Organisatie | Dantumadiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel ‘Aanpak helingbestrijding Dantumadiel 2022’ |
Citeertitel | Beleidsregel ‘Aanpak helingbestrijding Dantumadiel 2022’ |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Beleidsregel ‘Aanpak helingbestrijding Dantumadiel 2022’ |
Geen
artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-04-2022 | Beleidsregel ‘Aanpak helingbestrijding Dantumadiel 2022’ | 05-04-2022 |
Gelet op artikel 437 Wetboek van Strafrecht (WvSr), artikel 1 van het uitvoeringsbesluit artikel 437 WvSr, en artikel 2:67 Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Dantumadiel zijn opkopers en handelaren in ongeregelde en gebruikte goederen verplicht tot het registeren van alle gebruikte of ongeregelde goederen die worden ingekocht dan wel verkocht;
Gelet op dat opkopers en handelaren in ongeregelde en gebruikte goederen volgens het Strafrecht verplicht zijn om zich te aan te melden als handelaar bij de gemeente via het Digitaal Opkopers Loket (DOL)
Gelet op dat heling het gevolg is van een high-impact-crime en een grote impact heeft op het woon- en leefklimaat;
Gelet op dat van een handelaar verwacht wordt dat de handelaar zich aan de geldende wet- en regelgeving houdt met als doel om heling actief tegen te gaan;
Overwegende, dat het vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid, het beschermen van het woon- en leefklimaat noodzakelijk is op te treden en voorkomen van heling;
de beleidsregel ‘Aanpak helingbestrijding Dantumadiel 2022’ vast te stellen.
Straatroven, woninginbraken en overvallen hebben een grote impact op de slachtoffers en vormen een gevaar voor de openbare orde en het woon- en leefklimaat. Dit soort delicten vallen dan ook onder de High Impact Crimes (HIC). De gestolen goederen worden vaak doorverkocht. Heling is dus veelal het gevolg van een HIC- delict. Daarom is er alle belang bij om het doorverkopen van gestolen goederen zo moeilijk mogelijk te maken.
Het tegengaan van woninginbraken is een aandachtspunt voor de gemeente Dantumadiel. De aanpak van woninginbraken heeft prioriteit gekregen in zowel het integraal veiligheidsbeleid als het uitvoeringsplan. Deze aanpak heeft als doelstelling het verminderen van het aantal woninginbraken. Omdat heling veelal in relatie staat met woninginbraken, maakt controle en handhaving van het Digitaal Opkopers Loket en Digitaal Opkopers Register (DOR) onderdeel uit van deze aanpak.
In artikel 437 en artikel 437 bis SR zijn verplichtingen vastgesteld voor handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen. Daarnaast zijn in afdeling 9 onder de artikelen 2:66 tot en met 2:69 van de APV ook een aantal verplichtingen vastgesteld voor handelaren in voornoemde goederen. Het niet voldoen aan deze verplichtingen levert, vooral bij herhaling, de aanmerkelijke kans op dat er heling plaatsvindt en levert dus een inbreuk op van de openbare orde. Als een handelaar deze verplichting niet nakomt, kunnen dan ook ter bescherming van de openbare orde, bestuurlijke maatregelen genomen worden.
Naast de inbreuk op de openbare orde is heling ook onder andere het gevolg van (woning) inbraken. Woninginbraken vallen ook onder de HIC; misdaden met een grote impact op het slachtoffer. De aanpak hiervan heeft ook in het integraal veiligheidsbeleid en uitvoeringsplan een prioriteit gekregen. Daarin is de doelstelling: “Op landelijk niveau is de ambitie uitgesproken om een daling van 30% van het aantal woninginbraken te realiseren. Gemeente Dantumadiel wil een bijdrage leveren aan deze ambitie, maar vanuit het uitgangspunt dat bij dit gebied ‘iedere inbraak is er één te veel is.’ Omdat nul inbraken helaas niet realistisch is, streeft de gemeente naar een stabilisering van het aantal (woning)inbraken naar het niveau van 2017.”
2. Doel handhavingsarrangement
De doelstelling van de bestuurlijke maatregel in de naleving van de geldende wet- en regelgeving voor handelaren, waarmee wordt getracht de afzetmarkt voor goederen die afkomstig zijn van een misdrijf te verkleinen. Dader- en gelegenheidsstructuren ten aanzien van high-impact-crime en ondermijnende criminaliteit worden bestreden met als uiteindelijk doel om hiermee de openbare orde en het woon- en leefklimaat voor alle inwoners van de gemeente Dantumadielte beschermen. In dit handhavingsarrangement worden de wettelijke verplichtingen voor handelaren in tweedehands goederen beschreven en daarnaast de wijze van handhaving tegen geconstateerde overtredingen uitgewerkt.
