Organisatie | Hoogheemraadschap van Rijnland |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Legger ondersteunende kunstwerken 2020 - Toelichting |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-09-2020 | nieuwe regeling | 23-09-2020 Waterschapsblad van het hoogheemraadschap van Rijnland nr. 10868, 28 september 2020 |
Voor u ligt de legger ondersteunende kunstwerken die op 23 september 2020 door het bestuur van Rijnland is vastgesteld. Met ondersteunende kunstwerken worden alle waterstaatkundige objecten bedoeld die noodzakelijk zijn om een goed werkend watersysteem te waarborgen zoals: gemalen, coupures, stuwen, inlaten en waterbergingen. Inclusief de objecten die nodig zijn voor de waterkwaliteit en de objecten in waterkeringen die noodzakelijk zijn om de waterveiligheid te kunnen garanderen, zoals: coupures, afsluitbare inlaten en (keer)sluizen.
In de legger is vastgelegd wat de vereiste afmetingen zijn, wie verantwoordelijk is voor het onderhoud en wat het onderhoud inhoudt. Dit schept duidelijkheid voor zowel Rijnland als alle andere betrokkenen. De legger vormt daarmee een belangrijke basis voor de Rijnlandse uitvoeringsprogramma’s, de Rijnlandse toezichthoudende taak en een informatiebron voor de omgeving.
Het opstellen van een legger is ook een wettelijke verplichting die volgt uit de Waterwet, de Waterschapswet en de Waterverordening Rijnland. Naast de legger ondersteunende kunstwerken heeft Rijnland ook leggers waarin alle oppervlaktewateren en waterkeringen zijn opgenomen.
De legger ondersteunende kunstwerken bestaat uit de volgende onderdelen:
Mocht u in de legger nog fouten tegen komen of andere suggesties hebben voor verbetering, dan horen we dat graag. Uw opmerkingen kunt u doorgeven via het leggercontactformulier op www.rijnland.net/legger.
Rijnland, waterbeheerder in West-Nederland
Rijnland ligt midden in de Randstad. Grofweg in de vierhoek IJmuiden - Amsterdam - Gouda - Wassenaar, met een totale oppervlakte van 1.175 km2. Het is een afwisselend gebied: strand en duinen, de Bollenstreek, het Groene Hart, meren en plassen en de historische waterrijke steden Haarlem, Leiden en Gouda. Bovendien is er veel bedrijvigheid in dit deel van de Randstad: vanzelfsprekend in de steden maar ook op en rond de luchthaven Schiphol. Bovendien liggen in Rijnland drie belangrijke land- en tuinbouwgebieden: Boskoop, Aalsmeer en de Duin- en Bollenstreek. In dit gebied beheert Rijnland het water al sinds 1255.
Droge voeten en schoon water, het lijkt zo vanzelfsprekend. Maar dat is het niet. Want Rijnland ligt voor een groot deel onder zeeniveau. Bovendien zijn er flinke hoogteverschillen ontstaan tussen gebieden die naast elkaar liggen, soms met een verschil van meer dan vijf meter. Door klimaatverandering en bodemdaling neemt de druk op het watersysteem toe. Dag in dag uit zijn onze gemalen aan het werk om overtollig water af te voeren of tijdens droogte juist water aan te voeren. Daarnaast is schoon en gezond water in de dichtbevolkte waterrijke delta van West-Nederland belangrijk. Zowel voor de mens, de natuur als de bedrijven. Schoon en gezond water is essentieel voor een goede biodiversiteit, belangrijk voor de landbouw en om te kunnen zwemmen, vissen of varen.
Dit alles vraagt om een uitgekiend watersysteem dat natuurlijk is ingericht en ecologisch wordt beheerd en onderhouden. Een goed functionerend watersysteem:
Keur en legger wat is het verschil?
De Keur, het Reglement en de legger vormen een drie-eenheid en sluiten naadloos op elkaar aan. In het Reglement van bestuur van Rijnland zijn de taken en verplichtingen van het waterschap beschreven. In de Keur van Rijnland en de bij de Keur behorende uitvoeringsregels zijn deze taken en verplichtingen nader uitgewerkt. Op basis van de algemene omschrijvingen uit het Reglement, worden in de legger de onderhoudsplichtigen en onderhoudsverplichtingen nader geconcretiseerd.
