Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rheden

Nota lokale bewegwijzering Goed op weg in de gemeente Rheden!

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRheden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota lokale bewegwijzering Goed op weg in de gemeente Rheden!
CiteertitelNota lokale bewegwijzering Goed op weg in de gemeente Rheden!
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpgeen
Externe bijlageStromentabel

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-04-2022Nieuwe regeling

11-03-2002

op 17 maart 2010 in de Rhedenaar

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota lokale bewegwijzering Goed op weg in de gemeente Rheden!

Het college van burgemeester en wethouders;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 maart 2002;

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende:

dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen over lokale bewegwijzering in de gemeente Rheden;

dat op basis van de geldende Inspraakverordening gemeente Rheden deze beleidsregels in concept voor een ieder ter inzage hebben gelegen;

dat de inspraakreacties en de gemeentelijke beantwoording daarop zijn verwoord in het Eindverslag als bedoeld in de geldende Inspraakverordening gemeente Rheden, waaruit volgt of de spraakreacties inhoudelijk aanleiding hebben gegeven tot aanpassing van deze beleidsregels;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de beleidsregels Nota lokale bewegwijzering Goed op weg in de gemeente Rheden!

Titel 1 Inleiding

Artikel 1.1 Aanleiding

Het lokale bewegwijzeringbeleid is voor het laatst geactualiseerd in 1996 en vraagt om herziening. Deze herziening is noodzakelijk, omdat er nieuwe richtlijnen voor bewegwijzering zijn opgesteld door het CROW1.

1 CROW is het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte.

Daarnaast spelen tegenwoordig moderne communicatiemiddelen een grote rol in het bereiken van een bestemming. Men kan via het internet informatie over de bestemming en route opzoeken en gebruik maken van een navigatiesysteem.

Tevens is de afgelopen jaren de vraag gekomen naar een verbetering van de toeristische bewegwijzering. Deze vraag komt zowel vanuit het beleidsveld toerisme & recreatie als de vertegenwoordigers uit het toeristische bedrijfsleven. Verschillende objecten worden niet bewegwijzerd, borden zijn verkeerd geplaatst of scheppen onduidelijkheid over de te volgen richting. Naar aanleiding hiervan hebben de raad en het college toezegging gedaan de bewegwijzering te verbeteren en hebben dit bekrachtigd in het uitvoeringsprogramma van het Toeristisch Recreatieve Ontwikkelingsplan (TROP) in februari 2009.

Eveneens kan de gemeente aansluiten bij nieuwe initiatieven op het gebied van bewegwijzering. Het Regionaal Bureau voor Toerisme KAN (RBT KAN) heeft zich als doel gesteld de toeristische objectverwijzing in de stadsregio uniform te maken.

Onder het bewegwijzeringsysteem valt niet alleen de toeristische bewegwijzering, maar ook de utilitaire bewegwijzering (bijvoorbeeld het politiebureau). Vanuit het cluster verkeer is het verzoek gekomen om behalve de toeristische verwijsborden ook de utilitaire bewegwijzering mee te nemen in het beleid, zodat het verouderde systeem in één keer vervangen kan worden.

Artikel 1.2 Wat valt er onder lokale bewegwijzering?

Onder de lokale bewegwijzering vallen objectverwijzing, toeristische informatieborden en dorpsplattegronden.

Objectverwijzing is de verwijzing naar objecten en bestemmingen op lokaal niveau. Het gaat om utilitaire, toeristische en bedrijfsverwijzing. Onder utilitaire objectverwijzing worden objecten als politiebureau en gemeentehuis verstaan. Toeristische objectverwijzingen zijn bijvoorbeeld attracties en hotels. Bedrijfsbewegwijzering is enkel de verwijzing naar bedrijventerreinen en winkelcentra, die niet in ANWB-verwijzingen zijn opgenomen.

Toeristische informatieborden zijn borden met:

  • een overzichtskaart van het gebied van de gemeente Rheden;

  • een kleinere kaart van de (dichtstbijzijnde) kern met symbolen voor bijvoorbeeld eetgelegenheden en bezienswaardigheden;

  • informatie over de desbetreffende kern over de historie/bezienswaardigheden.

De informatieborden worden op strategische plekken geplaatst, bijvoorbeeld in het centrum van de kernen, bij grote parkeerplaatsen, stations en de VVV’s. Dit zijn plekken waar veel bezoekers komen.

