Organisatie | Oirschot |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels eenmalige energietoeslag Kempengemeenten 2022 |
Citeertitel | Beleidsregels eenmalige energietoeslag Kempengemeenten 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-07-2022 | artikel 2, 4, 6, toelichting | 05-07-2022 | |||
23-04-2022 | 19-07-2022 | nieuwe regeling | 12-04-2022 |
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.
Aldus besloten in de vergadering van het college van Oirschot op 12 april 2022
burgemeester en wethouders van Oirschot,
De secretaris,
Saskia Willems-van Ulden
De burgemeester,
Judith Keijzers-Verschelling
De beleidsregel eenmalige energietoeslag 2022 staat niet op zich zelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 5 in.
In artikel 2 wordt de doelgroep nader omschreven. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip ‘inkomen’ en ‘referteperiode’ is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt in de Beleidsregels bijzondere bijstand. Daar voorziet artikel 1 in.
Voor de bepaling van het inkomen is aansluiting gezocht bij de bepalingen die gelden voor de algemene bijstand (artikelen 31 tot en met 33 Participatiewet). Dit houdt onder meer in dat de vrijlatingen van artikel 31 lid 2 van toepassing zijn en dat voor pensioengerechtigden de vrijlating voor (een deel van) de periodieke particuliere oudedagsvoorziening van toepassing is (artikel 33 lid 5).
Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die algemene bijstand ontvangen of een uitkering IOAW of IOAZ. Daar kan de gemeente andere groepen aan toe voegen, bijvoorbeeld personen die periodiek bijzondere bijstand ontvangen of een bijdrage op grond van gemeentelijke minimaregeling. Of dat mogelijk is zal afhangen van de vraag of de aanwezige gegevens voldoende zijn om vast te stellen dat zij op voorhand ook zullen voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2 en andere voorwaarden uit de Participatiewet.
Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. De gemeente kan overwegen om in dergelijke situaties een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing uit te voeren (zie artikel 5) en hier zo nodig ook beleidsuitgangspunten voor te formuleren. De hardheidsclausule van artikel 16 van de Participatiewet voorziet hier niet in.