Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eersel

Nota gebiedsgericht geluidbeleid gemeente Eersel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEersel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota gebiedsgericht geluidbeleid gemeente Eersel
CiteertitelNota gebiedsgericht geluidbeleid gemeente Eersel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpZorg en gezondheid
Externe bijlageBijlage 1-4 Nota gebiedsgericht geluidbeleid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-2009Nieuwe regeling

16-12-2008

weekblad de Hint

22.06080

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota gebiedsgericht geluidbeleid gemeente Eersel

 

de gemeenteraad van de gemeente Eersel

 

gelet op het artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

 

b e s l u i t

 

 

vast te stellen de volgende beleidsregel:

 

Nota gebiedsgericht geluidbeleid gemeente Eersel

 

1. INLEIDING

1.1. Doel van de Nota Gebiedsgericht geluidbeleid

Sinds 1998 is de “Handreiking Industrielawaai en Vergunningverlening” van kracht. Deze handreiking geeft gemeenten de vrijheid om een eigen beleid vast te stellen op het gebied van industrielawaai. De gemeentelijke nota gebiedsgericht geluidbeleid geeft het beleidskader voor milieuvergunningverlening. De nota heeft betrekking op inrichtingen met individuele vergunningen maar ook op inrichtingen die vallen onder een “Algemene maatregel van Bestuur”, ex artikel 8.40 van de Wet milieubeheer in verband met maatwerk geluidsvoorschriften.

De gemeentelijke nota gebiedsgericht geluidbeleid geeft uitsluitsel over het stellen van voorschriften en de daarbij behorende richt- of grenswaarden voor het industrielawaai per deelgebied van de gemeente. Met het gebiedsgerichte geluidbeleid wordt een geluidnorm vastgelegd die het best past bij het specifieke karakter en de functie van een (deel-) gebied binnen de gemeente. De richtwaarde moet gebaseerd zijn op de geluidskwaliteit die de gemeente op langere termijn voor het betreffende gebied nastreeft. Dit geeft de gemeente de ruimte om in te spelen op knelpunten op het gebied van industrielawaai.

 

Het vaststellen van een gemeentelijke nota gebiedsgericht geluidbeleid heeft de volgende voordelen:

  • de richtwaarde is gebaseerd op de gemeentelijke visie op de geluidkwaliteit in dat gebied;

  • het geluidbeleid geeft duidelijkheid; binnen een bepaald gebied geldt voor inrichtingen één richtwaarde;

  • voor ieder geval is de te stellen richtwaarde bekend en vastgelegd;

  • bedrijven hebben geen “onbeperkte” geluidruimte (meer);

  • het uitvoeren van referentieniveau metingen ter bepaling van de toetsingswaarde is niet langer nodig.

 

In de situatie zonder geluidbeleid is van bovenstaande voordelen geen of niet altijd sprake. De huidige richtwaarde bedraagt bij agrarische vergunningverlening in de meeste gevallen 40 dB(A) (etmaalwaarde). De geluidruimte is zeer beperkt in geval van (agrarische) woningen in de directe omgeving van het bedrijf. Ook in het centrum van een dorpskern is slechts beperkte ruimte voor bedrijvigheid wanneer moet worden uitgegaan van de richtwaarden uit tabel 1.1.

Wanneer geen woningen in de omgeving van een bedrijf liggen is de geluidruimte voor een bedrijf juist erg groot, omdat de richtwaarde geldt ter plaatse van woningen van derden. Dit laatste kan problemen geven bij toekomstige ontwikkelingen zoals woningbouwplannen in de buurt van een bedrijf. Zowel een bestemmingsplan als een nota gebiedsgericht geluidbeleid dienen gebaseerd te zijn op de functie en ontwikkeling van een gebied, die op langere termijn wordt nagestreefd. Van rechtstreekse “toetsing” aan elkaar is geen sprake. Wel zal de geldende richtwaarde voor bedrijven, op grond van de nota gebiedsgericht geluidbeleid, indirect doorwerken op nieuwe plannen met geluidgevoelige bestemmingen; de te hanteren geluidruimte is immers vastgelegd in de milieuvergunning gebaseerd op de nota gebiedsgericht geluidbeleid.

 

Tabel 1.1 Richtwaarde voor woonomgevingen (zonder geluidbeleid)

Gebiedstypering

Richtwaarde voor het LAr,LT

Zonder geluidbeleid

(etmaalwaarde) [dB(A)]

Landelijke omgeving

40

Rustige woonwijk, weinig verkeer

45

Woonwijk in de stad

50

 

Zonder geluidbeleid gelden voor vergunningsplichtige bedrijven de richtwaarden zoals weergegeven in tabel 1.1. In veel gevallen is het echter niet duidelijk aan welke richtwaarde getoetst moet worden omdat de gebiedstypering niet voldoende aansluit bij de categorieën in deze tabel. Tabel 1.1 geeft bijvoorbeeld geen duidelijkheid over de te hanteren richtwaarde op industrie- of bedrijventerreinen.

 

Er kan dan worden getoetst aan het referentieniveau ter plaatse van gevels van woningen op of rond het industrieterrein. Hiervoor is het uitvoeren van metingen meestal noodzakelijk.

Een meting is echter slechts een momentopname (afhankelijk van de tijd van het jaar, het moment binnen een etmaal, de windrichting enzovoort). Daarbij is het per situatie vaststellen van de referentieniveaus een tijdrovende en kostbare zaak. Wanneer het gemeten referentieniveau ter plaatse van gevels van woningen laag is geeft dit een beperking voor bedrijvigheid (ook op industrieterreinen).

Voor meldingsplichtige bedrijven in het kader van een Algemene maatregel van bestuur geldt zonder beleid in principe een grenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde, ongeacht de ligging van het bedrijf. Deze waarden gelden in de meeste gevallen ter plaatse van woningen van derden. Ook wanneer deze woningen ver weg liggen.

 

1.2. Werkwijze

Bij het vaststellen van de richtwaarde voor een gebied speelt het heersende geluidsniveau in eerste instantie een belangrijke rol. De inventarisatie van de heersende geluidsniveaus in de gemeente is met een referentieniveaukaart zichtbaar gemaakt: “Inventarisatie referentieniveaus omgevingsgeluid”, opgesteld door MDRE, d.d. 16 februari 2004. Ook ruimtelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen als gevolg van ander beleid, zoals de aanleg van een weg, de sluiting van een bedrijf, realisatie van een woonwijk, zijn geïnventariseerd. Afhankelijk van de gewenste functie of ontwikkeling, kan een lagere of hogere richtwaarde dan het heersende geluidsniveau, worden nagestreefd en vastgelegd in de nota gebiedsgericht geluidbeleid.

