2.3 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project bedraagt: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten (met bouwkosten wordt bedoeld bouwkosten als omschreven en berekend volgens onderdeel 2.1.1.2 van deze verordening) | | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 200.000,00 bedragen: vermeerderd met: 2,59% van de bouwkosten met een minimum van € 160,00; | € | 0,00 |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten € 200.000,00 tot € 500.000,00 bedragen: vermeerderd met: 2,54% van de bouwkosten minus € 200.000,00; | € | 5.180,00 |
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten € 500.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen: vermeerderd met: 2,43% van de bouwkosten minus € 500.000,00; | € | 12.800,00 |
2.3.1.1.4 | indien de bouwkosten € 1.000.000,00 tot € 2.000.000,00 bedragen: vermeerderd met: 1,87% van de bouwkosten minus € 1.000.000,00; | € | 24.950,00 |
2.3.1.1.5 | indien de bouwkosten € 2.000.000,00 tot € 5.000.000,00 bedragen: vermeerderd met: 1,77% van de bouwkosten minus € 2.000.000,00; | € | 43.650,00 |
2.3.1.1.6 | indien de bouwkosten € 5.000.000,00 of meer bedragen: vermeerderd met: 1,69% van de bouwkosten minus € 5.000.000,00 met een maximum van: | € € | 96.750,00 425.200,00 |
2.3.1.2 | n.v.t. | | |
2.3.1.3 | Verplicht advies agrarische commissie | | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: Dit bedrag wordt verhoogd met een tarief per bedrijfsbezoek van: | € € | 968,00 78,65 |
2.3.1.4 | Achteraf ingediende aanvraag | | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: 10% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximum van € 1.000,00. | | |
2.3.1.5 | n.v.t. | | |
2.3.1.6 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor de bouw van tijdelijke bouwwerken waarbij het hanteren van een gangbare bouwsom niet mogelijk is, zoals bij het plaatsen van prefab-units, tenten of iets dergelijks, bedraagt per 10 m² vloeroppervlakte (afgerond op een veelvoud van 10 m²): met dien verstande dat minimaal betaald moet worden: | € € | 79,40 170,70 |
2.3.1.7 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een gedoogbeschikking ten aanzien (van het bouwen) van een bouwwerk, dat zonder de vereiste omgevingsvergunning is opgericht en waarvoor niet alsnog een omgevingsvergunning kan worden verkregen, worden leges geheven volgens het tarief als vermeld in onderdeel 2.3.1.1, te verhogen met een toeslag van 10% | | |
2.3.1.8 | Zonnepanelen | | |
| In afwijking van het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 worden voor een aanvraag voor het plaatsen van zonnepanelen geen leges geheven. Indien zonnepanelen onderdeel uitmaken van een aanvraag om een omgevingsvergunning bestaande uit meer onderdelen dan uitsluitend die zonnepanelen, dan zullen voor de vaststelling van het legesbedrag de bouwkosten van de zonnepanelen buiten beschouwing worden gelaten. | | |
2.3.1.9 | Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) | | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het extra tarief, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning op grond van de Verordening ruimte 2014 of het ter plaatse geldende bestemmingsplan getoetst moet worden aan de Toetsing zorgvuldige veehouderij en/of de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij | € | 1.705,10 |
2.3.1.10 | Terrasschermen en/of parasols op een terras bij een horeca-inrichting | | |
| In afwijking van het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor een aanvraag voor het plaatsen van terrasschermen en/of parasols op een terras bij een horeca inrichting | € | 172,35 |
2.3.1.11 | Besluit vergunningvrij | | |
| Indien voor een, op basis van artikel 2.1, lid 3 van de Wabo, vergunningvrije activiteit op verzoek van de aanvrager een "besluit vergunningvrij" wordt afgegeven: | € | 108,30 |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € | 121,10 |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking), met uitzondering van de 10% afwijkingsbevoegdheid, voor het in behandeling nemen: | € | 235,55 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) voor het in behandeling nemen: | € | 235,55 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) verhoogd met een basisbedrag van: | € | 7.642,50 |
| dit bedrag wordt vermeerderd met de som van in de onderdelen 2.3.3.3.a t/m 2.3.3.3.c aangegeven bedragen. | | |
2.3.3.3.a | Oppervlakte bouwperceel Het basisbedrag wordt verhoogd met de oppervlakte van het bouwperceel waarop de aanvraag betrekking heeft | | |
