Organisatie | Midden-Delfland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels verkeerd gestalde (brom)fietsen, wrakken en weesfietsen 2022 |
Citeertitel | Beleidsregels verkeerd gestalde (brom)fietsen, wrakken en weesfietsen 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene Plaatselijke Verordening Midden-Delfland 2021
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-04-2022 | nieuwe regeling | 05-04-2022 | 26038 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland;
in het belang van het uiterlijk aanzien en de toegankelijkheid, bereikbaarheid, en bruikbaarheid van (voet)paden, trappen en fietsenstallingen en verkeersveiligheid van de omgeving noodzakelijk wordt geacht om beleid vast te stellen ten aanzien van het verwijderen van verkeerd gestalde (brom)fietsen, (brom)fietswrakken en wees(brom)fietsen
Beleidsregels verkeerd gestalde (brom)fietsen, wrakken en weesfietsen 2022
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit beleid wordt verstaan onder:
Wees(brom)fiets: (brom)fiets die langer dan de maximale stallingsduur in de daarvoor bestemde klem of stallingsplaats is gestald, zonder dat zij gebruikt wordt. Deze (brom)fiets, geen (brom)fietswrak zijnde, verkeert in voldoende staat van onderhoud, maar behoort klaarblijkelijk aan niemand meer toe.
Omdat de beschikking niet aan de overtreder kan worden uitgereikt, wordt de beschikking in de vorm van een sticker of label aan de (brom)fiets bevestigd. Op deze beschikking wordt de datum van constatering van de overtreding genoteerd, en wordt verwezen naar het beleid, de wettelijke grondslag en wordt de eigenaar gewezen op het kostenverhaal. Deze beschikking wordt aan de overtreder uitgereikt op het moment dat hij zijn (brom)fiets, tegen betaling van de bestuursdwangkosten (het bewaargeld) afhaalt.
De verwijdering wordt op de voor de eigenaar minst bezwarende manier uitgevoerd. Dit betekent dat geen dan wel zo weinig mogelijk schade aan een (brom)fiets wordt veroorzaakt als de (brom)fiets voorzien is van een (ketting)slot dat voor verwijdering moet worden doorgeknipt. Als een (brom)fiets bijvoorbeeld met een hangslot aan een klem is vastgemaakt, dient het kettingslot aan het einde (in de buurt van het slot) te worden doorgeknipt, in plaats van in het midden. Op die manier is het slot, na doorknippen, nog steeds bruikbaar.
De toezichthouder noteert per (brom)fiets in ieder geval:
een beschrijving van de (brom)fiets en de aan/op de (brom)fiets aangetroffen goederen (merk, dames-, heren- of kinderfiets, type, kleur, of er een slot verwijderd moest worden en eventuele bijzonderheden). Het is toegestaan om hiervan een overzichtsfoto te maken waaruit blijkt om welke (brom)fiets en bijbehorende aangetroffen goederen het gaat.
Artikel 3. Verwijdering van (brom)fietsen die gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan
In spoedeisende gevallen kan besloten worden dat bestuursdwang zal worden toegepast zonder voorafgaande last (artikel 5:31 van de Awb). Dit kan enkel indien de situatie zo spoedeisend is, dat een schriftelijk besluit niet kan worden afgewacht.
Van spoedeisende bestuursdwang wordt alleen gebruik gemaakt wanneer de (brom)fiets op een wijze is geplaatst die tot gevaarlijke situaties kan leiden en/of de doorgang ernstig hindert. Er is onder meer sprake van een spoedeisend geval, indien een (brom)fiets geparkeerd staat voor een (nood)uitgang, brandkraan en op een blindegeleidestrook (<75 cm uit de as van een geleidestrook).
Artikel 7. Afhalen verwijderde (brom)fietsen
De eigenaar van de (brom)fiets dient zich te legitimeren. De medewerker registreert wanneer en aan welke persoon de (brom)fiets is meegegeven. De eigenaar van de (brom)fiets ontvangt bij teruggave een brief waarin staat waarom de (brom)fiets is verwijderd, gegevens van de (brom)fiets en wanneer de (brom)fiets is opgehaald. Het originele exemplaar is voor de eigenaar, de kopie wordt gearchiveerd. De bestuursdwangbeschikking en eventueel andere toebehoren van de (brom)fiets worden bij teruggave meegegeven.
Het verwijderen van de (brom)fiets gebeurt op kosten van de overtreder. Bij deze kosten moet worden gedacht aan de directe kosten van het feitelijk optreden en de voorbereiding daarvan, zoals het labelen, het verwijderen en meevoeren en opslaan van (brom)fietsen, maar ook de kosten voor de opslag van de (brom)fiets. Het college heeft de bevoegdheid om de meegevoerde en opgeslagen (brom)fietsen vast te houden totdat de verschuldigde kosten betaald zijn. De kosten worden daarom bij de overtreder in rekening gebracht op het moment dat de (brom)fiets wordt opgehaald.