In een legger zijn de onderhoudsverplichtingen en onderhoudsplichtigen gedetailleerd vastgelegd. Dit voorkomt dat meningsverschillen ontstaan. Als dat toch gebeurt, is de legger een bewijsmiddel dat een rol kan spelen bij juridische uitspraken. Omdat er onderhoudsverplichtingen in de legger zijn opgenomen moet de legger een inspraakprocedure doorlopen. Belanghebbenden krijgen dan de gelegenheid om te controleren of alle gegevens goed zijn opgenomen in de legger. Zonodig kunnen zij bezwaar indienen. De ontwerp legger ondersteunende kunstwerken heeft hiervoor van 27 mei 2020 tot en met 10 juli 2020 ter inzage gelegen.
De voorwaarden die Rijnland stelt aan de ondersteunende kunstwerken zijn beschreven in hoofdstuk 2, dit zijn de zogenoemde leggerbepalingen. De toelichting op deze leggerbepalingen is in hoofdstuk 3 opgenomen.
In deze nota worden veel formele waterschapstermen gebruikt zoals aangeland of primair oppervlaktewater. In bijlage 1 is een verklarende woordenlijst opgenomen waarin deze termen worden toegelicht. De wettelijke kaders van de legger zijn in bijlage 2 weergegeven.
Ondersteunende kunstwerken zijn alle kunstwerken die noodzakelijk zijn voor het functioneren van het watersysteem. Deze worden naar functie onderscheiden in:
Waterbergingen: een waterberging is een voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied of locatie, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de waterbergingscapaciteit van één of meer watersystemen en ook als waterberging op de leggerkaart is opgenomen.
* Oeververdedigingen zijn nu nog niet opgenomen in de legger ondersteunende kunstwerken. Voor de oevers zal een apart traject worden doorlopen. Zodra dat is afgerond, worden ze bij een volgende revisie in de legger ondersteunende kunstwerken opgenomen.
Vanwege hun grote invloed op het functioneren van het watersysteem worden ook de volgende kunstwerken in de legger vastgelegd:
Artikel 2: onderhoudsplichtigen
Welke persoon of instantie (gedeeltelijk) onderhoudsplichtig is van een ondersteunend kunstwerk (inclusief de bediening daarvan) is vastgelegd in de legger. Bij de toedeling van de onderhoudsplichtigen zijn onderstaande regels toegepast. Incidenteel is hiervan gemotiveerd afgeweken.
Artikel 3: onderhoudsverplichtingen
De onderhoudsplicht van ondersteunende kunstwerken omvat:
Buitengewoon onderhoud*: Het onderhoud van de constructie en de materialen waaruit het kunstwerk is samengesteld, alsmede het op de juiste locatie en de juiste hoogteligging handhaven van het kunstwerk. Bij een waterkerende functie van het kunstwerk dient ook de waterkerende functie gehandhaafd (hoogte stabiliteit) te worden.
*Het gewoon en buitengewoon onderhoud van waardevolle oevers/natuurvriendelijke oevers vereist maatwerk en is vastgelegd in contracten en onderhoudsplannen.
Artikel 4: overgangsbepalingen, inwerkingtreding en citeertitel
Alle hiervoor genoemde artikelen zijn ook van toepassing op de ondersteunende kunstwerken die nog niet in de legger zijn vastgelegd. Daarbij geldt dat betreffende waterstaatswerken door de onderhoudsplichtigen in stand moeten worden gehouden: overeenkomstig de voorwaarden zoals vermeld in de verleende ontheffing of, indien geen ontheffing voorhanden is, de oorspronkelijke richting, vorm, afmetingen en constructie;
3. Toelichting leggerbepalingen
3.1 Toelichting artikel 1: categorieën
Zoals in de inleiding aangegeven worden in de legger ondersteunende kunstwerken alle objecten opgenomen die een functie hebben voor het watersysteem. Dus zowel voor de waterveiligheid, de waterkwantiteit als de waterkwaliteit.
