Organisatie | Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Beleidsregel ontheffingverlening RVV 1990 |
Citeertitel | Beleidsregel ontheffingverlening RVV 1990, Berijden gesloten verklaarde wegen en fietspaden in de Krimpenerwaard |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
artikel 87 van de Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-03-2018 | nieuwe regeling | 13-03-2018 | 2018.02628 |
Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) zorgt voor droge voeten, schoon water en veilige wegen. We voeren deze taken uit in een gebied met hoge dijken en diepe veenpolders. De wegentaak wordt alleen uitgevoerd in de Krimpenerwaard en omvat alle wegen buiten de bebouwde kom met uitzondering van de provinciale wegen. De verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van dit wegennet omvat de zorgplicht voor de instandhouding en bruikbaarheid ervan. Hieraan gekoppelde aspecten zijn verkeersveiligheid, bereikbaarheid, mobiliteit en de zorg voor milieu, landschap en recreatie. Het geheel van deze taken en verantwoordelijkheden is belegd bij de wegbeheerder.
Om de verkeersveiligheid te bevorderen is een deel van de wegen niet of beperkt toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer. Doel van deze regeling is om direct belanghebbenden in de gelegenheid te stellen om gebruik te maken van wegen waarvoor een geslotenverklaring geldt en voor fietspaden. In deze beleidsregel zijn de criteria vastgelegd voor het verlenen van ontheffingen.
Deze beleidsregel is van toepassing op diverse categorieën wegen uit het categoriseringsplan wegen, welke is gebaseerd op de uitgangspunten van Duurzaam Veilig.
Gesloten verklaarde wegen, landbouwverkeer toegestaan (37 km)
In het categoriseringsplan betreft dit de volgende wegcategorieën:
Categorie: Erftoegangsweg type 2 gesloten (ETW-2 gesloten)
Vormen de laatste schakel in de ontsluiting van agrarische percelen en zijn alleen toegankelijk voor landbouwverkeer en (brom)fietsers. Daarmee dragen ze bij aan de ontsluiting van het gebied voor de aanliggende eigenaren en de recreanten.
Categorie: Onverharde / niet gecategoriseerde wegen
Overige niet verharde wegen die agrarische percelen ontsluiten voor landbouwverkeer of alleen voor voetgangers toegankelijk zijn. Deze wegen zijn meestal doodlopend.
Fietspaden, landbouwverkeer toegestaan (5 km)
In het categoriseringsplan betreft dit de wegcategorie:
Solitaire verbindingen voor fietsers met een utilitaire (woon-werk verkeer) en recreatieve functie. Ze ontsluiten woonkernen en vormen een netwerk voor recreanten om het landschap en natuurgebieden te beleven. Op een deel van deze fietspaden is agrarisch verkeer toegestaan.
Op de kaart in figuur 1 zijn de betreffende wegen weergegeven. Een overzichtskaart is opgenomen in bijlage 2 en een lijst met wegnamen is opgenomen in bijlage 3.
Figuur 1: Wegen en fietspaden waarop de beleidsregel van toepassing is.
Deze beleidsregel is door het college van dijkgraaf en hoogheemraden vastgesteld op 13 maart 2018. De ontwerpversie heeft eind 2017 zes weken ter inzage gelegen. Met deze vaststelling is deel IV onderdeel D van de beleidsnota ontheffing en vergunningverlening wegen uit 2004 komen te vervallen.
Hoofdstuk 1 geeft een toelichting op de beleidsdoelstellingen van het hoogheemraadschap en een korte uitleg over de beleidsregel. In hoofdstuk 2 is het algemene toetsingskader gegeven waaraan elke verleende ontheffing moet voldoen. Hoofdstuk 3 geeft de criteria aan onder welke voorwaarden en op welke wijze een ontheffing kan worden verleend.
Het hoogheemraadschap heeft regels gesteld aan het gebruik en de inrichting van haar wegen. Het beleid ten aanzien van medegebruik bestaat uit de volgende beleidsnota’s die met elkaar een geheel vormen:
1. Beleidsdoelstellingen en algemene uitgangspunten
Wegen zijn van groot belang voor de maatschappij. Zonder wegen kunnen we hier immers niet wonen, werken en recreëren. De wegen verbinden woonkernen en voorzieningen met elkaar en zorgen er voor dat woningen, bedrijven en andere percelen bereikbaar zijn.