| tot 500 m²: | € | 0,00 |
| van 500 m² tot 2.500 m² : | € | 2.547,50 |
| van 2.500 m² tot 5.000 m²: | € | 6.114,00 |
| van 5.000 m² tot 10.000 m²: | € | 12.228,00 |
| van 10.000 m² tot 15.000 m²: | € | 17.832,50 |
| van 15.000 m² tot 20.000 m²: | € | 22.927,50 |
| van 20.000 m² tot 30.000 m²: | € | 30.570,00 |
| van 30.000 m² tot 40.000 m²: | € | 40.760,00 |
| van 40.000 m² tot 60.000 m²: | € | 50.950,00 |
| 60.000 m² of meer: | € | 61.140,00 |
| Deze regel geldt niet bij een aanvraag die betrekking heeft op 1 woning. | | |
2.3.3.3.b | Gestapelde bouw Indien de aanvraag betrekking heeft op gestapelde woning- of utiliteitsbouw met een bouwhoogte van meer dan 10 meter, wordt het basisbedrag verhoogd met: | | |
| bouwhoogte van 10 tot 15 meter: | € | 13.247,00 |
| bouwhoogte van 15 tot 25 meter: | € | 30.570,00 |
| bouwhoogte meer dan 25 meter: | € | 50.950,00 |
2.3.3.3.c | Indien de ruimtelijke onderbouwing (in afwijking van de indieningsvereisten uit de Ministeriële regeling omgevingsrecht) door de gemeente wordt opgesteld geldt een toeslag van: | € | 2.802,25 |
2.3.3.3.d | vervallen | | |
2.3.3.3.e | Milieu effect rapportage Indien het voor het vaststellen van de buitenplanse afwijking noodzakelijk is om een milieu effect rapportage procedure te doorlopen, wordt de som van het bedrag van de onderdelen 2.3.3.3 en 2.3.3.3.a t/m 2.3.3.3.c vermeerderd met 10%, met een minimum van: | € | 5.499,15 |
2.3.3.3.f | Hogere waarden Indien het voor het vaststellen van de buitenplanse afwijking noodzakelijk is om een procedure tot vaststelling van hogere waarden Wet geluidhinder te doorlopen, wordt hiervoor in rekening gebracht: | € | 1.108,65 |
2.3.3.3.g | Onderdelen 2.3.3.3 t/m 2.3.3.3.f blijven buiten toepassing indien de kosten bedoeld in artikel 6.2.4 onderdeel h, Besluit ruimtelijke ordening zijn opgenomen in een door de aanvrager gesloten exploitatieovereenkomst of bij een vastgesteld exploitatieplan. | | |
2.3.3.4 | afwijking exploitatieplan- n.v.t. | | |
2.3.3.5 | Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.3.6 | Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.4.1 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking), voor het in behandeling nemen: | € | 235,55 |
2.3.4.2 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking), voor het in behandeling nemen: | € | 235,55 |
2.3.4.3 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) een basisbedrag van: Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van in de onderdelen 2.3.4.3.a t/m 2.3.4.3.c aangegeven bedragen. | € | 7.642,50 |
2.3.4.3.a | Oppervlakte bouwperceel Het basisbedrag wordt verhoogd met de oppervlakte van het bouwperceel waarop de aanvraag betrekking heeft | | |
| tot 500 m²: | € | 0,00 |
| van 500 m² tot 2.500 m² : | € | 2.547,50 |
| van 2.500 m² tot 5.000 m²: | € | 6.114,00 |
| van 5.000 m² tot 10.000 m²: | € | 12.228,00 |
| van 10.000 m² tot 15.000 m²: | € | 17.832,50 |
| van 15.000 m² tot 20.000 m²: | € | 22.927,50 |
| van 20.000 m² tot 30.000 m²: | € | 30.570,00 |
| van 30.000 m² tot 40.000 m²: | € | 40.760,00 |
| van 40.000 m² tot 60.000 m²: | € | 50.950,00 |
| 60.000 m² of meer: | € | 61.140,00 |
| Deze regel geldt niet bij een aanvraag die betrekking heeft op 1 woning. | | |
2.3.4.3.b | Gestapelde bouw Indien de aanvraag betrekking heeft op gestapelde woning- of utiliteitsbouw met een bouwhoogte van meer dan 10 meter, wordt het basisbedrag verhoogd met: | | |
| bouwhoogte van 10 tot 15 meter: | € | 13.247,00 |
| bouwhoogte van 15 tot 25 meter: | € | 30.570,00 |
| bouwhoogte meer dan 25 meter: | € | 50.950,00 |
2.3.4.3.c | Indien de ruimtelijke onderbouwing (in afwijking van de indieningsvereisten uit de Ministeriële regeling omgevingsrecht) door de gemeente wordt opgesteld geldt een toeslag van: | € | 2.802,25 |
2.3.4.3.d | vervallen | | |
2.3.4.3.e | Milieu effect rapportage Indien het voor het vaststellen van de buitenplanse afwijking noodzakelijk is om een milieu effect rapportage procedure te doorlopen, wordt de som van het bedrag van de onderdelen 2.3.4.3 en 2.3.4.3.a t/m 2.3.4.3.c vermeerderd met 10%, met een minimum van: | € | 5.499,15 |
2.3.4.3.f | Hogere waarden Indien het voor het vaststellen van de buitenplanse afwijking noodzakelijk is om een procedure tot vaststelling van hogere waarden Wet geluidhinder te doorlopen, wordt hiervoor in rekening gebracht: | € | 1.108,65 |
2.3.4.3.g | Onderdelen 2.3.4.3 t/m 2.3.4.3.f blijven buiten toepassing indien de kosten bedoeld in artikel 6.2.4 sub h Besluit ruimtelijke ordening zijn opgenomen in een door de aanvrager gesloten exploitatieovereenkomst of bij een vastgesteld exploitatieplan. | | |
