| Organisatie | Rotterdam |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Beleidsregels AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2022 |
| Citeertitel | Beleidsregels AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2022 |
| Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
| Onderwerp | financiën en economie |
| Eigen onderwerp |
Deze beleidsregels vervallen op 1 maart 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 07-05-2022 | 01-03-2022 | nieuwe regeling | 21-03-2022 | 2022, nummer 88 |
De directeur Maatschappelijke Ondersteuning van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling,
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3, tweede lid, van de Verordening AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2022 en artikel 8 van de Nadere regels AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2022;
overwegende, dat het college van burgemeester en wethouders uit het oogpunt van doelmatigheid en rechtszekerheid beleidsregels voor het AOW- en Jeugdtegoed voor het jaar 2022 wenst vast te stellen;
Artikel 1 Ouder en kinderbijslag of pleegvergoeding
Als een ouder een aanvraag indient ten behoeve van een kind dat of jongere die op de aanvraagdatum hetzelfde adres in de Basisregistratie personen van Rotterdam heeft als deze ouder, dan wordt vermoed dat er voor dit kind of deze jongere op de aanvraagdatum kinderbijslag of een pleegvergoeding wordt ontvangen door deze ouder.
Artikel 2 Gezamenlijke huishouding
Als blijkt dat gehuwden op de aanvraagdatum niet op hetzelfde adres in de Basisregistratie personen in Rotterdam staan ingeschreven, wordt bij de toetsing van het inkomen van de aanvrager vermoed dat geen sprake is van een gezamenlijke huishouding.
Aldus vastgesteld op 21 maart 2022.
Namens het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam,
R. van As
Directeur Maatschappelijke Ondersteuning
Cluster Maatschappelijke Ontwikkeling
Met de inwerkingtreding van de Participatiewet op 1 januari 2015 zijn de categoriale regelingen bijzondere bijstand voor AOW-gerechtigden en kinderen van ouders met een minimuminkomen komen te vervallen. De wetgever heeft zich op het standpunt gesteld dat het generieke inkomensbeleid voorbehouden dient te zijn aan het rijk. De participatie van AOW-gerechtigden en kinderen is geen doel op zich binnen de Participatiewet.
De Gemeente Rotterdam is van mening dat juist voor de doelgroepen AOW’ers en kinderen maatschappelijke participatie van groot belang is. Daarom is in 2015 voor deze doelgroepen een nieuwe regeling opgezet: het AOW- en Jeugdtegoed. Met deze regeling wordt een financieel tegoed gekoppeld aan de Rotterdampas van de AOW-gerechtigde die of het kind dat tot de doelgroep behoort. De Rotterdampas fungeert als ‘betaalpas’. De doelgroep kan hiermee bij geselecteerde winkels het tegoed besteden aan bepaalde productgroepen, ten behoeve van de participatiebevordering. Op deze manier is het mogelijk dat de doelgroep het tegoed besteedt aan bijvoorbeeld schoolspullen, hobbyartikelen of sportartikelen.
Voor de periode van 1 maart 2022 tot 1 maart 2023 geldt een nieuwe regeling voor het AOW- en Jeugdtegoed. Er is daarvoor een nieuwe Verordening AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2022 door de gemeenteraad vastgesteld. Deze verordening is verder uitgewerkt in de Nadere regels AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2022 die door het college zijn vastgesteld. Deze Beleidsregels AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2022 zijn een uitwerking van de genoemde Verordening en de Nadere regels.
Artikel 1 Ouder en kinderbijslag of pleegvergoeding
Als het kind en de ouder op hetzelfde woonadres in Rotterdam staan ingeschreven in de Basisregistratie personen, dan wordt er bij de beoordeling van de aanvraag in beginsel van uitgegaan dat er voor dit kind kinderbijslag of een pleegvergoeding wordt ontvangen door deze ouder. In de Nadere regels is vermeld dat onder een ouder tevens een verzorger of pleegouder wordt verstaan. Het is mogelijk dat in specifieke gevallen wel wordt nagegaan of inderdaad kinderbijslag of een pleegvergoeding wordt ontvangen door de betreffende ouder, mocht hierover twijfel bestaan bij het college.
Artikel 2 Gezamenlijke huishouding
Bij de beoordeling van de aanvraag wordt bepaald of een aanvrager een gezamenlijke huishouding voert, met andere woorden of hij of zij al dan niet alleenstaand is. Als gehuwden (definitie uit de Participatiewet) op de datum van de aanvraag niet op hetzelfde adres in de Basisregistratie personen staan ingeschreven, dan wordt er bij er de toetsing van het inkomen in beginsel van uitgegaan dat de aanvrager alleenstaand is.
Artikel 3 Besteding AOW- en jeugdtegoed
In dit artikel wordt verwezen naar de twee pagina’s www.jeugdtegoed.nl en www.aowtegoed.nl, behorende bij deze beleidsregels. Op deze websites staan de winkel(keten)s vermeld waar het tegoed kan worden besteed.
Ook staan hier de productgroepen vermeld waaraan het tegoed kan worden besteed.
Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIR): 010-417 2514 of bir@rotterdam.nl