereid worden. Dit in verband met brandveiligheid en ter voorkoming van gebruik van alcohol op de openbare weg. Een uitzondering hierop is het terras van het horecabedrijf aan De Rede 36 te Dronten. Bij evenementen waarvoor een evenementenvergunning is verleend, kan een tapinstallatie eventueel wel worden toegestaan.

 

Overkapping terras.

Er mag geen vaste luifel boven een terras worden aangebracht of vaste wanden langs een terras worden geplaatst. Op het moment dat een terras, of een deel daarvan, met een permanente- of semi- permanente constructie wordt overkapt, is er sprake van een bebouwd terras. Hiervoor is een omgevingsvergunning benodigd en moet het bebouwde terras (als er alcohol geschonken wordt) voldoen aan de inrichtingseisen zoals die zijn gesteld op grond van de Drank- en horecawet. Alleen een parasol of een zonnescherm is toegestaan als overkapping. De zijkanten van het terras mogen niet worden dichtgemaakt.

Het plaatsen van een partytent op of over een terras wordt niet toegestaan, ongeacht of dit voor een uur of voor meerdere dagen is. Het plaatsen van een tent in de openbare ruimte (op een terras) drukt een stempel op het beeld en de uitstraling van die openbare ruimte. Een tent op of over een terras is, vanuit het oogpunt van het aanzien van de openbare ruimte, dan ook niet gewenst. Daarnaast moet een tent, in verband met brandveiligheid, minimaal 5 meter uit de gevel van het dichtstbijzijnde pand zijn geplaatst.

 

Verwarmingselementen.

In verband met de brandveiligheid is het gebruik van open vuur in verwarmingselementen niet toegestaan.

Voorts mogen uitsluitend (Kema) goedgekeurde gasflessen en - slangen of elektriciteitsaansluitingen en - kabels gebruikt worden. De verwarmingselementen moeten vrij staan van het overige terrasmeubilair en mogen niet in een looppad geplaatst worden. Dit laatste geldt ook met het oog op waarborgen van de veiligheid in geval van calamiteiten. De terrasverwarming dient dagelijks na sluitingstijd te worden binnengezet.

 

Verwijderen terrasmeubilair.

Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat alleen tafels en zitelementen van een terras worden verwijderd terwijl de parasols en de terrasschermen het hele jaar blijven staan. Dit worden dan losse objecten in de openbare ruimte en vormen op die manier een obstakel. Op het moment dat het terras voor langere tijd niet gebruikt zal worden, bijvoorbeeld in de winterperiode, moet dit verwijderd worden en mag niet in de openbare ruimte worden opgeslagen. Dit geldt dus ook voor de terrasafscheidingen en parasols.

 

Vlonder onder een terras.

Het is niet toegestaan een vlonder onder een terras aan te brengen. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken, bijvoorbeeld als de bestrating te schuin afloopt en het niet mogelijk is dat verloop middels herbestrating op te vangen. Voor het aanbrengen van een vlonder is een omgevingsvergunning benodigd.

 

Werkzaamheden en evenementen.

De locatie waar een terras gevestigd is (de straat) blijft te allen tijde onderdeel van de openbare ruimte.

In geval van (weg)werkzaamheden, herinrichting van de openbare weg, het vernieuwen van kabelsen/ of leidingen etc. of ten gevolge van evenementen, wordt het terras of het noodzakelijke gedeelte daarvan, op eerste aanzegging onverwijld verwijderd of aangepast, zonder dat de exploitant daaraan enig recht op schadevergoeding kan ontlenen. Heeft de situatie een langdurig of permanent karakter, dan kan de verleende terrasvergunning hierop worden aangepast;

 

Hoofdstuk 6

Slotbepalingen

6.1 Overgangsbepalingen

De vigerende terrasvergunningen, voor zover deze niet per 1 januari 2014 eindigen, en het huidige terrasmeubilair zijn uiterlijk 1 april 2016 in overeenstemming gebracht met het bepaalde in deze beleidsregels en het terrasmeubilair doet vanaf deze datum geen afbreuk aan andere functies van de openbare ruimte, inclusief de bescherming van het uiterlijk aanzien daarvan.

Voor horeca-exploitanten die recent nieuw terrasmeubilair hebben aangeschaft dat niet aan redelijke eisen van welstand voldoet, is het financieel niet haalbaar om op heel korte termijn weer nieuw meubilair aan te schaffen. Derhalve is besloten voor alle bestaande en vigerende terrasvergunningen welke op 1 januari 2014 eindigen, een overgangstermijn tot 1 januari 2016 te hanteren, met het oog op een redelijke afschrijvingstermijn van het meubilair.

 

6.2 Evenementenvergunningen

Om discussie te voorkomen wordt uitdrukkelijk gesteld dat tijdens evenementen de voorschriften uit de daartoe passende vergunning voorrang hebben boven de terrasvergunning.

 

6. 3 Citeertitel

Deze bepalingen spreken voor zich.

 

Algemene plaatselijke verordening:

Artikel 2:10

Voorwerpen op, boven, in of aan een openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan

  • 1.

    Het is verboden een openbare plaats of een gedeelte daarvan anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, indien:

    • a.

      het gebruik schade toebrengt of kan toebrengen aan de openbare plaats, de bruikbaarheid van de openbare plaats belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het beheer of onderhoud van de openbare plaats; of

    • b.

      het gebruik niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.

