Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rucphen

Beleid gevonden voorwerpen 2018 gemeente Rucphen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRucphen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleid gevonden voorwerpen 2018 gemeente Rucphen
Citeertitel
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

boek 5 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-11-201805-11-2018Beleidsregel

30-10-2018

gmb-2022-204386

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleid gevonden voorwerpen 2018 gemeente Rucphen

Inleiding

1.1. Definities

Hieronder wordt een aantal definities en afkortingen gegeven:

- Besluit: Besluit gevonden voorwerpen (Stb. 1991, 434)

- BW: Burgerlijk Wetboek

- Gevonden voorwerp: Een gevonden voorwerp is in de termen van het BW een "onbeheerde

zaak". Dit wil zeggen een zaak die de eigenaar, zonder dat dit de bedoeling was, is kwijtgeraakt.

Bijvoorbeeld een fiets zonder slot op de openbare weg, een los drijvende boot of een verloren

legitimatiebewijs. - Vinder: Een vinder is iemand die een onbeheerde zaak aantreft en onder zich neemt met de

bedoeling hem weer zo snel mogelijk te doen toekomen aan de eigenaar. Daarbij is niet van belang of de vinder "toevallig" vindt of beroepsmatig optreedt met het oogmerk om in aanmerking te komen voor het vindersloon.

1.2. De regeling

In boek 5, titel 2, van het BW heeft de wetgever een regeling inzake gevonden voorwerpen getroffen. Hierin worden onder andere de verplichtingen, de rechten en de bevoegdheden van vinders geregeld. Daarnaast is de gemeente aangewezen als overheidsinstantie waar gevonden voorwerpen kunnen worden ingeleverd en is de gemeente ten aanzien van gevonden voorwerpen een aantal bevoegdheden toegedeeld.

1.3. Afbakening

Het beleid voor gevonden voorwerpen heeft alleen betrekking op gevonden voorwerpen in de termen van het BW. Het heeft geen betrekking op voorwerpen die in het kader van een handhavingstraject bijvoorbeeld worden meegevoerd en opgeslagen. Hiertoe zijn wettelijke regels opgesteld in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

2. De aangifte en afgifte van een gevonden voorwerp

2.1. De verplichting tot aangifte

De vinder van een gevonden voorwerp, die deze onder zich neemt, is verplicht hiervan met bekwame spoed aangifte te doen (artikel 5:5 BW).

Het BW legt personen die een gevonden voorwerp aantreffen dus niet de verplichting op om deze onder zich te nemen en daarvan aangifte te doen. Dit wil zeggen dat de regels van het BW pas van betekenis worden op het moment dat het gevonden voorwerp vrijwillig door de vinder onder zich wordt genomen.

Op voormelde aangifteplicht bestaat één uitzondering. Er is geen aangifteplicht als de vinder "terstond" na de vondst hiervan mededeling heeft gedaan aan degene die hij als eigenaar of als tot ontvangst bevoegd mocht beschouwen. Indien het voorwerp in een besloten ruimte wordt gevonden, is de vinder verplicht hiervan eveneens mededeling te doen aan de bewoner (woning), gebruiker of exploitant van deze ruimte (zwembad, openbaar vervoersmaatschappijen).

2.2. De bevoegdheid met betrekking tot de aangifte

Op grond van artikel 5:5 BW is de gemeente de instantie waarbij vinders aangiften kunnen doen van gevonden voorwerpen. De gemeente dient ambtenaren aan te wijzen die bevoegd zijn om deze aangiften te behandelen.

De praktijk wijst uit dat vinders van gevonden voorwerpen aangifte hiervan doen bij de politie of de BOA’s. Het is dan ook wenselijk dat de politie en de BOA’s de gevonden voorwerpen afgeven bij de gemeente. Ook wanneer de politie of BOA’s zelf voorwerpen vinden, dienen zij dit bij de gemeente af te geven.

Om het bovenstaande te realiseren heeft de burgemeester op grond van artikel 5:5 BW de afdelingsmanager Gemeentewinkel aangewezen als ambtenaar die bevoegd is om een aangifte van een gevonden voorwerp te behandelen. Dit besluit is terug te vinden in de bijlage 1.

Op grond van artikel 5:5 BW is alleen de gemeente bevoegd om een gevonden voorwerp in bewaring te nemen. Daarom heeft de burgemeester besloten de afdelingsmanager Gemeentewinkel een machtiging te verlenen voor het in bewaring nemen van een gevonden voorwerp. Dit besluit is terug te vinden in bijlage 2.

2.3. Procedure

De gemeente heeft een protocol gemaakt waarin is aangegeven hoe zij omgaat met de aangifte en in bewaringstelling van een gevonden voorwerp. Dit protocol is terug te vinden in bijlage 3.

