Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alphen aan den Rijn

Uitvoeringsregels gemeentelijke uitvaarten Alphen aan den Rijn

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlphen aan den Rijn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregels gemeentelijke uitvaarten Alphen aan den Rijn
CiteertitelUitvoeringsregels gemeentelijke uitvaarten Alphen aan den Rijn
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 21 van de Wet op de lijkbezorging
  2. artikel 22 van de Wet op de lijkbezorging
  3. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-04-2022nieuwe regeling

29-09-2020

gmb-2022-178371

334765

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregels gemeentelijke uitvaarten Alphen aan den Rijn

 

Inleiding

In onderstaande notitie wordt op grond van de artikelen 21 en 22 van de Wet op de lijkbezorging juncto artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht gemeentelijk beleid over lijkbezorging van overheidswege voorgesteld. Het betreft een beleidskader met betrekking tot de overheidszorg voor overledenen in de gemeente Alphen aan den Rijn die geen nabestaanden hebben of waar de nabestaanden weigeren in de lijkbezorging te voorzien. Het gaat in onze gemeente jaarlijks gemiddeld om zes begrafenissen. De daaraan verbonden kosten komen ten laste van de post bevolkingsadministratie.

 

Voorbereidende fase

In de voorbereidende fase is nog niet bekend of de gemeente de uitvaart moet gaan verzorgen. Op grond van signalen van derden zoals politie; geneeskundige; familie, wordt een inschatting gemaakt van de situatie. Omdat een uitvaart altijd (relatieve) haast heeft, is het in sommige gevallen (zeker wanneer het lijk in de openbare ruimte ligt of bij warm weer in een woning) noodzakelijk snel op te treden. Het lichaam wordt door een uitvaartverzorger weggehaald, verzorgd en bewaard in het mortuarium. In deze fase wordt nog geen opdracht gegeven tot de uitvaart. Er is dan tijd voor naspeuring en overleg met de nabestaanden.

Als de lijkbezorging wordt belemmerd doordat het lijk zich in een woning bevindt dan kan op grond van het tweede lid van artikel 21 Wlb de woning worden binnengetreden. Dit betreft een bevoegdheid van de burgemeester c.q. een ambtenaar van politie, voorzien van een last van de burgemeester. De weigering om een lijk af te geven is op grond van artikel 81 Wlb strafbaar.

 

Volksgezondheid/veiligstelling woning

Wanneer de overledene is vervoerd naar een mortuarium is het niet altijd duidelijk wie voor de uitvaart gaat zorgen. Omdat dit onderzoek enkele dagen kan duren moet er voor de achtergelaten woning gezorgd worden. Vaak is er contact met de hulpdiensten waardoor er een beeld ontstaat over de situatie in en om de achtergelaten woning. De medewerkers van Team Veiligheid en Inspectie kunnen de woning betreden en onderzoeken of de volksgezondheid in gevaar is of kan komen. Zij zullen maatregelen nemen om te voorkomen dat er ongewenste situaties ontstaan. Zij halen indien nodig bederfelijke waar weg, zetten apparaten uit en inventariseren of er nog andere zaken geregeld moeten worden zoals onderdak voor huisdieren.

Zolang het onderzoek van de gemeente naar de zorg voor de uitvaart loopt kunnen de medewerkers Veiligheid en Inspectie in de woning op zoek gaan naar, ogenschijnlijk waardevolle goederen, bank informatie, pasjes etc.

Deze goederen mogen volgens artikel 22 Wlb gebruikt worden door de gemeente ter bekostiging van de uitvaart. Om ervoor te zorgen dat er gedurende het onderzoek geen andere personen in de woning kunnen komen worden eventueel de sloten vervangen en de sleutels in bewaring bij de gemeente gegeven. Van voorgaande acties wordt verslag uitgebracht aan de medewerker(s) van Team Burgerzaken die belast zijn met de werkzaamheden rond de gemeentelijke uitvaart. De afhandeling van de nalatenschap wordt afhankelijk van de aangetroffen nalatenschap verzorgd door het Serviceplein.

 

Onderzoeksfase en opdrachtverstrekking

In deze fase wordt gezocht naar en gesproken met nabestaanden. Dit kan familie zijn, maar ook anderen zoals vrienden, omwonenden, verenigingen, instanties etc.

Ten aanzien van overledenen doen zich dan twee situaties voor waarbij de gemeente betrokken is bij de lijkbezorging:

 

  • 1)

    Er zijn op het moment van overlijden geen nabestaanden te vinden.