Onderscheid kan worden gemaakt naar peilregulerende kunstwerken ter ondersteuning van het watersysteem zoals gemalen en stuwen en kunstwerken die een (negatieve) invloed hebben op het watersysteem zoals steigers en bruggen. Voor het beheer van het watersysteem is het noodzakelijk dat van de peilregulerende kunstwerken de geografische ligging en de bijbehorende waterstaatkundige parameters en onderhoudsverplichtingen per kunstwerk in de legger worden geregistreerd.
Daarnaast worden vanwege hun grote invloed op het functioneren van het watersysteem ook de bruggen en duikers in de legger vastgelegd. Voor alle andere typen kunstwerken zoals steigers en meerpalen geldt dat deze niet in de legger worden vastgelegd. Reden hiervoor is dat het aantal overige kunstwerken dermate hoog is (enkele tienduizenden) en het waterstaatkundige belang over het algemeen zo laag, dat vastleggen in de legger vooralsnog geen prioriteit heeft. Waar de gegevens wel voorhanden zijn, zoals bij nieuwe vergunningaanvragen en dergelijke, worden de gegevens in het beheerregister vastgelegd.
Van de (ondersteunende)kunstwerken wordt het volgende vastgelegd
Gewenste capaciteit/maatvoeringen:
Gemalen: De gewenste capaciteit van afvoergemalen volgt uit de nota bemalingsbeleid. Daar is per gemaal op basis van het areaal aan (on)verhard oppervlak, natuur etc. de gewenste capaciteit berekend. Daar waar op basis van watergebiedsplannen en/of andere projecten nieuwe capaciteiten zijn vastgesteld, geldt dat deze nieuwe capaciteiten worden opgenomen. Voor inlaat- of doorspoelgemalen kunnen afwijkende criteria worden gehanteerd (vaak locatie specifiek maatwerk);
Rijnland heeft in de boezem 87 noodkeringen, variërend van eenvoudige schotbalken tot en met grote balgstuwen en klepstuwen. Hiermee kan de boezem bij calamiteiten in negen compartimenten worden opgedeeld. Deze keringen zijn in de jaren zestig van de vorige eeuw aangelegd als onderdeel van de wet Bescherming Waterstaatswerken in Oorlogstijd (BWO), volledig gefinancierd door het Rijk en de provincies. In 1991 is deze wet ingetrokken waarna het beheer en onderhoud van de noodkeringen van de provincies aan Rijnland is overgedragen.
In 2005 heeft Rijnland een onderzoek (kostenbatenanalyse) laten uitvoeren naar de nut en noodzaak van de noodkeringen. Hieruit volgde dat het, gezien de risico’s en de hoge schades die bij overstromingen kunnen optreden, het kosteneffectief is om ze te handhaven, ook de balgstuwen. Er is toen dan ook door het bestuur besloten ze in stand te houden en de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. Dit besluit is in 2018 nogmaals door het bestuur bekrachtigd. Deze compartimenteringswerken zijn dan ook in de legger opgenomen.
Daarnaast had Rijnland in het verleden nog zogenoemde Rijndijksluizen. De Rijndijksluizen zijn een verzameling van 57 noodwaterkeringen (sluizen, afsluitbare duikers, etc.) in de Hoge Rijndijk, die de zuidelijke aftakkingen van de Oude Rijn kunnen afsluiten en daarmee een doorgaande waterkering van Katwijk naar Bodegraven kunnen bewerkstelligen. Van oudsher beschermt deze kering het gebied ten zuiden van de Oude Rijn tegen overstromingen door een doorbraak in een waterkering in het noordelijk gebied en was deze als tweede waterkering in het (provinciale) reglement van Rijnland opgenomen. Echter, met het inpolderen van de binnenmeren en het IJsselmeer is de dreiging van een overstroming uit het noorden sterk verminderd, met als gevolg dat de Hoge Rijndijk (inclusief de Rijndijksluizen) in 1995 door de provincie als tweede kering uit het nieuwe reglement is gehaald. Hierdoor is de basis voor bepalingen over de Rijndijksluizen verdwenen, wat bij het vaststellen van de keur in 2009 heeft geleid tot het niet meer opnemen van een onderhoudsplicht door derden voor de Rijndijksluizen.