 

De overwegingen die ten grondslag liggen aan het vaststellen van de richtwaarde per deelgebied worden zo goed mogelijk vastgelegd en uitgedragen, zodat betrokkenen duidelijk wordt waarop het beleid is gestoeld. Het is van belang dat, gelet op artikel 8.8 Wm, een vaststelling van een richtwaarde hoger dan het heersende geluidsniveau in de gemeentelijke nota gebiedsgericht geluidbeleid goed wordt gemotiveerd. Daarmee zal deze beleidskeuze voor een milieuhygiënisch minder optimale situatie de eventuele toets bij een rechter kunnen doorstaan.

 

De gemeentelijke nota gebiedsgericht geluidbeleid bevat een kaart en een tabel met richtwaarden voor de onderscheiden gebieden. Afwijken van deze richtwaarden en het beleid, is slechts in bijzondere (individuele) gevallen mogelijk zijn op basis van bestuurlijke afweging. Hierop wordt in paragraaf 3.4 een verdere toelichting gegeven.

 

1.3. Perceptie van geluid

Bij het vaststellen van de richtwaarden ter plaatse van (gevels van) woningen van derden speelt naast de bestaande situatie en de (gewenste) ontwikkelingen, de afweging van te verwachten hinder een belangrijke rol. Onderstaande tabellen geven enig inzicht in de perceptie van geluid en te verwachten hinder bij bepaalde geluidniveaus.

Tabel 1.2 Perceptie van omgevingsgeluid

Perceptie

Langtijdgemiddelde (equivalent) geluidsniveau (LAr,LT ) in dB(A)

 

Dag (07-19 uur)

Avond (19-23 uur)

Nacht (23-07 uur)

Zeer stil

< 40

< 35

< 30

Stil

41-45

36-40

31-35

Rustig

46-50

41-45

36-40

Hoorbaar

51-55

46-50

41-45

Rumoerig, druk

56-60

51-55

46-50

Lawaaiig

61-65

56-60

51-55

Zeer lawaaiig

> 66

> 61

> 56

Bron: Handreiking industrielawaai en vergunningverlening).

 

Tabel 1.3 Percentages ernstig gehinderden door industrielawaai

(Bron: 'Response functions for noise in residential areas', VROM, 1993)

Letmaal in dB(A)

ernstig gehinderden in %

45-50

0-10

50-55

10-20

55-60

20-25

60-65

25-40

 

2. INVENTARISATIE EN GEBIEDSANALYSE

 

 

De bestaande situatie in de gemeente wordt beschreven ten aanzien van functies, bedrijvigheid en heersende geluidsniveaus. Tevens wordt ingegaan op enkele belangrijke ruimtelijke ontwikkelingen. Op basis hiervan kan de gemeente worden opgedeeld in een aantal gebieden. Ieder gebied heeft zijn eigen functie en kwaliteiten; de gebiedstypering.

 

2.1. Bestaande situatie

Bij het vaststellen van de richtwaarde voor een gebied speelt het heersende geluidsniveau in eerste instantie een belangrijke rol. De inventarisatie van de heersende geluidsniveaus in de gemeente wordt met een referentieniveaukaart zichtbaar gemaakt. Ook ruimtelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen als gevolg van ander beleid, zoals de aanleg van een weg, de sluiting van een bedrijf, realisatie van een woonwijk, zijn geïnventariseerd. Afhankelijk van de gewenste functie of ontwikkeling, kan een lagere of hogere richtwaarde dan het heersende geluidsniveau, worden nagestreefd en vastgelegd in de nota gebiedsgericht geluidbeleid.

 

Ruimtelijk – functionele beschrijving gemeente Eersel

De gemeente Eersel wordt hieronder kort beschreven als de opsomming van een aantal gebieden. In de volgende paragrafen wordt per gebied een korte karakterschets gegeven van het geluid. Een kadastrale tekening van de gemeente en de ligging van verschillende gebieden en functies in Eersel en omgeving zijn opgenomen in bijlage 1.

 

Kernen

De gemeente Eersel omvat de kernen Duizel, Eersel, Knegsel, Steensel, Vessem en Wintelre. Eersel is de grootste kern binnen de gemeente. Eersel, Duizel en Steensel liggen in de zuidelijke helft van de gemeente. Dit deel van de gemeente wordt doorsneden door de autosnelweg A67 (Eindhoven – Antwerpen) en de provinciale wegen van Eindhoven naar Reusel / Arendonk en van Eersel naar Dommelen. Ten noorden van de A67 ligt Knegsel. Wintelre en Vessem liggen in het meer landelijke noorden van de gemeente Eersel. De kernen worden doorkruist door verbindingswegen. In de kernen is ruimte voor wonen en gemengde activiteiten; een combinatie van wonen en lichte bedrijfsactiviteiten. In het centrum van Eersel is sprake van een concentratie van horeca-inrichtingen. Ten westen van Duizel ligt een zorginstelling voor mensen met beperkingen.

 

Bedrijven- en industrieterreinen

Binnen de gemeente Eersel liggen vijf bedrijventerreinen. Geen van deze bedrijventerreinen is akoestisch gezoneerd1. Bedrijventerreinen De Haagdoorn en Meerheide zijn gelegen ten noorden van de kern Eersel en de Provinciale weg N284. Voor Meerheide bestaan uitbreidingsplannen met het plan Meerheide III. Aan de autosnelweg, nabij Duizel, ligt, tussen de autosnelweg en Provinciale weg Reusel / Arendonk, industrieterrein Duizel. Aan de noordoostzijde van de kern Vessem bevindt zich ook een bedrijventerrein. Tevens bevindt zich aan de noordzijde van Eersel, maar ten zuiden van de Provinciale weg N284, begrens door de Nieuwstraat, Mgr. De Haasstraat, de Mortel en de Kuilenhurk een industrieterrein.

 

Motorcrossterrein

Binnen de gemeente Eersel ligt een motorcrossterrein. Dit motorcrossterrein is gesitueerd ten westen van Eersel aan de Dalemsedijk, nabij de snelweg A67. Het motorcrossterrein ligt deels binnen het grondgebied van de gemeente Eersel en deels binnen het grondgebied van de gemeente Bladel. Voor dit terrein is de gemeente Eersel bevoegd gezag. Dit houdt in dat er per week minder dan 8 uur mag worden gereden met motoren, op 3 weekenden per jaar na.

