Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Borne

Algemeen mandaatbesluit gemeente Borne 2021 (2e herziening)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBorne
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemeen mandaatbesluit gemeente Borne 2021 (2e herziening)
CiteertitelAlgemeen mandaatbesluit gemeente Borne 2021 (2e herziening)
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Algemeen mandaatbesluit gemeente Borne 2021 (1e herziening).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-04-202230-12-2020nieuwe regeling

19-04-2022

gmb-2022-188024

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemeen mandaatbesluit gemeente Borne 2021 (2e herziening)

Samenvatting

 

De basis van het omgekeerde mandaat ligt in artikel 4 van het besluit: Behoudens voor zover het college en de burgemeester de bevoegdheden hebben voorbehouden aan:

  • a.

    zichzelf (bijlage 1);

  • b.

    de algemeen directeur-gemeentesecretaris (bijlage 2);

  • c.

    de teamleiders (bijlage 3);

  • d.

    de teamleiders, projectleiders en programmamanagers (bijlage 4)

  • e.

    externe partijen (bijlage 5);

zijn de bevoegdheden aan de medewerkers (onder)gemandateerd.

 

Het mandaat omvat ook de bevoegdheid om het besluit te ondertekenen en alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen te verrichten. Daarnaast wordt onder het verlenen van mandaat tevens het verlenen van een volmacht of machtiging verstaan. Verder kan de medewerker van het aan hem verleende mandaat gebruik maken voor zover het gaat om aangelegenheden die behoren tot zijn werkterrein, taken en verantwoordelijkheden.

 

Er ligt een verband tussen het mandaatbesluit en de gemeentelijke Budgethoudersregeling. In deze regeling is namelijk in artikel 3 lid 1 opgenomen dat de budgethouder binnen het toegekende budget en met inachtneming van het Mandaatbesluit, het inkoopbeleid en het geldende contractbeheer verantwoordelijk en bevoegd is voor de uitvoering van de daarbij behorende taakstelling door het geven en laten uitvoeren van opdrachten, het aangaan van overeenkomsten tot levering van goederen, de aanneming van werk en/of verlening van diensten, alsmede het verkrijgen en realiseren van de vereiste inkomsten.

 

In de praktijk betekent dit dat de budgethouder bijvoorbeeld overeenkomsten tot levering van goederen mag aangaan onder de voorwaarde dat hij hiertoe op basis van het mandaatbesluit is gemandateerd. Het mandaatbesluit geeft dus die bevoegdheid en niet het budgethouderschap. Daarnaast moeten de financiële verplichtingen passen binnen het aan hem toegekende budget. Het mandaat is dus begrensd door de hoogte van het budget; het budget mag niet worden overschreden.

 

Het omgekeerde mandaat sluit aan bij het Organisatiebesluit van de gemeente Borne en de besturingsfilosofie om de verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie neer te leggen. Daarnaast past deze regeling bij de taakvolwassenheid van de medewerkers en het eigenaarschap.

 

Van de mandaathouder wordt verwacht dat hij een politieke antenne heeft en zich beseft dat hij in een bestuurlijk-politieke omgeving werkt. De gemandateerde kan geen gebruik maken van het aan hem verleende mandaat wanneer er sprake is van de volgende in lid 9 genoemde situaties: het college, een portefeuillehouder of de burgemeester heeft dit kenbaar gemaakt, het besluit heeft ingrijpende financiële consequenties, zoals budgetoverschrijding of het aangaan van meerjarige verplichtingen en/of het besluit of de (rechts)handeling wordt als politiek, bestuurlijk of anderszins gevoelig aangemerkt; de aangelegenheid heeft tot kritische berichtgeving in de media geleid, dan wel in verband met de aard van de aangelegenheid moet redelijkerwijs worden aangenomen dat dit zal gebeuren.

 

Om te bepalen of zich zo’n situatie voordoet en om misverstanden te voorkomen, heeft de medewerker hierover eerst contact met de teamleider en/of gemeentesecretaris-algemeen directeur, en dan met het college, de desbetreffende portefeuillehouder en/of de burgemeester. Zoals in lid 8 is aangegeven blijven het college en de burgemeester verantwoordelijk en bevoegd. Vanwege de in lid 9 genoemde situaties kan het beter zijn dat het college of de burgemeester zelf het besluit neemt en niet de mandaathouder.

 

Algemeen mandaatbesluit gemeente Borne 2021 (2e herziening)

Artikel 1. Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

 

  • a.

    budgetbeheerder: functionaris die bevoegd en verantwoordelijk is voor de realisatie van doelstellingen, resultaten en prestaties door middel van de inzet van de daarvoor beschikbare middelen in de begroting. De budgethouder blijft inhoudelijk en financieel eindverantwoordelijk;

  • b.

    budgethouder: functionaris (teamleider/ programmamanager/ coördinator/ algemeen directeur/projectleider) die ervoor moet zorgen dat er een rechtmatig, doelmatig en doeltreffend budgetbeheer is van alle budgetten die tot zijn/haar team/onderdeel/ opdracht behoren. De budgethouder kan medewerkers aanwijzen als budgetbeheerder;

  • c.

    burgemeester: de burgemeester van Borne als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente in en buiten rechte;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Borne;

  • e.

    concerncontroller: de functionaris die door de gemeentesecretaris-algemeen directeur, gehoord het college, benoemd is en die zich bij de uitoefening van zijn taken richt op het bevorderen van het "in control" zijn van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het middelenbeleid, het middelenbeheer en de beleidsuitvoering, de rechtmatigheid en naleving van toepasselijke wettelijke bepalingen en bestuurlijke richtlijnen en de daarvoor gehanteerde processen, systemen en instrumenten;

  • f.

    gemandateerde: de functionaris m/v aan wie mandaat is verleend;

  • g.

    gemeente: de gemeente als publiekrechtelijk lichaam, alsmede de gemeente als publiekrechtelijke rechtspersoon;

  • h.

    gemeentesecretaris-algemeen directeur: de functionaris die door het college is aangesteld en eindverantwoordelijk is voor de ambtelijke organisatie en die als secretaris zoals bedoeld in artikel 100 Gemeentewet functioneert;

  • i.

    machtiging: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester handelingen te verrichten die noch een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • j.

    mandaat: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester besluiten te nemen;

  • k.

    mandaatgever: het bestuursorgaan dat mandaat verleent en de gemandateerde die ondermandaat verleent;

  • l.

    medewerker: de functionaris die is belast met een opgave, taak of uitvoering van wet-, regelgeving en beleid;

  • m.

    portefeuillehouder: het lid van het college dat bestuurlijk verantwoordelijk is voor een onderwerp;

  • n.

    teamleider: leidinggevende van een team en verantwoordelijke voor het organisatieonderdeel;

  • o.

    volmacht: de bevoegdheid om namens het college en de burgemeester tot privaatrechtelijke rechtshandelingen te besluiten en deze te verrichten;

Artikel 2. Algemene bepalingen

  • 1.

    De bevoegdheid om in mandaat besluiten te nemen impliceert de bevoegdheid om deze besluiten namens het college of de burgemeester te ondertekenen, tenzij dit anders is geregeld.

  • 2.

    In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt onder het verlenen van mandaat tevens het verlenen van een volmacht of machtiging verstaan.

  • 3.

    De gemandateerde maakt van het aan hem verleende mandaat slechts gebruik voor

    • a.

      aangelegenheden die behoren tot zijn werkterrein, taken en verantwoordelijkheden.

