Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haaren

Verordening Wet Kinderopvang gemeente Haaren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaaren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Wet Kinderopvang gemeente Haaren
CiteertitelVerordening tegemoetkoming Kinderopvang gemeente Haaren
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpVerordening Wet Kinderopvang gemeente Haaren
Externe bijlagenVerordening Kinderopvang gemeente Haaren Brief VNG: Wijziging doelgroepen Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet art. 147, lid 1<br />Gemeentewet art. 149<br />Wet Kinderopvang art. 25

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-12-200418-04-2013Nieuwe regeling

16-12-2004

De Meierij, 22-12-2004

B&W voorstel 09-11-2004
25-12-200418-04-2013Nieuwe regeling

16-12-2004

De Meierij, 22-12-2004

B&W voorstel 09-11-2004

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Wet Kinderopvang gemeente Haaren

Gemeentewet art. 147, lid 1 Gemeentewet art. 149 Wet Kinderopvang art. 25

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Wet kinderopvang

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren

Hoofdstuk 2 Aanvraag van de tegemoetkoming

Artikel 2 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag

  • 1

    Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang, voor personen bedoeld in artikel 22 van de wet bevat:

    • a.

      naam, adres en sofi-nummer van de ouder;

    • b.

      naam en sofi-nummer van de partner (indien van toepassing) en, als dit afwijkt van het adres van de ouder, het adres van de partner;

    • c.

      naam, geboortedatum en sofi-nummer van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • d.

      een offerte of contract van het kindercentrum of het gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen. De offerte bevat in ieder geval gegevens over het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

    • e.

      gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 22 van de wet;

    • f.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

  • 2

    Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang, voor personen waarvoor mogelijk een sociaal medische indicatie geldt zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel k en/ of l van de wet, bevat de gegevens zoals aangegeven in het vorige lid onder a,b,c,e en f.

  • 3

    Zodra vastgesteld is dat er sprake is van een sociaal medische indicatie kan het college verzoeken de gegeven zoals bedoeld in lid 1 onder d te overleggen.

  • 4

    Voordat het college een besluit neemt op de aanvraag zoals bedoeld onder lid 2 wint zij advies in bij een onafhankelijke organisatie die over voldoende deskundigheid beschikt.

  • 5

    Het college kan bepalen dat voor de aanvraag gebruik gemaakt wordt van een door het college vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 6

    Als de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.

Hoofdstuk 3 Verlening van de tegemoetkoming

Artikel 3 Het besluit tot verlening van de tegemoetkoming

  • 1

    Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 2

    Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het college informeert de aanvrager hierover schriftelijk.

Artikel 4 Weigeringsgrond

Het college weigert de tegemoetkoming indien de aanvrager niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 22 of artikel 6, eerste lid, onderdeel k en/of l van de wet.

Artikel 5 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

  • 1

    De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2

    Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 6 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend

  • 1

    De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van een kalenderjaar.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming voor een kortere periode verlenen.

Artikel 7 Beperking van de aanspraak op de tegemoetkoming

Het college verstrekt de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang per kind dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid/reïntegratietraject/scholing en zorg.

Artikel 8 Inhoud van de beschikking

Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:

  • a.

    de vaststelling tot welke van de gemeentelijke doelgroepen de ouder en/of partner behoort;

  • b.

    de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

  • c.

    de naam en adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;

  • d.

    de periode en de omvang van de kinderopvang per kind waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;

  • e.

    het maximaal toegekende bedrag per kalenderjaar of andere periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend en de wijze waarop dit berekend is;

  • f.

    de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

  • g.

    de verplichtingen van de ouder;

  • h.

    de omvang van de kinderopvang die noodzakelijk wordt geacht;

Artikel 9 De bevoorschotting van de tegemoetkoming

  • 1

    De uitbetaling van de verleende tegemoetkoming geschiedt per maand op declaratiebasis.

  • 2

    Voor de declaratie overlegt de ouder aan het college de factuur van het kindercentrum of het gastouderbureau.

  • 3

    Als de ouder hiervoor een machtiging aan het college heeft afgegeven, worden de maandbedragen naontvangst van de factuur rechtstreeks overgemaakt aan het kindercentrum of gastouderbureau.

  • 4

    Bij het ontbreken van een machtiging voor rechtstreekse betaling aan het kindercentrum of het gastouderbureau, worden de maandbedragen uiterlijk de 10e van de volgende maand overgemaakt op de bankrekeningnummer van de ouder onder voorwaarden dat de declaratie voor de 1e van de maand wordt aangeleverd.

Hoofdstuk 4 Vaststelling van de tegemoetkoming

Artikel 10 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming

  • 1

    De ouder verstrekt binnen zes weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode

  • 2

    Het college stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.

Artikel 11 Verrekening met de voorschotten

De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de ouder

Artikel 12 Inlichtingenplicht

  • 1

    De ouder of partner verstrekt het college onmiddellijk, uit eigen beweging, gebruik makend van een daarvoor ter beschikking gesteld formulier, alle gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoetkoming.

  • 2

    De ouder verstrekt desgevraagd het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 13 Gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1

    Deze verordening treedt in werking drie dagen na haar bekendmaking.

  • 2

    Het bepaalde in artikel 2, lid twee, drie en vier en artikel 8 onder h, sub a,b en c, treedt in werking op dezelfde datum waarop artikel 6, eerste lid, onder k; artikel 6, eerste lid, onder l en artikel 23 van de Wet kinderopvang in werking treedt.

  • 3

    De Verordening kinderopvang 1996 wordt ingetrokken per 1 januari 2005.

Artikel 15 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening tegemoetkoming kinderopvang gemeente Haaren.Aldus besloten door de raad van de gemeente Haaren in zijn openbare vergadering van 16 december 2004,

De griffier,                                   De voorzitter,

Voor beleidsregels Bijzondere Bijstand Kinderopvang:

zie aparte beleidsregel