2.4. De afgifte van een gevonden voorwerp

In beginsel staat het de vinder vrij het gevonden voorwerp in bewaring te geven of zelf mee naar huis te nemen. Indien hij het voorwerp mee naar huis neemt is hij verplicht zelf voor de bewaring en onderhoud van het gevonden voorwerp zorg te dragen. Op het aangifteformulier wordt aangegeven of de vinder afstand van het voorwerp doet en of hij daarop rechten wil uitoefenen. Een kopie van dit formulier zal aan de vinder worden meegegeven. De kopie van het aangifteformulier wordt beschouwd als een bewijs van inbewaringgeving in de zin van artikel 5:5 BW. Het aangifteformulier is te vinden in bijlage 4.

Gemeenten kunnen afgifte van een gevonden voorwerp vorderen. Ingevolge artikel 1 van het Besluit wordt ten aanzien van de beslissingsvrijheid van gemeenten om voorwerpen al dan niet te vorderen een uitzondering gemaakt voor "militaire zaken". Op grond van dit artikel is de gemeente verplicht er voor zorg te dragen dat de vinder voorwerpen, die behoren tot de kleding, uitrusting en wapening van militairen van de krijgsmacht, aan haar in bewaring geeft. Daarbij dient de gemeente deze voorwerpen aan de daartoe door Onze Minister van Defensie aangewezen militaire instellingen over te dragen.

3. De verkrijging van het eigendom van een gevonden voorwerp

3.1. De verkrijging van het eigendom

De vinder verkrijgt, indien de rechthebbende van het voorwerp zich niet meldt, na verloop van één jaar na de aangifte of mededeling, de eigendom van het voorwerp (artikel 5:6 BW).

Zulks geldt eveneens indien de vinder het voorwerp niet zelf heeft gehouden maar ter bewaring heeft afgegeven. Voorwaarde is dan wel dat de vinder zich binnen één maand na afloop van het "bewaarjaar" meldt om het voorwerp op te eisen.

Doet de vinder dit niet dan is de burgemeester bevoegd na één jaar het voorwerp te verkopen, om niet over te dragen of te vernietigen. Een vinder zal voormelde termijn zelf in de gaten moeten houden. Er rust geen verplichting op de gemeente de vinder voor het verlopen van de termijn te waarschuwen.

Degene die een onbeheerd voorwerp aantreft en er zich over ontfermt met de bedoeling deze voor zichzelf te houden is géén vinder maar een bezitter (niet te goeder trouw). Hierop zijn de regels van het vinderschap niet van toepassing. Een dergelijk persoon wordt ingevolge artikel 3:105 jo 3:306 BW pas na 20 jaar eigenaar van het gevonden voorwerp.

Indien het onzeker is of het gevonden voorwerp aan iemand toebehoort en diegene meent dat de aangetroffen zaak aan niemand toebehoort, zal hij dit voorwerp zich toe-eigenen zonder aan de verplichtingen te voldoen. Dit doet hij dan op eigen risico. Als de zaak een verloren zaak blijkt te zijn, wordt de vinder geen eigenaar. Indien hij bezitter te goeder trouw is, kan hij zich na drie jaren op verkrijgende verjaring beroepen, opgenomen in art. 3:99 BW.   Wanneer de rechthebbende of vinder het voorwerp meeneemt, dient er een bewijs van ontvangst in te worden gevuld bij de gemeente. Deze is te vinden in bijlage 5.

3.2. De procedure

Indien de vinder bij de aangifte heeft aangegeven dat hij, na de termijn van bewaring, eigenaar van het gevonden voorwerp wil worden, zal het gevonden voorwerp bewaard worden op het gemeentehuis. In deze situatie heeft de vinder aangegeven dat hij niet zelf voor de bewaring en onderhoud van het gevonden voorwerp wil zorgdragen.

Indien de vinder geen rechten wil uitoefenen op het gevonden voorwerp, neemt de gemeente het voorwerp drie maanden in bewaring. De afdelingsmanager Gemeentewinkel is verantwoordelijk voor de verdere registratie van het gevonden voorwerp. Gevonden voorwerpen worden geregistreerd in het landelijke register www.verlorenofgevonden.nl. Via de site wordt er een registratienummer aan het voorwerp gekoppeld. Wanneer het voorwerp door de gemeente in bewaring wordt genomen, wordt het registratienummer aan het voorwerp gelabeld, zodat het voorwerp makkelijk terug wordt gevonden wanneer de eigenaar zich meldt.

Voorwerpen met een waarde van €0 tot €450 dienen 3 maanden bewaard te worden, tenzij de vinder het voorwerp claimt. In dat geval dient het voorwerp een jaar te worden bewaard. Voorwerpen met een waarde van €450 en meer dienen een jaar te worden bewaard. Grote gevonden voorwerpen worden opgeslagen op de gemeentewerf. Kostbare en kleine voorwerpen, zoals sieraden of geld, worden opgeslagen in een afgesloten box in de kluis op het gemeentehuis. Na de verstreken tijd wordt het voorwerp verkocht aan een erkend opkoper.