Vanuit maatschappelijk oogpunt is het echter niet gewenst dat iedere weggebruiker van elke weg gebruik kan maken. Om de verkeersveiligheid te bevorderen is daarom een deel van de wegen niet of beperkt toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer. Dit is formeel aangegeven door verkeersborden die langs deze wegen zijn geplaatst. Hierdoor worden perceel eigenaren en gebruikers echter in hun (bedrijfsmatige) activiteiten beperkt. Het hoogheemraadschap wil daarom onder voorwaarden toestaan dat deze gesloten verklaarde wegen en fietspaden door direct belanghebbenden gebruikt mogen worden.
Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is belast met de zorg voor de openbare wegen in de Krimpenerwaard buiten de bebouwde kom in de zin van de Wegenwet. Dit met uitzondering van de provinciale wegen. Dit is vastgelegd in het reglement van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.
Voor de uitvoering van activiteiten op of langs de gesloten verklaarde wegen en fietspaden en de daar gelegen percelen is het noodzakelijk om ontheffing te verlenen op een aantal verkeerstekens en verkeersregels. Dit is geregeld in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV) en een bevoegdheid van de wegbeheerder.
Om te zorgen dat elke ontheffingaanvraag op dezelfde manier wordt beoordeeld maakt het hoogheemraadschap gebruik van algemene criteria en van specifieke criteria per doelgroep. Deze criteria vormen samen het kader waarmee het hoogheemraadschap beslist of een ontheffing verleend kan worden. Deze criteria en de algemeen geldende voorwaarden zijn in dit document opgenomen en worden beleidsregel genoemd.
Het is belangrijk dat gesloten verklaarde wegen en fietspaden veilig gebruikt kunnen worden door de reguliere verkeersdeelnemers. De inrichting en het beheer van deze wegen is daar op toegespitst. Door medegebruik toe te staan van andere, c.q. meer weggebruikers wordt de verkeersveiligheid beïnvloed. Dit is echter geen probleem zolang het gaat om incidentele extra verkeersbewegingen, ontheffinghouders zich aanpassen aan het langzaam verkeer, er ruimte is om elkaar te passeren en andere weggebruikers verwacht kunnen worden (bijv. landbouwverkeer is toegestaan, aanwezigheid van inritten naar percelen). Als de verkeersveiligheid wel in het geding is, kan een ontheffing niet worden verleend. In voorkomende gevallen wordt een nadere afweging gemaakt. Dit kan resulteren in het stellen van aanvullende voorwaarden of het nemen van inrichtingsmaatregelen, zodat een ontheffing eventueel alsnog verleend kan worden.
De gesloten verklaarde wegen en fietspaden vormen schakels in doorgaande (recreatieve) routes voor fiets- en landbouw verkeer. Daarnaast vormen ze de enige ontsluitingsroute voor aanliggende percelen. De ingestelde beperking voor gemotoriseerd verkeer is primair bedoeld om niet-bestemmingsverkeer te weren en de verkeersveiligheid voor de overige weggebruikers te bevorderen. Toestaan van gemotoriseerd verkeer is gericht op het opheffen van de beperkingen ten aanzien van de bereikbaarheid van percelen.
Een toename van verkeer brengt extra belasting van wegen met zich mee, wat kan leiden tot frequentere of zwaardere onderhoudsmaatregelen. Toestaan van extra verkeer op de gesloten verklaarde wegen mag de kwaliteit van de wegen niet negatief beïnvloeden en de onderhoudskosten onevenredig verhogen.
De gevolgen voor verkeersveiligheid, beheerbaarheid en bereikbaarheid mogen niet dusdanig zijn, dat het reguliere weggebruik en beheer in het gedrang komt. Om dit te waarborgen beoordeelt het hoogheemraadschap de ontheffingaanvragen op de volgende aspecten:
Aanvragers die niet vallen onder de in de beleidsregel genoemde doelgroepen moeten de noodzaak aantonen om van deze wegen al dan niet tijdelijk gebruik te maken. Indien percelen ook via de voor alle verkeer toegankelijke wegen te bereiken zijn wordt geen ontheffing verleend.