….

  • 3.

    Het college kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving:

    • a.

      nadere regels stellen ten aanzien van uitstallingen en reclameborden.

    • b.

      vergunning verlenen voor het exploiteren.

  • 4.

    Het bevoegde bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het verbod in het eerste lid.

  • 5.

    Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j. of onder k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 6.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a.

      evenementen als bedoeld in artikel 2:24;

    • b.

      standplaatsen als bedoeld in artikel 5:19; en

    • c.

      overige gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning voor het gebruik van de weg is verleend.

  • 7.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatwerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, of de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland.

  • 8.

    Op de ontheffing bedoeld in het vierde lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

Artikel 2:28

Exploitatievergunning horecabedrijf

  • 1.

    Het is verboden een horecabedrijf te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.

  • 2.

    De burgemeester kan de vergunning weigeren indien de vestiging of exploitatie van het horecabedrijf in strijd is met een geldend bestemmingsplan.

  • 3.

    In afwijking van artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning geheel of gedeeltelijk weigeren, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.

  • 4.

    Geen vergunning is vereist voor een horecabedrijf die zich bevindt in:

    • a.

      een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover de activiteiten van de horecabedrijf een nevenactiviteit vormen van de winkelactiviteit;

    • b.

      een zorginstelling;

    • c.

      een museum;

    • d.

      een bedrijfskantine of – restaurant;

  • 5.

    De burgemeester verleent op verzoek of ambtshalve ontheffing van het verbod genoemd in het eerste lid aan een horecabedrijf als bedoeld in artikel 1 van de Drank – en Horecawet, indien:

    • a.

      zich in de zes maanden voorafgaande van de inwerkingtreding van deze bepaling geen incidenten gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en – handel hebben voorgedaan in of bij de inrichting, dan wel

    • b.

      het horecabedrijf zich nieuw in de gemeente vestigt en er zich geen weigeringsgronden voordoen als bedoeld in artikel 1:8 of 2:28, tweede of derde lid.

  • 6.

    De vrijstelling wordt ingetrokken wanneer zich een incident heeft voorgedaan als bedoeld in het vijfde lid onder a;

 

Uitvoeringsbesluit B11.000224/3.1 Het college stelt als nadere regels voor terrassen:

  • 1.

    Terrassen zijn alleen toegestaan binnen het met speciaal daartoe aangebrachte ‘markeringen’ aangegeven gebied;

  • 2.

    Het terras mag geen vaste elementen bevatten;

  • 3.

    Terrassen mogen tot uiterlijk 23.00 uur worden gebruikt;

  • 4.

    Na sluitingstijd dienen alle elementen van een terras, zoals tafels, stoelen, terrasschermen en dergelijke te worden verwijderd of ter plekke verankerd;

  • 5.

    De opslag van de elementen van een terras, zoals tafels, stoelen, terrasschermen en dergelijke, die niet verankerd worden, mag niet plaatsvinden op openbaar terrein;

  • 6.

    Op het terras wordt geen alcoholhoudende drank verstrekt aan personen die geen gebruik maken van de op het terras aanwezige zitplaatsen;

  • 7.

    Personen die kennelijk onder invloed van alcoholhoudende drank verkeren of door hun gedrag aanstoot geven worden geweerd;

  • 8.

    Op wegen of weggedeelten, enkel bestaand uit een trottoir dient er een vrije en onbelemmerde doorgang van minimaal 3,5 meter aanwezig te zijn en blijven ten behoeve van de hulpdiensten;

  • 9.

    Het terras dient onmiddellijk te grenzen aan het perceel van waaruit exploitatie plaats vindt;

  • 10.

    Het terras mag geen grotere breedte hebben dan de breedte van het perceel van waaruit de exploitatie plaats vindt;

  • 11.

    De burgemeester kan andere plaatsen voor een terras aanwijzen;

  • 12.

    De aanwijzingen die gegeven worden door of namens de burgemeester, het college, alsmede van de chef basiseenheid Dronten van de politie Flevoland moeten opgevolgd worden;

  • 13.

    Voor het hebben van een terras moet een vergunning aangevraagd worden.

  • Wanneer er een vergunning is verleend worden markeringen aangebracht.

 

En de artikelen 1:3, vierde lid en 4:81 tot en met 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;

Artikel 1:3

  • 1.

    Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.

  • 2.

    Onder beschikking wordt verstaan: een besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan.

  • 3.

    Onder aanvraag wordt verstaan: een verzoek van een belanghebbende, een besluit te nemen.

  • 4.

    Onder beleidsregel wordt verstaan: een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan.

 

Artikel 4:81

  • 1.

    Een bestuursorgaan kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid.

  • 2.

    In andere gevallen kan een bestuursorgaan slechts beleidsregels vaststellen, voor zover dit bij wettelijk voorschrift is bepaald.

 

Artikel 4:82

Ter motivering van een besluit kan slechts worden volstaan met een verwijzing naar een vaste gedragslijn voor zover deze is neergelegd in een beleidsregel.

 

Artikel 4:83

Bij de bekendmaking van het besluit, inhoudende een beleidsregel, wordt zo mogelijk het wettelijk voorschrift vermeld waaruit de bevoegdheid waarop het besluit, inhoudende een beleidsregel, betrekking heeft voortvloeit.

 

Artikel 4:84

Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.