Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hof van Twente

Verordening Inspraak en Participatie gemeente Hof van Twente 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHof van Twente
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Inspraak en Participatie gemeente Hof van Twente 2022
CiteertitelVerordening inspraak en participatie gemeente Hof van Twente 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening inspraak en participatie gemeente Hof van Twente

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 150 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-04-2022Vervangen verordening

08-03-2022

gmb-2022-172800

207417

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Inspraak en Participatie gemeente Hof van Twente 2022

De raad van de gemeente Hof van Twente;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en eventueel nummer];

 

gelet op de artikelen 149 en 150 van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de navolgende VERORDENING INSPRAAK EN PARTICIPATIE GEMEENTE HOF VAN TWENTE 2022

 

 

 

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • ingezetenen: personen die hun werkelijke woonplaats in de gemeente hebben;

  • belanghebbenden: hetgeen de Algemene wet bestuursrecht daaronder verstaat;

  • bestuursorgaan: hetgeen de Algemene wet bestuursrecht daaronder verstaat;

  • inspraak: betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • beleidsvoornemen: voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

  • participatie: betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering of evaluatie van gemeentelijk beleid.

 

Paragraaf 2 Inspraak

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend, tenzij een wettelijk voorschrift daartoe verplicht.

2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt geen inspraak verleend:

a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van eerder vastgesteld beleid;

b. indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

c. indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

d. inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

e. indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

f. indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

 

Artikel 4 Inspraakprocedure

Op inspraak is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, tenzij een bevoegde bestuursorgaan bepaalt dat voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure wordt toegepast.

 

Artikel 5 Eindverslag

1. Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

2. Het eindverslag bevat in elk geval:

a. een overzicht van de gevolgde procedure;

b. een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

c. en een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

 

Paragraaf 3 Participatie

Artikel 6 Onderwerp van participatie

1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of participatie wordt toegepast.

2. Participatie wordt altijd toegepast als de wet daartoe verplicht.

3. Er is geen participatie mogelijk:

a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

b. als participatie bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

c. als sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

d. inzake de vaststelling van de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

e. als de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat participatie niet kan worden afgewacht;

f. als het belang van participatie niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

 

Artikel 7 Procedure participatie

1. Het bestuursorgaan stelt bij de start van elke participatieprocedure vast op welke manier participatie wordt toegepast en maakt dit besluit bekend op de voor die participatieprocedure geschikte wijze.

2. Als participatie wordt toegepast, neemt het bestuursorgaan over in ieder geval de volgende onderwerpen een besluit, en legt dit vast in een participatienota:

a. doel van participatie;

b. beïnvloedingsruimte van participatie;

c. kaders voor participatie;

d. wijze waarop het bestuursorgaan over deze kaders vooraf communiceert;

e. wijze waarop en tijdvak waarin ingezetenen en belanghebbenden hun inbreng kunnen leveren;

f. wijze waarop democratische waarden in de participatieprocedure worden gewaarborgd;

g. begroting van de kosten.

 

Artikel 8 Eindverslag participatie

1. Ter afronding van de participatie maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

2. Het eindverslag bevat in ieder geval:

a. een overzicht van de gevolgde participatieprocedure;

b. een weergave van de zienswijzen die tijdens de participatieprocedure mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

c. een reactie op deze zienswijzen, waarbij wordt aangegeven welke punten al dan niet worden overgenomen.

3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

 

Paragraaf 4 Slotbepalingen

Artikel 9 Evaluatie en monitoring

1. De uitvoering van deze verordening wordt eenmaal per 2 jaar geëvalueerd. Burgemeester en wethouders zenden hiertoe telkens 2 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening aan de raad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.

2. Ten behoeve van de evaluatie verzamelen burgemeester en wethouders systematisch informatie over:

a. Aantal participatieprocedures zoals doorlopen;

b. Aard en doel van de participatieprocessen zoals doorlopen;

c. Leerdoelen en aandachtspunten van de participatieprocessen zoals doorlopen;

d. Voorstellen tot implementatie van de leerdoelen en verbeterpunten.

 

Artikel 10 Intrekking oude verordeningen

De Inspraakverordening 2016 en de verordening Participatie Sociaal Domein 2016, worden ingetrokken op het moment dat de verordening inspraak en participatie gemeente Hof van Twente 2022 in werking treedt.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

 

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening inspraak en participatie gemeente Hof van Twente 2022.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hof van Twente d.d. .

De raad van Hof van Twente,

de griffier, de voorzitter,

mr. A. Venema drs. H.A.M. Nauta-van Moorsel MPM