2.3.4.4 | n.v.t. | | |
2.3.4.5 | Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.4.6 | Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | | |
2.3.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.5.1.a | voor een gebruiksoppervlak tot en met 200 m²: | € | 571,10 |
2.3.5.1.b | voor een gebruiksoppervlak van 201 m² tot en met 1.000 m²: vermeerderd met een bedrag van: voor elke 100 m² gebruiksoppervlak of gedeelte daarvan boven de 200 m². | € € | 571,10 119,15 |
2.3.5.1.c | voor een gebruiksoppervlak van 1.001 m² tot en met 5.000 m²: vermeerderd met een bedrag van: voor elke 100 m² gebruiksoppervlak of gedeelte daarvan boven de 1.000 m². | € € | 1.524,30 50,60 |
2.3.5.1.d | voor een gebruiksoppervlak groter dan 5.000 m²: vermeerderd met een bedrag van: voor elke 100 m² gebruiksoppervlak of gedeelte daarvan boven de 5000 m². | € € | 3.548,30 21,90 |
2.3.5.2 | Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, voor een bouwwerk dat gedeeltelijk wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, wordt de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal de gebruiksoppervlak van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot. | | |
2.3.5.3 | Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, voor een veranderd gebruik, zonder dat er sprake is van verbouwing of anderszins, wordt de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal de gebruiksoppervlakte van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot. | | |
2.3.5.4 | Voor zover een vergunning, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, aanpassing behoeft na een verandering waarvoor overeenkomstig artikel 2.1, lid 1, sub a, van de Wabo een omgevingsvergunning is vereist, dan wel sprake is van een omgevingsvergunningvrije bouwactiviteit, op aanvraag van een vergunninghouder, is het gestelde in onderdeel 2.3.5.1 eveneens van toepassing. | | |
2.3.5.5 | Indien een aanvraag voor een vergunning, overeenkomstig artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, op grond van het gestelde in paragraaf 2.3 van de Wabo (de beoordeling van de aanvraag) niet verder in behandeling wordt genomen zal 10% van de leges als bedoeld in onderdeel 2.3.5.1 in rekening worden gebracht met een minimum van: en een maximum van: | € € | 160,00 1453,30 |
2.3.5.6 | Voor een hernieuwde aanvraag van een vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, voor een bouwwerk waarvan de vergunning op grond van het bepaalde in paragraaf 2.6 van de Wabo (wijziging en intrekking van de omgevingsvergunning) is ingetrokken, wordt de leges berekend overeenkomstig het bepaalde in onderdeel 2.3.5.1 | | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Tilburg aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Tilburg een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument, indien de bouwkosten: | | |
| minder bedragen dan € 10.000,00: | € | 131,35 |
| liggen tussen € 10.000,00 en € 50.000,00: vermeerderd met 0,635% over elk bedrag boven € 10.000,00; | € | 131,35 |
| liggen tussen € 50.000,00 en € 100.000,00: vermeerderd met 0,52% over elk bedrag boven € 50.000,00; | € | 385,35 |
| liggen tussen € 100.000,00 en € 500.000,00: vermeerderd met 0,39% over elk bedrag boven € 100.000,00; | € | 645,35 |
| liggen tussen € 500.000,00 en € 1.000.000,00: vermeerderd met 0,25% over elk bedrag boven € 500.000,00; | € | 2.205,35 |
| meer bedragen dan € 1.000.000,00: | € | 3.455,35 |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht, indien de bouwkosten: | | |
| minder bedragen dan € 10.000,00: | € | 131,35 |
| liggen tussen € 10.000,00 en € 50.000,00: vermeerderd met 0,635% over elk bedrag boven € 10.000,00; | € | 131,35 |
| liggen tussen € 50.000,00 en € 100.000,00: vermeerderd met 0,52% over elk bedrag boven € 50.000,00; | € | 385,35 |
| liggen tussen € 100.000,00 en € 500.000,00: vermeerderd met 0,39% over elk bedrag boven € 100.000,00; | € | 645,35 |
| liggen tussen € 500.000,00 en € 1.000.000,00: vermeerderd met 0,25% over elk bedrag boven € 500.000,00; | € | 2.205,35 |
| meer bedragen dan € 1.000.000,00: | € | 3.455,35 |
2.3.6.1.3 | voor het (gedeeltelijk) slopen van een monument, gebaseerd op de hoeveelheid sloopafval: | | |
| t/m 25 m³: | € | 276,20 |
| 26 m³ t/m 50 m³: | € | 517,85 |
| 51 m³ t/m 100 m³: | € | 1.001,20 |
| 101 m³ t/m 500 m³: | € | 1.933,30 |
