Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogeveen

Beleidsregel bekostiging Leerlingenvervoer Hoogeveen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogeveen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel bekostiging Leerlingenvervoer Hoogeveen 2022
CiteertitelBeleidsregel Bekostiging Leerlingenvervoer Hoogeveen 2022.
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-05-2022Nieuwe regeling

29-03-2022

gmb-2022-213555

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel bekostiging Leerlingenvervoer Hoogeveen 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen;

gelezen het ambtelijk voorstel;

overwegende dat, het gewenst is om een beleidsregel vast te stellen omtrent

de Verordening Bekostiging Leerlingenvervoer Hoogeveen 2022; voor een praktische uitvoering van het en er behoeft bestaat om een duidelijke belangenafweging te maken bij de aanvragen voor de bekostiging van het Leerlingenvervoer;

 

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en de verordening bekostiging Leerlingenvervoer Hoogeveen 2022;

gezien het advies van Adviesraad Sociaal Domein Hoogeveen;

 

besluit vast te stellen de volgende:

 

Beleidsregel bekostiging Leerlingenvervoer Hoogeveen 2022

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      Aanvraag: een volledig ingevuld aanvraagformulier Leerlingenvervoer met alle informatie en bijlagen die noodzakelijk zijn;

    • b.

      Co-ouderschap: bij co-ouderschap zijn de kinderen afwisselend bij de ene ouder en dan weer bij de andere ouder. Er zijn in dit geval twee hoofdverblijven, ongeacht waar de leerling feitelijk is ingeschreven.

    • c.

      Naschoolse opvang: opvang bij een officiële gastouder die staat ingeschreven in het LRK (Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen­) en/of een BSO met een officiële certificering en die ingeschreven staat in het LRK;

    • d.

      Pleegouders: pleegouders zorgen voor een kind wanneer een kind tijdelijk niet bij zijn ouders op kan groeien. Pleegkinderen blijven de wettelijke kinderen van hun ouders.

    • e.

      Verordening: de Verordening bekostiging Leerlingenvervoer Hoogeveen 2022;

  • 2.

    Voor de overige begrippen sluiten we aan bij de begripsomschrijvingen van de verordening.

Artikel 2 aanvraag van de vervoersvoorziening

  • 1.

    De ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling dienen een aanvraag voor een vervoersvoorziening in door gebruik te maken van het formulier aanvraag bekostiging Leerlingenvervoer. Deze is op te vragen via leerlingenvervoer@dewoldenhoogeveen.nl of door te bellen met 14 0528.

  • 2.

    Het behandelingstermijn start op het moment dat de aanvraag volledig is ingediend en voorzien van alle noodzakelijke bijlagen.

  • 3.

    Ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling vragen voor 1 mei een verlenging van de bekostiging Leerlingenvervoer aan voor het daaropvolgende schooljaar.

Artikel 3 persoonlijk ontwikkelingsplan

  • 1.

    Wanneer de leerling de leeftijd van negen jaar bereikt, stellen burgemeester en wethouders in overleg met de ouders, desgewenst de leerling en in samenhang met het ontwikkelingsperspectief opgesteld door de school, een persoonlijk vervoersontwikkelingsplan op. Het doel van het persoonlijk vervoersontwikkelingsplan is dat de leerling (begeleid) wordt voorbereid op zelfstandig reizen.

  • 2.

    Voor het persoonlijk vervoersontwikkelingsplan wordt een vast format gebruikt dat opgevraagd kan worden via leerlingenvervoer@dewoldenhoogeveen.nl.

  • 3.

    Zolang de leerling gebruikt maakt van de vervoersvoorziening, wordt ieder schooljaar vanaf dat de leerling 9 jaar is, het vervoersontwikkelingsplan geactualiseerd. Dit vormt een onderdeel van de aanvraag zoals omschreven in artikel 2.

  • 4.

    Wanneer de handicap van een leerling zelfstandig reizen nagenoeg onmogelijk maakt, kunnen burgemeester en wethouders vrijstelling geven voor het jaarlijks actualiseren van het vervoersontwikkelingsplan.

  • 5.