    • b.

      het aangaan van financiële verplichtingen voor zover hij hiertoe als budgethouder is gemandateerd en de financiële verplichtingen passen binnen het aan hem toegekende budget.

  • 4.

    De bevoegdheid een besluit te nemen, houdt - tenzij anders is aangegeven – ook de bevoegdheid in om:

    • a.

      te besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen, zoals bedoeld in artikel 4:5 Awb;

    • b.

      het besluit te wijzigen of in te trekken;

    • c.

      de beslistermijn te verdagen of op te schorten, zoals bedoeld in artikel 4:14 en 4:15 Awb, en

    • d.

      een aanvraag te weigeren.

  • 5.

    De bevoegdheid te besluiten een overeenkomst aan te gaan, houdt - tenzij anders is aangegeven – ook de bevoegdheid in om:

    • a.

      die overeenkomst te wijzigen, te verlengen of te beëindigen, op welke wijze dan ook;

    • b.

      met de overeenkomst samenhangende rechtshandelingen voor afwikkeling en transport van notariële akten te verrichten, en

    • c.

      alle rechten uit te oefenen, die de wet of de overeenkomst zelf, aan die overeenkomst verbindt, zoals in gebreke stellen, het vorderen van nakoming, ontbinding of schadevergoeding en het geven van toestemming bij contract overnames.

  • 6.

    Het mandaat omvat tevens alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen.

  • 7.

    Het verleende (onder)mandaat is, bijvoorbeeld in geval van afwezigheid, onverkort van toepassing op de loco respectievelijk horizontale plaatsvervangers respectievelijk de teamleiders.

  • 8.

    De mandaatgever blijft verantwoordelijk en bevoegd. Hij kan zowel algemene als specifieke instructies geven en voorwaarden aan het (onder)mandaat verbinden.

  • 9.

    De gemandateerde kan geen gebruik maken van het aan hem verleende mandaat wanneer :

    • a.

      het college, een portefeuillehouder of de burgemeester dit kenbaar heeft gemaakt;

    • b.

      het besluit ingrijpende financiële consequenties heeft, zoals budgetoverschrijding of het aangaan van meerjarige verplichtingen;

    • c.

      het besluit of de (rechts)handeling als politiek, bestuurlijk of anderszins gevoelig wordt aangemerkt; de aangelegenheid tot kritische berichtgeving in de media heeft geleid, dan wel in verband met de aard van de aangelegenheid redelijkerwijs moet worden aangenomen dat dit zal gebeuren.

  • 10.

    De gemandateerde is bevoegd om ondermandaat, ondertekeningsmandaat, ondervolmacht en ondermachtiging te verlenen.

Artikel 3. Mandaat aan de gemeentesecretaris-algemeen directeur

  • 1.

    Het college en de burgemeester mandateren al hun bevoegdheden aan de gemeentesecretaris-algemeen directeur, behalve:

    • a.

      bevoegdheden waarvoor rechtens geen mandaat kan worden verleend of waarvan de aard en strekking zich tegen het verlenen van mandaat verzetten;

    • b.

      de bevoegdheden die zijn genoemd in de bijlages 1 , 3, 4 en 5;

  • 2.

    Het college en de burgemeester verlenen de gemeentesecretaris-algemeen directeur mandaat om mandaten die bij dit besluit aan de onder haar ressorterende medewerkers zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk in te trekken.

Artikel 4. Mandaat en ondermandaat aan de overige functionarissen

Behoudens voor zover het college en de burgemeester de bevoegdheden hebben voorbehouden aan:

  • a.

    zichzelf (bijlage 1);

  • b.

    de algemeen directeur-gemeentesecretaris (bijlage 2);

  • c.

    de teamleiders (bijlage 3);

  • d.

    de teamleiders, projectleiders en programmamanagers (bijlage 4);

  • e.

    externe partijen (bijlage 5);

zijn de bevoegdheden aan de medewerkers (onder)gemandateerd.

Artikel 5. Mandaat aan de griffie en voorzitter rekenkamercommissie

Het college en de burgemeester verlenen mandaat aan de griffier en de voorzitter van de rekenkamercommissie voor:

 

  • a.

    Het besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen waaronder het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten binnen het taakveld van de griffie respectievelijk de rekenkamercommissie.

  • b.

    Het ondertekenen van overeenkomsten ter uitvoering van privaatrechtelijke rechtshandelingen waartoe binnen het taakveld van de griffie respectievelijk de rekenkamercommissie krachtens mandaat is besloten.

Artikel 6. Mandaat aan externe partijen

Indien de gemandateerde niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever als bedoeld in artikel 10:4 Awb is het verlenen van mandaat voorbehouden aan het college, de burgemeester of gemeentesecretaris-algemeen directeur. Deze verleende mandaten zijn opgenomen in bijlage 5.

Artikel 7. Ondertekening

  • 1.

    Een krachtens mandaat genomen besluit wordt als volgt ondertekend:

    • a.

      namens het college:

      Het college van burgemeester en wethouders van Borne,

      namens dezen,

      gevolgd door ondertekening, naam en functieaanduiding.

    • b.

      namens de burgemeester:

      De burgemeester van Borne

      namens deze,

      gevolgd door ondertekening, naam en functieaanduiding.

  • 2.

    Een krachtens mandaat en bij vervanging genomen besluit vermeldt bij de ondertekening achter de functieaanduiding de afkorting van bij afwezigheid, namelijk: b.a..

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die waarop het besluit is bekend gemaakt en werkt terug tot en met 30 december 2020.

  • 2.

    Met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit vervalt het “Algemeen mandaatbesluit gemeente Borne 2021 (1e herziening)”.

  • 3.

    De mandaten aan externe partijen worden niet ingetrokken en de genomen mandaatbesluiten m.b.t. externe partijen blijven dus ook na het in werking treden van dit besluit in stand.

  • 4.

    Dit besluit wordt aangehaald als: “Algemeen mandaatbesluit gemeente Borne 2021 (2e herziening)”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Borne in de vergadering van 19 april 2022.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

E.S.I. ter Koele

de burgemeester,

drs. J.H.R. Pierik

De burgemeester,

drs. J.H.R. Pierik

Bijlage 1: Bevoegdheden die blijven voorbehouden aan de burgemeester en (leden van) het college

 

A. Bestuurlijk-juridische aangelegenheden

 

Publiekrecht

 

  • 1.

    De in de Gemeentewet aan de burgemeester toegekende bevoegdheden tenzij deze uitdrukkelijk zijn gemandateerd.

  • 2.

    Het geven van toestemming door de burgemeester dat de ambtenaar van de burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand op verzoek elders binnen de gemeente Borne dan in het gemeentehuis of andere aangewezen trouwlocatie werkzaamheden verricht.

  • 3.

    Het nemen van besluiten door de burgemeester tot intrekking of verlenging van een tijdelijk huisverbod krachtens de Wet tijdelijk huisverbod, alsmede de lastgeving tot inbewaringstelling krachtens de Wet zorg en dwang.

  • 4.

    Het nemen van besluiten en het voeren van correspondentie gericht tot:

    • a.

      de gemeenteraad;

    • b.

      de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis;

    • c.

      de raad van ministers van het Koninkrijk, de ministerraad of een daaruit gevormde onderraad of commissie, ministers en staatssecretarissen;

    • d.

      de voorzitter van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die Kamer gevormde commissie;

    • e.

      de vicepresident van de Raad van State;

    • f.

      de president van de Algemene Rekenkamer.

  • 5.