3.3. De bevoegdheid met betrekking tot de verkoop, vernietiging en overdracht om niet van gevonden voorwerpen.

De burgemeester is bevoegd een gevonden voorwerp om niet over te dragen, te verkopen en te vernietigen (artikel 5:6 BW), indien de eigenaar van een gevonden voorwerp zich niet heeft gemeld en de vinder geen rechten wil uitoefenen op het gevonden voorwerp. Op grond van dit beleid worden gevonden voorwerpen 3 maanden tot een jaar bewaard. Deze gevonden voorwerpen worden opgeslagen op de gemeentewerf/gemeentehuis.

Het is efficiënter als de afdelingsmanager Gemeentewinkel namens de burgemeester na één jaar de gevonden voorwerpen om niet mag overdragen, verkopen en vernietigen. Op grond van het bovenstaande heeft de burgemeester besloten om het de afdelingsmanager Gemeentewinkel een volmacht te verlenen tot het verkopen van gevonden voorwerpen. Dit besluit is terug te vinden in bijlage 5.

Bij de verkoop van gevonden voorwerpen worden twee categorieën onderscheiden; voorwerpen met een zekere economische waarde en voorwerpen zonder economische waarde. Deze inschatting zal gemaakt worden onder de verantwoordelijkheid van de afdelingsmanager Gemeentewinkel. De voorwerpen met een zekere economische waarde zullen worden verkocht. De verkoop van deze gevonden voorwerpen vindt plaats door het laten komen van een erkend opkoper. De voorwerpen die deze opkoper wilt kopen, worden aan hem overgedragen. De opbrengst van deze verkoop zal in de kas van de gemeente komen. De voorwerpen die niet door de opkoper worden meegenomen, zullen worden vernietigd.

Daarnaast heeft de burgemeester besloten om de afdelingsmanager Gemeentewinkel een machtiging te verlenen tot het om niet overdragen en vernietigen van gevonden voorwerpen. Dit besluit is terug te vinden in bijlage 7.

3.4. Uitzonderingen bewaartermijn

Op voormelde plicht om gevonden voorwerpen gedurende één jaar te bewaren heeft de wetgever een drietal uitzonderingen gemaakt.

3.4.1. Voorwerpen van betrekkelijk geringe waarde

1. Voorwerpen van betrekkelijk geringe waarde, de zogenaamde niet-kostbare zaken die door de vinder vrijwillig in bewaring worden gegeven. Hieronder vallen voorwerpen met een geschatte waarde van €0 tot €450;

2. Gevonden dieren;

3. Voorwerpen die snel aan bederf onderhevig zijn of waarvan de bewaring verhoudingsgewijs veel arbeid of geld vraagt.

Is het gevonden voorwerp anders dan op haar vordering aan de gemeente in bewaring gegeven en valt het onder de niet- kostbare zaken, zoals bedoeld in het Besluit, dan is de burgemeester bevoegd na drie maanden het voorwerp te verkopen, over te dragen of te vernietigen (artikel 5:6 BW). De burgemeester is niet bevoegd niet- kostbare zaken te verkopen, te vernietigen of om niet over te dragen indien de eigenaar van de zaak zich heeft gemeld of de vinder rechten wil uitoefenen op het gevonden voorwerp.

De gedragslijn in de gemeente Rucphen is dat de afdelingsmanager Gemeentewinkel na drie maanden niet-kostbare zaken vernietigd. De burgemeester heeft dan ook de afdelingsmanager Gemeentewinkel een machtiging verleend tot het vernietigen van niet-kostbare zaken. Dit besluit is terug te vinden in bijlage 7.

3.4.2. Gevonden dieren

Om gemeenten niet (onnodig) op hoge kosten te jagen en ook vanuit praktisch oogpunt (huisvesting) heeft de wetgever het wenselijk geacht om ten aanzien van gevonden dieren een afwijkende regeling in de wet op te nemen.

Wat de wetgever in dit kader onder "dier" verstaat is niet geheel duidelijk. Zeker is echter wel dat "wilde" dieren”, dieren die in beginsel aan niemand toebehoren, niet onder het begrip worden geschaard. Een van het dak gevallen en op straat gevonden huismus valt dus niet onder het begrip "dier" in de zin van de wet.

Voorts is van belang dat het dier ook daadwerkelijk "kwijt" is. Een dier dat zich slechts voor een ogenblik heeft verwijderd van zijn eigenaar of diens erf en waarvan de eigenaar het dier dus niet heeft verloren, is geen "gevonden voorwerp".

