Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alkmaar

VTH-Beleidsnota gemeente Alkmaar 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlkmaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVTH-Beleidsnota gemeente Alkmaar 2022
CiteertitelVTH-Beleidsnota gemeente Alkmaar 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-05-2022nieuwe regeling

15-02-2022

gmb-2022-214946

Tekst van de regeling

Intitulé

VTH-Beleidsnota gemeente Alkmaar 2022

 

1. Inleiding

 

De Vergunningen, Toezicht en Handhavingsbeleidsnota (VTH-Beleidsnota 2022) is het kader voor de uitvoering van de gemeentelijke taken voor het omgevingsrecht. Deze beleidsnota vervangt de Beleidsnota 2021. Omdat de beleidsdoelstellingen uit 2021 in grote lijnen ook toepasselijk zijn voor de komende periode is er voor gekozen deze beleidsdoelstellingen opnieuw in de nota op te nemen. In 2021 werd de beleidsnota vastgesteld voor de duur van een jaar. Deze beleidsnota geldt opnieuw voor de duur van een jaar om het college na de gemeenteraadsverkiezingen de mogelijkheid te geven andere beleidsdoelstellingen in te zetten voor uitvoering van de VTH-taken.

 

Naar aanleiding van de instorting van een deel van het tribunedak van het AZ-Stadion hebben de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) en Berenschot onderzoek gedaan naar de toedracht. De gemeenteraad heeft vervolgens in 2021 besloten tot het onderzoeken van de constructieve veiligheid van publiek toegankelijke gebouwen in de hoogste categorie.

 

In het kader van de planning- en controlcyclus is de VTH-beleidsnota 2022 het instrument voor het college om de doelstellingen voor de komende periode vast te stellen.

 

Met de VTH-beleidsnota wordt voldaan aan de bepalingen van het Besluit omgevingsrecht (Bor), de kwaliteitscriteria 2.1 volgens de Wet VTH en de door de gemeenteraad vastgestelde Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Alkmaar.

 

Deze beleidsnota ziet toe op bouwregelgeving, ruimtelijke regelgeving en regelgeving die gaat over brandveilig gebruik en ziet niet op de milieutaken op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving. Deze milieutaken zijn gemandateerd aan de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord. De Omgevingsdienst heeft een VTH-strategie opgesteld waarin vergunningverlening, toezicht en handhaving van milieutaken afzonderlijk zijn opgenomen.

 

1.1 Missie, visie op het gebied van VTH

In het coalitieakkoord is de koers bepaald voor de komende jaren, namelijk ‘Alkmaar aan zet’. Dit wil zeggen dat de gemeente het belangrijk vindt om, net als Alkmaarders zelf, actief de uitdagingen in hun leefomgeving op te pakken. Inwoners en ondernemers hebben een eigen verantwoordelijkheid en worden daarop ook aangesproken. Als men zich wendt tot de gemeente is het uitgangspunt dat preventie en het voeren van een goed gesprek de voorkeur heeft boven het opstarten van formele procedures.

 

De gemeente wil de komende jaren tot de veiligste gemeenten van Nederland blijven behoren. Een goede leefbaarheid van Alkmaar hangt samen met het stimuleren van de ruimtelijke kwaliteit. Ruimte voor ondernemen en ruimte geven aan woningbouw zijn belangrijke speerpunten en moeten een bijdrage leveren aan de leefbaarheid. Initiatieven voor duurzaamheid worden zoveel mogelijk gestimuleerd. Daarbij worden de mogelijkheden van de nieuwe Omgevingswet intensief benut en gekozen voor goede ruimtelijke inpassing. Om Alkmaar tot een veilige, leefbare en duurzame gemeente te houden en te maken wordt een bijdrage geleverd aan een bloeiende gemeente met een prachtige historische binnenstad en een mooi landschappelijk buitengebied.

 

De missie voor VTH sluit hierop aan. De missie is het komen tot en behouden van een veilige, duurzame en leefbare woon- en werkomgeving waarin de eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners en ondernemers en instellingen centraal staat, ruimte voor ontwikkeling en innovatie wordt geboden, ruimtelijke kwaliteit wordt gestimuleerd en inwoners en ondernemers kunnen rekenen op professionele en transparante dienstverlening.

 

Voor de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving betekent dit dat de gemeente een goede balans voorstaat tussen de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en ondernemers en instellingen om gezamenlijk tot het oplossen voor onderlinge geschillen te komen en de verantwoordelijkheid van het college om de bereidheid tot naleving te stimuleren en zo nodig handhavend op te treden om de fysieke leefomgeving te beschermen.

 

Inwoners, ondernemers en instellingen zijn in eerste aanleg zelf verantwoordelijk voor het naleven van wetten en regels en worden waar mogelijk gestimuleerd om gezamenlijk een geschil of probleem op te lossen. Het duidelijk en op eenduidige manier communiceren vindt de gemeente een belangrijk speerpunt.

 

Wij voeren onze taken zoveel mogelijk via een klantgedreven benadering en in samenhang uit. Hierbij brengen we lasten voor inwoners, ondernemers en instellingen zoveel mogelijk terug. Wij kijken niet alleen naar wat niet mag, maar adviseren juist ook over wat (wel) mogelijk is. Het achterliggende doel van de regelgeving staat voorop, niet de regelgeving zelf.