Om de verkeerstoename te beperken wordt in het geval van grondeigenaren – en gebruikers per te ontsluiten perceel in principe voor maximaal 2 voertuigen ontheffing verleend.
Controle van ontheffingen gebeurt door de politie. In overleg met de politie kan het hoogheemraadschap sancties opleggen bij meerdere overtredingen door één persoon, onderneming of instelling. Dat hangt af van:
Bij de aanvraag voor een ontheffing dienen tenminste de volgende documenten te worden meegestuurd:
Voor zover van toepassing: statuten van de desbetreffende rechtspersoon, dan wel bewijsstukken waaruit blijkt dat de aanvrager bevoegd is om de desbetreffende doelgroep te vertegenwoordigen, dan wel bewijsstukken waaruit blijkt dat de desbetreffende persoon bevoegd is om de activiteiten uit te voeren waarvoor de ontheffing kennelijk noodzakelijk is.
Ontheffing voor het gebruik van gesloten verklaarde wegen en fietspaden in de Krimpenerwaard kan worden verleend aan:
Bewoners als bedoeld onder 4.1.1, kunnen in aanmerking komen voor een ontheffing. Zij mogen gebruik maken van een ontheffing als de aanvrager op het moment van de aanvraag in de basisadministratie van de gemeente Krimpenerwaard staat ingeschreven als permanent woonachtig op een adres gelegen aan de gesloten verklaarde wegen en de fietspaden in de Krimpenerwaard.
4.3 Perceeleigenaren, pachters, huurders en gebruikers
Perceeleigenaren, pachters, huurders en gebruikers als bedoeld in 4.1.2, kunnen in aanmerking komen voor een ontheffing en mogen gebruik maken van de ontheffing als de eigenaar dan wel pachter, huurder of gebruiker van één of meer percelen in de Krimpenerwaard daarop op een bedrijfsmatige wijze grondgebonden agrarische werkzaamheden verricht.
Perceeleigenaren, pachters, huurders en gebruikers als bedoeld in het eerste lid die grond huren, pachten of in eigendom hebben aan de gesloten verklaarde wegen en de fietspaden in de Krimpenerwaard, kunnen in aanmerking komen voor een ontheffing indien zij een huur-, pacht-, of eigendomsbewijs overleggen.
4.4 (Overheids)organisaties en overige personen
(Overheids)organisaties en overige personen als bedoeld in het eerste lid, kunnen in aanmerking komen voor een ontheffing en mogen gebruik maken van de ontheffing, indien zij handelen in opdracht van bewoner/eigenaar/pachter, namens een (overheids)organisatie of aantoonbaar ten behoeve van een maatschappelijk belang ten behoeve van beheer en/of onderhoud, grond of locatie gebonden activiteiten, een wettelijke taak of natuur- en/of landschapsbeheer.
(Overheids)organisaties en overige personen als bedoeld in het eerste lid kunnen een ontheffing aanvragen voor maximaal twee motorvoertuigen tenzij kan worden aangetoond dat een organisatie als bedoeld in het eerste lid meerdere medewerkers heeft die op verschillende momenten verschillende locaties dienen te bereiken.
Een ontheffing wordt gesteld op het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de ontheffing is verleend. Behoudens enkele gevallen als bedoeld in 4.4.3 van deze beleidsregel, wordt op een ontheffing slechts 1 kenteken vermeld.
Het college handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
Handelen en/of nalaten in strijd met de voorwaarden van de op basis van deze beleidsregel verleende ontheffingen is verboden volgens het gestelde in artikel 150, lid 2, van de Wegenverkeerswet 1994 en strafbaar volgens het gestelde in artikel 177, lid 1 van de Wegenverkeerswet.
De beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel ontheffingverlening RVV 1990, Berijden gesloten verklaarde wegen en fietspaden in de Krimpenerwaard”.
Voor wegen waarvoor naar aanleiding van een te nemen verkeersbesluit een beperking wordt ingesteld, geldt voor de doelgroepen benoemd in artikel 4.1.1 en 4.1.2 een overgangsregeling van 5 jaar waarbinnen kostenvrij een ontheffing werd verleend. De regeling geldt alleen voor die gevallen die voldoen aan de criteria en voorwaarden van deze beleidsregel en voor reeds aanwezige eigendoms- of gebruiksrechten.