Indien het gevonden voorwerp een dier betreft en de vinder van het dier wil het dier niet mee naar huis nemen, is de gemeente verplicht het dier gedurende een termijn van veertien dagen te "bewaren" (artikel 5:8 BW). De gemeente Rucphen kiest ervoor van deze termijn af te wijken en een termijn van eenentwintig dagen te hanteren. Meldt de eigenaar van het dier zich niet binnen deze termijn van eenentwintig dagen, dan is de burgemeester gerechtigd het dier over te dragen aan Dierenopvang Arduin. Mocht in voorkomend geval ook het laatste niet mogelijk blijken dan is de burgemeester bevoegd het dier te doen afmaken.

Voormelde termijn van eenentwintig dagen behoeft niet in acht te worden genomen indien het dier slechts met onevenredig hoge kosten kan worden bewaard of indien afmaking om geneeskundige redenen is vereist.

Een vinder die besluit het dier zelf mee naar huis te nemen, heeft voormelde bevoegdheden van de burgemeester niet. Hij zal gedurende één jaar voor het dier moeten zorgen. Nadien verkrijgt hij de eigendom van het dier.

Wordt het dier na de bewaartermijn van eenentwintig dagen door de burgemeester verkocht, dan komt de eigenaar van het dier de opbrengst van de verkoop toe. Hiertoe is dan wel vereist dat de eigenaar zich binnen één jaar na het verlies aanmeldt. Gebeurt dit niet, dan komt de opbrengst aan de vinder toe (dit zoals bij alle andere gevonden zaken).

Op dit moment wordt van gevonden dieren geen aangifte gedaan bij de gemeente. Ook worden de gevonden dieren niet eenentwintig dagen bewaard in het gemeentehuis. De praktijk wijst uit dat indien iemand een dier vindt, hij deze afgeeft bij Dierenopvang Arduin aan de Vroenhoutseweg 37 te Roosendaal. Dierenopvang Arduin zorgt ervoor dat het dier in een goede conditie verkeert, voor de opvang en de plaatsing van het dier in een nieuw huis. De kosten van opvang vergoedt de gemeente aan Dierenopvang Arduin.

Om het bovenstaande in overeenstemming te brengen met hetgeen in het BW over gevonden dieren is geregeld, dient de gemeente met Dierenopvang Arduin een overeenkomst aan te gaan. In deze overeenkomst is opgenomen dat de gemeente gevonden dieren naar Dierenopvang Arduin brengt. Dierenopvang Arduin zal dan gedurende eenentwintig dagen op kosten van de gemeente het dier opvangen. Nadien draagt de burgemeester op grond van artikel 5:8 lid 3 BW de eigendom van het dier over aan Dierenopvang Arduin.

3.4.2.1 Gevonden dode dieren Voor eigenaren van huisdieren kan het verlies van hun dier flinke impact hebben. Weten of het dier is overleden, kan helpen bij de afsluiting/verwerking. Bij de Buitendienst is een apparaat dat de chip van dieren kan uitlezen. Bij elk dood gevonden dier zal de chip worden uitgelezen om de eigenaar te achterhalen. De afdelingsmanager Gemeentewinkel is verantwoordelijk voor het contacteren van de eigenaar van het gevonden dier. Wanneer er contact is geweest, worden de uitgelezen gegevens weer vernietigd.

3.4.3. Voorwerpen die snel aan bederf onderhevig zijn of waarvan de bewaring verhoudingsgewijs veel arbeid of geld vraagt.

Indien een aan de gemeente in bewaring gesteld voorwerp aan snel tenietgaan of achteruitgang onderhevig is of wegens onevenredige hoge kosten of ander nadeel de bewaring daarvan niet langer van de gemeente gevergd kan worden, is de burgemeester bevoegd haar te verkopen. Indien de zaak niet verkocht kan worden is de burgemeester bevoegd haar om niet over te dragen of te vernietigen (artikel 5:8 BW).

De gedragslijn in de gemeente Rucphen is dat de bovenstaande voorwerpen worden vernietigd. De verkoop van deze voorwerpen neemt namelijk veel tijd en geld in beslag. Ten eerste dient in de Rucphense Bode een advertentie geplaatst te worden dat er een openbare verkoop gaat plaatsvinden. Daarnaast dient een openbare verkoop georganiseerd te worden. Dit alles neemt ongeveer twee weken in beslag. In de tussentijd zullen de voorwerpen die snel aan bederf onderhevig zijn, bedorven zijn. Ook wegen de kosten, voor de opslag van de voorwerpen die verhoudingsgewijs veel geld vragen, in die twee weken niet op tegen de opbrengst van de verkoop van deze voorwerpen.  

Voor de vernietiging van voorwerpen die snel aan tenietgaan of achteruitgang onderhevig zijn of waarvan de bewaring wegens onevenredig hoge kosten of ander nadeel niet langer van de gemeente gevergd kunnen worden, heeft de burgemeester de afdelingsmanager Gemeentewinkel een machtiging verleend om deze te vernietigen. Dit besluit is zijn terug te vinden in bijlage 8.