Dorpsplattegrondkasten

De dorpsplattegrondkasten (bij bebouwde komborden) maken geen deel uit van deze beleidsnota. Zij zijn in eerste instantie bedoeld om de straten in een kern overzichtelijk weer te geven voor doelgerichte bezoekers. De dorpsplattegrondkasten worden geëxploiteerd door een particulier bedrijf. De inhoud van de plattegronden is voor rekening van het bedrijf evenals de inkomsten uit advertenties én de kosten van het materiaal. De kwaliteitsverbetering van de inhoud is een aandachtpunt dat door het cluster verkeer separaat wordt opgepakt.

ANWB-bewegwijzering, zoals verwijzingen naar objecten die nationaal en/of regionaal verkeer aantrekken (ziekenhuis, Posbank en bedrijventerreinen) vallen niet onder lokale bewegwijzering. Ook wandel- en fietsroutes en paddenstoelen vallen buiten deze bewegwijzering. De evenementenbewegwijzering is opgenomen in het evenementenbeleid. Hierbij gaat het om tijdelijke bewegwijzering.

Titel 2 Doelen

Artikel 2.1 Algemeen doel van bewegwijzering

Het doel van bewegwijzering is het leiden van ter plaatse onbekende, doelgerichte weggebruikers naar bepaalde bestemmingen, via een zo kort mogelijke route.

Een bewegwijzeringsysteem dat voor goede oriëntatie en geleiding zorgt, voorkomt onzeker weggedrag en verhoogt daarmee de verkeersveiligheid. Daarnaast zijn een uniforme uitvoering en een uniforme systematiek van groot belang voor de effectiviteit van de bewegwijzering.

Deze doelstelling is ongewijzigd ten opzichte van de doelstelling in het rapport van 1996.

Artikel 2.2 Doel van de nota

Deze nota dient als beleidskader voor de lokale bewegwijzering. Het is een verfijning van het beleid uit 1996. Aan de hand hiervan kunnen onder andere objecten geselecteerd worden die voor bewegwijzering in aanmerking komen. Het is een toetsingskader.

Artikel 2.3 De uiteindelijke hoofddoelen

Een uniform, begrijpelijk, consistent en leesbare bewegwijzering in de gemeente Rheden, die:

  • -

    de weggebruiker van informatie voorziet omtrent de geografische ligging van een attractie/bestemming;

  • -

    de verkeersveiligheid vergroot en ergernissen voorkomt;

  • -

    en eventueel het verkeer beïnvloedt en geleidt over de meest gewenste route via ontsluitingswegen.

Maar ook:

  • -

    het stimuleren van de lokale economie;

  • -

    de bezoekers op een doeltreffende manier informeren over de toeristische mogelijkheden die onze gemeente biedt;

  • -

    de beeldkwaliteit van gemeente vergroten.

Titel 3 Uitgewerkte randvoorwaarden op juridisch en beleidsinhoudelijk vlak

Artikel 3.1 Wat is het bestaand beleid?

De bestaande lokale bewegwijzering in de gemeente Rheden is uitsluitend bedoeld als ondersteuning voor vreemd zoekend (vracht)verkeer. Naast de lokale wegwijzers staan op de grote invalswegen van elk dorp ook dorpsplattegronden. Objecten worden in principe via bordjes bewegwijzerd vanaf een lokale hoofdweg (in Duurzaam Veilig termen: gebiedsontsluitingswegen (50 km/uur)).

Voor lokale objectwijzing komen objecten in aanmerking die relatief veel zoekend verkeer aantrekken. Dit kunnen zowel particuliere bedrijven als gemeentelijke en toeristische objecten zijn. De bedrijven betalen de bewegwijzering en het onderhoud zelf, de gemeentelijke objecten komen voor rekening van de gemeente.

Het product “lokale bewegwijzering” is tijdens een gemeentelijke bezuinigingsronde geschrapt. De uitvoering is destijds niet geschrapt, omdat lopende contracten niet als activiteit beëindigd konden worden. Nieuwe aanvragen werden tot op heden gewoon in behandeling genomen. Dit komt doordat de bebording voor rekening komt van de aanvrager. De bebording voor gemeentelijke objecten, die sinds jaar en dag door de gemeente wordt betaald, wordt zoveel mogelijk low budget uitgevoerd. Dat wil zeggen dat oud materiaal opgeknapt en bestickerd wordt. Die groep wegwijzers wordt nauwelijks onderhouden en heeft een slechte uitstraling.