Tot het vaststellen van deze legger in 2020 had Rijnland deze Rijndijksluizen in onderhoud. Aangezien ze geen functie meer hebben in het waterbeheer en eventuele afsluitingen ook op een andere manier gerealiseerd kunnen worden, wordt het onderhoud van deze kunstwerken afgestoten (of worden de kunstwerken waar mogelijk verwijderd) en worden ze dan ook niet in de legger ondersteunende kunstwerken opgenomen. Met uitzondering van een 17-tal kunstwerken die in calamiteuze situaties meerwaarde kunnen hebben bij het (snel) afsluiten van delen van de boezem. Een voorbeeld hiervan zijn de deuren in de Gouwe ter hoogte van Alphen aan den Rijn. Het betreft hier een breed boezemwater dat niet eenvoudig op andere wijze kan worden afgesloten. Daar kunnen de huidige nog goed werkende deuren meerwaarde hebben bij de bestrijding van calamiteiten. Het afstoten/verwijderen van de Rijndijksluizen wordt projectmatig opgepakt door de reguliere Rijnlandse organisatie.
Alleen die gemalen zijn in de legger opgenomen die noodzakelijk zijn voor het peilbeheer in de polders en de boezem, alsmede ook de gemalen met een doorspoelfunctie voor de waterkwaliteit.
Gemaaltjes/pompjes die dienen om particuliere onderbemalingen op peil te houden moeten conform vergunning door betreffende eigenaren/vergunninghouders worden onderhouden en bediend.
Oeververdedigingen zijn nu nog niet in de legger ondersteunende kunstwerken opgenomen. Het oeververdedigingendossier is een complex dossier dat via een apart spoort wordt opgepakt (planning 2021).
De resultaten van dit traject zullen landen in een volgende versie van de legger kunstwerken.
Alleen de vaste dammen die liggen op een formeel vastgestelde peilvakgrens zijn in de legger opgenomen.
Waardevolle oevers/natuurvriendelijke oevers
Rijnland streeft naar een watersysteem met een goede ecologische waterkwaliteit. Hiervoor is het belangrijk dat flora en fauna voldoende leefruimte hebben. Oevers zijn een belangrijk en kwetsbaar onderdeel van deze leefruimte. Rijnland maakt onderscheid in waardevolle oevers en overige oevers. Waardevolle oevers zijn oevers (1) die met behulp van een subsidie als natuurvriendelijke oever zijn aangelegd en/of (2) waarbij tijdens een inventarisatie is gebleken dat daar een bijzondere vegetatie aanwezig is.
Vooralsnog zijn alleen de volgende waardevolle/natuurvriendelijke oevers in de legger vastgelegd:
Er volgt nog een inventarisatieronde naar de overige waardevolle oevers. Op basis hiervan dient eerst door Rijnland te worden bepaald wat we met deze oevers willen waarna in overleg met de kadastrale eigenaren kan worden bepaald hoe vervolgens uitvoering aan één en ander kan worden gegeven.
Waterbergingen vormen een belangrijke schakel in het (operationele) waterbeheer. Enerzijds kunnen door inzet van grote bergingspolders tijdelijk de pieken in waterafvoer worden geborgen. Voorbeelden hiervan zijn de piekbergingen Nieuwe Driemanspolder en Haarlemmermeerpolder. In beide polders kan in totaal meer dan 2,5 miljoen m3 water worden geborgen. Anderzijds zijn er de kleinere waterbergingslocaties die worden aangelegd ter compensatie van bijvoorbeeld het verhard oppervlak, met als doel de oorspronkelijke sponswerking van het gebied cq. de locatie te handhaven. Hieronder vallen ook de zogenaamde alternatieve waterbergingen zoals kratten onder wegen en dergelijke.
Van de waterbergingen worden de volgende gegevens vastgelegd:
3.2 Toelichting artikelen 2 en 3: Onderhoudsplichtigen en onderhoudsverplichtingen
Toewijzing onderhoudsplichtigen
Hoofddoel van een legger is om met name onderhoudsverplichtingen en onderhoudsplichtigen duidelijk vast te leggen en belanghebbenden de mogelijkheid bieden hier bezwaar tegen aan te tekenen. Bij het vastleggen van de onderhoudsplichtigen en onderhoudsverplichtingen wordt uitgegaan van de huidige situatie (voorjaar 2020). Dit betekent dat er in principe geen sprake is van overdracht van taken en daarmee samenhangende verplichtingen. Concreet betekent dit dat Rijnland verantwoordelijk is voor het onderhoud en de bediening van de ondersteunende (peilregulerende) kunstwerken, tenzij dit om praktische redenen anders is geregeld.