    Als blijkt dat het niet mogelijk is om het persoonlijk vervoersontwikkelingsplan te continueren, mag de leerling weer gebruik gaan maken van de oorspronkelijk toegekende vervoersvoorziening. Wanneer mogelijk, wordt het plan in een volgend schooljaar weer op gestart.

Artikel 4. Bevestiging gemaakte afspraken

Ouders en/of meerderjarige en handelingsbekwame leerling ontvangen van burgemeester en wethouders binnen twee weken na een gesprek waarbij afspraken zijn gemaakt met betrekking op het vervoer of het vervoersontwikkelingsperspectief, een e-mail of brief met daarin de gemaakte afspraken.

Artikel 5. Ziekte, incidentele afspraken of eenmalige roosterwijziging

  • 1.

    Ouders van de leerling die gebruik maakt van een vervoersvoorziening, zijn verantwoordelijk voor het vervoer wanneer er sprake is van een van de volgende situaties:

    • a.

      de leerling is ziek geworden tijdens de schooldag en moet vervroegd naar huis, of

    • b.

      de leerling moet later beginnen dan gewoonlijk vanwege lesuitval of een halve studiedag, of

    • c.

      de leerling heeft eerder vrij dan gewoonlijk vanwege lesuitval of een halve studiedag, of

    • d.

      de leerling heeft een (dokters)afspraak en moet daarom later naar school of juist eerder naar huis, of

    • e.

      een andere reden of oorzaak waarom een leerling niet mee kan met de gewone route.

  • 2.

    Ouders melden het kind af bij de vervoerder.

Artikel 6. Reistijd

  • 1.

    De volgende reistijden gelden als een maximum reistijd voor de leerling:

    Afstand:

    Maximale verblijfstijd:

    0-10 kilometer

    45 minuten

    10-15 kilometer

    60 minuten

    15 kilometer of meer

    2 keer de reistijd op basis van de kortste route volgens Easy travel met een maximum van 90 minuten.

  • 2.

    De leerlingen mogen maximaal 15 minuten voor aanvang van de eerste les afgezet worden bij school.

  • 3.

    De school is verantwoordelijk voor de opvang van de leerlingen die worden afgezet door de chauffeur.

Artikel 7. Fietsafstand

De volgende afstanden mag verwacht worden van een leerling, eventueel onder begeleiding van een ouder/verzorger, dat hij/zij fietsend kan afleggen:

- Leeftijd kind:

redelijke fietsafstand:

- 4-8 jaar

kind 6 kilometer, ouder met kind achterop 6 kilometer

- 9 jaar 

kind 7 kilometer

- 10 – 12 jaar

kind 8 kilometer

Deze tabel kan ook worden gebruikt voor het persoonlijke vervoersontwikkelingsplan.

Artikel 8. Weersomstandigheden

  • 1.

    Wanneer het KNMI een weeralarm code rood afgeeft voor de volgende dag, dan vindt er die volgende dag geen Leerlingenvervoer plaats.

  • 2.

    Wanneer het KNMI een weeralarm code rood afgeeft voor schooltijd, dan vindt er die dag geen Leerlingenvervoer plaats

  • 3.

    Als tijdens de schooltijd het weeralarm code rood wordt afgegeven, kan in samenspraak tussen vervoerder en gemeente het vervoer op een eerder tijdstip plaatsvinden. De vervoerder stelt de scholen hiervan op de hoogte en de scholen stellen de ouders op de hoogte.

  • 4.

    Alleen de leerlingen van wie de school heeft vastgesteld dat er opvang is, worden vervoerd, de overige leerlingen blijven op school. De verantwoordelijkheid voor deze leerlingen berust bij school.

  • 5.

    De leerlingen die achtergebleven zijn op school, moeten door hun ouders worden opgehaald.

  • 6.

    Is er sprake van code oranje, overlegd de vervoerder eerst met de gemeente of vervoer wel of niet plaats van vinden. Wanneer vervoer niet of vervroegd plaatsvindt, zijn de bovenstaande regels van toepassing.

Artikel 9. Afwijkende schooltijden in verband met handicap

  • 1.