    Het doen van voorstellen aan de gemeenteraad en het beantwoorden van schriftelijke vragen van leden van de gemeenteraad ex artikel 39 Regelement van Orde van de gemeenteraad.

  • 6.

    Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels, voor zover deze niet door de gemeenteraad worden vastgesteld.

  • 7.

    Het nemen van besluiten op bezwaar waarbij van het advies van de (voorzitter van de) bezwaarschriftencommissie wordt afgeweken.

  • 8.

    Het nemen van besluiten op verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur voor zover die betrekking hebben op een ramp als bedoeld in de Wet Veiligheidsregio’s.

  • 9.

    Het nemen van besluiten waarbij wordt afgeweken van het vastgestelde inkoop- en aanbestedingsbeleid.

  • 10.

    Het nemen van besluiten over subsidie voor bedragen hoger dan € 1.000.000,- per kalenderjaar.

  • 11.

    Het nemen van besluiten tot het instellen van hoger beroep of cassatie namens de gemeente in civiele procedures.

  • 12.

    Het nemen van besluiten op bezwaar overeenkomstig het advies van de (voorzitter van de) bezwaarschriftencommissie.

Privaatrecht

 

Overeenkomsten

 

  • 13.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan van intentieverklaringen, samenwerkings- en bestuursovereenkomsten voor zover het niet de bedrijfsvoering betreft.

  • 14.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan van overeenkomsten indien:

    • a.

      het college de gemeenteraad op grond van de Gemeentewet vooraf over de overeenkomst moet informeren;

    • b.

      de raad op grond van de Gemeentewet in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen ten aanzien van de overeenkomst ter kennis van het college te brengen omdat deze ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben;

    • c.

      de gemeenteraad ter zake om informatie heeft gevraagd.

  • 15.

    Het nemen van besluiten over het verstrekken van een gemeentegarantie of-lening aan een derde (zoals een stichting of een vereniging).

  • 16.

    Het namens de gemeente besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen met een financieel belang van meer dan € 1.000.000,00 inclusief de aan- en verkoop van grond c.q. vastgoed voor zover die niet reeds zijn opgenomen in een grondexploitatie.

  • Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

  • 17.

    Het nemen van besluiten tot de oprichting van of de deelneming in rechtspersonen.

  • 18.

    Het kwijtschelden en buiten invordering stellen van vorderingen met een financieel belang van meer dan € 10.000,--.

  • 19.

    Het nemen van besluiten tot aanvaarding of afwijzing van erfstellingen/legaten/ schenkingen.

  • 20.

    Het aanvragen van surseance van betaling en faillissement van een derde partij.

  • 21.

    Het nemen van besluiten waarbij schadevergoeding vanaf een bedrag van € 30.000,-- wordt toegekend voor zover dergelijke verzoeken op grond van de verzekeringspolis niet aan de verzekeraar worden overgedragen.

  • 22.

    Het verhalen van schadebedragen van meer dan € 30.000,--.

Machtiging

 

Het ondertekenen van overeenkomsten met een bestuursorgaan, waarbij de wederpartij wordt vertegenwoordigd door een bestuurder, met dien verstande dat in dat geval de burgemeester de vertegenwoordiging kan opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon.

 

B. Personeels- organisatieaangelegenheden

 

  • 23.

    Het nemen van besluiten over de arbeidsvoorwaarden, de rechtspositie, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen ten aanzien van de gemeentesecretaris-algemeen directeur.

  • 24.

    Het nemen van besluiten ten aanzien van personele geschillen in afwijking van het advies van de geschillencommissie.

  • 25.

    Het nemen van reorganisatiebesluiten met zodanige ingrijpende gevolgen dat een sociaal plan nodig is.

  • 26.

    Het nemen van besluiten tot privatisering of tot publiekrechtelijke taakoverheveling.

  • 27.

    Het afdoen van klachten met betrekking tot ongewenst gedrag van de gemeentesecretaris-algemeen directeur zoals opgenomen in het Personeelshandboek.

  • 28.

    Het afnemen van de eed of belofte.

  • 29.

    Het nemen van besluiten door de burgemeester over de behandeling van een klacht als bedoeld in hfdst. 9 Awb tegen de gemeentesecretaris-algemeen directeur.

  • 30.

    Het nemen van besluiten door de burgemeester of een ander collegelid over de behandeling van een klacht als bedoeld in hfdst. 9 Awb tegen een wethouder.

  • 31.

    Het nemen van besluiten door de locoburgemeester over de behandeling van een klacht als bedoeld in hfdst. 9 Awb tegen de burgemeester.

C. Overige aangelegenheden

 

  • 32.

    Het nemen van besluiten tot benoeming van personen als vertegenwoordiger van de gemeente Borne in bestuurs- en toezichthoudende organen van publiekrechtelijke- en privaatrechtelijke rechtspersonen.

  • 33.

    Het nemen van besluiten tot benoeming van personen in adviesorganen van het college.

  • 34.

    Het nemen van besluiten tot benoeming van personen in bestuurscommissies als bedoeld in artikel 83 van de Gemeentewet.

  • 35.

    Het nemen van besluiten tot benoeming van personen in commissies als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet.

  • 36.

    Het afdoen van klachten op grond van de Regeling klachtencommissie ongewenst gedrag voor de gemeentelijke overheid voor zover deze zijn gericht tegen politieke ambtsdragers.

Bijlage 2: Bevoegdheden die blijven voorbehouden aan de gemeentesecretaris-algemeen directeur

 

A. Bestuurlijk-juridische aangelegenheden

 

Publiekrecht

 

  • 1.

    Het vaststellen van een inkoopstrategie ten behoeve van leveringen en diensten voor bedragen hoger dan de Europese aanbestedingsdrempel (€ 215.000,-- in 2022 en 2023).

  • 2.

    Het vaststellen van een inkoopstrategie ten behoeve van werken voor bedragen hoger dan de Europese aanbestedingsdrempel (€ 5.382.000,-- in 2022 en 2023).

  • 3.

    Het nemen van besluiten over subsidie voor bedragen hoger dan het bedrag dat overeenkomt met de Europese aanbestedingsdrempel voor leveringen en diensten (€ 215.000,-- in 2022 en 2023) en lager dan € 1.000.000,--.

Privaatrecht

 

  • 4.

    Het samen met de teamleider bedrijfsvoering nemen van besluiten over het aantrekken van langlopende leningen, uitzettingen en vervroegde aflossingen zoals bedoeld in het Treasurystatuut Borne 2021.

  • 5.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan van een overeenkomst tot sponsoring tot € 1.000,00.

  • 6.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan van intentieverklaringen, samenwerkings- en bestuursovereenkomsten voor zover het de bedrijfsvoering en de uitvoering van door het college gestelde kaders betreft.

B. Personeels- en organisatieaangelegenheden

 

  • 7.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet op de Ondernemingsraden.

  • 8.

    Het voeren van overleg met de vakbonden.

  • 9.

    Het nemen van besluiten over de arbeidsvoorwaarden, de rechtspositie, de functiewaardering, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen ten aanzien van de teamleiders en de concerncontroller.

  • 10.

    Het jaarlijks aanwijzen van verplichte vrije dagen (brugdagen).

  • 11.

    Het verlenen van ontslag:

    • a.

      wegens reorganisatie/bedrijfseconomische redenen (artikel 7:669 lid 3 sub a BW);

    • b.

      wegens ongeschiktheid (artikel 7:669 lid 3 sub d BW);

    • c.

      op andere omstandigheden (artikel 7:669 lid 3 sub h BW);

    • d.

      op staande voet (artikel 7:677 BW).