Het onderhoud van alle overige kunstwerken ligt bij de kadastrale eigenaar/aangeland/belanghebbende, tenzij dit in een vergunning of overeenkomst anders geregeld is. Zo zijn bijvoorbeeld door Rijnland met een aantal gemeenten, in het kader van overname onderhoud stedelijk water, bepaalde afspraken gemaakt op basis waarvan Rijnland het onderhoud uitvoert.
Zoals in artikel 2 van de Toelichting aangegeven hanteren we bij het toewijzen van de onderhoudsplichtigen drie categorieën/niveaus:
Als we zeker weten dat een overheid onderhoudsplichtig is. Dan is dat op de leggerkaart weergegeven. Zo niet dan is op de leggerkaart weergegeven dat de vergunninghouder verantwoordelijk is voor het onderhoud. Of er al dan niet een vergunning aanwezig is, staat niet op de leggerkaart. Dit omdat we alleen van de objecten die na het jaar 2000 zijn aangelegd een digitaal vergunningenoverzicht hebben. Van de jaren daarvoor hebben we geen digitaal overzicht. In specifieke situaties zullen we daarvoor archief onderzoek uitvoeren. Is er geen vergunning aanwezig dan geldt het derde niveau, dat daarmee feitelijk een vangnetartikel is.
In de volgende paragrafen worden een aantal specifieke situaties nader toegelicht.
Bedieningsplicht/bedieningsplichtige
Een aantal ondersteunende kunstwerken kan/moet periodiek worden bediend om het gewenste peil(beheer) te kunnen uitvoeren. Gemalen moeten bijvoorbeeld worden aan- en uitgezet, stuwen in hoogte versteld en sluizen open en dicht worden gezet. De bedieningsplichtige is daarvoor verantwoordelijk. Over het algemeen is de eigenaar van het kunstwerk ook verantwoordelijk voor de bediening, alleen in een aantal specifieke situaties is dit anders geregeld. Er zijn ook (vele) kunstwerken waar geen periodieke bediening noodzakelijk/mogelijk is, zoals bij vaste bruggen en vaste stuwen. Wel is daar voor de volledigheid ook de (potentiële) bedieningsplichtige ingevuld mocht in de toekomst betreffend kunstwerk beweegbaar worden gemaakt of een instelling aan het kunstwerk (bijvoorbeeld een eenmalige hoogte aanpassing) worden gewijzigd.
In de oppervlaktewateren liggen vele duikers en bruggen die zorgen voor de ontsluiting van percelen. In principe vormen deze objecten een obstakel in het oppervlaktewater. Goed beheer en onderhoud van deze objecten is essentieel voor het kunnen uitvoeren van de waterbeheertaken. Vaak zijn geen vergunningen of andere afspraken (meer) bekend waarin het onderhoud van deze objecten is geregeld. In principe zijn dan de kadastrale eigenaren verantwoordelijk, maar in deze situatie werkt dat niet goed. Dat komt doordat de duikers en bruggen vaak zijn aangelegd door de aanliggende perceeleigenaren voor de ontsluiting van hun perceel. Vaak zijn dat anderen dan de kadastrale eigenaar van het betreffende oppervlaktewater.
Werkwijze aanwijzing onderhoudsplichtige van duikers en bruggen:
Rijnland is onderhoudsplichtig van de inlaten die noodzakelijk zijn voor de watervoorzieningen van het hoofdwatersysteem, met uitzondering van die inlaten die nog niet door Rijnland in onderhoud zijn overgenomen. Daarnaast is er nog een hele grote categorie kleine inlaten die bijvoorbeeld hoogwatervoorzieningen van water voorzien. In principe is daar de vergunninghouder verantwoordelijk voor het onderhoud. Is die er niet dan is (zijn) de belanghebbende(n) van de peilafwijking/hoogwatervoorziening verantwoordelijk voor het onderhoud. Is er geen direct belanghebbende van de inlaat aan te wijzen, dan is de onderhoudsplichtige van het oppervlaktewater waar de inlaat op uitmondt verantwoordelijk.
