Organisatie | Haaren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het onderzoeksrecht van de raad van de gemeente Haaren 2004 |
Citeertitel | Verordening op het onderzoeksrecht van de raad van de gemeente Haaren 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Verordening op het onderzoeksrecht van de raad van de gemeente Haaren 2004 |
Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is deze regeling per 1 januari 2023 vervallen, tenzij de hierna genoemde bestuursorganen de betreffende regeling al eerder vervallen hebben verklaard.
- De raad van de gemeente Oisterwijk heeft op 7 januari 2021 besloten deze verordening vervallen te verklaren voor zover deze van kracht is voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Oisterwijk zoals dat per 1 januari 2021, op grond van de Wet van 8 juli 2020 tot splitsing van de gemeente Haaren, is ontstaan.
- De raad van de gemeente Boxtel heeft op 4 januari 2021 besloten deze verordening vervallen te verklaren voor zover deze van kracht is voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Boxtel zoals dat per 1 januari 2021, op grond van de Wet van 8 juli 2020 tot splitsing van de gemeente Haaren, is ontstaan.
- De raad van de gemeente Tilburg heeft op 4 januari 2021 besloten deze verordening vervallen te verklaren voor zover deze van kracht is voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Tilburg zoals dat per 1 januari 2021, op grond van de Wet van 8 juli 2020 tot splitsing van de gemeente Haaren, is ontstaan.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-07-2004 | Nieuwe regeling | 03-06-2004 De Leije, 16 juni 2004 | B&W voorstel 25 mei 2004 |
De raad van de gemeente Haaren;in zijn vergadering van 3 juni 2004;gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 mei 2004;gelet op het advies van de commissie Bestuurszaken van 12 mei 2004;gelet op gelet op de artikelen 155a tot en met 155f Gemeentewet.
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op het onderzoeksrecht van de raad van de gemeente Haaren 2004
Artikel 5 Vordering/uitnodiging onderzoekscommissie
Met ingang van de inwerkingtreding van de besluiten tot instelling van de onderzoekscommissie zijn leden en gewezen leden van de raad, de burgemeester en gewezen burgemeesters, wethouders en gewezen wethouders, leden en gewezen leden van een door de raad, het college of de burgemeester ingestelde commissie, ambtenaren en gewezen ambtenaren, door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt, verplicht te voldoen aan een vordering van de onderzoekscommissie tot het verschaffen van inzage in, het nemen van afschrift van of het anderszins laten kennisnemen van alle bescheiden waarover zij beschikken en waarvan naar het redelijk oordeel van de onderzoekscommissie inzage, afschrift of kennisneming anderszins voor het doen van een onderzoek als bedoeld in artikel 2 nodig is. (155b)
Indien een vordering als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op bescheiden die afkomstig zijn van een instelling van de Europese Unie of van het Rijk en kennisneming van die bescheiden door de onderzoekscommissie het belang van de Europese Unie of de Staat kan schaden, wordt niet dan met toestemming van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de vordering voldaan. (155b)
Een ieder die over informatie denkt te beschikken die van belang kan zijn voor het onderzoek, wordt uitgenodigd zich te melden bij de voorzitter van de commissie. De commissie publiceert een dergelijke uitnodiging, met een omschrijving van het onderwerp van het onderzoek overeenkomstig de wijze als genoemd in artikel 2, lid 9, van deze Verordening. De commissie besluit of van deze informatie gebruik wordt gemaakt. (Enschede)
Artikel 6 Getuigen en deskundigen
De onderzoekscommissie besluit alvorens het eerste getuigenverhoor plaats vindt of getuigen uitsluitend verhoord worden na het afleggen van de eed of belofte (model). Indien zulks besloten wordt leggen de getuigen in de vergadering van de onderzoekscommissie, in handen van de voorzitter, de eed of belofte af dat zij de gehele waarheid en niets dan de waarheid zullen zeggen (155c).
De voorzitter roept de leden van de onderzoekscommissie, getuigen en deskundigen ten minste twee weken voor de zitting op (model). De oproep gebeurt schriftelijk en wordt aangetekend verzonden of tegen gedagtekend ontvangstbewijs uitgereikt (155d). De getuigen of deskundigen dienen de oproeping tenminste 3 dagen voor de dag van het verhoor te ontvangen (Enschede).