  • 12.

    Het besluiten tot het aangaan van een vaststellingsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 7:670b BW.

  • 13.

    Het opleggen van de volgende ordemaatregelen:

    • a.

      het ontzeggen van de toegang tot de kantoren, werkplaatsen of andere arbeidsterreinen, dan wel het verblijf aldaar;

    • b.

      het opleggen van een schorsing, als bedoeld in artikel 11.4 Cao Gemeenten.

  • 14.

    Het opdragen van andere werkzaamheden aan teamleiders onder andere in tijden van calamiteiten.

  • 15.

    Het nemen van besluiten ten aanzien van plaatsing dan wel boventalligverklaring in geval van organisatiewijzigingen.

  • 16.

    Het nemen van besluiten over het toepassen van hardheidsclausules van alle vastgestelde personele (uitvoerings)regelingen, inclusief het Personeelshandboek.

  • 17.

    Het nemen van besluiten over personele formatie bij een teamsoverstijgend c.q. organisatiebreed belang en voor zover sprake is een budgettair neutrale wijziging van de in de begroting vastgestelde formatie.

  • 18.

    Het nemen van besluiten over de vaststelling van een plaatsingsplan.

  • 19.

    Het nemen van besluiten over de vaststelling van een bedrijfshulpverleningsplan zoals bedoeld in artikel 3 van de wet en uitgewerkt in afdeling 4 van het Arbobesluit.

  • 20.

    Het besluiten tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

  • 21.

    Het nemen van besluiten over de behandeling van een klacht als bedoeld in hfdst. 9 Awb klachtenregeling tegen de concerncontroller, een teamleider, programmamanager of bestuursadviseur.

  • 22.

    Het afdoen van klachten tegen teamleiders met betrekking tot ongewenst gedrag zoals opgenomen in het Personeelshandboek.

Bijlage 3: Bevoegdheden die blijven voorbehouden aan de teamleiders

 

  • 1.

    Het nemen van besluiten over de arbeidsvoorwaarden, de rechtspositie met uitzondering van ontslag en het aangaan van overeenkomsten voor onbepaalde tijd, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen ten aanzien van de medewerker.

  • 2.

    Het verlengen van de re-integratiefase of het van werk naar werk traject en andere beslissingen ter uitvoering van hoofdstuk 9 en 10 Cao Gemeenten (van werk naar werk-aanpak en voorzieningen bij werkloosheid), waarbij een afweging moet worden gemaakt.

  • 3.

    Het opdragen van andere werkzaamheden onder andere in tijden van calamiteiten.

  • 4.

    Het nemen van besluiten over personele formatie voor zover sprake is van een budgettair neutrale wijziging van de in de begroting vastgestelde formatie.

  • 5.

    Het kwijtschelden en buiten invordering stellen van vorderingen met een financieel belang van minder dan € 10.000,--.

  • 6.

    Het nemen van besluiten tot het aanvragen van subsidie ten behoeve van de gemeente.

  • 7.

    Het nemen van besluiten over subsidie voor bedragen lager dan het bedrag dat overeenkomt met de Europese aanbestedingsdrempel voor leveringen en diensten (€ 215.000,-- in 2022 en 2023).

  • 8.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan van en het voeren van verweer in civiele procedures.

  • 9.

    Het nemen van besluiten om bezwaar of (administratief) beroep aan te tekenen of verzoeken om (wijzigingen of opheffing van) voorlopige voorziening in te dienen in bestuursrechtelijke procedures.

  • 10.

    Het nemen van besluiten ten aanzien van alternatieve geschillenbeslechting, niet zijnde arbitrage of het voorleggen van geschillen aan scheidslieden, voor zover afspraken daarover vooraf schriftelijk zijn vastgelegd.

  • 11.

    Het aanwijzen van vertegenwoordigers van de gemeente en de gemeentelijke bestuursorganen in rechtsgedingen en bij de hoorzittingen van de commissie voor de bezwaarschriften.

  • 12.

    Het nemen van besluiten over de behandeling van een klacht als bedoeld in hfdst. 9 Awb tegen een medewerker.

  • 13.

    Het afdoen van klachten tegen medewerkers met betrekking tot ongewenst gedrag zoals opgenomen in het Personeelshandboek.

  • 14.

    De aanwijzing van medewerkers als toezichthouder als bedoeld in artikel 5.11 Awb.

  • 15.

    Het als installatieverantwoordelijke nemen van besluiten en het verrichten van feitelijke handelingen m.b.t. het onderhoud, de inspectie, etc. van de elektrische installaties in de gemeentelijke gebouwen als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet en het –besluit.

Bijlage 4: Bevoegdheden die blijven voorbehouden aan de teamleiders, projectleiders en programmamanagers

 

  • 1.

    Het namens de gemeente besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen met een financieel belang van minder dan € 1.000.000,00 dan wel met een financieel belang van meer dan € 1.000.000,00 wanneer het gaat om de aan- en verkoop van grond c.q. vastgoed die reeds in een grondexploitatie zijn opgenomen. Tot deze bevoegdheid behoort het met toepassing van het 4 ogen-principe aangaan en ondertekenen van de overeenkomsten. De bevoegdheid om ondergeschikte wijzigingen aan te brengen is ook aan de medewerkers ondergemandateerd.

Bijlage 5: Bevoegdheden die aan externe partijen zijn gemandateerd

 

Portefeuillehouder OZJT van het dagelijks bestuur van de GR Gezondheid van het Openbaar Lichaam Gezondheid

 

  • -

    Aan de portefeuillehouder is mandaat en volmacht verleend voor alle rechtshandelingen die nodig zijn voor het aangaan en beheren van raamovereenkomsten, die betrekking hebben op de lopende aanbesteding “Integrale inkoop Wmo 2015 en Jeugdwet ten behoeve van het Twents model” (collegebesluit d.d. 14 september 2021).

Directeur van de Omgevingsdienst Twente

 

  • -

    Aan de directeur is mandaat verleend tot het nemen van besluiten die voortvloeien uit de opdracht aan de dienst, vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling, de dienstverleningsovereenkomst en het bij deze overeenkomst behorende (jaarlijkse) uitvoeringsprogramma.

    Het betreft de uitvoering van:

    • a.

      het basistakenpakket en andere taken voor zo ver deze voor alle deelnemers worden uitgevoerd als bedoeld in artikel 4 van de regeling (structureel collectief);

    • b.

      structureel facultatieve taken als bedoeld in artikel 5 van de regeling (structureel niet-collectief);

    • c.

      inclusief alle handelingen en besluiten ter voorbereiding en uitvoering van het gemandateerde besluit.

       

      Het mandaat ziet niet op:

      • -

        besluiten tot het treffen van bestuursrechtelijke maatregelen, tenzij de betreffende portefeuillehouder voorafgaand heeft ingestemd met het besluit;

      • -

        besluiten op bezwaarschriften, bedoeld in artikel 6:4 Algemene wet bestuursrecht;

      • -

        besluiten tot het al dan niet honoreren van schadeclaims van derden of afkopen van mogelijke geschillen;

      • -

        besluiten tot het voeren van rechtsgedingen en tot het zelf voeren van bezwaar- of beroepsprocedures;

      • -

        besluiten waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 3, Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (collegebesluit 13 november 2018).

  • -

    De bevoegdheid tot het aanwijzen van toezichthouders krachtens artikel 5.10 lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het aanwijzen als toezichthouder heeft betrekking op alle personen die in opdracht van de Omgevingsdienst Twente, uit hoofde van hun taak toezichthouden (generieke aanwijzing);

    • b.