    De artikelen 21 en 22 van de Wet op de lijkbezorging zijn primair bedoeld om de lijkbezorging te regelen van mensen zonder nabestaanden, waarbij niemand in actie komt.

    Wanneer in de korte periode van onderzoek geen nabestaanden worden gevonden zal de gemeente in de persoon van de burgemeester op moeten treden en opdracht moeten geven tot de uitvaart. Hiertoe zal contact worden gezocht met de uitvaartonderneming waar de gemeente Alphen aan den Rijn afspraken mee heeft op basis van tariefvergelijking.

  • 2)

    Nabestaanden weigeren in de lijkbezorging te voorzien.

    De artikelen 21 en 22 van de Wet op de lijkbezorging zijn primair bedoeld om de lijkbezorging te regelen van mensen zonder nabestaanden, waarbij niemand in actie komt en zijn niet bedoeld om financiële problemen van mensen/nabestaanden op te lossen.

    Het is wel zaak om nabestaanden in eerste instantie te manen tot het ondernemen van actie. Die actie van de nabestaanden kan bestaan uit het sluiten van een lening, het houden van een inzameling onder familie en vrienden of het aanvragen van bijzondere bijstand. De nabestaanden moeten geïnformeerd worden over het verhaalsrecht dat de gemeente heeft op de (ex) echtgenoot, ouders, kinderen, aangehuwde kinderen, schoonouders en stiefouders (art 1:392-396 BW en artikel 22 Wlb) van de overledene. Pas wanneer die bewust geen actie ondernemen dient de gemeente in de persoon van de burgemeester de opdracht te geven.

    De nabestaanden kunnen n.a.v. het gesprek met de gemeente besluiten de uitvaart zelf te verzorgen en opdracht geven aan een begrafenisondernemer. De gemeente is dan geen partij meer en zal dan ook niets meer regelen over de uitvaart en/of afhandeling van de nalatenschap.

Specifieke situaties

  • 1)

    Er zijn voldoende middelen in de nalatenschap aangetroffen.

    In het geval van overlijden waarbij geen nabestaanden zijn gevonden en er waarschijnlijk door de overledene voldoende middelen zijn achtergelaten voor de uitvoering van een uitvaart wordt deze nadat de uitvaart heeft plaatsgevonden, overgedragen aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Het RVB doet onderzoek naar de situatie van de overledene en bij voldoende nalatenschap zorgen zij voor de uitvaart en regelen alle juridische en administratieve zaken af. Omdat het verzorgen van uitvaarten en afhandelen van nalatenschappen niet een primaire taak van de gemeenten is hebben meerdere gemeenten deze werkzaamheden uit handen gegeven aan dit of soortgelijke bedrijven.

    Mocht Partiar b.v. tot de conclusie komen dat de nalatenschap niet toereikend is dan wordt de afhandeling weer overgedragen aan de gemeente.

  • 2)

    Er zijn onvoldoende middelen in de nalatenschap aangetroffen.

    In ongeveer driekwart van de gevallen zullen er onvoldoende middelen in de nalatenschap worden aangetroffen. Als nabestaanden niet voor een uitvaart kunnen of willen zorgen is de gemeente wettelijk verplicht (artikel 21 en 22 Wlb) om een uitvaart te verzorgen.

    Dat hoeft de gemeente niet onmiddellijk te doen, alleen als na het zoeken van nabestaanden en na enkele dagen (maximaal 3 werkdagen) duidelijk is dat niemand anders iets doet. De gemeente geeft opdracht en betaalt dan ook de uitvaartondernemer, die een en ander uitvoert en heeft het wettelijke recht om de kosten te verhalen op de nalatenschap en op de nabestaanden ((ex) echtgenoot, ouders, kinderen, aangehuwde kinderen, schoonouders en stiefouders, artikel 1:392-396 BW)). Het principe van de Wlb is dat de gemeente in het belang van de volksgezondheid en de openbare orde zorgt dat de overledene “bezorgd” wordt en dat nabestaanden de kosten moeten dragen.

Cremeren of begraven?

Een overledene wordt begraven in een algemeen graf in de kern Alphen aan den Rijn.

De burgemeester kan afwijken van dat uitgangspunt wanneer de overledene naar het oordeel van de burgemeester veel binding had met zijn of haar woonplaats.