    Wanneer, vanwege een structurele handicap van tenminste zes maanden, een leerling slechts een deel van het onderwijsprogramma kan volgen, kan deze leerlingen op aangepaste tijden naar school gebracht worden, onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      de onderwijsinspecteur heeft goedkeurig gegeven voor het aangepast programma; en

    • b.

      het is gemeld aan de leerplichtambtenaar.

  • 2.

    Bij een vervoersvoorziening wordt gevraagd dat de leerling of ’s ochtends of ’s middags wel mee gaat met een reguliere rit, tenzij dit niet kan vanwege het bepaalde in artikel 9 of artikel 10.

Artikel 10. Kleinschalig vervoer 

Het uitgangspunt is dat vervoer plaatsvindt in groepen.

  • 1.

    Wanneer een leerling om een medische en/of psychosociale reden niet met een reguliere rit mee kan, kan kleinschalig vervoer worden beschikt. Vervoer vindt dan plaats met maximaal twee andere leerlingen. Dit vervoer wordt alleen toegekend:

    • a.

      als andere alternatieven zijn besproken zoals zelf brengen, begeleiding in de bus, noise cancelling of een ander plekje in de bus; en

    • b.

      er is een medisch advies.

  • 2.

    Jaarlijks wordt getoetst of deze indicatie nog nodig is.

Artikel 11. Individueel vervoer

Het uitgangspunt is dat vervoer plaatsvindt in groepen.

  • 1.

    Wanneer een leerling om een medische en/of psychosociale reden niet met andere leerlingen vervoert kan worden, ook niet met een gelimiteerd aantal zoals in artikel 9 staat beschreven, kan het college individueel vervoer toekennen. Dit vervoer wordt alleen toegekend:

    • a.

      als andere alternatieven zijn besproken zoals zelf brengen, begeleiding in de bus, noise cancelling of een ander plekje in de bus; en

    • b.

      er is een medisch advies.

  • 2.

    Jaarlijks wordt getoetst of deze indicatie nog nodig is.

Artikel 12. Leerlingen internationale schakelklas (ISK)

  • 1.

    Leerlingen die in een ISK zitten op het primair onderwijs kunnen in aanmerking komen voor Leerlingenvervoer als de afstand van huisadres naar de ISK meer bedraagt dan 6 kilometer.

  • 2.

    Wanneer aantoonbaar is dat ouders of verzorgers hun kind niet kunnen begeleiden en de afstand is korter dan 6 kilometer, kan er een vervoersvoorziening worden beschikt onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      De leerling is te jong (jonger dan 9) om zonder begeleiding te fietsen; en

    • b.

      De ouder/verzorger kan aantoonbaar het kind niet per fiets begeleiden;

    • c.

      De afstand bedraagt meer dan de maximale loopafstand die je mag verwachten van een leerling en ouder om lopend af te leggen:

      • tot en met 8 jaar: anderhalve kilometer

      • 9 jaar en ouder: twee kilometer.

        Dit betreft de afstand van huis naar school.

    • d.

      De afstand bedraagt meer dan de maximale fietsafstand die je mag verwachten van een kind, zoals in artikel 6 is bepaald.

  • 3.

    Leerlingen op het voortgezet onderwijs die in een ISK zitten, komen niet in aanmerking voor een bekostiging van het Leerlingenvervoer.

Artikel 13. Hoogbegaafdheid

Uitgangspunt is dat iedere school begeleiding en lesmateriaal aanbiedt, gericht op het stimuleren van uitmuntende prestaties van toptalenten op de basisschool en het stimuleren van een omgeving waarin excellentie wordt gewaardeerd. Hiermee wordt ook tegemoetgekomen aan de wens vanuit het onderwijsveld om (hoog)begaafden meer uitdaging te bieden. Het OCW heeft hiervoor geld beschikbaar gesteld en een school kan daarop aangesproken worden in een OOGO.

  • 1.

    Hieruit volgt dat alleen ouders van leerlingen die in het basisonderwijs zijn aangewezen op voltijd hoogbegaafdenonderwijs een aanspraak maken op een bekostiging Leerlingenvervoer.

  • 2.