 

1.2 Doel van de VTH-beleidsnota

Met deze VTH-beleidsnota wordt inzichtelijk gemaakt hoe de gemeentelijke vergunningverlenende, toezichts- en handhavingstaak wordt uitgevoerd en welke prioriteiten er gesteld zijn. Op basis van deze VTH-beleidsnota wordt jaarlijks een uitvoeringsprogramma VTH gemaakt.

 

De provincie Noord-Holland heeft Alkmaar in 2020 een redelijk adequate beoordeling voor de VTH-taken gegeven. Hierbij is een aantal aanbevelingen meegegeven door de provincie die in de VTH-stukken van 2021 zijn verwerkt. Zeer recent is uit de beoordeling door de provincie naar voren gekomen dat Alkmaar over 2021 een adequate beoordeling krijgt voor de VTH-taken. Wel merkt de provincie op dat de informatie over personele en financiële middelen voor het uitvoeren van de VTH-taken onvoldoende is. Met de provincie is besproken dat de gemeente voortaan informatie uit de programmabegroting en eventuele bijstelling (bestuursrapportage) daarvan aan de provincie toestuurt. Hiermee geeft de gemeente aan welke middelen ze heeft om de VTH-taken uit te voeren.

 

1.3 Relevante ontwikkelingen

De komende periode is er een aantal ontwikkelingen dat van invloed is op het samenstellen van het VTH-beleid. In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma gaan wij in op wat deze ontwikkelingen voor dat jaar betekenen.

 

1.3.1 Raadsbesluit over onderzoeksrapporten instorten dak AZ-stadion

De gemeenteraad heeft begin 2021 besloten tot het onderzoeken van de constructieve veiligheid van publiek toegankelijke gebouwen uit de gevolgklasse 3. Dit naar aanleiding van de aanbevelingen van de rapporten van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid en van bureau Berenschot in verband met de instorting van een deel van het tribunedak van het AZ-stadion.

 

Besloten werd:

  • 1.

    Voor publiek toegankelijke gebouwen uit de gevolgklasse 3*vooruitlopend op het opvolgen van de aanbevelingen van de OVV door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties:

    • a.

      In 2021 opdracht te verlenen de constructieve veiligheid van de gebouwen in gemeentelijk eigendom te onderzoeken en zo nodig maatregelen te nemen ter verbetering daarvan.

      Het betreft:

      • Poppodium

      • TAQA Theater De Vest

      • Sportcomplex De Meent

      • Hoornse Vaart

    • b.

      In 2021 met de eigenaren van de overige panden die in deze categorie vallen, in gesprek te gaan om afspraken te maken over het onderzoeken van de constructieve veiligheid en zo nodig maatregelen te nemen ter verbetering van hun gebouw.

    • c.

      In beide gevallen te werken conform de aanbeveling voor deze gebouwen van de OVV, inclusief het hanteren van het toetsingsprotocol van de KNVB en zo mogelijk gebruik te maken van het op te stellen NEN-document voor een wettelijke periodieke beoordeling (APK) voor de constructieve veiligheid van grote publieke gebouwen

1.3.2 Wet VTH

In de Wet VTH is de vernieuwing van het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving vastgelegd. Deze wet legt de basis voor de omgevingsdiensten en het basistakenpakket omgevingsrecht dat zij uitvoeren. De Wet VTH is de verankering van de afspraken tussen de rijksoverheid, de provincies en gemeenten om vergunningverlening, toezicht en handhaving van het omgevingsrecht te verbeteren en te borgen. Gemeenten dienen een kwaliteitsverordening op te stellen, waarin de gewenste kwaliteit van de vergunningverlening en handhaving van hun omgevingstaken worden opgenomen.

 

De Wet VTH is in april 2016 gepubliceerd en per 1 juli 2017 in werking getreden. Het betreft geen volledig nieuwe wet, maar een wijziging van de Wabo. Daarom is ook het Bor per 1 juli 2017 aangepast. In het Bor zijn verschillende proceseisen die al verplicht waren voor handhaving, ook verplicht gesteld voor vergunningverlening. Het gaat dan onder meer om het opstellen van een beleidsnota en uitvoeringsplan. Met de VTH-beleidsnota 2022 geven wij uitvoering aan deze (vooralsnog) jaarlijkse verplichting.

 

1.3.3 Omgevingswet

De Omgevingswet behelst een grootschalige transitie van het Omgevingsrecht. Vooralsnog treedt de Omgevingswet op 1 oktober 2022 of 1 januari 2023 in werking. De wijzigingen in wet- en andere regelgeving vereisen een nieuwe manier van werken van overheden. Namelijk meer integraal, participatief, digitaal en gebruikmakend van lokaal maatwerk. De verantwoordelijkheid voor de leefomgeving wordt een (nog) meer gedeelde verantwoordelijkheid en dat komt onder meer tot uiting in de nadruk op participatie. Het nieuwe participatiebeleid van de gemeente sorteert hierop voor. De gemeente pakt de implementatie van de Omgevingswet programmatisch aan. Vanuit het programma worden alle acties ter voorbereiding op deze wet gecoördineerd.

