Organisatie | Emmen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Eénmalige energietoeslag gemeente Emmen 2022 |
Citeertitel | Beleidsregels Eénmalige energietoeslag gemeente Emmen 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 1 januari 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-04-2022 | 30-03-2022 | nieuwe regeling | 12-04-2022 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen
besluit vast te stellen de beleidsregels Eénmalige energietoeslag gemeente Emmen 2022.
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.
Aldus vastgesteld op 12 april 2022.
Het college van burgemeester en wethouders,
De gemeentesecretaris
M. Plantinga-Leenders
De burgermeester
H.F. van Oosterhout
De beleidsregel Eénmalige energietoeslag gemeente Emmen 2022 staat niet op zichzelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 5 in.
In artikel 2 wordt de doelgroep nader omschreven. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip ‘inkomen’ is aansluiting gezocht bij de wet. Daar voorziet artikel 1 in.
Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die:
In artikel 2 lid 4 van deze beleidsregel wordt invulling gegeven wanneer een kostendeler recht heeft op de éénmalige energietoeslag. De kostendeler die een energiecontract op naam heeft staan, komt het recht op de toeslag toe, mits er aan de overige voorwaarden worden voldaan. Indien er een medebewoner reeds de toeslag toegekend heeft gekregen, dan bestaat er op grond van artikel 2 lid 6 geen recht op de toeslag.
In artikel 2 lid 5 onder b en c benoemt een doelgroep die niet tot het huishouden behoort. Dit vereenvoudigt het proces om de generieke regeling te beoordelen. Echter, conform de landelijke richtlijnen van het ministerie kunnen zij gelet op hun individuele situatie wél in aanmerking komen voor de energietoeslag. Indien onder b en c genoemde doelgroep zelfstandig wonen en geconfronteerd worden met de kosten voor energie, kunnen zij op grond van artikel 5 van de beleidsregel in aanmerking komen voor de energietoeslag.
Artikel 3 lid 2 onder c vermeldt een schuldhulptraject. Onder schuldhulptraject wordt verstaan belanghebbenden die door een WNSP of MSNP traject een besteedbaar inkomen hebben lager dan 120%.
ECLI:NL:CRVB:2021:110 en ECLI:NL:CRVB:2021:242).
Artikel 4 vermeldt de wijze van aanvraag.
Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. De gemeente kan overwegen om in dergelijke situaties een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing uit te voeren (zie artikel 5). De hardheidsclausule artikel 16 van de Participatiewet voorziet hier niet in.