De beleidsregel richt zich op opkopers en handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen, metalen, edelstenen, uurwerken, kunstvoorwerpen, auto’s, motorfietsen, bromfietsen, bromfietsen, fietsen, foto-, film-, radio-, audio- en videoapparatuur en apparatuur voor automatische registratie in de gemeente Dantumadiel.
Algemene Plaatselijke Verordening
In deze afdeling wordt onder handelaar verstaan de handelaar aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
1. De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en door de burgemeester gewaarmerkt register, en daarin onverwijld op te nemen:
a. het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;
b. de datum van verkoop of overdracht van het goed;
c. een omschrijving van het goed, voor zover van toepassing daaronder begrepen soort, merk en nummer van het goed;
d. de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed; en
e. de naam en het adres van degene die het goed heeft verkregen.
2. De burgemeester kan vrijstelling verlenen van deze verplichtingen.
3. Op de vrijstelling is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht
De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:
a. de burgemeester binnen drie dagen schriftelijk in kennis te stellen:
1°. dat hij het beroep van handelaar uitoefent met vermelding van zijn woonadres en het adres van de bij zijn onderneming behorende vestiging;
2°. van een verandering van de onder 1° bedoelde adressen;
3°. dat hij het beroep van handelaar niet langer uitoefent;
4°. dat hij enig goed kan verkrijgen dat redelijkerwijs van een misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan
b. de burgemeester op eerste aanvraag zijn administratie of register ter inzage te geven;
c. aan de hoofdingang van elke vestiging een kenteken te hebben waarop zijn naam en de aard van de onderneming duidelijk zichtbaar zijn;
d. een door opkoop verkregen goed gedurende de eerste vijf (werk-)dagen in bewaring te houden in de staat waarin het goed verkregen is.
Artikel 2:69 Handel binnen openbare inrichtingen
1. Het is de exploitant van een openbare inrichting verboden toe te laten dat een handelaar of een voor hem handelend persoon in die inrichting enig voorwerp verwerft, verkoopt of op enig andere wijze overdraagt.
2. In dit artikel wordt verstaan onder:
a. openbare inrichting: de inrichting als bedoeld in artikel 2:27 sub a en b;
b. houder: de houder als bedoeld in artikel 2:27 sub c.
Artikel 437, lid 1, Wetboek van Strafrecht
Ingevolge deze bepaling uit het Wetboek van Stafrecht wordt een handelaar in voormelde zin met
hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie gestraft, die in de
uitoefening van zijn beroep of bedrijf:
a. niet met inachtneming van de bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels aantekening houdt van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij heeft verworven dan wel voorhanden heeft,
b. een gebruikt of ongeregeld goed verwerft van iemand, zonder dat diegene zijn identificerende persoonsgegevens heeft opgegeven of zonder dat hij die gegevens in zijn administratie heeft aangetekend,
c. nalaat zijn administratie op eerste aanvraag ter inzage te geven aan een ambtenaar als bedoeld in artikel 552 van het Wetboek van Strafvordering,
d. nalaat een gebruikt of ongeregeld goed dat hij heeft verworven of voorhanden heeft, op eerste vordering van een ambtenaar als bedoeld in onderdeel c, ter bezichtiging af te staan en deze te laten zien waar dit goed in zijn administratie staat ingeschreven,
e. een goed dat bij hem door of vanwege de politie met een duidelijke schriftelijke omschrijving als door misdrijf aan de rechthebbende is onttrokken of als verloren is aangegeven, verwerft of voorhanden heeft,
f. aan een hem schriftelijk uitgereikt last van een ambtenaar, zoals bedoeld in onderdeel c, tot het gedurende een daarbij aangegeven tijd, veertien dagen niet te boven gaande, bewaren of in bewaring geven van een goed dat hij voorhanden heeft, of aan een hem bij die last gegeven aanwijzing, geen gevolg geeft, of
g. nalaat de van hem bij schriftelijke vordering van een ambtenaar, zoals bedoeld in onderdeel c, gevraagde opgaven betreffende door hem verworven of bij hem voorhanden zijnde goederen binnen de termijn, bij de vordering gesteld, naar waarheid te verschaffen.