3.4.4 Geld

Gevonden geld, evenals een portemonnee met gevonden geld daar in, kan bij de gemeente als gevonden goed worden ingeleverd. Indien de rechtmatige eigenaar zich na verloop van een jaar niet heeft gemeld en zich ook daadwerkelijk als eigenaar heeft kunnen identificeren, dan zal de vinder eigenaar worden van het geld (mits dit niet van een strafbaar feit afkomstig is).

Bankpassen die in de portemonnee zitten worden naar de desbetreffende bank gestuurd. Dit geldt eveneens voor verzekeringspassen. Identiteitskaarten en rijbewijzen worden vernietigd. Dit is noodzakelijk in verband met fraude. In de periode dat een dergelijke identificatiedocumenten worden gevonden en daadwerkelijk worden ingeleverd, kan er fraude mee zijn gepleegd. Aan de hand van de documenten in de gevonden portemonnee kunnen de gegevens van de eigenaar in het Basisregistratie Personen (BRP) worden opgezocht en kan de eigenaar van de portemonnee aangeschreven worden. Wordt aan het bericht van de gemeente geen gehoor gegeven, dan zal de portemonnee na de bewaartermijn worden vernietigd.

4. De vergoeding van de kosten

4.1. De kosten

Een vinder die heeft getracht de eigenaar van het gevonden voorwerp op te sporen en hierbij kosten heeft gemaakt, heeft recht op een vergoeding van deze kosten. Dit geldt eveneens voor kosten die zijn gemaakt in verband met het bewaren of, in geval van een dier met het verzorgen, van het gevonden voorwerp.

Ook de gemeente heeft recht op vergoeding van de kosten van opslag en verzorging. Weigert de eigenaar deze kosten te voldoen dan is de vinder of de gemeente bevoegd afgifte van het voorwerp op te schorten totdat de eigenaar zijn verplichtingen is nagekomen (artikel 5:10 BW).

De gemeente Rucphen rekent echter geen kosten voor bewaring van gevonden voorwerpen. Dit wordt gezien als een stukje dienstverlening naar de burger.

4.2. Vindersloon

Een vinder die aan de op hem rustende verplichting heeft voldaan, heeft recht op een redelijke beloning. Het doet in dit verband niet ter zake of degene die vindt mede of zelfs uitsluitend handelt uit eigenbelang. Ook de vinder die er zijn beroep van heeft gemaakt om gevonden voorwerpen op te sporen heeft recht op een beloning indien hij een gevonden voorwerp retourneert aan de eigenaar.

Ten aanzien van de hoogte van een eventueel vindersloon heeft de wetgever ervoor gekozen om, in tegenstelling tot de meeste omringende landen, niet voor een vast percentage te kiezen maar de beloning van de vinder af te laten hangen van de omstandigheden van het geval. De gemeente die de zaak in bewaring heeft, heeft geen recht op vindersloon.

Bijlage 1

Burgemeester van Rucphen;

Gelet op artikel 5:5 Burgerlijk Wetboek, artikel 10:12 Algemene wet bestuursrecht en het beleid voor gevonden voorwerpen;

Besluit

De afdelingsmanager Gemeentewinkel aan te wijzen als ambtenaar die bevoegd is om aangiften van gevonden voorwerpen in behandeling te nemen.

Rucphen,

BURGEMEESTER VOORNOEMD,

Bijlage 2

De burgemeester van Rucphen;

Gelet op artikel 5:5 Burgerlijk Wetboek, artikel 10:12 Algemene wet bestuursrecht en het beleid voor gevonden voorwerpen;

Besluit

1. De afdelingsmanager Gemeentewinkel een machtiging te verlenen tot het in bewaring nemen van gevonden voorwerpen.

Rucphen,

BURGEMEESTER VOORNOEMD,

Bijlage 3

Protocol

1. Wat moet je doen als je als ambtenaar een voorwerp vindt?

1.1. Werkwijze in de praktijk voor de ambtenaar.

Als je tijdens je werkzaamheden op de openbare weg, het gemeentehuis of op de werf een verloren voorwerp aantreft, dien je hiervan aangifte te doen bij de gemeente.

Het moet hierbij gaan om voorwerpen die de eigenaar, zonder dat dit de bedoeling was, is kwijtgeraakt.

Te denken valt aan een verloren portefeuille, legitimatiebewijs, sieraad, een fiets zonder slot op de openbare weg of een boot die los in het water drijft.