| meer dan 500 m³: | € | 3.797,55 |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Tilburg aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Tilburg een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, gebaseerd op de hoeveelheid sloopafval: | | |
| t/m 25 m³: | € | 276,20 |
| 26 m³ t/m 50m³: | € | 517,85 |
| 51 m³ t/m 100 m³: | € | 1.001,20 |
| 101 m³ t/m 500 m³: | € | 1.933,30 |
| meer dan 500 m³: | € | 3.797,55 |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.7.1 | In gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, voor het geheel of gedeeltelijk slopen van één of meer bouwwerk(en), waarbij een hoeveelheid sloopafval vrijkomt: | | |
| t/m 25 m³: | € | 276,20 |
| van 26 m³ t/m 50 m³: | € | 517,85 |
| van 51 m³ t/m 100 m³: | € | 1.001,20 |
| van 101 m³ t/m 500 m³: | € | 1.933,30 |
| van meer dan 500 m³: | € | 3.797,55 |
2.3.7.2 | In gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, voor het geheel of gedeeltelijk slopen van één of meer bouwwerk(en), waarbij een sloopveiligheidsplan moet worden ingediend, wordt het in onderdeel 2.3.7.1 vermelde bedrag verhoogd met | € | 69,05 |
2.3.7.3 | In gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, voor het geheel of gedeeltelijk slopen van één of meer bouwwerk(en), waarbij een asbestinventarisatierapport moet worden ingediend, wordt het in onderdeel 2.3.7.1 vermelde bedrag verhoogd met | € | 276,20 |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg, of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een (rechts)persoon, niet zijnde een openbaar nutsbedrijf, voor een vergunning voor wat betreft het aanbrengen van ondergrondse voorzieningen, zoals kabels, leidingen en tankinstallaties, in openbare grond, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € | 640,25 |
2.3.9 | Uitweg/inrit Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € | 669,70 |
2.3.10 | Vellen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de "Bomenverordening Tilburg 2021" een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.10.1 | indien de aanvraag betrekking heeft op één boom: | € | 102,50 |
2.3.10.2 | het bedrag in onderdeel 2.3.10.1 wordt verhoogd met: er extra boom, tot een maximum van: | € € | 51,20 1.024,35 |
2.3.10.a | Handelsreclame Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h en i, van de Wabo in samenhang met artikel 114a van de Algemene plaatselijke verordening en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief | € | 142,90 |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken n.v.t. | | |
2.3.12 | Natura 2000-activiteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € | 935,85 |
2.3.13 | flora- en fauna-activiteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € | 549,25 |
2.3.14 | Andere activiteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € | 982,20 |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € | 982,20 |
2.3.14.2.1 | n.v.t. | | |
2.3.14.2.2 | Indien het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.15 | n.v.t. | | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport | | |
| Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | | |
2.3.16.1 | n.v.t. | | |
2.3.16.2 | Voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen hiervan: | | |
2.3.16.2.1 | n.v.t. | | |
2.3.16.2.2 | het beoordelen, namens het bevoegd gezag, van Programma’s van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie 4.1 | € | 999,25 |
2.3.16.2.3 | de beoordeling, namens het bevoegde gezag, van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek | € | 262,95 |
2.3.16.2.4 | de beoordeling, namens het bevoegde gezag, van rapporten die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, ex art. 39 lid 2 MW, ex art. 40 lid 1, ex art. 41, lid 1 en lid 2 van de Monumentenwet, bedragen; - voor bureauonderzoek (eventueel inclusief verkennend booronderzoek) - voor Inventariserend proefsleuvenonderzoek inclusief opstellen selectiebesluit - voor karterend of waarderend booronderzoek - voor bureauonderzoek inclusief karterend vooronderzoek - voor opgraving en archeologische begeleiding - voor evaluatierapporten | € € € € € € | 518,65 788,90 575,00 788,90 1.314,85 518,65 |
2.3.17 | Advies | | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.17.3 | Beoordeling Aerius Berekening Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag, namens het bevoegde gezag, een AERIUS-berekening inzake toets Wet natuurbescherming onderdeel gebiedsbescherming wordt beoordeeld: | € | 337,05 |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € | 669,70 |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.18.2 | Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |