Het college van de gemeente Buren,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 april
2022,
gelet op artikel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 35 van de Participatiewet,
overwegende dat het noodzakelijk is voor de uitvoering om kaders voor de eenmalige energietoeslag 2022 bij beleidsregels te regelen,
Besluit:
vast te stellen de:
Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Buren
Artikel 1. Begripsbepalingen
- 1.
Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
- 2.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
- a.
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Buren
- b.
- c.
Energietoeslag: gemeentelijke categoriale toeslag bedoeld als tegemoetkoming voor de gestegen kosten van energie
- d.
BRP: de Basisregistratie Personen van de gemeente Buren
- e.
Inwoner: de belanghebbende die zijn woonplaats als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de wet, in de gemeente Buren heeft
- f.
Huishouden: het totaal aantal inwoners, zoals bedoeld in artikel 4, artikel 5 en artikel 19a van de Wet, dat op één adres staat ingeschreven in BRP
- g.
Inkomen: het inkomen zoals bedoeld in artikel 4 van deze beleidsregels
- h.
Peildatum: de datum van de aanvraag
- i.
Referteperiode: de hele kalendermaand voorafgaand aan de maand van de peildatum
- j.
Bijstandsnorm: de bijstandsnorm die van toepassing zou zijn in de leefsituatie van de inwoner als recht zou bestaan op algemene bijstand, waarbij geen rekening wordt gehouden met de kostendelersnorm
- k.
Minimuminkomen: een inkomen van ten hoogste 120% van de voor de belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm
- l.
Vermogen: de op de peildatum beschikbare geldmiddelen, zoals bedoeld in artikel 5 van deze beleidsregels, die meer bedragen dan € 15.000,--
Artikel 2. Doelgroep
- 1.
De eenmalige energietoeslag 2022 van € 800,-- is bedoeld voor een huishouden met een minimuminkomen zonder vermogen en wordt ambtshalve of op aanvraag als bijzondere bijstand verleend.
- 2.
Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:
- a.
in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet;
- b.
- c.
en aanspraak maakt op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000; of
- d.
is ingeschreven in de basisregistratie personen als ingezetene met enkel een briefadres.
- 3.
Er wordt per BRP adres maximaal € 800,-- aan energietoeslag verstrekt.
Artikel 3. Uitbetaling
- 1.
De uitbetaling van de energietoeslag van € 800,-- vindt plaats voor 1 januari 2023:
- a.
in vier termijnen van € 200,--;
- b.
gedurende vier opeenvolgende maanden.
- 2.
In afwijking van lid 1 sub a en b, vindt de uitbetaling van de energietoeslag ad € 800,--plaats in één termijn vanaf peildatum 1 september 2022 tot 1 december 2022.
Artikel 4. Inkomen
- 1.
Het inkomen wordt bepaald over de referteperiode.
- 2.
Bij onregelmatige inkomsten is het gemiddelde inkomen in de drie kalendermaanden voorafgaand aan de maand van de peildatum bepalend.
- 3.
De middelen als bedoeld in artikel 31 lid 2 van de wet worden niet tot het inkomen gerekend.
- 4.
Onder inkomen wordt in ieder geval verstaan:
- a.
- b.
- c.
inkomen uit een uitkering en/of wachtgeld
- d.
inkomen uit (onder)verhuur en/of kostgeverschap; en
- e.
inkomen uit partneralimentatie en/of kinderalimentatie.
Artikel 5. Beschikbare geldmiddelen
- 1.
Beschikbare geldmiddelen zijn geldmiddelen waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken.
- 2.
Het betreft de beschikbare geldmiddelen van de aanvrager en de partner van de aanvrager.
- 3.
Onder beschikbare geldmiddelen wordt verstaan:
- a.
- b.
geld op betaal- en spaarrekeningen
- c.
cryptovaluta (zoals bitcoins)
- d.
de waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).
Artikel 6. Ambtshalve toekenning
Huishoudens die op 15 maart 2022 voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2 van deze beleidsregels, en:
- 1.
algemene bijstand ontvangen; of
- 2.
een uitkering ontvangen op grond van de IOAW en IOAZ; of
- 3.
een uitkering op grond van de Bbz; of
- 4.
periodieke bijzondere bijstand; of
- 5.
incidentele bijzondere bijstand; of
- 6.
van wie de financiële draagkracht is vastgesteld op grond van het Minimabeleid; of
- 7.
die algemene bijstand ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank op grond van artikel 47a van de wet; of
- 8.
inwoners die zijn toegelaten tot de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,
ontvangen de eerste termijn van de energietoeslag 2022 voor 1 mei 2022.
Artikel 7. Aanvraag
- 1.
Huishoudens die niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning kunnen vanaf 1 mei 2022 een aanvraag indienen met gebruikmaking van het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier.
- 2.
De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt digitaal ingediend via www.buren.nl.
- 3.
In afwijking van lid 2 is een schriftelijke aanvraag mogelijk als bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.
- 4.
Een aanvraag kan worden ingediend tot 1 december 2022.
Artikel 8. Hardheidsclausule
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.
Artikel 9. Inwerkingtreding
- 1.
De beleidsregels treden in werking met ingang van 15 maart 2022.
- 2.
De beleidsregels vervallen op 1 januari 2023.
Artikel 10. Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Buren”.
Aldus vastgesteld door het college op 20 april 2022.
De secretaris, M. van Dalen MSc
De voorzitter, J.P.M. Meijers