Artikel 2, lid 2, van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437 Wetboek van Strafrecht
De handelaar, aangewezen in artikel 1 van dit besluit, voldoet aan de verplichting ingevolge artikel
437, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht tot het aantekening houden van alle gebruikte
of ongeregelde goederen die hij heeft verworven of voorhanden heeft indien hij een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register houdt en daarin
a. het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;
b. de datum van verkrijging van het goed;
c. een omschrijving van het goed, daaronder begrepen - voor zover dat mogelijk is - soort, merk en nummer van het goed;
d. de koopprijs of andere voorwaarden van verkrijging van het goed;
e. de naam en het adres van degene van wie het goed is verkregen;
f. zowel een omschrijving als het nummer van het document bedoeld in het eerste lid waarmee hij de identiteit van de aanbieder heeft vastgesteld, voor zover het de inkoop van koper en koperlegeringen betreft en de koopprijs van dat goed in contant geld wordt uitbetaald.
Artikel 437bis, lid 1, Wetboek van Strafrecht
Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft de
handelaar die op grond van artikel 437 bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen en in de
oefening van zijn beroep of bedrijf:
a. een goed van een minderjarige verwerft, of
b. een goed van iemand van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij is opgenomen in een strafinrichting, rijksinrichting voor kinderbescherming of krankzinnigengesticht, verwerft.
Het toezicht op het bijhouden van het DOR wordt uitgeoefend door de boa’s. Hierbij bestaat in samenspraak met de politie de intentie om de handhaving gezamenlijk met de politie op te pakken. Deze beleidsregel wordt vastgesteld om op eenduidige wijze te kunnen reageren bij geconstateerde overtredingen van de diverse verplichtingen.
De verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister en het gedurende een aantal dagen in bewaring houden van goederen zijn opgenomen in de APV. Deze regels kunnen bestuursrechtelijk (bestuursdwang of dwangsom) en strafrechtelijk (via de strafbaarstelling van overtreding van deze Apv- regels) worden gehandhaafd. Het hier opgenomen beleid betreft handhaving van de Apv- regels en is gebaseerd op artikel 125 Gemeentewet en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht. Om invulling te geven aan de bestuursrechtelijke handhaving van de verplichtingen zijn de verschillende mogelijke overtreding in de handhavingsmatrix van deze beleidsregel schematisch weergegeven en gekoppeld aan handhavend optreden middels een last onder bestuursdwang (sluiting).
In onderstaand schema wordt per soort overtreding aangegeven op welke wijze hier mee om wordt gegaan. Handhaving van een overtreding vindt plaats overeenkomstig onderstaande tabel:
Geldigheidstermijn overtreding
Voor deze beleidsregel geldt dat een overtreding drie jaar blijft staan en gedurende deze periode meegenomen wordt om een volgende stap te zetten in voorgaand schema.
De burgemeester heeft bij de besluitvorming over een te treffen maatregel een inherente afwijkingsbevoegdheid. De stappen in het handhavingsarrangement gelden daarbij als uitgangspunt. Als feiten en/of omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de burgemeester afwijken van het uitgangspunt, door te kiezen voor een zwaardere of minder zware maatregel. Bij het kiezen voor een zwaardere maatregel kan de burgemeester bijvoorbeeld besluiten om een stap over te slaan en niet eerst te waarschuwen, terwijl dit wel als stap in deze beleidsregel is opgenomen. Voorbeelden van verwarrende feiten en omstandigheden (niet limitatief) zijn:
- Meerdere, al dan niet gelijktijdige, overtredingen uit de handhavingsmatrix, ook als niet eerder bestuurlijk is opgetreden;
- De constatering van andere/ meerdere strafbare feiten die aan de handelaar of het pand zijn gerelateerd;
- Het voorhanden hebben van een goed afkomstig van een misdrijf;
- Omvang en eventuele gevolgen van de overtreding;
- Aanwijzingen/ vermoedens van verwijtbaar gedrag van de handelaar of degenen die voor hem werken;
- Verkrijgen van een gestolen goed van een minderjarige.
Voorafgaand aan een besluit tot het nemen van een eventuele maatregel worden de handelaar en overige belanghebbenden uitgenodigd een zienswijze in te dienen. Na afloop van de zienswijzetermijn worden alle feiten en omstandigheden afgewogen. Vervolgens neemt de burgemeester een beslissing. Het besluit wordt bekendgemaakt aan de handelaar, de politie en eventuele belanghebbenden, zoals de pandeigenaar.