Artikel 3.2 Voor wie wordt bewegwijzerd?

Het mag duidelijk zijn dat inwoners van de gemeente in de verschillende kernen hun weg vrijwel moeiteloos kunnen vinden. Nieuwe inwoners kunnen via de gemeentegids de belangrijkste diensten en instellingen vinden. Regelmatige bezoekers van onze gemeente weten de weg naar VVV’s en bezienswaardigheden. Voor deze groepen weggebruikers is bewegwijzering niet nodig. De lokale bewegwijzering is dus voor de weggebruiker die met de (vracht)auto, fiets, openbaar vervoer of wandelend onze gemeente incidenteel bezoekt. De nadruk ligt hierbij op de toeristisch en recreatieve bezoeker.

Artikel 3.3 Uitgangspunten van het bewegwijzeringsysteem

De uitgangspunten zijn hoofdzakelijk gericht op de objectverwijzing. De verschillende systeemuitgangspunten (tabel 1) en selectiecriteria (hoofdstuk 4) zijn opgesteld aan de hand van:

  • CROW-richtlijnen (CROW is het kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte);

  • Handboek toeristische bewegwijzering Provincie Gelderland;

  • Verkeersveiligheidsplan Rheden;

  • Verschillende gesprekken met andere gemeenten.

Artikel 3.4 Uitgangspunten lokale bewegwijzering

Tabel 1: Uitgangspunten lokale bewegwijzering

 

UITGANGSPUNTEN SYSTEEM

UITLEG/ARGUMENTATIE

 

 

Algemeen

 

Bewegwijzering is een verkeersondersteunende maatregel en geen reclame-uiting.

 

Het verbeteren van de bewegwijzering komt voort uit behoeften op toeristisch gebied. Desondanks blijft bewegwijzering een verkeersondersteunende maatregel en wordt bij de uitvoering aan de verkeerskundige richtlijnen vastgehouden. Objectverwijzing is niet het aangewezen middel om de economische activiteiten of bekendheid van een streek of individuele ondernemer te bevorderen. Reclame is hiervoor het meest geschikt (CROW, 2008). Zie hiervoor de A.P.V. van de gemeente Rheden.

Basis voor de bewegwijzering zijn de plattegrondkasten aan de invalswegen.

De doelgroep komt over het algemeen met de auto of fiets via de provinciale wegen de gemeente binnen. Iedereen die ‘op goed geluk’ op weg is gegaan, kan zich via de plattegrondkasten informeren over de locatie waarnaar men op weg is en over de route daar naartoe.

Alle bewegwijzerde objecten dienen ook in de plattegrondkasten aangegeven te worden voor zover de ruimte het toelaat.

Dit om de bezoeker optimaal te informeren.

Het aantal verwijsborden dient te worden verminderd.

 

Tegenwoordig hebben consumenten de beschikking over moderne communicatiemiddelen en mediavoorzieningen. Hiermee kunnen bezoekers van bijvoorbeeld een attractie thuis al bepalen welke route ze moeten kiezen. Kaarten, plattegrondkasten en GP(R)S systemen zijn prima middelen om op de plaats van bestemming te komen. Daarnaast zorgt een grote hoeveelheid aan bordjes voor onoverzichtelijke situaties in het verkeer en doet afbreuk aan de verkeersveiligheid.

Van buiten naar binnen bewegwijzeren.

Zoals hiervoor gezegd komt de doelgroep over het algemeen via de provinciale wegen de gemeente en kernen binnen. Het is daarom van belang de objectverwijzing naar de, binnen de gemeente gelegen, objecten en terreinen te laten plaatsvinden vanaf de invalswegen.

Uit verkeerskundig oogpunt wordt verkeer zoveel mogelijk over lokale hoofdwegen geleid.

Dit is een logisch gevolg van op de uitgangspunten “Duurzaam Veilig” (VerkeersVeiligheidPlan (VVP), 2000).

Bewegwijzering naar objecten die niet aan een lokale hoofdweg liggen, geschiedt uitsluitend vanaf het punt waarop een verblijfsgebied, natuurgebied of bosgebied wordt ingereden. Er wordt dus alleen op beslispunten bewegwijzerd.

Dit is een logisch gevolg van op de uitgangspunten “Duurzaam Veilig” (VVP 2000).