      De aanwijzing heeft betrekking op het toezicht op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, onderdeel milieu, de Wet milieubeheer, de Wet bodembescherming en de daarop gebaseerde besluiten en regelingen, dan wel de regelingen ter vervanging van deze wetten voor zover hun aard en strekking ten opzichte daarvan niet wezenlijk veranderen;

    • c.

      De aanwijzing heeft tevens betrekking op ketentoezicht op de onder b genoemde wetten; d. De aanwijzing en daarmee de bijbehorende bevoegdheden van de toezichthouder vervallen bij uitdiensttreding van de Omgevingsdienst Twente dan wel bij beëindiging van de tijdelijke opdracht (inhuur);

    • d.

      Bij dit mandaat aan de directeur van de Omgevingsdienst Twente is ondermandaat uitgesloten (collegebesluit 5 maart 2019).

  • -

    Het aanwijzen van toezichthoudende ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de:

    • a.

      Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo, onderdeel milieu en, voor zover het een inrichting is waarvoor gedeputeerde staten het bevoegde gezag zijn, bouw en sloop) en de daarop gebaseerde besluiten en regelingen, dan wel de regelingen ter vervanging van deze wetten, voor zover hun aard en strekking ter opzichte daarvan niet wezenlijk veranderen.

    • b.

      Wet milieubeheer (Wm) en de daarop gebaseerde besluiten en regelingen, dan wel de regelingen ter vervanging van deze wetten, voor zover hun aard en strekking ter opzichte daarvan niet wezenlijk veranderen.

    • c.

      Wet bodembescherming (Wbb) en de daarop gebaseerde besluiten en regelingen, dan wel de regelingen ter vervanging van deze wetten, voor zover hun aard en strekking ter opzichte daarvan niet wezenlijk veranderen.

  • Als toezichthouder zijn aangewezen: de ambtenaren in de uitoefening van de functie ‘toezichthouder’ werkzaam bij de Omgevingsdienst Twente als bedoeld in: titel 5.2 van de Algemene wet Bestuursrecht juncto artikel 5.10 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, te weten:

    • a.

      Medewerkers in dienst van de Omgevingsdienst Twente met een functie als toezichthouder;

    • b.

      Medewerkers in dienst van de Omgevingsdienst Twente met een akoestische functie of anderszins en aan wie incidenteel werk op wordt gedragen waarvoor de toezichthoudende bevoegdheden voor de uitvoering van het werk noodzakelijk zijn;

    • c.

      Medewerkers van buiten de Omgevingsdienst die werkzaam zijn op basis van inhuur, of op een andere tijdelijke basis, en die belast zijn met de toezichthoudende taken behorende bij de functies zoals hiervoor genoemd het besluit is in het Gemeenteblad van 15 mei 2019 bekend gemaakt en met terugwerkende kracht op 1 januari 2019 in werking getreden).

Gemeentelijk Belastingkantoor Twente

 

Het GBT voert voor de gemeente Borne de onderstaande werkzaamheden uit:

 

  • a.

    De uitvoering van de Wet WOZ, inclusief het vaststellen van de WOZ-beschikking.

  • b.

    De heffing, invordering, kwijtschelding en afwikkeling van bezwaar- en beroepschriften van de belastingsoorten.

  • c.

    De verwerking van subjectmutaties (verwerkingen Basisregistratie Personen en Basisregistratie Handelsregister).

  • d.

    De verwerking van kadastrale mutaties.

  • e.

    De verwerking van BAG-mutaties in de WOZ-administratie.

  • f.

    Het behandelen van WOB-verzoeken met betrekking tot informatie die bij het GBT berust.

  • g.

    Het ondersteunen bij en adviseren over belastingverordeningen en - ontwikkelingen.

De GBT voert in opdracht van de gemeente Borne de volgende belastingsoorten uit:

  • -

    Afvalstoffenheffing (basis)

  • -

    Medisch afval (maatwerk)

  • -

    Begraafrechten maandelijks (basis)

  • -

    Havengelden (basis)

  • -

    Hondenbelasting (basis)

  • -

    Kwijtschelding standaard (basis)

  • -

    Leges (basis)

  • -

    Bezwaarafh. specifieke leges (basis)

  • -

    Omgevingsvergunning (basis)

  • -

    OZB (basis)

  • -

    Parkeerbelastingen NL en BU (basis)

  • -

    Precariobelastingen (plus)

  • -

    Reclamebelasting eenvoudig (basis)

  • -

    Rioolheffing (basis)

  • -

    Rioolheffing grootverbruik (plus)

  • -

    Toeristenbelasting (basis).

(Dienstverleningsovereenkomst (DVO) 2018 tussen de gemeente Borne en het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT), zoals vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 12 april 2018. Ingangsdatum DVO: 1 januari 2018. Ingangsdatum financiële consequenties: 1 januari 2019)

 

Mandaatbesluit samenwerking sociale zaken Borne en Hengelo

 

  • -

    Het college van de gemeente Borne mandateert aan het college van de gemeente Hengelo (als centrumgemeente) de hem toekomende bevoegdheden tot het nemen van besluiten, op aanvraag, dan wel ambtshalve, en het verrichten van feitelijke handelingen ter voorbereiding op en uitvoering van de hierna genoemde regelgeving:

  • -

    Participatiewet (Pw)

  • -

    Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw)

  • -

    Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz)

  • -

    Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz 2004)

  • -

    Wet op de kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen(Wk)

  • -

    Wet inburgering (Wi)

  • -

    en de met deze wetten of de uitvoering van deze wetten samenhangende wet- en regelgeving, waaronder de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet bescherming persoonsgegevens en de Archiefwet 1995, de door de raad van de gemeente Borne vastgestelde verordeningen en door het college van de gemeente Borne vastgestelde nadere regels, beleidsregels en het besluit tot vervanging en vernietiging van archiefbescheiden die volgens de “Landelijke stukkenlijst” zijn aangemerkt als vernietigbaar.

  • -

    De in het eerste lid bedoelde bevoegdheden omvatten niet de bevoegdheid om te beslissen op bezwaarschriften en evenmin het instellen van hoger beroep tegen uitspraken van de rechtbank.

  • -

    Het college van Borne machtigt het college van Hengelo hem in rechte te vertegenwoordigen, voor zover het betreft rechtsgedingen die betrekking hebben op de in het eerste lid bedoelde uitvoering en staat het college van Hengelo toe om aan hem ondergeschikte personen ondermandaat, ondertekeningsmandaat, ondervolmacht en ondermachtiging te verlenen. De uitoefening van de bevoegdheden vindt plaats in overeenstemming met het vigerende Mandaatbesluit van de gemeente Hengelo, met dien verstande dat wordt aangegeven dat de bevoegdheid wordt uitgeoefend namens het bevoegde bestuursorgaan van de gemeente Borne. Deze vertegenwoordiging betreft ook het voeren van verweer vanwege ingediende bezwaarschriften, correspondentie met de onafhankelijke Commissies bezwaarschriften van Borne en de vertegenwoordiging van het college van Borne bij de hoorzittingen van de Commissie bezwaarschriften van Borne.

  • -

    De burgemeester van Borne machtigt de burgemeester van Hengelo om de gemeente Borne in en buiten rechte te vertegenwoordigen voor zover het betreft aangelegenheden die betrekking hebben op de in het eerste lid bedoelde uitvoering, en staat de burgemeester van Hengelo toe om aan het college van Hengelo ondergeschikte personen ondermandaat, ondertekeningsmandaat, ondervolmacht en ondermachtiging te verlenen. De uitoefening de bevoegdheden vindt plaats in overeenstemming met het vigerende Mandaatbesluit van de gemeente Hengelo met dien verstande dat wordt aangegeven dat de bevoegdheid wordt uitgeoefend namens het bevoegde bestuursorgaan van de gemeente Borne.