In verband met de toekomstige situatie is geen geluidszone vastgesteld. Er is wel een 50 dB(A)-zone berekend ten behoeve van wijzigingen van het bestemmingsplan en de lopende aanvraag voor een milieuvergunning. In verband met de ontwikkelingen van het Kempische bedrijvenpark zijn er vergevorderde plannen om het nabijgelegen crossterrein van Hapert bij het terrein van Eersel te voegen en de cross-uren uit te breiden. In dat geval wordt de Provincie het bevoegde gezag.

 

Buitengebied

Een groot deel van het buitengebied van de gemeente Eersel kan worden getypeerd als landelijk gebied met veel agrarische bedrijvigheid, veelal veehouderijen. Daarnaast bestaat het buitengebied uit recreatie-, bos- en natuurgebied.

 

Stiltegebieden

Binnen de gemeente Eersel zijn twee stiltegebieden gelegen:

  • Witrijt, gelegen in het uiterste zuidwesten van de gemeente;

  • De Landschotsche Heide, gelegen in het uiterste noordwesten van de gemeente.

De ligging van deze stiltegebieden is weergegeven op kaarten van de bestaande situatie Eersel.

 

Aangrenzende gemeenten

De gemeente Eersel wordt begrensd door de gemeenten Bladel, Oirschot, Eindhoven, Veldhoven, Bergeijk. Aan de westzijde grenzen ter hoogte van de Provincialeweg, industrieterrein Hapert en het Kempisch Bedrijvenpark - een industrieterrein in ontwikkeling - aan de gemeente Eersel. Tevens ligt aan de westzijde van Eersel een motorcrossterrein in Hapert, op korte afstand van het motorcrossterrein aan de Dalemsedijk te Eersel. Direct ten oosten van de gemeente Eersel ligt het gezoneerd industrieterrein Heibloem gelegen aan de Locht te Veldhoven.

Ten noordoosten van Wintelre liggen Eindhoven Airport en gezoneerd motorsportterrein Landsard.

 

Ontwikkelingen

Ten noorden en ten zuiden van de kernen Eersel en Duizel zijn “landbouwontwikkelingsgebieden” geprojecteerd. Ook ten noorden van Wintelre is (beperkte) ruimte voor landbouwontwikkeling.Ten noorden van de autosnelweg ligt het E3-strand, een gebied voor (ontwikkeling van) intensieve recreatie. Rond de kern van Eersel wordt nieuwe woonbebouwing ontwikkeld. Ten noorden van industrieterrein Meerheide, ten zuiden van bedrijventerrein Duizel en in het uiterste noordoosten van de gemeente is ruimte gereserveerd voor uitbreiding/ontwikkeling van bedrijvigheid.

 

Referentieniveau van het omgevingsgeluid

Het referentieniveau van het omgevingsgeluid is gedefinieerd als de hoogste waarde van:

  • het niveau van het omgevingsgeluid (exclusief niet-omgevingseigen bronnen), dat 95% van de tijd overschreden wordt (L95 ) of,

  • het optredende equivalente geluidniveau veroorzaakt door zoneringsplichtige wegverkeersbronnen verminderd met 10 dB (LAeq van het wegverkeer minus 10 dB).

 

Het referentieniveau binnen de gemeente Eersel is onderzocht en vastgelegd in de rapportage “Inventarisatie referentieniveau omgevingsgeluid gemeente Eersel” SRE Milieudienst, 16 februari 2004. Bijlage 2 geeft een overzicht van de meetlocaties en geluidcontouren.

 

Bedrijvigheid binnen de gemeente Eersel

Op basis van het inrichtingenbestand is een globale inventarisatie uitgevoerd van bedrijven binnen de gemeente Eersel. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bedrijfstypen binnen de gemeente.

 

Tabel 2.1Bedrijvigheid

Bedrijfstype

Duizel

Eersel

Knegsel

Steensel

Vessem

Wintelre

Totaal

Overheid, sociaal-maatschappelijke instellingen en installaties

4

23

2

4

10

5

48

Horeca-, sport- en recreatieinrichtingen

4

38

9

5

11

5

72

Agrarische inrichtingen

33

98

39

17

69

82

338

Detail- en groothandel

7

45

4

3

11

7

77

Industrie en overige dienstverlening

19

119

9

11

26

16

200

TOTAAL

67

323

63

40

127

115

735

 

Binnen de gemeente Eersel liggen geen grote lawaaimakers. Er spelen, voor zover bekend, geen grote geluidproblemen in de vorm van saneringssituaties of gebieden met structurele klachten over industrielawaai. Er wordt wel een onderzoek door het Rijk uitgevoerd naar de sanering van woningen binnen de invloedssfeer van het vliegveld. Een groot deel van de gemeente heeft een agrarisch karakter. In de gebieden met veel agrarische activiteiten is vergunningverlening wel vaak problematisch.

 

In de huidige situatie (zonder geluidbeleid) moet ten behoeve van vergunningverlening getoetst worden aan de geldende richtwaarde of het referentieniveau2. De huidige richtwaarde bedraagt bij agrarische vergunningverlening in de meeste gevallen 40 dB(A) (etmaalwaarde). De geluidruimte is zeer beperkt in geval van (agrarische) woningen in de directe omgeving van het bedrijf. Ook in het centrum van een dorpskern is slechts beperkte ruimte voor bedrijvigheid wanneer moet worden uitgegaan van de wettelijke richtwaarden. In veel gevallen is het echter niet duidelijk aan welke richtwaarde getoetst moet worden omdat de gebiedstypering niet voldoende aansluit bij de wettelijke categorieën.

 

2.2. Gebiedstypen

Vanwege het specifieke karakter en de verschillende behoeften per wijk of dorpskern, is gekozen voor een gebiedsgerichte aanpak van industrielawaai. De gebiedsgerichte aanpak houdt in dat grens- of richtwaarden en andere voor industrielawaai relevante zaken, afgestemd worden op het karakter van het deelgebied en de specifieke behoeften die daar zijn. Er zijn verschillende gebiedstypen benoemd zoals centrum, industrieterrein, wonen enzovoort. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de gebiedstypen binnen de gemeente. Per gebiedstype is een beschrijving opgenomen.

 

Tabel 2.2Gebiedstypen

Gebiedstype

Omschrijving

Wonen-werken

De hoofdfunctie voor dit gebied is wonen of een combinatie van wonen/werken. Bedrijvigheid is kleinschalig en heeft een beperkte milieubelasting en kan ook vaak gecombineerd zijn met een woonfunctie. De gebruiksintensiteit is relatief laag, waarbij de nadruk ligt op het begin van de morgen en het eind van de middag. De bebouwingsdichtheid van woningen is matig tot hoog.