De burgemeester kan een andere vorm van de uitvaart toestaan als er een codicil of testament is waarin de wens tot crematie of ontleding (art. 18 Wlb) is opgenomen. Ook houdt de burgemeester rekening met eventuele niet uitgesproken wensen tot de lijkbezorging. Bijvoorbeeld wanneer de uitvaart van de overledene volgens een bepaalde religie uitgevoerd moet worden. Wanneer de nabestaanden niet gestaafde voorkeuren of wensen uitspreken is de enige optie dat deze de uitvaart zelf ter hand nemen om er naar eigen wens invulling aan te geven.

Een crematie kan evt. plaatsvinden in een andere gemeente.

Er wordt geen asbus verstrekt, maar na vier weken vindt as verstrooiing plaats op het terrein van het uitvaartcentrum of wordt tegen hetzelfde tarief gekozen voor uitstrooiing boven zee.

Wanneer nabestaanden vóór verstrooiing een asbus willen, dan moeten zij eerst de openstaande rekening van de uitvaart voldoen.

De kosten van de uitvaart worden betaald uit de post: “uitgaven bevolkingsadministratie” en de opbrengsten (nalatenschap, verhaal) op de post “inkomsten bevolkingsadministratie”.

 

Onze gemeente is verantwoordelijk voor overledenen die zich hier bevinden op het tijdstip van overlijden, ongeacht de woonplaats. Andersom is het zo dat inwoners van Alphen aan den Rijn die in een andere gemeente (bijv. in het ziekenhuis in Gouda of Leiden) overlijden een zorg zijn voor die gemeente en niet voor onze gemeente.

Begraven heeft de voorkeur vanwege het “bewaren” van een herdenkingsplek en omdat een herbegraving of crematie dan mogelijk blijven. Het kan zo zijn dat er nabestaanden zijn die pas later achterhaald kunnen worden. Het herbegraven of cremeren dient dan wel binnen ongeveer twee maanden na de begrafenis te gebeuren en met toestemming van de Inspecteur Volksgezondheid. Na die periode zijn er dusdanige arbeidstechnische en milieuhygiënische maatregelen nodig dat het absoluut niet wenselijk is om over te gaan tot herbegraven. Dit kan dan pas weer nadat de wettelijke grafrust termijn van 10 jaar verstreken is. De burgemeester dient voor een opgraving een vergunning te verlenen en moet daarbij alle belangen (zowel die van de nabestaanden als ook maatschappelijke belangen) afwegen. Het voert in het kader van deze notitie te ver om hierop in te gaan.

 

Verhaal door het college

Uitgangspunt van de Wet op de lijkbezorging (Wlb) is dat nabestaanden niet alleen financieel maar ook moreel, verantwoordelijk zijn voor de uitvaart. Verder is het uitgangspunt van de wet dat de zorg voor de lijkbezorging niet alleen afhankelijk is van familierechtelijke betrekkingen maar ook van de feitelijke betrekkingen. Ook van vrienden, kennissen etc. kan en mag in bepaalde gevallen verwacht worden dat zij de uitvaart verzorgen. De kosten van een uitvaart kunnen zoals voornoemd, verhaald worden op de bij de overledene gevonden goederen of gelden en vervolgens uit de nalatenschap. Is dit onvoldoende om de kosten te dekken dan heeft de gemeente een verhaalsrecht op bloed- en aanverwanten, die volgens artikel 22 Wlb juncto 1:392-396 BW tot het verstrekken van levensonderhoud aan de overledene verplicht zouden zijn geweest. Dat zijn: (ex) echtgen(o)t(e), ouders, wettige en natuurlijke kinderen, behuwde (aangetrouwde) kinderen, schoon- en stiefouders. Het verhaal op de nabestaanden is geen claim op de nalatenschap maar een vordering rechtstreeks op de bloed- en aanverwanten of zij nu de nalatenschap (beneficiair) aanvaarden of niet.

Team Terugvordering, Verhaal en Signalen van het Serviceplein start de terugvordering op en bekijkt van geval tot geval of verhaal redelijk is. Het college hoeft namelijk van deze bevoegdheid geen gebruik te maken, bijvoorbeeld verhaal van kosten op de ex-partner van 30 jaar geleden is niet redelijk, is iemand pas een jaar gescheiden dan is dat onder bepaalde omstandigheden wel en soms ook niet redelijk; wat te doen met kinderen die al langdurig geen contact meer hadden met de ouders. Voor het verhaal van de kosten geldt het regime zoals genoemd in de artikelen 61 en 62 van de Participatiewet. Als er een echtgenoot of vroegere echtgenoot is dan is die als eerste gehouden om de kosten te betalen (art. 1:392 BW). De andere nabestaanden zijn ieder voor een evenredig deel verantwoordelijk voor de kosten van de uitvaart. Besluiten over het verhaal van kosten worden genomen door het college.