 

1.3.4 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) strekt tot het verbeteren van de bouwkwaliteit door het versterken van de privaatrechtelijke positie van de gebruiker van een bouwwerk. Binnen het nieuwe stelsel is de aanvrager van de omgevingsvergunning als eerste verantwoordelijk om aan te tonen dat het bouwwerk voldoet aan de eisen uit het Bouwbesluit. Het bevoegd gezag heeft bij het toetsen van de aanvraag niet meer in alle gevallen een inhoudelijke rol met betrekking tot de bouwtechnische voorschriften en zal in die gevallen daarom niet meer toetsen of het aannemelijk is dat het bouwwerk hieraan voldoet. Het bevoegd gezag toetst nog wel aan welstand, ruimtelijke ordening en omgevingsveiligheid en blijft hier ook toezicht op houden.

 

Op 14 mei 2021 is de Wkb aangenomen in de Eerste Kamer en de eerste fase van deze wet zal op 1 oktober 2022 of 1 januari 2023 gelijktijdig met de Omgevingswet in werking treden, mits voldaan wordt aan een aantal voorwaarden die zijn vastgelegd in een bestuursakkoord. De Wkb betekent voor de gemeente een verandering in proces, werkvoorraad en inkomsten. De komende periode gebruiken we om het nodige inzicht te verkrijgen en aanpassingen te doen.

 

1.4 Wettelijk kader

Bij de uitvoering van onze VTH-taken vormen de volgende wetten, verordeningen en (beleids)documenten onze belangrijkste (beleids)kaders:

  • Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Alkmaar

  • Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Besluit omgevingsrecht (Bor) en Regeling omgevingsrecht (Mor);

  • Wet ruimtelijke ordening (Wro);

  • Monumentenwet

  • Verordening op de fysieke leefomgeving

  • Woningwet;

  • Huisvestingswet;

  • Bouwbesluit 2012;

  • Wet natuurbescherming.

Alvast kijkend naar:

  • Omgevingswet en

  • Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

  •  

2. Doelstellingen

2.1 Inleiding

Op basis van de missie, visie, ontwikkelingen en de risicoanalyse zijn verschillende uitvoeringsdoelstellingen bepaald. Deze doelstellingen worden in dit hoofdstuk beschreven. Aan elke beleidsdoelstelling zijn activiteiten gekoppeld. Deze activiteiten zijn gericht op het behalen van de doelstelling.

 

Voor de taken rond vergunningverlening, toezicht en handhaving worden de volgende uitgangspunten opgenomen:

  • de aanbevelingen uit de rapporten opgesteld door Berenschot en OVV worden waar mogelijk verwerkt in het vergunningverleningsproces en het toezicht.

  • vergunningverlening op basis van een categorisering conform vastgestelde niveaus (risicogericht);

  • toezicht op basis van categorisering conform vastgestelde niveaus (risicogericht);

  • handhaving op basis van risicoanalyse (prioritering);

  • inwoners, ondernemers en instellingen zijn in eerste aanleg zelf verantwoordelijk voor het naleven van wetten en regels;

  • de kwaliteitseisen, zoals vastgesteld in het Besluit omgevingsrecht (Bor), de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) en de procescriteria uit de Kwaliteitscriteria 2.1 zijn richtinggevend voor het beleid.

 

2.2 Beleidsdoelstellingen en bijbehorende activiteiten

2.2.1 Overzicht beleidsdoelstellingen

In onderstaande tabel zijn de beleidsdoelstellingen opgenomen en daarbij zijn activiteiten opgenomen die we komende periode gaan uitvoeren om de beleidsdoelstellingen te halen. De beleidsdoelstellingen komen in grote lijnen overeen met die van vorig jaar (zie bijlage 1) en zijn ook voor de komende periode goed toepasbaar. De activiteiten staan per doelstelling geprioriteerd (van boven naar beneden). We starten met de hoogst geprioriteerde activiteiten en streven ernaar alle activiteiten te hebben uitgevoerd gedurende deze beleidsperiode. In het uitvoeringsprogramma worden meetbare activiteiten opgenomen die bijdragen aan de beleidsdoelstellingen.

 

Beleidsdoelstelling

Activiteiten

Leefbaarheid bebouwde omgeving

Constructieve veiligheid gebouwen CC3 publiek toegankelijke gebouwen uit de (hoogste) gevolgklasse 3 controleren

Constructieve veiligheid bruggen

Projectmatige aanpak van handhaving op basis van prioritering/ risicoanalyse hanteren

Toezicht energielabel C kantoorgebouwen

Risicogericht werken

Landelijke toetsmatrix Bouwbesluit gebruiken

Verantwoorde bijdrage aan ontwikkeling Alkmaars Kanaal en Stationsgebied

Inzetten op volledig geïntegreerde en afgestemde vergunningverlening

Verantwoorde bijdrage aan stimuleren woningbouwinitiatieven binnenstedelijk gebied

Optimaliseren woningbouwloket

Uitvoering geven aan woningbouwversnelling

Investeren in de veranderende rol

Werken volgens de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Toekomstbestendige en innovatieve organisatie

Blijvend Verbeteren van dienstverlening aanvraag omgevingsvergunningen

Blijvend verbeteren Kwaliteit interne samenwerking

2.2.2.1 Constructieve veiligheid gebouwen bouwklasse CC3, openbaar toegankelijk > 500 p.

Vooruitlopend op de nieuwe wetgeving met betrekking tot APK keuringen voor grote publiek toegankelijke gebouwen vallend onder gevolgklasse 3 is met de gemeenteraad afgesproken dat er gestart gaat worden met de APK onderzoeken voor de gemeentelijke panden die in deze klasse vallen.

In 2021 is geïnventariseerd welke panden in Alkmaar vallen onder deze klasse en is het eerste pand (de Wielerbaan) onderzocht. In 2022 gaat de APK keuring voor de andere gemeentelijke gebouwen die onder de gevolgklasse CC3 vallen plaatsvinden. Zodra de wetgeving (NTA) voor het uitvoeren van APK keuringen van kracht wordt (verwachting zomer 2022) zal er een onderzoeksplicht gaan gelden. Wij zullen dan de eigenaren van niet gemeentelijke panden die tot deze categorie behoren verzoeken te starten met het doen van deze onderzoeken.

2.2.2.2 Constructieve veiligheid bruggen

Stadswerk072 is bezig met de controle of alle bruggen die zij in beheer hebben voldoen aan de huidige wet en regelgeving (Eurocodes). Uit dit nog lopende onderzoek is al gebleken dat een aantal bruggen niet voldoen aan deze wetgeving. Er zijn maatregelen nodig om er voor te zorgen dat deze veilig gebruikt kunnen blijven worden. Dit zal in eerste instantie gebeuren door het plaatsen van borden met gewichtsbeperking (zoals eerder bij de Huiswaarderbrug is gebeurd). Dit betekent echter dat er dan geen zwaar bouwverkeer meer over deze bruggen kan. Omdat er de komende jaren ontwikkelingen plaatsvinden bij het Alkmaars Kanaal onderzoeken we of er versterkende maatregelen nodig zijn zodat dit bouwverkeer weer over deze bruggen kan.

2.2.2.3 Projectmatige aanpak handhaving

Het beheer van gebouwen in Alkmaar is in de eerste plaats de eigen verantwoordelijkheid van de eigenaren en gebruikers hiervan. Het niveau van beheer en de activiteiten die in gebouwen plaatsvinden zijn tegelijkertijd van grote invloed op de uitstraling van woonwijken en bedrijventerreinen.

De leefbaarheid in de bebouwde omgeving is belangrijk en wij proberen zoveel mogelijk aantasting hiervan te voorkomen. Dit doen wij door signalen door te geven naar andere afdelingen binnen de gemeente als wij constateren dat bijvoorbeeld op beleidsniveau een aanpassing moet plaatsvinden. Daarnaast willen wij onze capaciteit zoveel mogelijk projectmatig inzetten om een gerichte aanpak in bijvoorbeeld een woonwijk mogelijk te maken.

2.2.2.4 Energielabel C Kantoren

Volgens het Bouwbesluit 2012 moet elk kantoorgebouw vanaf 1 januari 2023 minimaal energielabel C hebben. De verplichting volgt uit het Energieakkoord 2013 en moet een bijdrage leveren aan een reductie van de CO2-uitstoot met 49% in 2030. Eigenaren van de kantoorgebouwen zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk om te voldoen aan deze wettelijke verplichting. De gemeente gaat inventariseren welke panden onder deze verplichting vallen en toezien op de navolging ervan en neemt uiteindelijk handhavende maatregelen als hieraan niet voldaan wordt.

2.2.3 Risicogerichte werkwijze

De gemeentelijke organisatie is beperkt in de mogelijkheden om alle VTH-taken volledig uit te voeren en werkt met een risicogerichte benadering waarbij de gemeentelijke inzet afhankelijk is van de risico’s van de gevraagde activiteit. Om hierin verantwoorde afwegingen te maken, wordt op basis van de al vastgestelde categorisering in het Bouwtoezicht (conform landelijk toetsingsprotocol, niveau 0 t/m 4) gewerkt. De werkprocessen zijn hierop ingericht. Dit heeft betrekking op zowel de vergunningverlening als de juridische controle, als ook het toezicht op verleende omgevingsvergunningen. Voor de handhavingstaken worden op basis van de risicoanalyse keuzes gemaakt en prioriteiten bepaald. Dit wordt verder uitgewerkt in de Uitvoeringsnota VTH 2022 en Uitvoeringsprogramma 2022.

2.2.4 Verantwoorde bijdrage aan ontwikkeling Alkmaars Kanaal en Stationsgebieden

Het slagen van de ontwikkelingen rond het Alkmaars kanaal en de stationsgebieden is ook afhankelijk van een goed functionerend proces van vergunningverlening en van de kwaliteit van bouwwerken en openbare ruimte die daar ontstaat. Veel initiatieven die in het kader van deze gebieden worden ontwikkeld zijn vergunningplichtig en worden dus door VTH-medewerkers getoetst aan de geldende regels. Ook toezicht en handhaving speelt een belangrijke rol als het gaat om veiligheid en leefbaarheid op en rond het kanaal en de stationsgebieden. Uitgangspunt is dat de plannen zo veel mogelijk aan de voorkant worden getoetst wat betreft vergunbaarheid en handhaafbaarheid. Om de werkzaamheden te kunnen beheersen worden een planning en duidelijke afspraken gemaakt over wie waarvoor en wanneer verantwoordelijkheid is.