Het gaat niet om voorwerpen die in het kader van een handhavingstraject worden verwijderd. Hiervoor gelden de regels zoals die staan in Hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Bij de aangifte van het gevonden voorwerp zal worden gevraagd of je, indien de eigenaar zich niet meldt, na één jaar eigenaar van het gevonden voorwerp wil worden. In het kader van de integriteit, is de gedragslijn in de gemeente Rucphen dat je als ambtenaar geen rechten kan uitoefenen op het gevonden voorwerp en dus hiervan geen eigenaar kan worden. Zijn er zwaarwichtige redenen om wel eigenaar van het gevonden voorwerp te worden, dan dien je hierover contact op te nemen met de afdelingsmanager Gemeentewinkel.

2. Hoe moet je als afdelingsmanager Gemeentewinkel met gevonden voorwerpen omgaan?

2.1. Hoe moet je een aangifte behandelen?

Op grond van het beleid voor gevonden voorwerpen is de gemeente bevoegd om een aangifte van een gevonden voorwerp te behandelen. Alle gevonden voorwerpen worden geregistreerd in het landelijk register www.verlorenofgevonden.nl. Het registratienummer van de site wordt aan het voorwerp gelabeld, zodat het voorwerp terug kan worden gevonden wanneer de eigenaar zich meldt.

Let erop dat de gedragslijn is dat ambtenaren die aangifte doen van een gevonden voorwerp in principe geen eigenaar van het gevonden voorwerp kunnen worden.

Let op dat deze termijnen goed bewaakt worden!

Ook moet je de kosten van opslag en bewaring van gevonden vaartuigen goed in de gaten houden.

2.2. Wat moet je doen als de eigenaar van een gevonden voorwerp zich meldt?

Indien iemand, die claimt de eigenaar te zijn van een gevonden voorwerp, zich meldt bij de gemeente moet je als eerste nagaan wanneer diegene zijn voorwerp verloren is.

Meldt hij zich bij de gemeente of is hij een vaartuig verloren, dan moet je nagaan waar het voorwerp zich bevindt. Hiervoor zijn drie mogelijkheden:

 

  • 1.

    Het voorwerp is door de vinder meegenomen;

  • 2.

    Het voorwerp ligt bij de gemeente;

  • 3.

    Het voorwerp is vernietigd, verkocht of om niet overgedragen.

Daarna moet je nagaan of degene die claimt de eigenaar te zijn, daadwerkelijk de eigenaar is.

Diegene zal een bewijs moeten overleggen waaruit blijkt dat hij als eigenaar kan worden beschouwd.

Indien iemand heeft bewezen dat hij de eigenaar van het gevonden voorwerp is, zal hij, in het geval dat de vinder het voorwerp heeft meegenomen, in contact worden gebracht met deze vinder.

2.4. Wat moet je doen als de vinder eigenaar van het gevonden voorwerp wil worden?

De vinder kan bij de aangifte aangeven dat hij, na de bewaartermijn, eigenaar van het gevonden voorwerp wil worden. Het gevonden voorwerp zal dan op bij de gemeente worden bewaard.

Heeft de vinder zelf voor de bewaring van het gevonden voorwerp gezorgd, dan wordt hij automatisch na één jaar, en bij niet-kostbare zaken na drie maanden, de eigenaar van dit voorwerp.

2.5. Wat moet je doen als de termijn voor het in bewaring nemen van een gevonden voorwerp verstreken is?

Indien de eigenaar of de vinder zich na de bewaartermijn niet heeft gemeld, ben je bevoegd om het gevonden voorwerp te verkopen, te vernietigen of om niet over te dragen.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen voorwerpen met een bepaalde economische waarde en voorwerpen zonder economische waarde. Deze inschatting ligt onder de verantwoordelijkheid van de afdelingsmanager Gemeentewinkel. De voorwerpen die een bepaalde economische waarde hebben, worden verkocht aan een erkend opkoper. De afdelingsmanager Gemeentewinkel is verantwoordelijk voor het contact met deze opkoper en de verdere afhandeling van de verkoop. De voorwerpen zonder economische waarde worden na de bewaartermijn van drie maanden vernietigd. De afdelingsmanager Gemeentewinkel doet dit in samenwerking met het Hoofd Buitendienst.

Voor het verkopen en vernietigen van gevonden voorwerpen wordt een proces verbaal (bijlage 9 en 10) opgemaakt, welke in ieder geval het volgende bevat:

a. Datum binnenkomst;

b. Bij een (brom)fiets het framenummer, boot eventueel het hulnummer, horloge het serienummer etc.

c. Bijzonderheden;

d. Ingebracht door;

e. Eventuele afstand verklaring;

f. Eventueel of het voorwerp in beheer van de vinder blijft;

g. Behandelend functionaris;

h. Handtekening.

Bewaar dit proces verbaal goed. Mocht de eigenaar van het gevonden voorwerp zich bij de gemeente melden, dan kan door het formulier worden aangetoond dat het voorwerp is verkocht of vernietigd.