Toelichting op de beleidsregel ontheffingverlening RVV 1990
(definitieve versie, 13 maart 2018)
Voor het verlenen van ontheffingen voor het berijden gesloten verklaarde wegen en fietspaden in de Krimpenerwaard
Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) zorgt in de Krimpenerwaard onder andere voor veilige wegen. De wegentaak omvat alle wegen buiten de bebouwde kom met uitzondering van de provinciale wegen. Om de verkeersveiligheid te bevorderen is een deel van de wegen niet of beperkt toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer. Verder bevinden zich een aantal fietspaden in het gebied. Doel van deze regeling is om direct belanghebbenden in de gelegenheid te stellen om gebruik te maken van wegen waarvoor een geslotenverklaring geldt en voor fietspaden. In deze beleidsregel zijn de criteria vastgelegd voor het verlenen van ontheffingen.
De beleidsregel is door het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden in ontwerp vastgesteld op d.d. en heeft vervolgens zes weken ter inzage gelegen. De definitieve versie is vastgesteld op d.d. Hiertegen was het niet mogelijk om bezwaar en beroep in te stellen.
Op grond van artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 87 van het reglement verkeersregels en verkeertekens 1990 kan het college van dijkgraaf en hoogheemraden ontheffing verlenen van de gesloten verklaring voor motorvoertuigen en motorfietsen op wegen en van het met motorvoertuigen en motorfietsen berijden van fietspaden. Conform artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen
dijkgraaf en hoogheemraden daarbij beleidsregel vaststellen. De beleidsregel voor het afgeven van ontheffingen voor het berijden gesloten verklaarde wegen en fietspaden in de Krimpenerwaard zijn daarmee het sluitstuk van het juridische kader rond de gesloten verklaring voor motorvoertuigen en motorfietsen en het met motorvoertuigen en motorfietsen berijden van fietspaden.
Met het toezicht en opsporing is de politie belast op basis van artikel 159 Wegenverkeerswet 1994, artikel 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering.
Toelichting indieningscriteria, voorwaarden en slotbepalingen
De strekking van 3.1 is dat een aanvraag altijd schriftelijk moet worden ingediend bij het college. Een mondelinge aanvraag van een ontheffing wordt niet in behandeling genomen. Het college dan wel de gemandateerde ambtenaar dient binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag bij het betrokken bestuursorgaan, aan de aanvrager schriftelijk te bevestigen dat de aanvraag is ontvangen
Hier zijn de doelgroepen benoemd waarvoor het college dan wel de gemandateerde ambtenaar een ontheffing kan verlenen. Hoofdregel is dat er bij het beoordelen van de aanvraag sprake moet zijn van redelijke belangen. Aan de aangewezen doelgroepen kan een ontheffing worden verleend wanneer blijkt dat de aanvrager een objectief bepaalbaar belang heeft om tijdens de duur van de gesloten verklaring gebruik te maken van voor motorvoertuigen gesloten verklaarde wegen en van fietspaden.
Bewoners die, om gebruik te kunnen maken van het hoofdwegennet, gebruik moeten maken van voor motorvoertuigen gesloten verklaarde wegen en van fietspaden kunnen een ontheffing krijgen indien zij aantoonbaar geen alternatieven hebben.
Perceeleigenaren, pachters, huurders en gebruikers van percelen die, om gebruik te kunnen maken van de percelen, gebruik moeten maken van voor motorvoertuigen gesloten verklaarde wegen en van fietspaden kunnen een ontheffing krijgen indien zij aantoonbaar geen alternatieven hebben. In principe kunnen slechts twee ontheffingen per perceeleigenaar, pachter, huurder en gebruiker worden verleend tenzij aantoonbaar blijkt dat er voor perceeleigenaar, pachter, huurder en gebruiker hierdoor een onwerkbare situatie ontstaat of dat hierdoor de uitvoering van activiteiten op of langs de gesloten verklaarde wegen en fietspaden en de daar gelegen percelen niet meer mogelijk is. Onder deze doelgroep vallen bijvoorbeeld ook veehoudende hobbyboeren, volkstuinders en huurders van jacht- en/of visrechten.
