Uitvoeringsvoorschriften als bedoeld in artikel 7 eerste lid van de Verordening Straatnaamgeving en huisnummering

• 1.

  Het nummeren geschiedt vanuit het centrum van de bebouwde kommen zoals deze ingevolgde de Wegenverkeerswet zijn vastgesteld.

• 2.

  Vanaf het beginpunt worden de gebouwen aan de linkerkant van de openbare ruimte genummerd met oneven nummers en de gebouwen aan de rechterkant van de openbare ruimte met even nummers.

• 3.

  Voor de openbare ruimte die bestemd is om slechts aan één zijde bebouwd te worden geldt dezelfde wijze van nummeren als aangegeven in het tweede lid.

• 4.

  Gebouwen die een uitgang hebben op de openbare ruimte die bestaat uit een plein, worden doorlopend genummerd.

• 1.

  Het nummer wordt vermeld op een nummerbord.

• 2.

  Het nummerbord wordt door de gemeente, tenzij rechthebbende tevoren heeft aangegeven dit zelf te doen, aangebracht recht van de hoofdingang van een object, met dien verstande, dat de onderzijde van het bord minimaal 175 cm en maximaal 240 cm boven de begane grond dient te zijn gelegen.

• 3.

  Indien plaatsing van het nummerbord als bedoeld in het tweede lid ertoe zou leiden dat het nummer niet vanaf de openbare ruimte zichtbaar is, dient het bord dusdanig te worden geplaatst dat het wel duidelijk zichtbaar is vanaf de openbare weg; plaatsing dient in dat geval plaats te vinden overeenkomstig de maatvoering zoals is aangegeven in het tweede lid.

• 4.

  Bij portiek-, galerij- en flatwoningen worden de nummerborden buiten de toegangen tot deze gebouwen tevens geplaatst bij de hoofdingang van deze woningen een en ander zoals is aangegeven in het tweede lid.

• 5.

  Indien een gebouw op een afgesloten erf of in een tuin staat en meer dan 15 meter van de openbare ruimte is verwijderd, dient tevens een nummerbord te worden geplaatst rechts van de toegang tot het perceel waarop dit gebouw staat.

De voor de nummerborden gebruikte materialen moeten duurzaam zijn en bestand zijn tegen weersinvloeden.

Winterswijk, 28 maart 1995,

Burgemeester en Wethouders van Winterswijk,

de secretaris, de burgemeester,

AFSPRAKEN gemaakt d.d. 22 december 1994 tussen de afdelingen Burgerzaken en Volkshuisvesting/Bouw- en Woningtoezicht inzake de huisnummering.  

• 1.

  Als algemeen uitgangspunt wordt gehanteerd, dat bij het toekennen van een huisnummer rekening wordt gehouden met een doorlopende nummering.

• 2.

  Indien het gestelde onder 1 niet mogelijk is dan zal allereerst door beide afdelingen worden bekeken of een hernummering kan plaatsvinden, zulks in overleg met alle belanghebbenden. Burgemeester en Wethouders zullen aan een hernummering hun instemming moeten geven.

• 3.

  Indien een hernummering als bedoeld onder 2 niet mogelijk is danwel op grote bezwaren stuit, dan zal worden volstaan met een toevoeging aan een bestaand huisnummer met dien verstande dat bij meerdere toevoegingen aan een huisnummer gebuikt wordt gemaakt van de cijfers 01, 02, 03, 04 etc en bij één toevoeging aan een huisnummer van de letter a.

AFSPRAKEN GEMAAKT D.D. 22 DECEMBER 1994 TUSSEN DE AFDELINGEN BURGERZAKEN EN VOLKSHUISVESTING/BOUW- EN WONINGTOEZICHT INZAKE DE HUISNUMMERING.  

• 1.

  Als algemeen uitgangspunt wordt gehanteerd dat bij het toekennen van een huisnummer rekening wordt gehouden met een doorlopende nummering.

• 2.

  Indien het gestelde onder 1 niet mogelijk is dan zal allereerst door beide afdelingen worden bekeken, of een hernummering kan plaatsvinden zulks in overleg met alle belanghebbenden ; burgemeester en wethouders zullen aan een hernummering hun instemming moeten geven.

• 3.

  Indien een hernummering als bedoeld onder 2 niet mogelijk is dan wel op grote bezwaren stuit, dan zal worden volstaan met een toevoeging aan een bestaand huisnummer met dien verstande dat bij meerdere toevoegingen aan een huisnummer gebruikt wordt gemaakt van de cijfers 01, 02, 03, 04 etc. en bij één toevoeging aan een huisnummer van de letter a.