Tenslotte kunnen gevonden voorwerpen om niet worden overgedragen aan een derde. Deze derde zal op zal op het aangifteformulier moeten tekenen voor de afgifte van het voorwerp.

Bijlage 4

Aangifteformulier gevonden voorwerp

De gemeente neemt de aangifte van gevonden voorwerpen in behandeling.

Als u een voorwerp gevonden heeft kunt u daarvoor dit formulier invullen.

Wilt u alstublieft duidelijk schrijven?

Uw gegevens:

Geslacht : O Man O Vrouw

Naam en voorletters: ………………………………………………………………………………………………………………………

BSN: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Straat en huisnummer: ……………………………………………………………………………………………………………………

Postcode : …………………………… Woonplaats: ……………………………………………………………………………………

E-mailadres : ……………………………………………………………………………………………………………………………………

Telefoonnummer :………………………………… GSM: ………………………………………………………………………………

Wanneer heeft u het voorwerp gevonden?

Datum : . . -. . - . . . . Tijdstip (ongeveer): ……………………………………………………………………………………

O Onbekend

Waar heeft u het voorwerp gevonden?

Locatie (straatnaam) : ……………………………………………………………………………………………………………………

Plaats (naam gemeente) : ………………………………………………………………………………………………………………

Straat en huisnummer : …………………………………………………………………………………………………………………

O Onbekend

Wat voor soort voorwerp heeft u gevonden?

Nadere omschrijving van het gevonden voorwerp (bijvoorbeeld: herenfiets, rugzak,

autosleutels, armband):

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Merk en type (bijvoorbeeld: Gazelle Orange of merkloos):

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Kleur(en):

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Opschrift of nummer (framenummer, sleutelnummer enz.):

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Nadere bijzonderheden van het gevonden voorwerp:

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Geschatte waarde van het gevonden voorwerp:

O Onbekend O Minder dan € 450,--   O Meer dan € 450,--

Wat doet u met het voorwerp dat u gevonden heeft?

O Ik bezorg het voorwerp z.s.m. op het Stadskantoor van de gemeente Rucphen

O Ik bewaar het voorwerp thuis. Als iemand een voorwerp als verloren meldt dat

overeenstemt met het voorwerp dat u gevonden heeft, neemt de gemeente

contact met u op. Als u het voorwerp zelf bewaart, moet u zelf voor het

onderhoud zorgen, zodat de staat van het voorwerp niet verslechtert.

O Ik wens dat het gevonden voorwerp bij mij thuis wordt opgehaald.

(alleen van toepassing voor bijvoorbeeld fietsen)

Heeft u er bezwaar tegen als de rechtmatige eigenaar uw telefoonnummer krijgt om u

te bedanken?

O Ja O Nee

Als het voorwerp na het einde van de bewaartermijn niet is opgehaald wens ik eigenaar te worden.

O Ja O Nee

Ondertekening

…………………………………………………

(handtekening aangever)

Rucphen, (datum)

Bijlage 5

Bewijs van ontvangst

Gegevens ondergetekendeGeslacht: O Man O Vrouw Naam en voorletters:……………………………………………………………………………………………………………………… BSN:………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Straat en huisnummer:…………………………………………………………………………………………………………………… Postcode:…………………………………… Woonplaats:……………………………………………………………………………… E-mailadres:…………………………………………………………………………………………………………………………………… Telefoonnummer:……………………… GSM:…………………………………………………………………………………………

VerklaringVerklaart op …………………………………… (datum) uit handen van een medewerker van de gemeente Rucphen te hebben ontvangen: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

OnderwerpHet volgende goed: ………………………………………………………………………………………………………………………… KSM-nummer: ………………………………………………………………………………………………………………………………… Registratienummer: …………………………………………………………………………………………………………………………

Aantal/eenheid: ………………………………………………………………………………………………………………………………

Objectnummer: ………………………………………………………………………………………………………………………………

Bijzonderheden: ………………………………………………………………………………………………………………………………

OndertekeningVoor ontvangst:

…………………………………………………… (handtekening ontvanger)

Rucphen, (datum)

Bijlage 6

De burgemeester van de gemeente Rucphen

Gelet op artikel 5:6 Burgerlijk Wetboek, artikel 3:62 Burgerlijk Wetboek, artikel 10:12 Algemene wet bestuursrecht en het beleid voor gevonden voorwerpen;

Besluit

Aan de afdelingsmanager Gemeentewinkel een volmacht te verlenen tot de verkoop van gevonden voorwerpen (met een waarde > 450 euro) die één jaar bewaard zijn.