Kernrandzones

Dit zijn de gebieden rondom de bestaande kernen, waarin op termijn uitbreidingsplannen van de kernen kunnen worden gerealiseerd. Hierbij is aangesloten bij de extensiveringsgebieden, zoals aangegeven door de Provincie Noord-Brabant in het reconstructieplan.

Er is hier sprake van een menging aan functies, maar het accent ligt hier op wonen en/of werken of de ontwikkeling daarvan. De gebruiksintensiteit en de bebouwingsdichtheid zijn matig tot laag.

Bedrijven- of industrieterrein

In dit gebied is sprake van intensieve bedrijvigheid of industrie. Er is sprake van veel personen- en goederenvervoer. Beperkte menging met bedrijfswoningen is mogelijk. De gebruiksintensiteit is overdag en ’s avonds relatief hoog. De bebouwingsdichtheid is matig tot hoog.

Landbouwontwikkelingsgebied (buitengebied)

Deel van het buitengebied met, op dit moment, relatief weinig functies zoals wonen, recreatie, water, natuur en landschap. In dit gebied mag de bedrijfstak landbouw, in het bijzonder de intensieve veehouderij, zich ontwikkelen.

Buitengebied, agrarische en recreatieve activiteiten

Het resterende deel van het buitengebied met een menging aan functies zoals landbouw, wonen, kleinschalige natuur, landschap en recreatie. Plaatselijk is sprake van een concentratie van agrarische bedrijvigheid. De gebruiksintensiteit is matig en het gebied bevat veel losse groenelementen. De bebouwingsdichtheid is laag.

Natuur en stilte

Gedeelte van het buitengebied bestaande uit natuurgebieden en gebieden met bijzonder landschappelijke waarden. Hierbij is geen aansluiting gezocht bij het reconstructieplan van de gemeente Noord-Brabant maar is gekeken naar de feitelijke natuurgebieden. Er is in dit gebied sprake van een lage gebruiksintensiteit en een zeer lage dichtheid van bebouwing.

Zone motorcrossterrein Eersel

Bijzonder activiteiten/recreatieterrein in het buitengebied waar, vanwege het specifieke gebruik, rekening moet worden gehouden met een hogere gebruiksintensiteit.

Zone Airport Eindhoven

Voor dit vliegveld is een geluidszone van 55 dB(A) etmaalwaarde vastgesteld met betrekking tot bedrijfsactiviteiten binnen het terrein van dit vliegveld (zoals warmdraaien vliegtuigmotoren). Binnen deze zone, die deels overlapt met grondgebied binnen de gemeente Eersel, kunnen hogere geluidsniveaus worden verwacht.

Met betrekking tot de geluidszone (kosteneenheden “ke”) vanwege de vliegbewegingen wordt geconcludeerd dat het grondgebied van de gemeente Eersel grotendeels buiten de 35 ke-zone ligt. Omdat er verder geen duidelijk verband kan worden gesteld tussen geluidhinder, uitgedrukt in kosteneenheden en decibellen (dB(A)) wordt met deze ke-geluidszone verder niet beschouwd als zone, waarbinnen hogere geluidsniveaus voor kunnen komen en dus meer ruimte voor bedrijfsactiviteiten mogelijk is.

Zone motorsportterrein Landsard Veldhoven

Voor dit Motorsportterrein is een geluidszone van 50 dB(A) etmaalwaarde vastgesteld, die gedeeltelijk binnen het grondgebied van de gemeente Eersel ligt. Binnen deze zone kunnen hogere geluidsniveaus worden verwacht.

Zone gezoneerd industrieterrein Heibloem Veldhoven

Voor dit industrieterrein is een geluidszone van 50 dB(A) etmaalwaarde vastgesteld, die gedeeltelijk binnen het grondgebied van de gemeente Eersel ligt. Binnen deze zone kunnen hogere geluidsniveaus worden verwacht.

 

3. GELUIDBELEID

 

 

3.1. Uitgangspunten, gewenste ontwikkeling

 

De nota gebiedsgericht geluidbeleid heeft als doel de gewenste geluidkwaliteit met betrekking tot bedrijvigheid binnen de gemeente vorm te geven. Met het gebiedsgerichte geluidbeleid wordt een richtwaarde afgewogen en vastgelegd, die het best past bij het specifieke karakter en de functie van het deelgebied.

Bewoners zullen behoefte hebben aan beperking van geluidhinder. Het beschermingsniveau tegen lawaai zal daarbij afhangen van de gewenste activiteiten en het karakter van het deelgebied; in een woonwijk zal de bescherming hoger zijn dan op een bedrijventerrein. Op een bedrijventerrein is hierdoor meer “geluidruimte” beschikbaar voor ondernemers en gebruikers. Wonen is in dit deelgebied niet de hoofdfunctie of is zelfs ondergeschikt aan andere functies.

 

Daarnaast is het wenselijk te komen tot een geluidbeleid voor industrielawaai dat duidelijk is; op eenvoudige wijze moet kunnen worden nagegaan welke richtwaarden gehanteerd dienen te worden voor een bepaalde situatie. Deze helderheid wordt nagestreefd door het opstellen van een kaart met daarop de deelgebieden met bijbehorende richtwaarden en daarbij een beperkt aantal randvoorwaarden.

 

3.2. Gebiedstyperingen binnen de gemeente

Op basis van de inventarisaties kan het grondgebied van de gemeente worden ingedeeld in een aantal deelgebieden met een akoestische gebiedstypering. Deze zijn weergegeven in tabel 3.1 en bijlage 3. De genoemde richtwaarde geldt voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau voor bedrijfsactiviteiten binnen inrichtingen.

 

Tabel 3.1 Gebiedstyperingen en richtwaarden gemeente Eersel

Gebiedstypering

richtwaarde voor het LAr,LT in dB(A)

 

dagperiode

avondperiode

Nachtperiode

Wonen/werken

45

40

35

Kernrandzones

45

40

35

Bedrijventerrein: met woningen/zonder woningen

50/55

45/50

40/45

Natuur- en stiltegebied

40

35

30

Landbouwontwikkelingsgebied

45

40

35

Buitengebied, agrarische en recreatieve activiteiten

45

40

35

 

 

 

 

Zone motorcrossterrein Eersel

50

45

40

Zone Airport Eindhoven

55

50

45

Zone motorsportterrein Landsard Veldhoven

50

45

40

Zone gezoneerd industrieterrein Heibloem Veldhoven

50

45

40

 

3.2.1. Wonen/werken

De hoofdfunctie voor dit gebied is wonen of een combinatie van wonen/werken. Bedrijvigheid is kleinschalig en heeft een beperkte milieubelasting of bedrijvigheid is ondersteunend voor de woonfunctie. De gebieden voor intensief wonen/werken bestaan grotendeels uit de historische lintbebouwing in dorpskernen. In het gemeentelijke geluidbeleid wordt de gebiedsgerichte waarde voor Wonen/werken op 45 dB(A) etmaalwaarde gesteld. Deze waarde stemt overeen met de reeds geldende richtwaarde conform de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (VROM, 1998) en de gemeten referentieniveaus. Rond doorgaande wegen in dorpskernen is hier onder voorwaarden een wat hoger geluidniveau toelaatbaar. Hierop wordt nader ingegaan in paragraaf 3.2.11 “Drukke wegen”.