Objecten worden in principe via bordjes bewegwijzerd vanaf een lokale hoofdweg (in Duurzaam Veilig termen: gebiedsontsluitingswegen (50 km/uur)).

Dit is een logisch gevolg van op de uitgangspunten “Duurzaam Veilig” (VVP 2000).

Objecten aan de lokale hoofdwegen worden in principe niet bewegwijzerd.

Van de lokale hoofdwegen maken over het algemeen de meeste bezoekers gebruik. De bezoeker heeft voldoende zicht op de objecten langs de lokale hoofdwegen.

De vormgeving van de bewegwijzering dient uniform te zijn.

Verschillende soorten en kleuren borden maken verkeersituatie onduidelijker en doen afbreuk aan de verkeersveiligheid.

De informatie dient duidelijk leesbaar te zijn.

Onduidelijke borden zorgen voor een onoverzichtelijke situatie in het verkeer en doen afbreuk aan de verkeersveiligheid.

De objectverwijzing is vooral op auto’s en fietsers gericht. Deze verwijsborden moeten op plekken staan waar ze voor beide groepen te zien zijn.

Wandelaars kunnen gebruik maken van de toeristische informatieborden.

Vanaf wegen buiten de bebouwde kom wordt, uitzondering daargelaten, niet verwezen naar objecten die binnen de bebouwde kom zijn gelegen.

Vanwege de concentratie van bestemmingen binnen de kom zou daarvoor een groot aan tal verwijzingen nodig zijn, wat zou leiden tot onoverzichtelijke situatie. (Algemene CROW-richtlijnen 222).

Om in aanmerking te komen voor objectverwijzing is inschrijving bij de Kamer van Koophandel noodzakelijk.

Het is wettelijk verplicht dat bedrijven, stichtingen en verenigingen zich inschrijven bij de Kamer van Koophandel.

 

 

Toeristisch

 

Voor toeristische objecten qua lay-out conformeren aan de landelijke CROW-richtlijnen (Publicatie 262).

Dit betekent onder andere dat voor de toeristische bewegwijzering witte letters op bruine borden worden gebruikt. Blauwe ANWB-bordjes met bijv. verwijzing naar een camping zullen worden verwijderd.

Toeristische bewegwijzering wordt pas gebruikt indien de utilitaire bewegwijzering (ANWB-bewegwijzering van woonkernen) niet toereikend is.

Volgens CROW-richtlijn nr. 262.

Utilitaire en bedrijfsbewegwijzering

 

Utilitaire en bedrijfsbewegwijzering (anders dan toeristisch) worden aangeduid in zwart letters op een wit bord.

Volgens het handboek toeristische bewegwijzering Gelderland (wijkt wel af van de CROW-richtlijn nr.262.)

 

Overig

 

De overige borden, zoals naar een camping (met aanduiding tent) of restaurant (met een vork en lepel), worden naar aanleiding van het nieuwe beleid verwijderd.

 

Titel 4 Beleidsvoornemens/activiteiten

Artikel 4.1 Criteria voor selectie objecten2

2 Deze paragraaf is grotendeels afkomstig uit het Handboek Toeristische Bewegwijzering Gelderland.

Vanwege het grote aantal lokale objecten en om een bordenwoud te voorkomen is een selectie van te bewegwijzeren objecten noodzakelijk.

Het selectiecriterium voor lokale objecten uit het rapport ‘Lokale bewegwijzering 1996’ is: ‘een object komt alleen voor lokale bewegwijzering in aanmerking, indien het veel, onbekend verkeer aantrekt, of relatief veel onbekend vrachtverkeer.’ Dit criterium is niet specifiek genoeg verwoord. Wat wordt bijvoorbeeld onder ‘relatief veel’ verstaan? Het criterium is vervangen door verschillende andere specifiekere criteria die in dit hoofdstuk beschreven staan. Deze criteria zijn ook opgenomen in een stromenschema (zie bijlage).

Artikel 4.1.1 Toerisme

Hoofdcriterium toerisme

Objecten komen alleen in aanmerking voor bruin/witte verwijzing indien deze (gedeeltelijk) toegankelijk zijn voor toeristen, recreanten of passanten.

Deelcriteria toerisme

Cultuur/dagrecreatief

Eén voor cultuur of dagrecreatie ontwikkelde accommodatie die een (omvangrijk) publiek aantrekt vanwege een bijzonder aanbod van één of meerdere voorzieningen. Hieronder vallen in het algemeen o.a. pretparken, culturele instellingen zoals musea en theaters, maar ook kerken, kloosters en monumenten.