2.2.5 Verantwoorde bijdrage aan stimuleren woningbouwinitiatieven binnenstedelijk gebied

Om een positieve bijdrage te leveren aan de compacte stad wordt het woningbouwloket ingezet om grotere woningbouwplannen verantwoord in te kunnen passen. Vanaf het moment van vooroverleg moet het proces van vergunningverlening daarmee vereenvoudigd worden. Om verder uitvoering te geven aan de ambitie om binnenstedelijk de structurele kwaliteit van de stad te beïnvloeden wordt woningbouwversnelling toegepast door principeverzoeken binnen 12 weken te beantwoorden. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de unit Leefgebied.

2.2.6 Investeren in de veranderende rol

Met de invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen komt er een verandering in de manier van werken. De verantwoordelijkheid voor de leefomgeving wordt een (nog) meer gedeelde verantwoordelijkheid. Daarnaast zijn de inwoners en ondernemers steeds beter geïnformeerd en zien we meer betrokkenheid bij hen.

 

Daarnaast betekent dit voor de medewerkers die zich bezighouden met VTH-gerelateerde taken dat zij meer zorgen voor afstemming in het voortraject met aanvragers/ontwikkelaars/inwoners zodat omwonenden/wijkbewoners meer betrokken worden bij (grote) ontwikkelingen in hun buurt. Het participatiebeleid levert hieraan een grote bijdrage. Voor alle plannen die strijdig zijn met het bestemmingsplan/omgevingsplan moet een participatietraject worden gevolgd.

 

Met het oog op de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is in 2021 een pilot gedraaid bij een woningbouwproject. De ervaringen die hierin zijn opgedaan worden meegenomen in een tweede pilot dat begin 2022 wordt gestart om zodat hieruit lering kan worden getrokken voordat de wet per 1 juli 2022 in werking treedt.

2.2.7 Toekomstbestendige en innovatieve organisatie

De komende periode zetten we primair in op een toekomstbestendige en innovatieve organisatie. Alkmaar speelt in op nieuwe ontwikkelingen zoals verdergaande digitalisering, de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Vorig jaar is de dienstverlening voor het aanvragen van omgevingsvergunningen en de kwaliteit van de interne samenwerking verder verbeterd. Dit wordt komende periode nog verder uitgewerkt om te bereiken dat alle VTH-medewerkers (vergunningverleners, bouwinspecteurs en handhavers) volgens vastgestelde werkprocessen (risicogericht en geprioriteerd werken) kunnen werken.

3. Vergunningverlening analyse van inzichten

3.1 Voorziene ontwikkelingen en ambities

De ontwikkelingen voor vergunningverlening hangen samen met ambities die zijn gesteld door de gemeente, provincie Noord-Holland en het Rijk. In diverse beleidsstukken zijn ontwikkelingen en opgaven verwoord, waaronder de Omgevingsvisie Alkmaar 2040, de duurzaamheidsagenda, Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen.

 

Uit deze stukken is af te leiden dat onze gemeente grote opgaven heeft. Zoals de grote woningbouwbehoefte, het in goede banen leiden van het verkeer, verduurzaming, druk op het landschap en de leefomgeving, circulaire economie, energietransitie, klimaatbestendigheid, luchtkwaliteit, biodiversiteit, vernieuwing omgevingsrecht, verdergaande digitalisering en privatisering bouwtoezicht. Deze ontwikkelingen bieden kansen, maar ook leiden tot gevolgen die om antwoorden vragen.

 

In de Omgevingsvisie Alkmaar 2040 zijn de ambities voor het hele grondgebied vastgelegd. Voor de stad staat het streven naar het ontwikkelen van een aantrekkelijke stedelijke zone rond het Noord-Hollands Kanaal en het compact houden van de stad centraal. In het landelijk gebied ligt de focus op het bieden van plek en kansen voor innovaties in de agrarische sector en het herkenbaar houden van het landschap. Hieronder zijn de ambities samengevat die relevant zijn voor de vergunningverlening in Alkmaar.

 

Ambitie I: Alkmaars Kanaal

Langs het kanaal bouwt Alkmaar aan nieuwe leefomgevingen met een uitgesproken stedelijk karakter met een voor de gemeente hoge stedelijke dichtheid. Hiermee versterkt Alkmaar zijn bijzondere rol als stad in het midden van een regio met voornamelijk lage bebouwingsdichtheden. De oevers van het kanaal vormen het uitloopgebied van de stad.

 

Ambitie II: de Compacte stad

Alkmaar maakt optimaal gebruik van de schaalgrootte van de stad en houdt het omringende landelijk gebied vrij van stedelijke bebouwing. Verdichting is hierbij geen doel op zich, maar is alleen acceptabel wanneer deze bijdraagt aan de structurele kwaliteit van de stad en daarmee de omgevingskwaliteit positief beïnvloedt.