  • -

    (is op 15 juli 2016 inwerking getreden en is verbonden met Gemeenschappelijke regeling samenwerking sociale zaken Borne, Haaksbergen en Hengelo en Dienstverleningsovereenkomst Borne en Hengelo)

Projectbureau BAS (BodemAsbestSanering)

 

Aan B.F. Heurman, manager projectbureau, en aan J.W.M. Nijhuis, medewerker bodem, beiden werkzaam voor de gemeente Hof van Twente, Projectbureau BAS, is op 26 mei 2020 mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het besluiten tot en het geven van opdrachten aan adviesbureaus voor het uitvoeren van historische- en bodemonderzoeken binnen het grondgebied van de gemeente Borne. De communicatie naar de belanghebbenden in of nabij de onderzoekslocaties wordt ook door het projectbureau verzorgt.

 

Toelichting

Algemeen

 

Inleiding

 

Voor u ligt het Algemeen mandaatbesluit gemeente Borne 2021. Dit besluit kent een andere aanpak dan wij gewend zijn uit het verleden.

 

In artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt mandaat omschreven als de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. De bevoegdheid in mandaat wordt uitgeoefend onder verantwoordelijkheid van het oorspronkelijke bevoegde orgaan, in dit geval het college van burgemeester en wethouders, hierna het college, of de burgemeester. De gemandateerde kan namens de mandaatgever besluiten nemen. Deze besluiten worden toegerekend aan het college of de burgemeester zelf. Het college of de burgemeester verliest de bevoegdheid om zelf het besluit te nemen niet en kan dit ook te allen tijde blijven doen.

 

Dit mandaatbesluit sluit aan bij de huidige organisatiestructuur, zoals die is vastgelegd in het Organisatiebesluit gemeente Borne 2019.

 

Oude methodiek

 

Tot op heden was gebruikelijk om in het mandaatbesluit alle gemandateerde bevoegdheden expliciet te benoemen, vaak onder verwijzing naar het wetsartikel waarin die bevoegdheid is neergelegd. Verder wordt telkens verwezen naar functies. Deze methode heeft vanzelfsprekend voor- en nadelen.

 

Voordeel

 

Er kan vrij nauwkeurig worden nagegaan aan welke functionaris welke bevoegdheid is gemandateerd. Is een bepaalde bevoegdheid niet opgenomen in de mandaatregeling dan is uitsluitend het college bevoegd om de besluiten te nemen.

 

Nadelen

 

Een mandaatbesluit volgens de oude methodiek veroudert snel omdat wetten en functies voortdurend wijzigen. Dit maakt de mandaatregeling kwetsbaar en onderhoudsgevoelig.

 

Een mandaatbesluit volgens de oude methodiek bestaat uit veel tekst en is daardoor moeilijk toegankelijk.

 

Een mandaatbesluit volgens de oude methodiek sluit niet meer goed aan bij de Organisatievisie Borne en het daarop gebaseerde Organisatiebesluit gemeente Borne 2020, met name niet nu in die visie, ter bevordering van de slagvaardigheid van de organisatie, de verantwoordelijk- en bevoegdheden laag in de organisatie zijn belegd.

 

Nieuwe methodiek is een versie van het omgekeerde mandaat

 

De methodiek van het omgekeerde mandaat methodiek komt tegemoet aan de hiervoor genoemde nadelen.

 

Een mandaatbesluit volgens de nieuwe methodiek is niet snel verouderd omdat deze in veel mindere mate is gekoppeld aan wetten en functies. De kwetsbaarheid en het onderhoud zijn beduidend minder. Een mandaatbesluit volgens de nieuwe methodiek is goed toegankelijk. Er is sprake van een compact (hoofd)mandaat.

 

De basis van het omgekeerde mandaat ligt in artikel 4 van het besluit: Voor zover het college en de burgemeester in bijlage 1, de gemeentesecretaris-algemeen-directeur in bijlage 2, de teamleider in bijlage 3, de teamleider, projectleider en programmamanager in bijlage 4 de bevoegdheden niet aan zich hebben gehouden of in bijlage 5 aan externe partijen hebben overgedragen, zijn de bevoegdheden aan de medewerkers (onder)gemandateerd.

 

Het (onder)mandaat omvat ook de bevoegdheid om het besluit te ondertekenen en alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen te verrichten. Daarnaast wordt onder het verlenen van mandaat tevens het verlenen van een volmacht of machtiging verstaan. Verder kan de medewerker van het aan hem verleende mandaat gebruik maken voor zover het gaat om aangelegenheden die behoren tot zijn werkterrein, taken en verantwoordelijkheden.

 

Er ligt een verband tussen het mandaatbesluit en de gemeentelijke Budgethoudersregeling. In deze regeling is namelijk in artikel 3 lid 1 opgenomen dat de budgethouder binnen het toegekende budget en met inachtneming van het Mandaatbesluit, het inkoopbeleid en het geldende contractbeheer verantwoordelijk en bevoegd is voor de uitvoering van de daarbij behorende taakstelling door het geven en laten uitvoeren van opdrachten, het aangaan van overeenkomsten tot levering van goederen, de aanneming van werk en/of verlening van diensten, alsmede het verkrijgen en realiseren van de vereiste inkomsten.

 

In de praktijk betekent dit dat de budgethouder bijvoorbeeld overeenkomsten tot levering van goederen mag aangaan onder de voorwaarde dat hij hiertoe op basis van het mandaatbesluit is gemandateerd. Het mandaatbesluit geeft dus die bevoegdheid en niet het budgethouderschap. Daarnaast moeten de financiële verplichtingen passen binnen het aan hem toegekende budget. Het mandaat is dus begrensd door de hoogte van het budget; het budget mag niet worden overschreden.

 

Het omgekeerde mandaat sluit aan bij het Organisatiebesluit van de gemeente Borne en de besturingsfilosofie om de verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie neer te leggen. Daarnaast past deze regeling bij de taakvolwassenheid van de medewerkers en het eigenaarschap. Van de medewerker als gemandateerde wordt verwacht dat hij een politieke antenne heeft en zich beseft dat hij in een bestuurlijk-politieke omgeving werkt. Indien de mandaathouder namens de burgemeester of het college een besluit neemt dat bijvoorbeeld politiek gevoelig ligt, heeft hij hierover eerst contact met de teamleider en gemeentesecretaris-algemeen directeur en dan met het college, de desbetreffende portefeuillehouder en/of de burgemeester. De burgemeester en het college blijven uiteindelijk verantwoordelijk en bevoegd.

 

Er kan ook mandaat worden verleend aan externe partijen die niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de burgemeester of het college als mandaatgever (art. 10:4 Awb). Een voorbeeld is de directeur van de Omgevingsdienst Twente. In bijlage 5 zijn de mandaten aan externe partijen opgenomen.

 

Wettelijk kader

 

Bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden dienen alle van toepassing zijnde wetten, algemene maatregelen van bestuur, verordeningen, nadere regels, beleidsregels, circulaires, aanwijzingen, richtlijnen etc., in acht te worden genomen.