 

3.2.2. Kernrandzones

Bij het vaststellen van dit gebied is aangesloten bij de extensiveringsgebieden, zoals door de Provincie Noord-Brabant aangegeven in het reconstructieplan.

De gebruiksintensiteit en de bebouwingsdichtheid zijn laag. Hier is sprake van een menging aan functies, maar het accent ligt hier op wonen en/of werken of de ontwikkeling daarvan. In het gemeentelijke geluidbeleid wordt de gebiedsgerichte waarde voor deze kernrandzones op 45 dB(A) etmaalwaarde gesteld met het oog op toekomstige ontwikkelingen.

 

3.2.3. Bedrijven- of industrieterrein

In dit gebied is sprake van intensieve bedrijvigheid of industrie. Op de industrieterreinen liggen woningen waardoor de milieuvergunningverlening op basis van geluid, in de situatie zonder beleid, in gevaar kan komen. Er dient vooral ruimte te worden gegeven aan bedrijvigheid in deze gebieden. Wonen is in deze deelgebieden geen hoofdfunctie. Binnen de gemeente Eersel wordt onderscheid gemaakt tussen industrieterreinen met en zonder woningen. Binnen de bestaande industrieterreinen De Haagdoorn, industrieterreinen ter plaatse van Duizel en Vessem, industrieterrein de Mortel te Eersel en een gedeelte van Meerheide bestaat de mogelijkheid tot wonen. Binnen deze industrieterreinen staat de mogelijkheid tot het uitvoeren van bedrijfsactiviteiten voorop maar wordt ook het aspect “wonen” niet uit het oog verloren. Voor deze industrieterreinen wordt een richtwaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde gesteld. Deze richtwaarde is reeds mogelijk, binnen de kaders van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (VROM, 1998), en stemt overeen met de gemeten referentieniveaus. De mogelijkheid tot wonen wordt bij de verdere uitbreiding van Meerheide niet toegestaan. In de omgeving van dit industrieterrein liggen relatief weinig geluidgevoelige objecten. Dit industrieterrein is daarom ook geschikt voor grotere bedrijven. Voor dit deel van industrieterrein Meerheide wordt een richtwaarde van 55 dB(A) etmaalwaarde gesteld met het oog op toekomstige ontwikkelingen.

 

Op de industrieterreinen bedraagt de richtwaarde 50-55 dB(A) etmaalwaarde, afhankelijk van het industrieterrein. In de (directe) omgeving van de industrieterreinen geldt in veel gevallen een richtwaarde van 45 dB(A). Ter plaatse van woningen / rekenpunten op het industrieterrein geldt een richtwaarde van 50-55 dB(A). Ter plaatse van woningen / rekenpunten (direct) buiten het industrieterrein geldt een richtwaarde van 45 dB(A). De geluidruimte van bedrijven aan de rand blijft hierdoor in de praktijk beperkt ter bescherming van omliggende woningen. Dit geeft een zekere zonering van het industrieterrein.

 

3.2.4. Natuur- en stiltegebied

Gedeelte van het buitengebied bestaande uit natuurgebieden en gebieden met bijzonder landschappelijke waarden. Hierbij is niet aangesloten bij het Provinciale reconstructieplan maar gekeken naar de feitelijke gebieden. Er is sprake van een lage gebruiksintensiteit en een zeer lage dichtheid van bebouwing. In het gemeentelijke geluidbeleid wordt de gebiedsgerichte waarde voor het extensiveringsgebied, natuur / stiltegebied op 40 dB(A) gesteld. Dit stemt overeen met de gemeten referentieniveaus.

 

3.2.5. Landbouwontwikkelingsgebied

Dit is het deel van het buitengebied met, op dit moment, relatief weinig functies zoals wonen, recreatie, water, natuur en landschap. In dit gebied mag de bedrijfstak landbouw, in het bijzonder de intensieve veehouderij, zich ontwikkelen. Er wordt voor dit gebied, in overeenstemming met de geluidsnormering van het Besluit landbouw milieubeheer een richtwaarde van 45 dB(A) etmaalwaarde gesteld. Dit stemt overeen met de reeds gemeten referentieniveaus in het buitengebied.

 

3.2.6. Buitengebied, agrarische en recreatieve activiteiten

Het resterende deel van het buitengebied met een menging aan functies zoals landbouw, wonen, kleinschalige natuur, landschap en recreatie. Plaatselijk is vaak sprake van een concentratie van agrarische bedrijvigheid. Voor bedrijvigheid is hier, rekeninghoudend met (bedrijfs-)woningen op wat grotere afstand, voldoende ruimte. Gezien de matige gebruiksintensiteit van dit gebied is een hogere geluidsbelasting te verwachten dan bij een stiltegebied, waar sprake is van een lage gebruiksintensiteit. Er wordt voor dit gebied een richtwaarde van 45 dB(A) etmaalwaarde vastgesteld ter plaatse van woningen van derden en overige geluidsgevoelige bestemmingen. Dit stemt overeen met reeds gemeten referentieniveaus in het buitengebied.

 

3.2.7. Zone motorcrossterrein

Dit gedeelte van het buitengebied wordt gebruikt voor het oefenen en rijden van wedstrijden met crossmotoren. Het motorcrossterrein wordt minder dan 8 uur per week gebruikt voor crossen met de motoren. Hiervan mag ten hoogste 3 weekenden per jaar worden afgeweken voor het houden van wedstrijden. Vanwege de gebruiksintensiteit en de ligging, nabij de snelweg A67 en het toekomstige Kempische bedrijventerrein, wordt een invloedszone van 50 dB(A) etmaalwaarde gesteld. Binnen deze zone kunnen hogere geluidsniveaus worden verwacht ten gevolge van het motorcrossterrein. Binnen deze zone geldt in principe de richtwaarde voor het buitengebied van 45 dB(A) etmaalwaarde maar is het mogelijk om, op basis van bestuurlijke afweging, een hoger geluidsniveau tot 50 dB(A) etmaalwaarde toe te staan.