 

Bijzondere bijstand nabestaanden

Wanneer nabestaanden niet voldoende middelen hebben, kunnen ze (voor hun deel) een beroep doen op de bijzondere bijstand. Voor de bijzondere bijstand maakt iedere gemeente echter een eigen beleid. Het kan dus zo zijn dat inwoners van Alphen aan den Rijn wel op basis van het gemeentelijk beleid een beroep kunnen doen op bijzondere bijstand en anderen – in andere gemeenten – niet.

 

Woning/inboedel

In de meeste gevallen zal de overledene een gehuurde woning achterlaten en een inboedel die meestal vrijwel niets opbrengt (of zijn de kosten om de goederen te gelde te maken mogelijk hoger dan de verwachte opbrengsten). In dergelijke gevallen onderneemt de gemeente geen tot weinig actie en is de verhuurder verantwoordelijk voor de behandeling van de woning.

Omdat de verhuurder en leveranciers van nutsvoorzieningen gehouden zijn aan een termijn voordat de woning betreden mag worden is het vanuit oogpunt van veiligheid en volksgezondheid nodig dat er door Team Veiligheid en Inspectie op toegezien te worden dat de gas-, elektriciteit en watervoorziening afgesloten worden (art 172 Gemeentewet) en dat er zich anderszins geen gevaarlijke of onhygiënische toestanden voordoen (etensresten in koelkast). Dit kan soms in overleg met familie of personen uit de omgeving van de overledene.

Mocht er toch sprake zijn van een (enigszins) waardevolle boedel dan kan de gemeente die verkopen om de kosten van de begrafenis te kunnen verrekenen want die boedel maakt deel uit van de nalatenschap. Bij een waardevollere boedel (naar schatting meer dan € 5.000,--) is er de mogelijkheid de afhandeling over te dragen aan een daartoe gespecialiseerd bedrijf zoals bijvoorbeeld Partiar b.v. Zij doen een quickscan om te bepalen of zij de zaak over kunnen nemen. Daarna heeft de gemeente geen enkele bemoeienis meer met de afhandeling n.a.v. het overlijden. Als er na aftrek van de kosten vervolgens resterende goederen of positieve saldi zijn en er nog steeds geen erfgenamen bekend zijn, dan beheert de Staat die goederen of de bank het tegoed gedurende 20 jaar. Gedurende die tijd kunnen schuldeisers of erfgenamen die middelen vorderen. Na 20 jaar vervalt alles definitief aan de Staat.

 

Sobere begrafenis

In principe wordt door de gemeente een begrafenis verzorgd op basis van de minst kostbare, doch acceptabele wijze. Er is dan sprake van een sobere begrafenis.

De volgende zaken worden van gemeentewege betaald. In uitzonderlijke gevallen kan hier (in overleg met de burgemeester) van afgeweken worden.

  • -

    Uitvaartverzorging, dat wil zeggen werkzaamheden uitvaartverzorger, overbrengen overledene van plaats van overlijden naar plaats van opbaren, huur “bewaarplaats” in uitvaartcentrum (geen rouwkamer), het kisten van de overledene, een eenvoudige kist, verzorgen benodigde formaliteiten, rouwauto op de dag van de uitvaart

  • -

    Begraven in algemeen graf, zonder grafmonument

  • -

    Bij crematie: as verstrooiing op het terrein van de begraafplaats. Asbussen worden alleen na betaling van het gehele bedrag van de crematie aan de nabestaanden beschikbaar gesteld.

De volgende zaken worden dus in principe niet verzorgd en betaald (in overleg met de burgemeester kan hier in individuele uitzonderlijke gevallen vanwege piëteit van afgeweken worden):

  • -

    volgwagen(s)

  • -

    rouwbrieven, porti

  • -

    algemene kennisgeving in een plaatselijk of regionaal verschijnend dag- of weekblad

  • -

    koelinstallatie in verband met thuisopbaring

  • -

    huur uitvaartcentrum

  • -

    kosten in verband met religieuze gebruiken of plechtigheden of ceremonieën

  • -

    condoleanceregister

  • -

    bidprentjes

  • -

    koffietafel, consumpties

  • -

    kransen of bloemstukken

  • -

    begrafenis/crematie op zaterdag

  • -

    kerkelijke uitvaartdienst

  • -

    leges gedenktekens

  • -

    gemeentelijke leges voor eigen- of familiegraf

  • -

    kosten grafmonument/herdenkingssteen

  • -

    plaatsing asbus in urnenmuur, urnengraf, urnentuin

  • -

    muziek

  • -

    toespraken door de gemeente of derden (geestelijken)

Uitvoering beleidslijn

De burgemeester is het bevoegd gezag bij gemeentelijke uitvaarten. Vanwege het soms spoedeisende karakter, bijvoorbeeld wanneer een overledene pas na langere tijd wordt gevonden, is de uitvoering in mandaat ondergebracht bij de Teamleider burgerzaken. Wanneer de situatie daarom vraagt zal overleg plaatsvinden met de (loco) burgemeester.