 

Ambitie III: een Toekomstbestendig en innovatief Landelijk gebied

Alkmaar streeft naar behoud van het landschap en faciliteert tegelijkertijd de veranderingen in de landbouw, om het gebied als agrarisch productiegebied te behouden. Kleinschalige woonontwikkelingen binnen de dorpen kunnen de bestaande dorpsstructuur versterken. Als leidraad geldt het dorpseigen ontwikkelen: de oorspronkelijke dorpsstructuur is leidend als ruimtelijk uitgangspunt voor nieuwe kleinschalige ontwikkelingen.

 

Het doel van de ambities is Alkmaar goed te laten fungeren als een gemeente met een complete stad met gezonde stadsvoorzieningen, een innovatief en toekomstbestendig buitengebied, een brede werkgelegenheid, een aantrekkelijk aanbod voor bezoekers en een prettig leefmilieu voor bewoners, inclusief een gezond sport- en recreatieklimaat.

 

Woningbouwversnelling

Alkmaar heeft de ambitie uitgesproken om de komende jaren (vooral rondom het Alkmaars Kanaal)

veel woningen te bouwen en wil werk maken van het versnellen van woningbouw. In samenwerking met regionale marktpartijen en de Woningmakers, zijn versnellingskansen voor het

woningbouwproces vastgesteld, die ook in 2022 worden opgepakt.

 

3.2 Risicoanalyse vergunningverlening

Vergunningverlening is gebonden aan bij wet gegeven termijnen. Een aanvraag kan pas in behandeling worden genomen als deze volledig is (ontvankelijkheidstoets). Worden de gegevens niet (tijdig) ingediend of zijn deze onvolledig, dan wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.

 

Een aanvraag wordt op grond van het omgevingsrecht getoetst aan onder andere het bestemmingsplan, het bouwbesluit, de bouwverordening en de redelijke eisen van welstand. Als een aanvraag niet past binnen de regels van een bestemmingsplan, houdt een aanvraag bovendien in een verzoek om af te wijken van die regels.

 

Soms is er geen omgevingsvergunning nodig en kan worden volstaan met een melding. Dit betreft bijvoorbeeld de sloopmelding en de melding brandveilig gebruik. In het Bouwbesluit is vastgelegd wanneer kan worden volstaan met een melding (http://www.bouwbesluitonline.nl/Inhoud/docs/wet/bb2012/hfd1/par1-5/art1-18).

 

De VTH-vergunningverleners en toezichthouders van de gemeente Alkmaar zijn belast met de uitvoering van de VTH-taken op grond van de Wabo. De bouwgerelateerde aanvragen worden door onze medewerkers op uniforme wijze behandeld middels een vergunningen- en toezichtprotocol.

 

Door risicogericht te kijken naar verschillende aanvragen om vergunning en meldingen wordt inzichtelijk welke onderdelen belangrijk zijn en dus een diepgaandere toets wenselijk/noodzakelijk is. Vooruitlopend op de nieuwe wetgeving van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb), wordt vorm gegeven aan deze risicogerichte werkwijze door gebruik te maken van de Landelijke toetsmatrix Bouwbesluit 2012.

 

Het uitgangspunt voor risicogericht werken is dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en het gebruik van een bouwwerk ligt bij de inwoner of ondernemer. De gemeente beziet of die verantwoordelijkheid (voldoende) wordt genomen en onderneemt alleen acties op basis van ingeschat risico en wettelijke voorschriften en spant als het ware een vangnet om de grootste risico’s te beperken. Kleinere risico’s worden, zoals landelijk is bepaald, geaccepteerd.

 

Het maatschappelijk belang en de ingeschatte risico’s van een bepaald bouwwerk dat op een bepaalde wijze tot stand komt, bepalen de intensiteit van de gemeentelijke inzet.

 

De intensiteit van de toets aan het Bouwbesluit is bepaald in het werkniveau, gekoppeld aan een bouwwerktypologie. Kleine bouwwerken, die straks vallen onder de Bouwbesluittoetsvrije bouwwerken van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) worden niet meer getoetst en de grote projecten worden integraal getoetst.

4. Handhaving

4.1 Inleiding

Het VTH-beleid maakt ook keuzes en stelt prioriteiten voor de uit te voeren taken bij de handhaving van het omgevingsrecht. In beginsel worden prioriteiten gebaseerd op een inschatting van risico’s op het gebied van gezondheid, veiligheid en de leefomgeving en een inschatting van financiële en bestuurlijke risico’s. Aan de hand hiervan maakt de gemeente keuzes ten aanzien van de inzet van capaciteit en middelen. In het uitvoeringsprogramma VTH 2022 is de prioritering opgenomen.

 

4.2 Risicoanalyse handhaving

In de praktijk blijkt dat we onmogelijk alle VTH-taken kunnen uitvoeren met de bestaande formatie. Om de medewerkers zo effectief mogelijk in te zetten, is bepaald welke activiteiten binnen de gemeente prioriteit hebben en welke minder. De prioriteit wordt bepaald door de kans op en het gevolg van slecht naleefgedrag. Deze afweging vindt plaats door de toepassing van een risicomodel. Het model biedt de mogelijkheid om op basis van een risico inschatting en prioritering de inzet te bepalen.