(Overheids)organisaties en overige personen die, voor het uitvoeren van een bepaalde werkzaamheid, gebruik moeten maken van voor motorvoertuigen gesloten verklaarde wegen en van fietspaden kunnen een ontheffing krijgen, mits die aantoonbaar niet zonder gebruikmaking van de ontheffing kunnen worden verricht. Bedoeld worden (Overheids)organisaties en overige personen welke handelen in opdracht van een bewoner, perceeleigenaar, pachter of gebruiker of welke handelen namens een overheidsorganisatie ten behoeve van beheer en/of onderhoud, grond of locatie gebonden activiteiten, een wettelijke taak of natuur- en landschapsbeheer.
De strekking van dit artikel is dat een ontheffing kan worden verleend voor werkzaamheden ten behoeve van natuur- en landschapsbeheer, aan de openbare ruimte of watergangen en dergelijke. Hierbij moet worden gedacht aan een bouw-, installatie- of reparatiebedrijf, een loonwerker of daarmee aanverwant bedrijf, natuurorganisaties, zoals Vogelbescherming en natuur- en vogelwerkgroepen.
(Overheids)organisaties en overige personen kunnen een ontheffing aanvragen voor maximaal twee motorvoertuigen tenzij kan worden aangetoond dat een instelling of onderneming als bedoeld in het eerste lid meerdere medewerkers heeft die op verschillende momenten verschillende locaties dienen te bereiken
Een ontheffing kan alleen worden verleend als aan alle voorwaarden die in de categorie waarvoor een ontheffing is aangevraagd, is voldaan. Indien niet aan alle voorwaarden is voldaan, zal de aanvraag door het college dan wel de gemandateerde ambtenaar worden afgewezen.
Aan de behandeling van de aanvraag dan wel de verlenging van de ontheffing zijn legeskosten verbonden. Indien de aanvraag wordt afgewezen zullen de legeskosten niet worden gerestitueerd.
Door het college dan wel de gemandateerde ambtenaar kunnen voorschriften worden gesteld ten aanzien van het gebruik van de ontheffing. De ontheffinghouder dient deze voorschriften op te volgen.
Een verleende ontheffing wordt gekoppeld aan het kenteken van een voertuig. De eigenaar op wiens naam het motorvoertuig is geregistreerd, hoeft niet de gebruiker/houder te zijn die van de ontheffing gebruik maakt indien er sprake is van een bedrijfsvoertuig dan wel een lease- of vervangende auto die door een werknemer dan wel houder van het leasecontract wordt bestuurd.
In 4.5.8 staan vormvereisten waaraan de houder van een ontheffing dient te voldoen. In 4.5.9 is bepaald dat een ontheffing niet kan worden overgedragen. Indien de houder van een ontheffing om welke reden dan ook geen gebruik meer wenst te maken van een ontheffing, dient hij/zij het college dan wel de gemandateerde ambtenaar hiervan op de hoogte te stellen.
Een kortdurende ontheffing is een ontheffing die per keer wordt afgegeven. Aan personen, bedrijven of organisaties kan een kortdurende ontheffing worden verleend ten behoeve van bijvoorbeeld uitzetten van schaatstochten, evenementen, vogeltellingen etc. in het gebied. De aanvrager dient aan te tonen en/of aannemelijk te maken waarom voor deze activiteiten (mede) van voor motorvoertuigen gesloten verklaarde wegen en van fietspaden gebruik moet worden gemaakt met een motorvoertuig. Aan de kortdurendeontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden. De duur van de kortdurendee ontheffing zal per ontheffing worden beoordeeld door het betrokken bestuursorgaan.
Een ontheffing wordt gesteld op het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de ontheffing is verleend. Behoudens een enkel geval als genoemd in deze beleidsregel wordt op een ontheffing slechts 1 kenteken vermeld. Het uitzonderingsgeval kan betrekking hebben op bijvoorbeeld een combinatie van meerdere personen (meer dan 2) welke voor eenzelfde activiteit op hetzelfde tijdstip gebruik willen maken van dezelfde gesloten verklaarde weg of fietspad. Om te voorkomen dat dan met meerder voertuigen gelijktijdig gebruik wordt gemaakt van de betreffende weg of fietspad kunnen in dat geval maximaal twee ontheffingen met meerdere kentekens worden verleend.