 

Om een bevoegdheid te mandateren is geen wettelijke grondslag vereist. Mandatering is toegestaan tenzij een wettelijk voorschrift, of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet (artikel 10:3, eerste lid Awb). Daarom moet bij het verlenen van een mandaat telkens nagegaan worden of de wettelijke regeling waarop de bevoegdheid is gebaseerd iets zegt over eventueel mandaat. Ook zal nagegaan moeten worden of er andere redenen zijn dat een mandaatverlening is uitgesloten. Bijvoorbeeld omdat er sprake is van besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid, beperking van grondrechten, het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en dergelijke.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1 Definities Spreekt voor zich.

 

Artikel 2 Algemene bepalingen

 

Lid 1

 

Ondertekening- en beslissingsmandaat

 

In het mandaatbesluit is degene die bevoegd is in mandaat een besluit te nemen tevens bevoegd dit besluit te ondertekenen. Uitgangspunt van het mandaatbesluit is dat alle bevoegdheden beslissingsmandaten betreffen, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.

 

De begrippen “besluiten” en “beslissingen” worden door elkaar gebruikt. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling (art. 1:3 lid 1 Awb).

 

Met beslissingen worden hier zowel beslissingen gericht op rechtsgevolg bedoeld (besluiten in de zin van artikel 1:3 Awb) als beslissingen die niet zijn gericht op rechtsgevolg. Een voorbeeld van een beslissing gericht op rechtsgevolg is een vergunning of een subsidiebesluit. Een voorbeeld van een beslissing die niet is gericht op rechtsgevolg is de vooraankondiging van een handhavingsbesluit.

 

De bevoegdheid om in mandaat beslissingen te nemen impliceert de bevoegdheid tot ondertekening namens het bestuursorgaan.

 

Lid 2

 

Dit artikel vormt een weerslag van artikel 10:12 Awb. Het bepaalt dat de bepalingen m.b.t. het mandaat van overeenkomstige toepassing zijn indien een bestuursorgaan aan een ander, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, volmacht verleent tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging verleent tot het verrichten van (feitelijke) handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

 

Door dit artikel wordt duidelijk dat de mandaatregeling niet slechts betrekking heeft op het publiekrechtelijk handelen van de gemeente maar op al het handelen, dus ook het privaatrechtelijk en feitelijk handelen.

 

Een voorbeeld van volmacht is de bevoegdheid tot het aangaan van overeenkomsten. Er is dan sprake van het verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling. Wanneer de gemeente (als rechtspersoon) een koopovereenkomst sluit, is het college op grond van de Gemeentewet het bevoegde orgaan om tot koop te besluiten (artikel 160 lid 1 sub d Gemeentewet). De ondertekening van de koopovereenkomst wordt echter door de burgemeester (ingevolge artikel 171 Gemeentewet) gedaan. Het college kan een medewerker mandaat verlenen om besluiten te nemen tot het aangaan van een overeenkomst. Toch zal de burgemeester nog steeds de overeenkomst moeten ondertekenen, tenzij deze aan een medewerker volmacht verleent om namens de burgemeester de overeenkomst te tekenen.

 

Een voorbeeld van een machtiging is de bevoegdheid om de burgemeester of het college te vertegenwoordigen tijdens een zitting bij de commissie bezwaarschriften of de rechtbank. Dan is sprake van een feitelijke handeling.

 

Lid 3

 

In deze bepaling wordt de bevoegdheid van de gemandateerde voor zover het betreft het aangaan van financiële verplichtingen beperkt tot die functionarissen die hiertoe op basis van de Budgethoudersregeling als budgethouder of budgetbeheerder zijn aangewezen. Daarnaast mag de gemandateerde slechts gebruik maken van het mandaat wanneer het om aangelegenheden gaan die tot zijn eigen werkterrein behoren en het budget niet wordt overschreden.

 

Lid 4

 

In deze bepaling wordt de bevoegdheid om een besluit te nemen uitgewerkt en gespecificeerd.

 

Lid 5

 

In deze bepaling wordt de bevoegdheid om een overeenkomst aan te gaan uitgewerkt en gespecificeerd.

 

Lid 6

 

Hierbij kan bijvoorbeeld in combinatie met lid 5 worden gedacht aan het voeren van correspondentie inzake het opmaken van akten tot aankoop, verkoop, huur, verpachten of in gebruik geven van onroerend goed en vestiging en opheffing van zakelijke rechten. En de vertegenwoordiging van de gemeente bij buitengerechtelijke rechtshandelingen, voor zover het betreft het doen opmaken en ondertekenen van notariële akten en stukken, welke nodig zijn ter uitvoering van de besluiten van de raad en van het college van burgemeester en wethouders.

 

Lid 7

 

De bepaling regelt de vervanging bij afwezigheid zodat de continuïteit is gewaarborgd. Uitgangspunt bij afwezigheid van de algemeen directeur- gemeentesecretaris, teamleider of medewerker is horizontale vervanging door een loco respectievelijk andere teamleider of collega. In onze organisatie hebben we echter éénpitters die niet door een “soortgelijke” collega horizontaal kunnen worden vervangen. In dat geval treedt de teamleider als vervanger op. Dat is de gedachte achter artikel 2 lid 7 van het mandaatbesluit. Daarnaast is het mogelijk dat een medewerker het ondermandaat in de praktijk niet wil of kan uitvoeren. In dat geval zal de teamleider als vervanger kunnen optreden. Vervolgens kan worden bezien of deze bevoegdheid niet bij het college, de burgemeester, de algemeen directeur-gemeentesecretaris of teamleider zou moeten worden belegd. De omgekeerde situatie kan zich ook voordoen. Het mandaatbesluit is in die zin een levend en flexibel besluit dat zo nodig kan worden aangepast.

 

Lid 8

 

De essentie van mandaat wordt in deze bepaling aangegeven. Verder wordt verwezen naar Afdeling 10.1.1. van de Awb waarin het mandaat is geregeld.

 

Lid 9

 

Van de mandaathouder wordt verwacht dat hij een politieke antenne heeft en zich beseft dat hij in een bestuurlijk-politieke omgeving werkt. De gemandateerde kan geen gebruik maken van het aan hem verleende mandaat wanneer er sprake is van de in lid 9 genoemde situaties. Om te bepalen of zich zo’n situatie voordoet en om misverstanden te voorkomen, heeft de medewerker hierover eerst contact met de teamleider en/of gemeentesecretaris-algemeen directeur, en dan met de desbetreffende portefeuillehouder en/of de burgemeester. Zoals in lid 8 is aangegeven blijven het college en de burgemeester verantwoordelijk en bevoegd. Vanwege de in lid 9 genoemde situaties kan het beter zijn dat het college of de burgemeester zelf het besluit neemt en niet de gemandateerde medewerkers.

 

Lid 10

 

Een voorbeeld is dat de gevolmachtigde medewerker bij het doen opmaken en ondertekenen van notariële akten en stukken, welke nodig zijn ter uitvoering van besluiten van de raad en van het college van burgemeester en wethouders, de volmacht mag doorgegeven aan een medewerker van een notariskantoor.

 

Artikel 3 Mandaat aan de gemeentesecretaris-algemeen directeur

 

Lid 1

 

In dit artikel worden de bevoegdheden die bij het college en de burgemeester berusten, gemandateerd aan de gemeentesecretaris-algemeen directeur. De gemeentesecretaris is het hoofd van de ambtelijke organisatie. Daarom worden alle bevoegdheden van het college en de burgemeester aan de gemeentesecretaris zelf of via de gemeentesecretaris aan de teamleiders en medewerkers gemandateerd. De gemeentesecretaris is dus feitelijk het centrale punt van waaruit alle bevoegdheden in de organisatie worden verspreid. Het uitgangspunt van deze regeling is dat de bevoegdheden zodanig in de organisatie zijn neergelegd dat het slechts in uitzonderingssituaties nodig moet zijn om terug te vallen op een hoger bevoegdheden niveau.