 

Om de hierboven genoemde redenen wordt een werkwijze voorgestaan om de VTH-taken te prioriteren op basis van een risicoanalyse. Dit betekent voor toezicht en handhaving dat zaken met een hoge prioriteit direct worden opgepakt. Zaken met een lage prioriteit kunnen later worden opgepakt (bijvoorbeeld door een projectmatige aanpak op een later tijdstip).

 

Voor alle relevante activiteiten die de gemeente in het kader van de Wabo uitvoert is een risico inschatting gedaan. Voor het uitvoeren van de risicoanalyse is gebruik gemaakt van een landelijk geaccepteerd risicomodel van het voormalig Ministerie van Justitie. Dit model gaat uit van de definitie:

 

Risico = (negatief effect) X (de kans dat dit effect voorkomt)

 

Dit risico is bepaald met een vaste methodiek waarbij verschillende beoordelingscriteria in acht zijn genomen, te weten:

  • Gezondheid;

  • Veiligheid;

  • Leefomgeving;

  • Financieel;

  • Bestuur.

Deze vijf beoordelingscriteria zijn gescoord van 0 tot 4. Per activiteit is voor elk criterium een inschatting gedaan van het effect van slecht naleefgedrag en het risico. Deze inschatting is gedaan in samenspraak met de medewerkers die de VTH-taken uitvoeren. Zoals aangegeven is het risico bepalend voor de prioriteit. De uitkomsten van de risicoanalyse worden gebruikt om de jaarlijkse prioriteiten vast te stellen in het uitvoeringsprogramma. De volledige prioritering is opgenomen in het uitvoeringsprogramma om jaarlijkse aanpassing mogelijk te kunnen maken. Voor Alkmaar heeft de risicoanalyse geleid tot de navolgende tabellen met hoge en lage prioriteiten:

 

4.3 Prioriteiten

Hoge prioriteit

Prioritering

Voorbeelden

Bouwwerk geen gebouw zijnde complex

Hoog

Brug, tunnel, viaduct, mast, steiger, tribune niet overdekt, station

Industriefunctie complex

Hoog

Fabriek (meer dan 250p)

Woonfunctie complex

Hoog

Wooncomplex, appartement, woongebouw niet zelfredzame bewoners

Bijeenkomstfunctie o.a. scholen en kinderopvang

Hoog

Kinderdagverblijf, school, peuterspeelzaal,

Bijeenkomstfunctie complex (bijv. evenementenhallen, sportcomplexen, stadion)

Hoog

Openbaar toegankelijk, > 500 personen, voetbalstadion

Zorgfunctie met bedgebied

Hoog

Ziekenhuis, verpleeghuis, kliniek, verzorgingshuis gezondheidsdienst

Vergunning brandveilig gebruik

Hoog

Logiesfunctie complex

Gemiddeld

Hotel (meer dan 50 p), pension, dagverblijf kinderen/gehandicapten)

Winkelfunctie complex

Gemiddeld

Winkelgebouw (meer dan 250p)

Kantoorfunctie complex

Gemiddeld

Kantoor (meer dan 250p)

Monumenten complex

Gemiddeld

Kerk, openbare gebouwen (meer dan 250p), stolpen

Lage prioriteit

Prioritering

Voorbeelden

Bouwwerken onder Wkb bouwbesluittoetsvrij

Laag

Eengezinswoning, woonboot, recreatiewoning, bedrijfshal, windmolen

Woonfunctie eenvoudig

Laag

Woning, portiekwoning, woonwagen

Reclame

Laag

(licht)reclame op gevel

Handelen in strijd met bestemmingsplan tijdelijk

Laag

Tijdelijk afwijken bestemmingsplan

Winkelfunctie eenvoudig

Laag

Winkelgebouw minder dan 250p

Aanleggen

Laag

Wegen, paden, sloten, ophogen/afgraven gronden

Uit- en inritten

Laag

Inrit naar openbare weg

Meldingsplichtige sloop

Laag

Sloop asbest ,

Sloopafval meer dan 10m3

Vellen van een houtopstand

Laag

Kap van bomen

 

Lijst wijzigingen beleidsdoelstellingen 2021/2022

 

Beleidsdoelstelling

Activiteiten

Leefbaarheid bebouwde omgeving

Constructieve veiligheid gebouwen CC3 (was 2021)

Constructieve veiligheid gebouwen CC3 publiek toegankelijke gebouwen uit de (hoogste) gevolgklasse 3 controleren (2022)

- (was 2021)

Constructieve veiligheid bruggen (2022)

Projectmatige aanpak van handhaving op basis van prioritering/ risicoanalyse (2021/2022)

- (2021)

Toezicht energielabel C kantoorgebouwen (2022)

Risicogericht werken

Landelijke toetsmatrix Bouwbesluit gebruiken (2021/2022)

Verantwoorde bijdrage aan ontwikkeling Kanaalzone (2021)

Verantwoorde bijdrage aan ontwikkeling Alkmaars Kanaal en Stationsgebieden (2022)

Inzetten op volledig geïntegreerde en afgestemde vergunningverlening (2021/2022)

Verantwoorde bijdrage aan stimuleren woningbouwinitiatieven binnenstedelijk gebied

Inrichten woningbouwloket (2021)

