Organisatie | Lopik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels eenmalige energietoeslag WIL 2022 |
Citeertitel | Beleidsregels eenmalige energietoeslag WIL 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 1 juli 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-10-2022 | artikel 7, 9 | 20-09-2022 | |||
04-05-2022 | 01-04-2022 | 06-10-2022 | nieuwe regeling | 19-04-2022 |
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor eenmalige energietoeslag 2022 kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvraag in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag 2022, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik van 19 april 2022,
De secretaris,
Drs. F. Jonker
de burgemeester,
Dr. L.J. de Graaf
Toelichting bij Beleidsregels eenmalige energietoeslag WIL 2022
Vanuit de wens om zelfstandige huishoudens met een laag inkomen die geconfronteerd worden met hoge energiekosten te compenseren, heeft het kabinet de eenmalige energietoeslag 2022 geïntroduceerd.
Naast de verlaging van de energiebelasting door extra belastingkorting op de energierekening én daar bovenop een tijdelijke verlaging van het belastingtarief op elektriciteit, is een uitkering in het leven geroepen in de vorm van een eenmalige energietoeslag.
De beleidsregel eenmalige energietoeslag 2022 staat niet op zichzelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon in de peilperiode geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 9 in.
Alleenstaand/gehuwden die financieel verantwoordelijk is/zijn voor het betalen van de energierekening.
Bij de energietoeslag wordt bij de bepaling van het recht gekeken naar het inkomen zoals vastgelegd in de artikelen 31, 32 en 33 van de Participatiewet.
De inkomsten van overige (meerderjarige) medebewoners (naast de partner of degene met wie een gezamenlijke huishouding wordt gevoerd) worden niet meegeteld.
Tussen 1 januari 2022 en 31 maart 2022 ontvangt het zelfstandig huishouden op enig moment (één van) de genoemde uitkeringen/regelingen opgesomd in artikel 4 lid 1 waardoor dit huishouden meegenomen kan worden in de ambtshalve toekenning.
De referteperiode is de periode waarin het inkomen in aanmerking wordt genomen. Voor de toekenning op aanvraag wordt gekeken naar de afgelopen drie maanden voorafgaand aan de aanvraagdatum. Op enig moment in deze periode dient de aanvrager te voldoen aan de voorwaarde laag inkomen, te weten maximaal 120% van de toepasselijke bijstandsnorm.
De energietoeslag wordt toegekend aan zelfstandige huishoudens (alleenstaande dan wel gehuwden die financieel verantwoordelijk is/zijn voor het betalen van de energierekening) met een laag inkomen.
De energietoeslag wordt per adres slechts eenmaal verstrekt aan de hoofdbewoner.
De volgende groepen komen niet in aanmerking voor de energietoeslag:
Er is sprake van een laag inkomen als op enig moment in de peilperiode dan wel referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm.
Er hoeft niet gecontroleerd te worden of de energiekosten van het huishouden daadwerkelijk sterk gestegen zijn en of het huishouden over voldoende middelen (en/of vermogen) beschikt om de energierekening te kunnen betalen.
Met vermogen wordt geen rekening gehouden.
Artikel 4Ambtshalve toekenning
De gemeente kan de energietoeslag ambtshalve toekennen en verstrekken. Een schriftelijke aanvraag is dan niet nodig.
Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat het huishouden op enig moment in de peilperiode voldoet aan de voorwaarden. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die algemene bijstand ontvangen of een uitkering ontvangen op grond van de IOAW.
Huishoudens die in een MSNP traject zitten kunnen worden meegenomen met de ambtshalve toekenning. Bij deze huishoudens moet bij de inkomensberekening worden uitgegaan van het daadwerkelijk besteedbare inkomen. Ook in deze situatie komt het besteedbare inkomen vaak niet uit boven de 110% van de bijstandsnorm.