Kunstwerken met een waterkerende functie
Voor de waterveiligheid is het van belang om vast te leggen welke kunstwerken een waterkerende functie hebben. Onder waterkerende functie wordt verstaan dat objecten een waterstandsverschil (kunnen) keren in een regionale of primaire keringen. Dit kunnen bijvoorbeeld afsluitbare inlaten zijn, een (keer)sluis of aquaduct in een regionale kering. Deze kunstwerken hebben in de legger ondersteunende kunstwerken de indicatie waterkerend.
Vanuit waterveiligheid is het opnemen van de indicatie waterkerende functie, naast de reeds opgenomen uitgangspunten de enige voorwaarde/vraag. Alleen bij coupures dient tevens de bedienaar te worden vastgelegd.
De onderhoudsplichtigen van kunstwerken die in, op, aan of boven waterkeringen of de beschermingszone zijn aangebracht en/of een (mede)waterkerende functie hebben, zijn verplicht deze waterkerend te houden.
In deze legger wordt verstaan onder:
Waterberging: Een waterberging is een voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied of locatie, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de waterbergingscapaciteit van één of meer watersystemen en ook als waterberging op de leggerkaart is opgenomen;
Oppervlaktewater(lichaam): samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende bodem, oevers en, voor zover uitdrukkelijk aangewezen krachtens deze wet, drogere oevergebieden, alsmede flora en fauna. De term ‘oppervlaktewaterlichaam’ is de formele term uit de Waterwet. In deze legger wordt de verkorte term ‘oppervlaktewater’ gebruikt;
Rijnland is op grond van de volgende regelgeving verplicht tot het opstellen van een legger:
De beheerder draagt zorg voor de vaststelling van een legger, waarin is omschreven waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen. Van de legger maakt deel uit een overzichtskaart, waarop de ligging van waterstaatswerken en daaraan grenzende beschermingszones staat aangegeven.
Waterschapswet, artikel 78 lid 2
Tevens stelt het algemeen bestuur vast de legger waarin onderhoudsplichtigen of onderhoudsverplichtingen worden aangewezen.
Waterverordening Rijnland, artikel 4.1
De legger bedoeld in artikel 5.1 van de wet bevat, in aansluiting op het bepaalde in het eerste en tweede lid van dat artikel, in ieder geval:
Reglement van bestuur Rijnland, artikel 5
Bijlage 4. Kunstwerken met een waterkerende functie
Als uitgangspunt hiervoor wordt de scope van de toetsing regionale en primaire kunstwerken gebruikt. In de toetsing zijn onderstaande kunstwerkentypen opgenomen:
Van de objecten binnen deze objecttypes is voor de toetsing regionale kunstwerken beschouwd of ze waterkerend zijn. Alleen deze worden getoetst en opgenomen in de legger ondersteunende kunstwerken met de indicatie waterkerend.
Niet alle type kunstwerken uit de legger zijn opgenomen in de toetsing het gaat hierbij om:
Hier zitten echter wel kunstwerktype bij met een waterkerende functie. Daarom worden:
Oeververdedigingen zijn een speciaal geval. Langsconstructies in het buitentalud maken deel uit van de toetsing regionale keringen. Onderdeel van de toetsing is het beoordelen of deze van invloed zijn op de waterkerende functie van de kering. Is dit het geval, dan wordt de oeververdediging in de legger ondersteunende kunstwerken opgenomen met de indicatie waterkerend. Zoals bekend is de toetsing nog niet afgerond.
*Compartimenteringswerken (BWO keringen en Rijndijksluizen) keren alleen water in geval van calamiteit, en de status binnen het watersysteem van deze keringen is niet geheel duidelijk. Totdat deze duidelijk er is worden deze keringen met indicatie waterkerend opgenomen.
In aanvulling van de scope kunstwerken en scope legger kunstwerken worden nog de volgende kunstwerktypes gezien die moeten worden opgenomen in de legger omdat deze o.a. waterkerend functie hebben, dit zijn;