Optimaliseren woningbouwloket (2022)

Uitvoering geven aan woningbouwversnelling (2021/2022)

Investeren in de veranderende rol

Werken conform de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (2021/2022)

Toekomstbestendige en innovatieve organisatie

Blijvend verbeteren dienstverlening aanvraag omgevingsvergunningen (2021/2022)

Blijvend verbeteren kwaliteit interne samenwerking (2021/2022)

Bijlage : Prioritering

 

Categorie

Gezondheid

Veiligheid

Leefomgeving

Financieel

Bestuurlijk

Kans op slecht naleefgedrag

Gemiddeld risico

Prioriteit

Bouwwerken onder Wkb bouwbesluittoetsvrij

0,0

0,0

2,0

1,0

1,0

Hoog

1,0

4. Laag

Woonfunctie eenvoudig

1,0

1,0

2,0

1,0

1,0

Laag

1,2

4. Laag

Woonfunctie complex

3,0

3,5

3,0

2,0

2,0

Middel

3,1

2. Hoog

Reclame

0,0

0,0

3,0

1,0

2,0

Hoog

1,6

4. Laag

Bijeenkomstfunctie eenvoudig

1,0

2,0

2,5

1,5

2,0

Hoog

2,3

3. Gemiddeld

Bijeenkomstfunctie scholen en kinderopvang

2,0

4,0

3,0

2,0

3,0

Middel

3,2

2. Hoog

Bijeenkomstfunctie complex

2,0

4,0

3,0

2,0

4,0

Middel

3,1

3.Hoog

Handelen in strijd met het bestemmingsplan regulier

1,0

2,0

3,0

2,0

1,0

Middel

2,1

3. Gemiddeld

Handelen in strijd met het bestemmingsplan uitgebreid

1,5

2,0

3,5

3,0

2,0

Laag

2,4

3. Gemiddeld

Handelen in strijd met het bestemmingsplan tijdelijk

1,0

2,0

1,0

1,0

1,0

Hoog

1,6

4. Laag

Zorgfunctie met bedgebied

2,5

3,5

2,0

3,0

3,0

Middel

3,1

2. Hoog

Zorgfunctie zonder bedgebied

1,0

2,0

2,0

2,0

2,0

Middel

2,1

3. Gemiddeld

Industriefunctie eenvoudig

2,0

2,0

1,0

1,0

2,0

Hoog

2,1

3. Gemiddeld

Industriefunctie complex

3,0

4,0

3,0

3,0

4,0

Laag

3,4

2. Hoog

Agrarisch

1,0

2,0

2,0

2,0

2,0

Laag

1,8

4. Laag

Kantoorfunctie eenvoudig

1,0

2,0

2,0

1,0

1,0

Hoog

1,8

4. Laag

Kantoorfunctie complex

3,0

4,0

3,0

2,0

2,0

Laag

2,8

3. Gemiddeld

Logiesfunctie eenvoudig

1,0

2,0

2,0

1,0

1,0

Hoog

1,8

4. Laag

Logiesfunctie complex

2,0

4,0

3,0

2,0

2,0

Middel

3,0

3. Gemiddeld

Winkelfunctie eenvoudig

1,0

2,0

2,0

1,0

1,0

Middel

1,6

4. Laag

Winkelfunctie complex

2,0

4,0

3,0

2,0

2,0

Middel

3,0

3. Gemiddeld

Categorie

Gezondheid

Veiligheid

Leefomgeving

Financieel

Bestuurlijk

Kans op slecht naleefgedrag

Gemiddeld risico

Prioriteit

Parkeergebouwen

1,0

3,0

3,0

1,0

1,0

Middel

2,1

3. Gemiddeld

Bouwwerk geen gebouw zijnde eenvoudig

1,0

2,0

3,0

1,0

2,0

Hoog

2,3

3. Gemiddeld

Bouwwerk geen gebouw zijnde complex

2,0

4,0

4,0

2,0

3,0

Middel

3,5

2. Hoog

Aanleggen

0,0

1,0

2,0

1,0

1,0

Hoog

1,3

4. Laag

Uit- en inritten

0,0

1,0

2,0

1,0

1,0

Laag

1,0

4. Laag

Vergunningplichte sloop

1,0

2,0

2,0

1,0

1,0

Hoog

1,8

4. Laag

Meldingsplichtige sloop

1,0

2,0

1,0

1,0

1,0

Hoog

1,6

4. Laag

Vellen van een houtopstand

0,0

0,0

2,0

1,0

1,0

Hoog

1,0

4. Laag

Monumenten eenvoudig

1,0

1,0

2,0

2,0

2,0

Hoog

2,1

3. Gemiddeld

Monumenten complex

2,0

1,0

3,0

3,0

3,0

Middel

2,8

3. Gemiddeld

Melding brandveilig gebruik

1,0

2,0

1,0

1,0

2,0

Hoog

1,8

4. Laag

Vergunningen o.g.v. de Huisvestingswet

0,0

1,0

2,0

1,0

2,0

Hoog

1,6

4. Laag

Vergunning brandveilig gebruik art. 2.1 lid 1d

2,5

3,0

2,5

2,0

3,0

Middel

3,1

2. Hoog