 

Protocol wanneer de gemeente geconfronteerd wordt met een overlijden zonder bekende nabestaanden of wanneer nabestaanden niet voor de lijkbezorging willen zorgdragen.

 

Actie

Actie door

Bijzonderheden

Na 1e melding (bijv. hulpdiensten, nabestaanden) Teamleider burgerzaken informeren. Zo nodig door Team V&I ter plaatse inventariseren en/of andere maatregelen nemen.

Burgerzaken.

Team Veiligheid en Inspectie

Aan de hand van de feitelijke situatie/omstandigheden beoordelen of en welke maatregelen nodig zijn

Zorgen dat overledene naar mortuarium overgebracht wordt.

Burgerzaken

Opdracht geven aan begrafenisondernemer (Monuta) om overledene te verplaatsen naar het mortuarium in afwachting van nader onderzoek.

Navraag bij Serviceplein of het een bijstandscliënt is.

Burgerzaken informeert Serviceplein (opschorten uitkering).

Bij Serviceplein checken of de overledene een cliënt is (zodat uitkering opgeschort en later beëindigd kan worden).

Nabestaanden achterhalen

via BRP/GBA-V als die niet bekend zijn.

Burgerzaken.

Dit is in eerste instantie een quick-scan. Evt. later een vervolgonderzoek.

Als via BRP/GBA-V geen

nabestaanden zijn te achterhalen dan uitgebreid onderzoek plegen.

Coördinatie: Burgerzaken.

Zoektocht nabestaanden

ruim opvatten (naast BRP/GBA-V ook burgerlijke stand, notaris, politie, huisarts, buren etc.

Gesprek met nabestaanden en manen actie te nemen.

Evt.: lening, aanvragen bijzondere bijstand, crowdfunding. Vastleggen resultaten en afspraken.

Burgerzaken.

Evt. overleg met Serviceplein i.v.m. bijv. bijzondere bijstand.

Woning overledene bekijken en onderzoeken; zo nodig maatregelen treffen.

Coördinatie: Burgerzaken.

Team Veiligheid en Inspectie

Als geen toegang verschaft kan worden dan overlegt Team V&I met burgemeester. Onderzoek in de woning naar informatie als (uitvaart)polissen/ verzekeringen, bankpapieren, pasjes, uitkeringen, pensioen, spaargelden etc. Ook bekijken of er sprake is van een inboedel met waarde etc. Indien noodzakelijk maatregelen treffen als afsluiten gas, water en licht, andere sloten etc.

Veiligstellen nalatenschap overledene. Blokkeren bankrekeningen door Serviceplein.

Coördinatie: Burgerzaken.

Serviceplein

Telefoontje naar de bank met de mededeling dat hun cliënt overleden is (evt. schriftelijk bevestigen).

Wanneer nabestaanden nadrukkelijk en schriftelijk

blijven weigeren dan opdracht verlenen tot begraven of crematie op een zo eenvoudig (sober)

mogelijke wijze.

Burgerzaken.

In overleg met Teamleider burgerzaken.

De kosten van een

begrafenis kunnen verhaald

worden op de bij het overschot gevonden goederen of gelden en vervolgens uit de nalatenschap.

Coördinatie: Burgerzaken. Afhankelijk van de concrete situatie worden anderen

Ingeschakeld. Beheer en

onderhoud voor opslag

waardevolle goederen etc. administratief beheer.

Is er sprake van een nalatenschap minder dan € 5.000, -- dan geeft de Teamleider burgerzaken opdracht voor de uitvaart.

Is de nalatenschap voldoende dan inschakelen en overdragen aan RVB (ipv Partiar) executeur van nalatenschappen.

Burgerzaken

Informeren van Partiar B.v. dat overledene voldoende middelen nalaat (+/- € 5000,--) om een uitvaart van te verzorgen. Overhandigen van de tot dan toe gevonden informatie.