    Deze aanspraak moet onderbouwd worden:

    • de dichtstbijzijnde basisschool heeft aangegeven dat zij geen passend aanbod voor de leerling kan bieden; en

    • Het Samenwerkingsverband heeft bevestigd dat de dichtstbijzijnde basisschool geen passend aanbod kan bieden; en

    • Het Samenwerkingsverband heeft een advies gegeven voor een andere dichtstbijzijnde toegankelijke school.

Artikel 14. Co-ouderschap

  • 1.

    Als er sprake is van co-ouderschap moeten beide ouders een aanvraag indienen bij de gemeente waar hij of zij woont.

  • 2.

    Wanneer beide ouders in de gemeente Hoogeveen wonen en één aanvraag wordt gehonoreerd op basis van de dichtstbijzijnde toegankelijke school, kan de andere aanvraag ook worden gehonoreerd, tenzij de afstand tussen het tweede adres en de school minder is dan 6 kilometer.

  • 3.

    Gemeente Hoogeveen is niet verantwoordelijk voor de honorering of afwijzing van andere gemeenten. Het kan voorkomen dat er bij een andere gemeente geen bekostiging voor Leerlingenvervoer wordt afgegeven en dat vanuit de gemeente Hoogeveen anders wordt bepaald, of visa versa.

Artikel 15. Pleegouders

Pleegouders zijn vrijgesteld van een eigen bijdrage.

Artikel 16. Tijdelijk verblijf

  • 1.

    De hoofdregel is dat daar waar de leerling feitelijk verblijft (structureel element, de inschrijving in de gemeente is niet relevant) door de ouders een aanvraag ingediend moet worden. De betreffende gemeente toetst deze aanvraag aan de verordening. Hierop wordt een uitzondering gemaakt indien:

    • het kind van het Leerlingenvervoer gebruik maakt in gemeente A; en

    • het van tevoren vaststaat dat het een korte periode (max. 6 weken) in een andere gemeente (B) zal verblijven; en

    • het kind de oude school blijft bezoeken; en

    • na de korte periode terug zal keren naar de oorspronkelijke gemeente (A).

       

      In dit geval blijft gemeente A het vervoer bekostigen/verzorgen.

  • 2.

    De genoemde uitzondering geldt uiteraard niet wanneer het een leerling betreft die vanwege een vakantie van de ouders tijdelijk elders verblijft.

Artikel 17. Crisissituatie

  • 1.

    Als de leerling vanwege een crisissituatie zich tijdelijk in een andere woning of in opvang bevindt (bijvoorbeeld bij pleegzorg of in een voorziening van de Willem Schrikkergroep) en het is onduidelijk waar het kind daarna terecht komt, kan er, om het kind te ontzien, voor maximaal zes weken vervoer worden beschikt van het tijdelijke verblijf naar de oude school.

  • 2.

    Deze beschikking kan eenmalig worden verlengd met nog eens zes weken.

Artikel 18. Naschoolse opvang

De leerling kan na een naschoolse opvang worden gebracht, als de naschoolse opvang op de route van school naar huis is.

Artikel 19. Stage

  • 1.

    In aanvulling op Artikel 15 uit de Verordening bekostiging Leerlingenvervoer gemeente Hoogeveen, heeft het college bepaalt dat de maximale afstand van de school naar het stageadres 6 kilometer is, wanneer het niet mogelijk is om een stageplek op de route te vinden. De leerling die naar stage gaat wordt dan als laatste afgezet.

  • 2.

    Wanneer het stageadres zich buiten deze straal bevindt, zullen de ouders van de leerling zelf voor het vervoer moeten zorgen of de leerling gaat met het Openbaar Vervoer. Een kilometervergoeding of OV-vergoeding kan worden aangevraagd.

Artikel 20. Proefdraaien

Als een leerling met een vervoersvoorziening proefdraait op een andere school, kan hij, tijdens deze proefperiode, gebruik blijven maken van de vervoersvoorziening.

Artikel 21. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: beleidsregel Bekostiging Leerlingenvervoer Hoogeveen 2022.

 

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 29 maart 2022.

 

De secretaris, De burgemeester,

J. Mulder K.B. LOOHUIS