Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zevenaar

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZevenaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2022
CiteertitelNadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Deze regeling vervangt de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  2. Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2022
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-05-2022nieuwe regeling

15-03-2022

gmb-2022-196865

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2022

Het college van de gemeente Zevenaar;

 

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de artikelen 9, dertiende lid, 10, tweede lid, 14, zesde lid, 15, derde lid en 17, tweede lid, van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2022;

 

besluit vast te stellen:

 

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2022

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Dit besluit verstaat onder:

    Collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV): vraagafhankelijk vervoer van de regio Arnhem-Nijmegen (AVAN);

    Inwoner: cliënt als bedoeld in de wet;

    Verordening: verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2022;

    Vervoerindicatie: een kenmerk dat toegang geeft tot (speciale) vormen van vervoer of vormen van ondersteuning als bedoeld in het woordenboek reizigerskenmerken CROW.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet, het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en de Verordening.

Artikel 2 Pgb

Bij het vaststellen van een pgb worden onder toepassing van artikel 9 van de Verordening de tarieven gehanteerd die zijn opgenomen in de bijlage bij deze nadere regels.

Artikel 3 Collectief vraagafhankelijk vervoer

  • 1.

    Een maatwerkvoorziening voor collectief vervoer kan bestaan uit:

    • a.

      Een pas (“de Wmo-pas”) waarmee voor een bepaald kilometerbudget kan worden gereisd met collectief vraagafhankelijk vervoer;

    • b.

      Routevervoer naar dagbesteding, groepsbehandeling of vergelijkbaar.

  • 2.

    De Wmo-pas, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, is bedoeld voor alledaags vervoer binnen 25 kilometer van de woning, met uitzondering van:

    • a.

      vervoer naar werk (inclusief beschut werk, vrijwilligerswerk e.a.);

    • b.

      vervoer naar onderwijs;

    • c.

      vervoer naar behandeling;

    • d.

      vervoer vanwege de dagbesteding of de zorgverzekeraar, als de inwoner een Wlz-indicatie heeft.

  • 3.

    Het jaarlijks kilometerbudget als bedoeld in het eerste lid is even groot als de specifieke vervoerbehoefte, maar is nooit hoger dan een maximaal aantal kilometers.

  • 4.

    De specifieke vervoerbehoefte als bedoeld in het derde lid wordt vastgesteld aan de hand van de vaste bestemmingen van de inwoner en enkele algemene reisdoelen.

  • 5.

    Heeft de inwoner een scootmobiel of vergelijkbaar hulpmiddel voor lokale verplaatsingen, dan is het maximaal aantal kilometers als bedoeld in het derde lid niet hoger dan 375 kilometer per jaar.

  • 6.

    Beschikt de inwoner niet over hulpmiddelen voor lokaal vervoer als bedoeld in het vorige lid, dan is het maximaal aantal kilometers als bedoeld in het derde lid niet hoger dan 750 kilometer per jaar.

  • 7.

    Het kilometerbudget wordt ook beperkt als de inwoner gebruik maakt van ketenmobiliteit voor de invulling van zijn reizen.

  • 8.

    In bijzondere gevallen kan een kilometerbudget boven de gestelde maxima worden toegekend. Dit geldt uitsluitend als de inwoner:

    • a.

      geen gebruik kan maken van de Plusbus of andere vormen van vrijwilligersvervoer, in welk geval als maxima 750 dan wel 1500 kilometer gelden afhankelijk van de omstandigheid dat de inwoner beschikt over een hulpmiddel als bedoeld in het vijfde lid;

    • b.

      een partner, kind of ouder bezoekt in een instelling en hierdoor het gebruikelijke maximum wordt overschreven en er geen gebruik kan worden gemaakt van andere vervoermiddelen, naasten of vrijwilligersvervoer;

    • c.

      met enige regelmaat naar behandeling reist en de zorgverzekeraar een aanvraag van de inwoner voor een vervoervoorziening heeft afgewezen en een beroep op de hardheidsclausule van de verzekering geen resultaat geeft.

  • 9.

    Aan de Wmo-pas kunnen puntbestemmingen worden verbonden die met de Wmo-pas tegen het gebruikelijke tarief kunnen worden bereisd. De puntbestemmingen van de inwoners kunnen meer dan 25 kilometer van het woonadres liggen als de inwoner geen gebruik kan maken van Valys. Aan de Wmo-pas van een inwoner kunnen enkele bijzondere vervoerindicaties worden verbonden wanneer het reguliere Wmo-vervoer niet passend is voor de inwoner. Gaat de behoefte van de inwoner verder dan de mogelijkheden van deze vervoerindicaties, dan wordt ter bescherming van de inwoner en andere reizigers geen Wmo-pas toegekend.

Artikel 4 Inning eigen bijdrage Wmo-pas

  • 1.

    Het college kan afzien van de inning van de eigen bijdrage bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Verordening.

  • 2.

    Het college kan de inning van de eigen bijdrage bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Verordening opschorten.

Artikel 5 Maatwerkvoorzieningen en afschrijftermijn

  • 1.

    Indien de belanghebbende (mede) eigenaar is van de woning en de woonvoorziening bestaat uit een bouwkundige of woontechnische ingreep aan die woning dan wordt bij de bepaling van de maatwerkvoorziening rekening gehouden met de afschrijvingstermijn van de te vervangen zaak als deze afschrijvingstermijn voor de helft of meer is verstreken.