Criteria:

  • 1.

    het object is jaarlijks gedurende een vaste periode van minimaal 6 maanden voor het publiek geopend;

  • 2.

    het object beschikt over een duidelijk waarneembaar begrensd gebied met slechts één hoofdingang;

  • 3.

    het object trekt gemiddeld minimaal 20 bezoekers per dag.

Alleen wanneer een cultureel of dagrecreatief object aan alle drie de criteria voldoet, komt het in aanmerking voor doelverwijzing. Met uitzondering van culturele of dagrecreatieve objecten die voor de regio een unieke betekenis hebben en niet aan deze criteria voldoen.

Toerisme/verblijfsrecreatie

Onder verblijfsrecreatieve objecten worden instellingen of bedrijven verstaan die, al dan niet commercieel, een recreatief vakantieverblijf aanbieden. Voorbeelden van verblijfsrecreatieve objecten zijn campings en hotels. Niet alle objecten in de tabel, zoals motels, zijn in de gemeente aanwezig. Deze criteria zijn opgesteld voor alle mogelijke objecten, ook degenen die zich eventueel in de toekomst in de gemeente kunnen gaan vestigen.

Criteria:

Soort object

Categorie 1

Categorie 2

Groepsaccommodatie

Groepsaccommodatie (voor groepen > 20 personen)

Conferentieoord

 

Jeugdherbergen

(voor groepen > 20 personen)

Kuuroord

 

Kampeerboerderijen

Vakantieoord

 

Hotel

 

Soort object

Categorie 1

Categorie 2

Groepsaccommodatie

Hotel-restaurant

 

 

Motel

 

 

Partycentrum/ zalencentrum (zaal > 100 personen)

 

Verblijfsrecreatie

Bungalowpark (voor groepen > 20 bungalows in bedrijfsmatige verhuur)

Minicamping/kamperen bij de boer (> 10 staanplaatsen in bedrijfsmatige verhuur)

 

Camping

 

 

Stacaravanterrein (> 20 stacaravans in bedrijfsmatige huur

 

Wanneer een verblijfsrecreatief object aan alle criteria voldoet, komt het in aanmerking voor doelverwijzing.

Bestemmingen uit categorie 1 komen in beginsel eerder voor verwijzing in aanmerking dan bestemmingen uit categorie 2, maar bij deze afweging spelen ook de feitelijke omstandigheden een belangrijke rol (CROW, 2008).

Horeca

Onder horecabedrijven worden die bedrijven verstaan die onder de branchecodering horeca van de Kamer van Koophandel vallen en waarvan het verstrekken van eten en drinken en eventueel plaats bieden voor overnachting de enige consumptiegerichte activiteiten zijn. Wanneer het een horecabedrijf met verblijfaccommodatie (hotel) en/of congresaccommodatie betreft, zijn de criteria gesteld aan verblijfsrecreatie-objecten van toepassing. Andere horecagelegenheden worden niet bewegwijzerd, waaronder eetgelegenheden, cafés en zalencentra.

Artikel 4.1.2 Utilitaire bewegwijzering

Sportvoorzieningen

Alleen sportparken – en sportvelden worden bewegwijzerd. Op deze parken zelf kunnen de afzonderlijke verenigingen/accommodaties buiten het gemeentelijke systeem bewegwijzerd worden. Afzonderlijke sportverenigingen die buiten de parken liggen, komen niet in aanmerking voor bewegwijzering. De doelgroep van deze verenigingen bestaat grotendeels uit inwoners uit de gemeente en trekken relatief weinig incidentele bezoekers. Voor (competitie)wedstrijden kunnen de bezoekers thuis of via de club informatie vergaren over de locatie en te rijden route.

Voor sportaccommodaties en –terreinen die door toeristen en/of recreanten gebruikt kunnen worden en commercieel uitgebaat worden (bijvoorbeeld een zwembad), zijn de criteria van toepassing die gelden voor dagrecreatieve objecten. Indien het object voornamelijk een recreatieve functie heeft, dan wordt de bewegwijzering uitgevoerd middels bruine borden. Doelverwijzing van overige sportaccommodaties wordt uitgevoerd middels zwart/witte borden

Zorginstellingen

  • 1.