 

Lid 2

Op grond van artikel 10:8 Awb kan een mandaatgever (in dit geval het college of de burgemeester) het mandaat te allen tijde intrekken. Die bevoegdheid wordt in het tweede lid ook expliciet toegekend aan de gemeentesecretaris. Dit maakt het mogelijk dat de gemeentesecretaris beslist dat zij bepaalde aangelegenheden voor een korte of langere tijd zelf af wil doen of dat zij in een concreet geval aangeeft dat het aan een onder haar ressorterende functionaris verleende mandaat voor dat geval niet geldt en zij het besluit zelf wil nemen. In het eerste geval gaat het om een min of meer structurele situatie en algemeen mandaat. Dan geldt de eis dat dit schriftelijk wordt vastgelegd. Voor de duidelijkheid dient het ook ter informatie aan het college wordt gezonden. Een dergelijk besluit zal ook op de gebruikelijke wijze bekend worden gemaakt, zodat dit ook naar buiten toe bekend en toetsbaar is. Bij incidentele gevallen is dat niet nodig en kan het mandaat mondeling worden verleend (artikel 10:5 lid 2 Awb).

 

Artikel 4 Mandaat en ondermandaat aan overige functionarissen

 

Dit mandaatbesluit beoogt een maximale flexibiliteit van de organisatie. De bevoegdheden om namens het college en de burgemeester besluiten te nemen waren voorheen in het mandaatregister opgenomen, waarbij zij aan een bepaalde functie en functiecode waren toebedeeld. Zoals gezegd, hebben we die opzet om eerdergenoemde redenen met het omgekeerde mandaatbesluit losgelaten. Dit betekent dat de bevoegdheden om besluiten te nemen (inclusief ondertekening, volmacht, machtiging, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen), die niet in de bijlagen 1, 2, 3, 4 en 5 zijn genoemd, aan de medewerkers zijn (onder)gemandateerd.

 

Artikel 5 Mandaat aan de griffie en voorzitter rekenkamercommissie

 

De gemeentewet regelt de verhouding van taken en bevoegdheden tussen de verschillende bestuursorganen. De raad heeft wat betreft de eigen huishouding geen bevoegdheden gekregen om te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen. Het college is bevoegd om te besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (artikel 160 lid 1 onder e Gemeentewet). Daarbij wordt de gemeente vertegenwoordigd door de burgemeester (artikel 171 Gemeentewet).

 

Voorbeelden van privaatrechtelijke rechtshandelingen zijn:

 

  • -

    aangaan van contracten, bijv. voor externe sprekers, cursussen;

  • -

    opzegging detacheringsovereenkomst personeel/externe inhuur;

  • -

    zaalhuur;

  • -

    aangaan contract met accountant.

Het beheren van een budget als budgethouder geeft de budgethouder geen zelfstandige of afgeleide bevoegdheden tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen.

 

In de verordening rekenkamercommissie heeft de raad de commissie bevoegdheden gegeven waarvoor ook privaatrechtelijke rechtshandelingen verricht kunnen worden.

 

Om het voor de griffier en de voorzitter van de rekenkamercommissie mogelijk te maken om privaatrechtelijke rechtshandelingen aan te gaan is een mandaat van het college en de burgemeester om bijvoorbeeld overeenkomsten te ondertekenen noodzakelijk.

 

Omdat de griffier en de voorzitter van de rekenkamercommissie geen ondergeschikten zijn van het college schrijft artikel 10:4 van de Awb voor dat de mandaatgever in dat geval instemming behoeft van de gemandateerde en in het voorkomende geval van degene onder wiens verantwoordelijkheid hij werkt.

 

Artikel 7 Ondertekening

 

Artikel 10:10 Awb bepaalt dat een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen.

 

Artikel 8 Slotbepalingen

 

Spreken voor zich.

 

Toelichting op de 2e herziening

 

In het Algemeen mandaatbesluit gemeente Borne 2021 (1e herziening) is de volgende bevoegdheid aan het college voorbehouden:

 

16. Het namens de gemeente besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen met een financieel belang van meer dan € 1.000.000,00.

 

De volgende bevoegdheid is aan de teamleiders, projectleiders en programmamanagers voorbehouden:

 

1. Het namens de gemeente besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen, waaronder het met toepassing van het 4 ogen-principe aangaan en ondertekenen van overeenkomsten, met een financieel belang van minder dan € 1.000.000,00 waarbij de bevoegdheid om ondergeschikte wijzigingen aan te brengen ook aan de medewerkers is ondergemandateerd.

 

In het Algemeen mandaatbesluit gemeente Borne 2021 (2e herziening) is de volgende wijziging opgenomen:

 

16. Het namens de gemeente besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen met een financieel belang van meer dan € 1.000.000,00 inclusief de aan- en verkoop van grond c.q. vastgoed voor zover die niet reeds zijn opgenomen in een grondexploitatie.

 

De aan de teamleiders, projectleiders en programmamanagers toegekende bevoegdheid wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het namens de gemeente besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen met een financieel belang van minder dan € 1.000.000,00 dan wel met een financieel belang van meer dan € 1.000.000,00 wanneer het gaat om de aan- en verkoop van grond c.q. vastgoed die reeds in een grondexploitatie zijn opgenomen. Tot deze bevoegdheid behoort het met toepassing van het 4 ogen-principe aangaan en ondertekenen van de overeenkomsten. De bevoegdheid om ondergeschikte wijzigingen aan te brengen is ook aan de medewerkers ondergemandateerd.

 

De 2e herziening van het mandaatbesluit werkt terug tot en met 30 december 2020, zodat eerdere bevoegdheidsgebreken worden hersteld. Het Algemeen mandaatbesluit gemeente Borne 2021 (1e herziening) werkt namelijk ook terug tot en met 30 december 2020.

 

In het Algemeen mandaatbesluit gemeente Borne 2021 (1e herziening) is de volgende bevoegdheid van de burgemeester opgenomen: 3. Het nemen van besluiten door de burgemeester tot intrekking of verlenging van een tijdelijk huisverbod krachtens de Wet tijdelijk huisverbod, alsmede de lastgeving tot inbewaringstelling.

 

De besluiten tot intrekking of verlenging van een tijdelijk huisverbod zijn gebaseerd op de Wet tijdelijk huisverbod.

 

Een besluit tot inbewaarstelling is niet gebaseerd op de Wet tijdelijk huisverbod, maar de Wet zorg en dwang: https://www.dwangindezorg.nl/wzd/onvrijwillige-opname/inbewaringstelling. En heeft niet met een tijdelijk huisverbod te maken.

 

I.v.m. de herziening van de Wegsleepverordening wordt in die verordening opgenomen dat kan worden overgegaan tot inbewaringstelling van de auto. De in 3. bedoelde “lastgeving tot inbewaarstelling” is gebaseerd op de Wet dwang en zorg en heeft niets te maken met de Wegsleepverordening. Om misverstanden te voorkomen is een verwijzing naar de Wet zorg en dwang aan 3. toegevoegd: Het nemen van besluiten door de burgemeester tot intrekking of verlenging van een tijdelijk huisverbod krachtens de Wet tijdelijk huisverbod, alsmede de lastgeving tot inbewaringstelling krachtens de Wet dwang en zorg.