Is de nalatenschap

onvoldoende om de kosten te dekken dan heeft de

gemeente een verhaalsrecht

op bloed- en aanverwanten.

Team Terugvordering, Verhaal en Signalen van Serviceplein doen onderzoek en maken het voorstel.

Financien doet na besluit de vordering.

College dient een besluit te

nemen. Maatschappelijke

opvattingen dienen te

worden meegewogen, het

verhaal moet dus wel redelijk

zijn.

Administratieve afhandeling Serviceplein

Serviceplein

Administratie overledene afronden. Evt. verkoop goederen. Kosten uitvaart storten op rekening gemeente (Overige ontvangsten gemeente (920): ovv. 60030200-340900, post Bev. Administratie.

Wanneer er dan nog saldo overblijft, storten op rekening overledene>

 

Wet op de lijkbezorging

§ 5. Overheidszorg

Artikel 20  

Ingeval niemand maatregelen neemt tot lijkschouwing of lijkbezorging overeenkomstig de wet, waarschuwt degene, die het lijk onder zijn berusting heeft, de burgemeester en wel uiterlijk op de derde dag na het overlijden.

Artikel 21  

  • Als niemand voorziet in de lijkschouwing en lijkbezorging overeenkomstig de wet, draagt de burgemeester daarvoor zorg. Aan hoofdstuk V wordt in dat geval geen toepassing gegeven, tenzij de overledene zijn lijk uitdrukkelijk tot ontleding heeft bestemd.

  • Als de toepassing van het voorgaand lid wordt verhinderd, doordat het lijk zich in een woning bevindt en de afgifte van het lijk of de toegang tot de woning wordt geweigerd, heeft de burgemeester of een ambtenaar van politie toegang tot die woning zonder toestemming van de bewoner, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.

Artikel 22  

De kosten, verbonden aan de bezorging van lijken waarvoor de burgemeester zorgdraagt, daaronder begrepen lijken die uit zee worden aangebracht, komen ten laste van de gemeente. Voor zover zij door de bij de lijken gevonden, niet klaarblijkelijk aan anderen toebehorende goederen of gelden niet kunnen worden gedekt, kan de gemeente die kosten verhalen op de nalatenschap en, bij ongenoegzaamheid van deze, op de bloed- en aanverwanten, die krachtens de artikelen 392-396 van Boek I van het Burgerlijk Wetboek tot onderhoud van de overledene verplicht zouden zijn geweest, dan wel de werkgever indien en voor zover kosten van de lijkbezorging op grond van artikel 720, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek voor diens rekening komen. Paragraaf 6.5 van de Participatiewet is voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing.

 

Procedure uitvaart van gemeentewege

 

 

  • 1.

    Per brief of mondeling uitdrukkelijk verzoeken de kosten eventueel te financieren door het afsluiten van een lening, bijzondere bijstand bij de gemeente aan te vragen; inzameling onder familie, vrienden, buren. Wijzen op verhaalsmogelijkheid gemeente.

  • 2.

    Zoektocht uitbreiden met Burgerlijke Stand, notaris, politie, huisarts, bewindvoerder, buren etc.

  • 3.

    Maatregelen: bekijken of er in woning een uitvaartpolis te vinden is en bankpapieren, bankpasjes, papieren levens- of ongevallenverzekering, sociale uitkeringen, pensioen, spaargelden.

  • 4.

    Wanneer er niemand anders (verhuurder, nabestaanden) actie onderneemt moet de gemeente zorgdragen voor de woning; leeghalen koelkast, afsluiten gas, water, licht. Evt. vervangen van de sloten zodat de woning niet door onbevoegden kan worden betreden.

  • 5.

    Wanneer vermoedelijk voldoende middelen achtergelaten worden om een uitvaart van te bekostigen (+/- €5000,00) kan de afhandeling overgedragen worden aan Partiar b.v. te Sassenheim, executeurs van nalatenschappen.

 

Procedure na de uitvaart

 

 

De kosten van een uitvaart kunnen verhaald worden op de bij de overledene gevonden goederen of gelden en vervolgens uit nalatenschap.

 

Is de nalatenschap onvoldoende om de kosten te dekken dan heeft de gemeente een verhaalsrecht op bloed- en aanverwanten die tot het verstrekken van levensonderhoud aan de overledene verplicht zouden zijn geweest.

 

  • 1.

    Nalatenschap: levensverzekering, sociale uitkeringen, inboedel, spaargelden, vastgoed

 

 

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn op 29 september 2020.