 

3.2.8. Zone Eindhoven Airport

Met betrekking tot bedrijfsactiviteiten binnen de inrichting van Eindhoven Airport is een geluidszone van 55 dB(A) etmaalwaarde vastgesteld. Deze zone valt deels binnen het grondgebied van de gemeente Eersel en hierbinnen kunnen hogere geluidsniveaus worden verwacht. Binnen deze zone geldt in principe de richtwaarde voor het buitengebied van 45 dB(A) etmaalwaarde maar is het mogelijk om, op basis van bestuurlijke afweging, een hoger geluidsniveau tot 55 dB(A) etmaalwaarde toe te staan.

 

3.2.9. Zone motorsportterrein Landsard Veldhoven

Met betrekking tot bedrijfsactiviteiten binnen dit motorsportterrein is een geluidszone van 50 dB(A) etmaalwaarde vastgesteld. Deze zone valt deels binnen het grondgebied van de gemeente Eersel en hierbinnen kunnen hogere geluidsniveaus worden verwacht. Binnen deze zone geldt in principe de richtwaarde voor het buitengebied van 45 dB(A) etmaalwaarde maar is het mogelijk om, op basis van bestuurlijke afweging, een hoger geluidsniveau tot 50 dB(A) etmaalwaarde toe te staan.

 

3.2.10. Zone industrieterrein Heibloem Veldhoven

Met betrekking tot bedrijfsactiviteiten binnen dit industrieterrein is een geluidszone van 50 dB(A) etmaalwaarde vastgesteld. Deze zone valt deels binnen het grondgebied van de gemeente Eersel en hierbinnen kunnen hogere geluidsniveaus worden verwacht. Binnen deze zone geldt in principe de richtwaarde voor het buitengebied van 45 dB(A) etmaalwaarde maar is het mogelijk om, op basis van bestuurlijke afweging, een hoger geluidsniveau tot 50 dB(A) etmaalwaarde toe te staan.

 

3.2.11. Drukke wegen

Ter plaatse van de “voor-” of “zijgevels”3 van woningen of beoordelingspunten, gelegen binnen een zekere afstand van de wegas, kan voor sommige wegen een hogere richtwaarde worden gesteld. Het gaat hierbij om drukke verbindingswegen en doorgaande wegen in de dorpen met bijvoorbeeld klinker(elementen)verharding. Een wat hogere geluidbelasting veroorzaakt door bedrijven, zal hier weinig hinder veroorzaken vanwege het aanwezige (verkeers-)lawaai. In tabel 3.2 zijn voor wegen de verhoogde richtwaarden opgenomen.

 

Tabel 3.2 Waarden langs wegen

 

Straatnaam

verhoogde waarde 50 dB(A) t.p.v. voorgevel2 en zijgevel3, bij afstand tot wegas van

verhoogde waarde 50 dB(A) t.p.v. voorgevel2 en 45 dB(A) ter plaatse van zijgevel4, bij afstand tot wegas van

verhoogde waarde 45 dB(A) t.p.v. voorgevel2 bij afstand tot wegas van

 

A67

75 meter of minder

150 tot 75 meter

250 tot 150 meter

Provinciale weg N284 Provinciale weg N397 Steensel: Hees, Eindhovenseweg (buiten bebouwde kom)

25 meter of minder

50 tot 25 meter

125 tot 50 meter

 

 

 

 

Duizel: Akkerstraat, Hoef, Knegselsedijk

 

Eersel: Postelseweg, Voortseweg, Kapelweg, Laaghuizerweg, Markt, Oude Postelseweg, Duizelseweg, Nieuwstraat, Habraken, Willibrorduslaan, Mgr. De Haasstraat, Bergeyksedijk, Stokkelen, Schadewijkstraat, Dijk, Kerkstraat

 

Knegsel: Duizelseweg, Eerselseweg, Vessemseweg, Urnenweg, Veldhovenseweg, Zandoerleseweg, Het Groen

 

Vessem: Mr. De la Courtstraat, Hoogeloonseweg, Grootakker, Jan Smuldersstraat, Wilhelminalaan, Heike, Stroomkesberg

 

Wintelre: Merenweg, Oostelbeersedijk, Kekkeneind, Biemeren, Bijsterveld

Niet van toepassing

Tot 20 meter

Niet van toepassing

 

3.3. Randvoorwaarden

 

 

3.3.1. Toepassing bij inrichtingen

De richtwaarden zoals genoemd in paragraaf 3.2, gelden voor zowel vergunningsplichtige alsook meldingsplichtige bedrijven. Dit brengt met zich mee dat voor meldingsplichtige bedrijven in principe de standaardgeluidsnormen uit de bijbehorende Algemene maatregel van bestuur niet van toepassing zijn en door middel van het stellen van nadere eisen aangesloten dient te worden bij de richtwaarden uit het beleid. Sinds 19 oktober 2007 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) van kracht geworden en sinds 13 juli 2006 het Besluit landbouw milieubeheer. Het meerendeel van alle meldingsplichtige bedrijven valt onder de werkingssfeer van een van deze besluiten.

Uit artikelen 2.19 (nog niet van kracht) van het Activiteitenbesluit en 1.1.2 van het Besluit landbouw milieubeheer volgt dat de normen van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau op de gevel van een geluidgevoelige bestemming niet van toepassing zijn op inrichtingen die zijn gelegen in een gebied waarvoor bij of krachtens een gemeentelijke verordening regels zijn gesteld. Hierbij zijn wel de voorwaarden gesteld dat de gevolgen van deze richtwaarde voor de betreffende inrichtingen in kaart moeten worden gebracht (Activiteitenbesluit) en dat deze richtwaarde niet meer dan 5 dB(A) afwijkt van de normering uit het besluit (Besluit landbouw milieubeheer).

 

Omdat artikel 2.19 van het Activiteitenbesluit nog niet van kracht is en ook niet duidelijk is wanneer dit wel van kracht wordt, al dan niet in gewijzigde vorm, kan voorlopig geen gebruik gemaakt worden van de mogelijkheid om de gestelde richtwaarden in deze beleidsnotitie automatisch van kracht te laten zijn op de inrichtingen, die vallen onder de werkingssfeer van deze besluiten. Bij het indienen van een vergunningsaanvraag of melding wordt wel getoetst aan deze richtwaarden. In het geval van meldingsplichtige bedrijven dienen de betreffende richtwaarden, indien afwijkend van de normering uit het betreffende besluit, middels een nadere-eis-procedure te worden vastgelegd.