De onderzoekscommissie kan bevelen dat getuigen en deskundigen die, hoewel opgeroepen in overeenstemming met het tweede lid, niet zijn verschenen, door de openbare macht voor hen worden gebracht om aan hun verplichting te voldoen. De onderzoekscommissie stelt de getuige of deskundige hiervan schriftelijk in kennis op de wijze, bedoeld in het tweede lid. In de beschikking wordt een termijn gesteld waarbinnen de belanghebbende de tenuitvoerlegging kan voorkomen door alsnog aan zijn verplichting te voldoen. (155d)
Wanneer een getuige of deskundige, hetzij vrijwillig, hetzij op de oproeping verschenen, weigert te antwoorden, of de eed of de belofte af te leggen, wordt daarvan proces verbaal opgemaakt, hetwelk de redenen van die weigering, zo die gegeven zijn, inhoudt, en door de aanwezige leden van de onderzoekscommissie wordt ondertekend. (Enschede)
Niemand kan genoodzaakt worden aan de onderzoekscommissie geheimen te openbaren, voor zover daardoor onevenredige schade zou worden toegebracht aan het belang van de uitoefening van zijn beroep, danwel aan het belang van zijn onderneming of de onderneming waarbij hij werkzaam is of geweest is. (155e)
Zij die uit hoofde van hun ambt, beroep of betrekking tot geheimhouding verplicht zijn, kunnen zich verschonen getuigenis af te leggen, doch uitsluitend met betrekking tot hetgeen waarvan de wetenschap aan hen als zodanig is toevertrouwd. Zij kunnen inzage, afschrift of kennisneming anderszins weigeren van bescheiden of gedeelten daarvan tot welke hun plicht tot geheimhouding zich uitstrekt. (155e)
Artikel 11 Openbaar belang (155e)
Leden en gewezen leden van de raad, de burgemeester en gewezen burgemeesters, wethouders en gewezen wethouders, leden en gewezen leden van een door de raad, het college of de burgemeester ingestelde onderzoekscommissie, ambtenaren en gewezen ambtenaren, door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt, zijn niet verplicht aan artikel 5, lid 1 te voldoen en artikel 6 lid 1 en lid 3 te voldoen, indien het verstrekken van de inlichtingen in strijd is met het openbaar belang.
Artikel 12 Geheimhouding naar aanleiding van besloten vergadering (155c/Enschede)
Een onderzoekscommissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de onderzoekscommissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de onderzoekscommissie haar opheft.
Artikel 13 Schadeloosstelling (Enschede)
De getuigen en deskundigen ontvangen op hun daartoe strekkend verzoek schadeloosstelling, door de onderzoekscommissie op vertoon van de schriftelijke oproeping, te begroten overeenkomstig het bepaalde omtrent getuigen en deskundigen krachtens artikel 57 van de Wet tarieven in burgerlijke zaken.
Artikel 14 Aftreden raad (155a)
De bevoegdheid en de werkzaamheden van de onderzoekscommissie worden door het aftreden van de raad niet geschorst.
De gemeenteraad stelt een raming vast van de kosten, welke naar zijn oordeel voor het onderzoek in een bepaald jaar vereist zijn. Hij brengt deze ter kennis van het college. Het college neemt de geraamde kosten voor een onderzoek in een bepaald jaar op in de ontwerp-programmabegroting (155f/model). De raad geeft aan waar de dekking vandaan moet komen.
Artikel 16 Rapportage (model/Enschede)
De onderzoekscommissie legt haar bevindingen neer in een rapport. Dit rapport wordt besproken in de raad op een door de raad te bepalen tijdstip.
Artikel 18 Plan van aanpak (Enschede)
De secretaris van de onderzoekscommissie is op basis van een mandaatbesluit van de griffier verantwoordelijk voor alle inhoudelijke en organisatorische ondersteuning van de onderzoekscommissie en is (indien van toepassing) daartoe belast met het beheer van de gelden, toegestaan in de goedgekeurde begroting.
Zo spoedig mogelijk na instelling van de onderzoekscommissie c.q. vaststelling van de onderzoeksopdracht stelt de voorzitter van de onderzoekscommissie, in overleg met de raadsgriffier en gemeentesecretaris, voor zover een beroep wordt gedaan op zijn ambtelijk apparaat, een concept plan van aanpak op waarin zij in ieder geval aandacht besteden aan: - de uitvoering van de onderzoeksopdracht;- de eerste planning van de uit te voeren taken;- de taakverdeling;- de taak en rol van de voorzitter;- de nadere invulling van de wenselijke ondersteuning, waarbij aandacht wordt besteed aan de wettelijke aansprakelijkheid; - de plaats en de omvang van de werkruimten;- de noodzaak van een informatieprotocol;- de archivering en classificering;- de geheimhoudings- en beveiligingsaspecten;- de vertrouwelijkheid van de informatie in de verschillende fasen van het onderzoek;- de contacten met de pers.
Artikel 20 Geluid- en beeldregistraties (model)
Degenen die tijdens de zitting geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.