Een ontheffing kan worden verleend voor de periode van maximaal 5 kalenderjaren. Aan een ontheffing voor bepaalde tijd evenals aan een kortdurende ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden.
Een ontheffing voor bepaalde tijd (5 jaar) wordt niet automatisch verlengd maar vervalt na een periode van 5 jaar. De houder van een ontheffing dient zelf bij een voortschrijdend aantoonbaar belang tijdig een nieuwe aanvraag in te dienen bij het college. Indien blijkt dat de houder niet meer voldoet aan de eisen voor het verkrijgen van een ontheffing kan het college overgaan tot weigering van de gevraagde ontheffing.
Een tijdelijke ontheffing vervalt na een of meer dagen na ingang van de ontheffing. De werking van de ontheffing kan niet worden verlengd.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Ingevolge artikel 4:84 Awb moet een bestuursorgaan overeenkomstig haar beleidsregel handelen. De hoofdregel bij een aanvraag is dat er sprake moet zijn van een redelijke belangenafweging door het betrokken bestuursorgaan. Dat wil zeggen dat zij de beleidsregel in acht moet nemen. Alleen in bijzondere gevallen mag van de inhoud van beleidsregel worden afgeweken wanneer de eveneens in artikel 4: 84 Awb neergelegde eis van een evenwichtige belangenafweging dat met zich meebrengt.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Indien een houder van een al verleende ontheffing die op grond van deze nieuwe beleidsregel niet verleend zou kunnen worden, is het overgangsrecht op de ontheffinghouder van toepassing.
Bij indiening van een nieuwe aanvraag om een ontheffing, neemt het college conform artikel 12 van de beleidsregel een besluit op de aanvraag. Bij een positief besluit op de aanvraag krijgt een aanvrager, een nieuwe ontheffing.
Bijlage 1: Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
het college: het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard.
bewoners: personen die ingeschreven staan in de GBA (gemeentelijke basisadministratie) op een adres aan een voor motorvoertuigen gesloten verklaarde weg of een fietspad.
gebruiker lease en huurauto: lease en huurauto’s staan op naam van een onderneming. De persoon die hierin rijdt is niet de eigenaar van de auto. De desbetreffende persoon dient bij het gebruik van de auto te beschikken over een schriftelijk bewijs waaruit blijkt dat deze persoon de rechtmatige gebruiker is van de lease of huurauto.
houder van motorvoertuig: degene die het voertuig op grond van een overeenkomst van huurkoop onder zich heeft, in vruchtgebruik heeft, of anderszins, anders dan als eigenaar of bezitter, tot duurzaam gebruik onder zich heeft.
houder van de ontheffing: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend.
kentekenbewijs, kentekencard: document of kaart waarop het kenteken staat aangetekend van het motorvoertuig waarvoor ontheffing wordt gevraagd.
motorvoertuig: alle gemotoriseerde voertuigen, met uitzondering van gehandicaptenvoertuigen.
ontheffing: de schriftelijke verklaring dat een verbod als bedoeld in artikel 87 van het RVV 1990 op basis van aan deze schriftelijke verklaring verbonden voorwaarden niet geldt voor de houder van die schriftelijke verklaring die is gekoppeld aan het kenteken van een motorvoertuig.
kenteken: kenteken als bedoeld in artikel 36 of 37, derde lid van de Wegenverkeerswet 1994.
kortdurende ontheffing: een ontheffing die wordt verleend wanneer de bestuurder van een motorvoertuig voor tijdelijke activiteiten een verbod als bedoeld in artikel 10 of artikel 62 RVV 1990 moet overtreden.
langdurende ontheffing: een ontheffing die wordt verleend wanneer regelmatig of langdurig een verbod als bedoeld in artikel 10 of artikel 62 RVV 1990 moet worden overtreden zonder dat de bestuurder van een motorvoertuig daarvoor een alternatief heeft.
legeskosten: de kosten die verbonden zijn aan het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing, De kosten zijn vermeld in de “bijlage behorende bij de Legesverordening” (tarieventabel).
RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459.