Een akoestisch onderzoek kan worden geëist in die gevallen waarin op voorhand sprake kan zijn van significante gevolgen voor geluid. Voor die gevallen heeft het bevoegde gezag inzicht nodig in de werkelijke geluidssituatie om een goed beheer van de ruimte te kunnen uitvoeren. Voor de overige gevallen kan gemotiveerd een akoestisch onderzoek worden gevraagd. Als hulpmiddel hierbij maakt de gemeente gebruik van de stroomschema’s zoals bijgevoegd in bijlage 4.

De gebiedsgerichte waarden in de nota gebiedsgericht geluidbeleid hebben betrekking op bedrijfsmatige activiteiten en inrichtingen.

 

3.3.2. Beoordelingsplaats

De richtwaarden gelden ter plaatse van woningen van derden (of andere geluidgevoelige bestemmingen). Indien in de directe omgeving (in een bepaalde windrichting) geen woningen van derden aanwezig zijn, en op basis van een vigerend bestemmingsplan niet kunnen komen, is het, ter beperking van de te vergunnen geluidruimte, wenselijk waarden ter plaatse van “rekenpunten” vast te leggen. Zodoende wordt de geluidsruimte in alle windrichtingen vastgelegd. Er is hierbij gekozen om op een afstand van 100 meter van de inrichtingsgrens het geluidsniveau vast te leggen, waarbij in principe aan de geldende richtwaarde moet worden voldaan. In de praktijk blijkt vaak dat het vastleggen van het geluidsniveau op een kortere afstand tot de inrichtingsgrens tot onredelijke belemmeringen leidt. Er kan dan vaak niet voldaan worden aan een vastgestelde geluidsnorm waardoor in principe dure maatregelen vereist zijn. Omdat het een rekenpunt betreft en niet een geluidsgevoelig object, veroorzaakt dit een onnodige belemmering van de bedrijfsvoering. Op 100 meter afstand van de inrichtingsgrens kan in de regel wel voldaan worden aan de gestelde richtwaarde. Tevens geldt deze afstand als redelijk met betrekking tot het creëren van geluidsruimte voor een inrichting. Er wordt geen onnodig grote geluidruimte toegestaan aan een inrichting en ruimtelijke plannen worden hierdoor op voorhand ook niet belemmerd. Op een afstand van 100 meter van de inrichtingsgrens geldt daarom de richtwaarde van het gebied waarin het rekenpunt ligt.

 

Toetsing van bedrijven, nabij, of op de grens van gebieden met verschillende grenswaarden, vindt als volgt plaats: Ter plaatse van het beoordelingspunt wordt getoetst aan de waarde die geldt voor het gebied waarin het beoordelingspunt ligt (gevels van woningen of 100 meter van de grens van de inrichting). Indien er geen sprake is van woningen in de omgeving van de inrichting kan het voorkomen dat een gebied met een lagere richtwaarde, dan het gebied waarin de inrichting ligt, binnen 100 meter afstand van de woning is gesitueerd. Indien op een afstand van 100 meter niet voldaan kan worden aan deze lagere richtwaarde maar wel voldaan kan worden aan de richtwaarde van het gebied, waarin de inrichting ligt, op een kortere afstand tot de inrichtingsgrens, mag ook getoetst worden aan de hogere richtwaarde op kortere afstand van de inrichting.

 

3.3.3. Geluidgevoelige bestemmingen

Voor het begrip “geluidgevoelige bestemmingen” wordt aangesloten bij de Wet geluidhinder. Beoordeeld wordt het niveau van het invallende geluid, dus zonder gevelreflectie. Verder mag voor de beoordelingsplaats bij woningen, rekening worden gehouden met de hoogte en ligging van (voor de beoordelingsperiode) geluidgevoelige ruimten. Ook met de afwezigheid van ramen en deuren in de gevel of de uitvoering van een gevel als “dove gevel” kan rekening worden gehouden. Hiermee wordt aangesloten bij in de “Handreiking industrielawaai en vergunningverlening”, 1998 en vernieuwde inzichten uit het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer.

Voor zon- of feestdagen zullen geen afwijkende grenswaarden worden gehanteerd.

 

3.3.4. Maximale geluidniveau (piekgeluiden)

Voor het maximale geluidniveau (LMAX) kan worden aangesloten bij de richt- en grenswaarden uit de “Handreiking industrielawaai en vergunningverlening”, 1998 en daarbij behorende afwijkingsmogelijkheden. Aanvullend hierop worden piekgeluiden, veroorzaakt door voertuigen, buiten beschouwing gelaten, voorzover:

  • deze ontstaan door bewegingen ten behoeve van laden en lossen in de dagperiode. Hierbij wordt voor inrichtingen, die onder de werkingssfeer van het Besluit landbouw milieubeheer vallen, aangesloten bij de daarbijbehorende etmaalperiode-indeling, waarbij de dagperiode begin om 06.00 uur, de avondperiode om 19.00 uur en de nachtperiode om 22.00 uur;

  • deze qua aard overeenkomen met, in waarde lager zijn dan, en qua aantal per periode niet meer dan 5% bedragen van piekgeluiden van voertuigen op de openbare weg die ligt tussen de “piekbron” en het beoordelingspunt.

Bovenstaande randvoorwaarden dienen in een akoestisch rapport of onderbouwing goed gemotiveerd te worden.

 

3.4. Afwijken van richtwaarden

De richtwaarden gelden in ieder geval voor nieuw te vestigen bedrijven die een oprichtingsvergunning aanvragen of melding indienen. Van de genoemde richtwaarden kan voor bestaande bedrijven slechts in bijzondere gevallen en na een bestuurlijke afweging worden afgeweken. Bij het vaststellen van deze “hogere waarde” spelen het BBT-beginsel en vergunde rechten een belangrijke rol. Voor een goede toetsing van het BBT-beginsel dient de vergunningaanvrager voldoende gedetailleerde informatie te verschaffen over kosten van mogelijke maatregelen, (praktische) uitvoerbaarheid en effect (geluidreductie). De beoordeling wordt uitgevoerd door burgemeester en wethouders. Redelijkerwijs te treffen maatregelen dienen te worden uitgevoerd. In de beoordeling worden reeds vergunde rechten en activiteiten evenals hinderbeleving meegewogen. In de “Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (VROM, 1998)” wordt nader ingegaan op bestaande rechten en het BBT-principe5.