Andere groepen die hier aan toegevoegd worden zijn:
huishoudens die in 2021 een bijdrage hebben ontvangen op grond van een gemeentelijke minimaregeling zoals genoemd in artikel 4 lid 1 onder d tot en met g. Deze regelingen hebben een inkomensgrens van 120% waardoor met zekerheid te zeggen is dat de groep aan de voorwaarden voldoet.
Voor de ambtshalve toekenning worden de volgende groepen niet meegenomen:
In lid 2 onder c worden huishoudens met medebewoners uitgesloten van de ambtshalve toekenning. Bij zulke huishoudens is niet bekend wie verantwoordelijk is voor het betalen van de energiekosten. Zij kunnen via de website een aanvraag indienen. Bij de aanvraag moet aannemelijk gemaakt worden dat de aanvrager ook daadwerkelijk verantwoordelijk is voor het betalen van de energierekening.
Ook de huishoudens met een Bbz, IOAZ en AIO uitkering zitten niet in het bestand voor de ambtshalve toekenning. Dit geldt ook voor de groep die in een WSNP traject zit. Deze groepen kunnen een aanvraag indienen.
Aan een deel van de doelgroep kan de energietoeslag niet ambtshalve worden toegekend. Denk hierbij (naast de Bbz, IOAZ en AIO gerechtigden) aan werkende armen, inwoners met een uitkering van het UWV, AOW-gerechtigden zonder aanvullend pensioen en zelfstandigen met een laag inkomen. Deze zelfstandige huishoudens kunnen de energietoeslag zelf aanvragen.
Ook huishoudens met medebewoners kunnen de energietoeslag aanvragen.
Dit geldt ook voor jongeren tot 21 jaar die een zelfstandig huishouden zijn en zelf verantwoordelijk zijn voor het betalen van de energierekening.
Voor de energietoeslag geldt een beperkte aanvraagperiode (tot en met 31 december 2022). Hiervoor wordt een elektronisch aanvraagformulier beschikbaar gesteld op www.wil-lekstroom.nl waarvoor aanvragers kunnen inloggen met hun DigiD.
Bij de energietoeslag wordt gekeken naar het inkomen zoals vastgelegd in de artikelen 31, 32 en 33 van de Participatiewet en de Beleidsregels giften en schadevergoeding WIL 2021. De kostendelersnorm is niet van toepassing.
De inkomsten van overige (meerderjarige) medebewoners (naast de partner) worden niet meegeteld.
Voor zelfstandige huishoudens die in een traject (WSNP of MSNP) zitten bij de afdeling Schuldhulpverlening wordt voor het inkomen gekeken naar het feitelijk inkomen. Dit feitelijke inkomen, dat is gebaseerd op de beslagvrije voet, komt in bijna alle gevallen niet boven de inkomensgrens van 120% van de toepasselijke bijstandsnorm.
Het inkomen uit onderneming bepalen we aan de hand van het jaarinkomen 2021.
De energietoeslag wordt één keer per adres uitgekeerd aan de aanvrager die aannemelijk kan maken dat hij verantwoordelijk is voor het betalen van de energierekening.
De energietoeslag wordt belastingvrij verstrekt. Dit betekent dat de ontvangst ervan géén gevolgen heeft voor het recht op en de hoogte van de huurtoeslag, de zorgtoeslag de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget van de ontvanger(s), en ook niet voor de hoogte van de eigen (inkomensafhankelijke) bijdrage in de zorg.
Het kan in individuele gevallen voorkomen, dat de gevolgen van de Beleidsregels eenmalige energietoeslag WIL 2022 vanwege bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. In dat geval kan de gemeente op basis van artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht toch een tegemoetkoming energietoeslag toekennen, ook al bestaat er op basis van het gemeentelijk beleid geen recht.
Voor de duidelijkheid voor de aanvrager is een hardheidsclausule opgenomen in de Beleidsregels eenmalige energietoeslag WIL 2022.