Rucphen,

DE BURGEMEESTER VOORNOEMD,

Bijlage 7

De burgemeester van de gemeente Rucphen,

Gelet op artikel 5:6 Burgerlijk Wetboek, artikel 10:12 Algemene wet bestuursrecht en het beleid voor gevonden voorwerpen;

Besluit

De afdelingsmanager Gemeentewinkel een machtiging verlenen tot het vernietigen van niet-kostbare zaken, als bedoeld in het Besluit gevonden voorwerpen (Stb. 1991, 434) die drie maanden zijn bewaard.

Rucphen,

DE BURGEMEESTER VOORNOEMD,

Bijlage 8

De burgemeester van de gemeente Rucphen,

Gelet op artikel 5:8 Burgerlijk Wetboek, artikel 10:12 Algemene wet bestuursrecht en het beleid voor gevonden voorwerpen;

Besluit

De afdelingsmanager Gemeentewinkel een machtiging te verlenen tot het vernietigen van voorwerpen die snel aan bederf onderhevig zijn of waarvan de bewaring verhoudingsgewijs veel geld vraagt.

Rucphen,

DE BURGEMEESTER VOORNOEMD,

Bijlage 9

Proces-verbaal van verkoop van gevonden voorwerpen

PROCES-VERBAAL

Voorwerp:……………………………………………… Registratienummer:………………………………

Nummer proces-verbaal: 2018/ ……………

Wettelijke grondslag: - Artikel 5:6 Burgerlijk Wetboek - Artikel 5:8 Burgerlijk Wetboek - Artikel 10:12 Algemene wet bestuursrecht - Beleid gevonden voorwerpen gemeente Rucphen

Machtiging: Ingevolge het bepaalde in artikel 3 van het Beleid gevonden voorwerpen, heeft de burgemeester machtiging verleend aan de afdelingsmanager Gemeentewinkel tot het doen verkopen van gevonden voorwerpen. De afdelingsmanager heeft de navolgende personen aangewezen die bevoegd zijn tot het aanleveren ter verkoop: Naam 1: ……………………………………………………… Naam 2: ………………………………………………………

1. Algemene gegevens

Datum binnenkomst:………………………………………… Datum verkoop:…………………………………………………

Let op: in geval van de volgende zaken noteren: - (brom)fiets: framenummer - boot: hulnummer - horloge: serienummer - etc.

2. Bijzonderheden

………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………

3. Ingebracht door

……………………………………………………………………………………………………………………………………  ……………………………………………………………………………………………………………………………………

4. Eventuele afstandsverklaring

……………………………………………………………………………………………………………………………………  ……………………………………………………………………………………………………………………………………

5. VerklaringDe verkoop van de in het proces-verbaal vermelde voorwerpen, waarop bovenstaande machtiging betrekking heeft, vond plaats d.d. ………………………………………………………; via de firma ………………………………………………………………… te ………………………………………

6. Gegevens koper

Naam:………………………………………………

Handtekening:…………………………………

7. Behandelend functionaris

Naam:………………………………………………

Functie:……………………………………………

8. Handtekening functionaris

………………………………………………………

Rucphen, (datum)

Bijlage 10

Proces-verbaal van vernietiging van gevonden voorwerpen

PROCES-VERBAAL

Voorwerp:……………………………………………… Registratienummer:………………………………

Nummer proces-verbaal: 2018/ ……………

Wettelijke grondslag: - Artikel 5:6 Burgerlijk Wetboek - Artikel 5:8 Burgerlijk Wetboek - Artikel 10:12 Algemene wet bestuursrecht - Beleid gevonden voorwerpen gemeente Rucphen

Machtiging: Ingevolge het bepaalde in artikel 3 van het Beleid gevonden voorwerpen, heeft de burgemeester machtiging verleend aan de afdelingsmanager Gemeentewinkel tot het doen vernietigen van gevonden voorwerpen. De afdelingsmanager heeft de navolgende personen aangewezen die bevoegd zijn tot het aanleveren ter vernietiging: Naam 1: ……………………………………………………… Naam 2: ………………………………………………………

1. Algemene gegevens

Datum binnenkomst:………………………………………… Datum vernietiging:……………………………………………

Let op: in geval van de volgende zaken noteren: - (brom)fiets: framenummer - boot: hulnummer - horloge: serienummer - etc.

2. Bijzonderheden

………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………

3. Ingebracht door

……………………………………………………………………………………………………………………………………  ……………………………………………………………………………………………………………………………………

4. Eventuele afstandsverklaring

……………………………………………………………………………………………………………………………………  ……………………………………………………………………………………………………………………………………

5. Voorwerp in beheer van de vinder

…………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………

6. VerklaringDe vernietiging van de in het proces-verbaal vermelde voorwerpen, waarop bovenstaande machtiging betrekking heeft, vond plaats d.d. ………………………………………………………; via de firma ………………………………………………………………… te ………………………………………

7. Behandelend functionaris

Naam:………………………………………………

Functie:……………………………………………

8. Handtekening

………………………………………………………

Rucphen, (datum)