    De instelling beschikt over een spoedeisende afdeling die permanent bezet is;

  • 2.

    de instelling heeft een regionaal verzorgende functie;

  • 3.

    de instelling trekt minimaal 75 bezoekers per dag;

  • 4.

    de instelling beschikt over minimaal 25 bedden.

Wanneer een zorginstelling aan minimaal één van de bovenstaande criteria voldoet, komt het in aanmerking voor doelverwijzing.

Artikel 4.1.3 Overig bedrijfsleven

Bedrijventerreinen en winkelcentra3 worden bewegwijzerd op naam via de ANWB. Op de bedrijventerreinen kunnen de afzonderlijke bedrijven op eigen initiatief bewegwijzering laten plaatsen in overleg met de gemeente. Deze bewegwijzering moet aansluiten bij het gemeentelijke beleid (kleur, tekstgrootte etc.). In winkelcentra is afzonderlijk verwijzen niet noodzakelijk wegens de kleinschaligere oppervlakte van het gebied. Bedrijven anders dan toeristische bedrijven (zoals afzonderlijke bedrijven, onderwijsinstellingen en maatschappelijke instellingen) worden niet bewegwijzerd.

3 Definitie winkelcentrum: een naar opzet van de bouw en in organisatie en presentatie afgebakende groep van voor het publiek toegankelijke vestigingen van ondernemingen die rechtstreeks goederen of diensten aan eindgebruikers plegen te leveren (bron: Nationale mededingingsautoriteit).

Overige objecten wel die in aanmerking kunnen komen voor bewegwijzering, voor zover ze niet in ANWB of andere systemen zijn opgenomen, zijn:

  • Politiebureau.

  • Begraafplaats/crematorium.

  • VVV-kantoor.

  • Veerdienst.

  • Station.

  • Fietsenstalling/verhuur.

Artikel 4.2 Afwijking in bijzondere gevallen

De gemeente is bevoegd in bijzondere gevallen, ter beoordeling van de gemeente, gemotiveerd en onder voorwaarden van het beleid in deze nota af te wijken.

Titel 5 Overgangsbepaling

Door herziening van het beleid komt het voor dat huidige objecthouders (bedrijven/organisaties die door een bord bewegwijzerd worden) niet meer in aanmerking komen voor bewegwijzering. Hiervoor is een overgangsbepaling opgesteld.

Artikel 5.1

Voor de volgende gevallen is een overgangstermijn van zes maanden van toepassing:

  • objecthouders waarmee een overeenkomst is afgesloten en die niet meer in aanmerking komen voor bewegwijzering volgens het nieuwe beleid. De overeenkomst wordt beëindigd (de formele opzegtermijn is daarbij drie maanden).

  • objecthouders die beschikken over verwijsborden, maar geen overeenkomst met de gemeente hebben en ook volgens het nieuwe beleid niet meer bewegwijzerd worden.

Dit betekent dat tijdens de overgangsperiode van zes maanden de verwijzingsborden niet worden verwijderd. De overgangstermijn gaat in na vaststelling van de beleidsnota.

Artikel 5.2

Artikel 5.1 is niet van toepassing op de verwijsborden die al in strijd waren met het voorheen geldende beleid en zonder toestemming van de gemeente zijn geplaatst.

Artikel 6 Stappenplan/tijdpad

Na de besluitvorming van het college wordt overgegaan tot communicatie met de betrokkenen. Het Regionaal Bureau voor Toerisme Knooppunt Arnhem Nijmegen (RBT KAN) coördineert het project objectverwijzing. Het tijdspad wordt in overleg met het RBT KAN gemaakt en hierop wordt de planning van het plaatsen van toeristische informatieborden afgestemd. Het streven is de objectverwijzing en toeristische informatieborden in 2010 te realiseren.

Artikel 7 Evaluatie

Eén jaar na plaatsing zal een evaluatiemoment plaatsvinden. Gekeken wordt of het bewegwijzeringsysteem functioneert zoals beoogd. Pas dan zal ook gekeken worden of er uitzonderingen op het beleid gemaakt zullen worden. Drie jaar na plaatsing zal een totale evaluatie van het bewegwijzeringsysteem en beleid plaatsvinden.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Nota lokale bewegwijzering Goed op weg in de gemeente Rheden!’.

 

Aldus vastgesteld in de openbare collegevergadering van 11 maart 2002.

De Steeg, 11 maart 2002

Het college voornoemd,

burgemeester,

secretaris.