  • 2.

    Voor het bepalen van de maatwerkvoorziening bij een bouwkundige of woontechnische ingreep aan de woning worden de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd:

    • a.

      Keuken 15 jaar;

    • b.

      Badkamer 25 jaar;

    • c.

      Toilet en kranen 25 jaar.

Artikel 6 Kosten woningaanpassing

Het college rekent de volgende uitgaven tot kosten van een woningaanpassing bij woningaanpassingen van meer dan € 20.000,-:

  • a.

    Aanneemsom inbegrepen loon- en materiaalkosten voor het realiseren van de woonvoorziening. Indien de voorziening door zelfwerkzaamheid tot stand komt, vervalt de post loonkosten;

  • b.

    Architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in DNR2011 van de BNA en ONRI en alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect de woningaanpassing ontwerpt;

  • c.

    De kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is en de bouwkosten meer bedragen dan € 1.000,- tot een maximum van 2% van de aanneemsom;

  • d.

    Bouwleges voor zover deze betrekking hebben op het realiseren van de woonvoorziening;

  • e.

    Verschuldigde en niet verreken- of terugvorderbare omzetbelasting;

  • f.

    Renteverlies in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden, voordat de financiële tegemoetkoming is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen;

  • g.

    Kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing;

  • h.

    Kosten van heraansluiting van openbare nutsvoorzieningen;

  • i.

    Administratiekosten tot ten hoogste € 350,- voor de verhuurder die een woningaanpassing realiseert voor een persoon met beperkingen;

  • j.

    Door het college (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet waren te voorzien.

Artikel 7 Anti-speculatiebeding

  • 1.

    De in artikel 12, vijfde lid, van de Verordening bedoelde termijn gaat in op de datum van de verkoop van de woning.

  • 2.

    De in artikel 12, vijfde lid, van de Verordening genoemde terugbetalingsverplichting wordt aan de hand van onderstaand schema berekend:

    • a.

      Bij verkoop in het eerste jaar na gereedmelding 100% van de door de gemeente Zevenaar vergoede aanpassingskosten;

    • b.

      Bij verkoop in het tweede jaar na gereedmelding 80% van door de gemeente Zevenaar vergoede aanpassingskosten;

    • c.

      Bij verkoop in het derde jaar na gereedmelding 60% van de door de gemeente Zevenaar vergoede aanpassingskosten;

    • d.

      Bij verkoop in het vierde jaar na gereedmelding 40% van de door de gemeente Zevenaar vergoede aanpassingskosten;

    • e.

      Bij verkoop in het vijfde t/m tiende jaar na gereedmelding 20% van de door de gemeente Zevenaar vergoede aanpassingskosten.

  • 3.

    In de in het tweede lid bedoelde gevallen worden de bedragen verminderd met de bijdrage die voor rekening van de cliënt is gebleven.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze nadere regels indien onverkorte toepassing daarvan leidt tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

Artikel 9 Intrekking

De Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar, vastgesteld op 4 mei 2021 en in werking getreden op 18 mei 2021, worden ingetrokken.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op 1 mei 2022.

  • 2.

    Aanvragen die zijn ingediend onder de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar, vastgesteld op 4 mei 2021 en in werking getreden op 18 mei 2021, en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze nadere regels, worden afgehandeld krachtens deze nadere regels.

  • 3.

    Op bezwaarschriften tegen een besluit op grond van de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar, vastgesteld op 4 mei 2021 en in werking getreden op 18 mei 2021, wordt beslist met inachtneming van deze nadere regels.

Artikel 11 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2022.

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders op 15 maart 2022.

De secretaris,

D. Janssen,

de burgemeester,

L.J.E.M. van Riswijk

BIJLAGE 1  

 

Product

Tarieven PGB (maximaal)

De hoogte van een persoonsgebonden budget voor hulpmiddelen en woningaanpassingen bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst passende voorziening in natura, indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en reparatie.

Onveranderd

Onderhoud en reparaties aan trapliften

€ 160,-

€ 600,-

Onderhoud en reparaties aan overige woningaanpassingen of woonvoorzieningen

4,4% van PGB

Onderhoud en reparaties aan:

 

  • -

    Niet-elektrische rolstoelen of vervoersvoorzieningen

5,6% van PGB

  • -

    Elektrische rolstoelen of elektrische vervoersvoorzieningen voor volwassenen

4,4% van PGB

  • -

    Elektrische rolstoelen of vervoersvoorzieningen voor kinderen

7,8% van PGB

WA-verzekering voor elektrische voorzieningen.

€ 62,40

Vervoer met eigen auto

€ 0,19

Autoaanpassing

€ 6.065,63

Verhuiskosten

€ 4.000,00

Woningaanpassing in plaats van verhuiskosten

€ 4.000,00

Aanschaf en onderhoud van een sportvoorziening

€ 3.010,67

Bezoekbaar maken van een woning

€ 4.000,00

huishoudelijke hulp

€ 16,79

Begeleiding

€ 35,38

Groepsbegeleiding;

 

  • -

    begeleiding ontwikkeling

€ 11,62

  • -

    begeleiding stabiel

7,62

Beschermd wonen

Niet van toepassing, indiceert wijkteam Arnhem

Begeleiding basis Wmo en begeleiding specialistisch Wmo door een persoon uit het sociaal netwerk

€ 21,14