 

Voor beoordelingspunten op de vastgelegde afstand van 100 meter rond een inrichting (indien geen woningen rond het bedrijf liggen) is afwijking van de richtwaarden vanzelfsprekend eenvoudiger dan ter plaatse van (reeds bestaande) woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen. Wanneer op een afstand van 100 meter op dat moment nog geen geluidgevoelige bestemmingen aanwezig of geprojecteerd zijn, is het mogelijk bij een eventuele uitvoering daarvan rekening te houden met een enigszins hogere waarde dan de richtwaarde. Dit dient echter wel nadrukkelijk na een bestuurlijke afweging te worden vastgelegd in een beschikking of nadere eis.

 

Aansluitend op nieuwe inzichten in het Besluit algemene regels voor inrichtingen is het mogelijk om hogere geluidsniveaus toe te staan, indien wel voldaan wordt aan de normen van het binnenniveau binnen geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten van woningen van derden. Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau mag dan niet meer bedragen dan 35 dB(A) etmaalwaarde en het maximale geluidsniveau niet meer dan 55 dB(A) etmaalwaarde. Een dergelijke afweging dient onderbouwd te worden met een akoestisch rapport of motivatie.

 

Indien sprake is van een “dove” gevel, kan toetsing aan de richtwaarden ter plaatse van een dergelijke gevel buiten beschouwing blijven. Voor een definitie van het begrip “dove” gevel wordt verwezen naar de Wet geluidhinder.

 

In alle gevallen, waarin afgeweken wordt van de richtwaarden, dient dit per individueel geval beoordeeld te worden en bij bestuurlijke afweging.

 

3.5. Voorstel voorschriften

Bij vergunningverlening conform de Wet milieubeheer worden in de geluidvoorschriften grenswaarden gesteld voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau die overeenkomen met de richtwaarden, die behoren bij het gebiedstype waarin de geluidgevoelige bestemming of een beoordelingspunt is gelegen (rekeninghoudend met de in dit hoofdstuk beschreven randvoorwaarden). Met het gemeentelijk geluidbeleid worden omgevingstypen vastgesteld waardoor veel meer keuze ontstaat in richtwaarden dan volgens tabel 4 van de “Handreiking industrielawaai en vergunningverlening” (voorheen circulaire industrielawaai).

 

De voorschriften met betrekking tot het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau, zoals die in een te verlenen oprichtings- of revisievergunning voor een inrichting gesteld kunnen worden of die als nadere eis bij een melding (ex. art. 8.40 Wm) kunnen worden opgenomen, kunnen als volgt luiden:

 

“Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT, veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en plaatsvindende activiteiten, mag, gemeten in de meterstand “fast”, ter plaatse van woningen van derden of andere geluidgevoelige bestemmingen, of indien binnen 100 meter van de grens van de inrichting geen geluidgevoelige bestemmingen zijn gelegen, op enig punt op 100 meter afstand van de grens van de inrichting, niet meer bedragen dan:

  • X dB(A) voor de periode tussen 07:00 en 19:00 uur;

  • Y dB(A) voor de periode tussen 19:00 en 23:00 uur;

  • Z dB(A) voor de periode tussen 23:00 en 07:00 uur.”, waarbij bijvoorbeeld geldt;

 

De grenswaarde X is gelijk aan de richtwaarde in de dagperiode die ter plaatse van het vergunningspunt volgens het geluidbeleid in de bijlage 3 (op te stellen kaart met richtwaarden per gebied) geldt. De waarden Y voor de avondperiode en Z voor de nachtperiode zijn bijvoorbeeld respectievelijk 5 en 10 dB lager dan de waarde X.

 

3.6. Implementatie en evaluatie

 

3.6.1. Bestaande geluidrechten en het nieuwe beleid

De richtwaarden gelden in ieder geval voor nieuw te vestigen bedrijven die een oprichtingvergunning aanvragen of melding indienen. Ook bij nieuwe vergunningaanvragen van bestaande bedrijven vindt in eerste instantie toetsing aan de richtwaarden plaats. Van de genoemde richtwaarden kan voor bestaande bedrijven slechts in bijzondere gevallen en na een bestuurlijke afweging worden afgeweken (paragraaf 3.4).

 

Meldingsplichtige bedrijven (die vallen onder een AMvB ex art. 8.40 Wm) zullen bij een nieuwe melding (bij oprichting of wijziging) nadere eisen opgelegd krijgen die aansluiten bij de grenswaarden van deze nota. Voor een aantal vergunningsplichtige bedrijven biedt de huidige vergunning meer ruimte dan op grond van de gemeentelijke nota gebiedsgericht geluidbeleid wenselijk wordt geacht. Vooralsnog is de gemeente niet voornemens actief uitvoering te geven aan een aanpassing van de vergunde geluidruimte. Slechts bij vergunningsprocedures, verzoeken om handhaving en nieuwe situaties zal getoetst worden aan de nieuwe grenswaarden en zal zonodig een belangenafweging plaatsvinden.

 

Sinds 19 oktober 2007 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) van kracht geworden en sinds 13 juli 2006 het Besluit landbouw milieubeheer. Uit artikelen 2.19 van het Activiteitenbesluit en 1.1.2 van het Besluit landbouw milieubeheer volgt dat de normen van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau op de gevel van een geluidgevoelige bestemming niet van toepassing zijn op inrichtingen die zijn gelegen in een gebied waarvoor bij of krachtens een gemeentelijke verordening regels zijn gesteld.

Omdat artikel 2.19 van het Activiteitenbesluit nog niet van kracht is, kan nog geen gebruik worden gemaakt van deze mogelijkheid om de richtwaarden automatisch van toepassing te laten zijn op deze meldingsplichtige bedrijven. Er dient vooralsnog per inrichting een nadere eis opgelegd te worden, om de afwijkende richtwaarde als geluidsnorm te laten gelden.

 

3.6.2. Evaluatie van het nieuwe geluidbeleid

Deze nota zal in ieder geval binnen 10 jaar worden geëvalueerd. Indien nodig kan het beleid op punten worden bijgesteld of vernieuwd. Het verdient aanbeveling deze nota bij belangrijke nieuwe ontwikkelingen of nieuwe inzichten eerder te evalueren en eventueel aan te passen.

 

4. BRONNEN

 

  • Regionale Verkeersmilieukaart (RVMK-uitgifte 2004), Goudappel Coffeng;

  • Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening, 1998, VROM;

  • Handleiding meten en rekenen industrielawaai, 1999 VROM;

  • Richtlijnen voor karakterisering en meting van omgevingsgeluid, IL-HR-15-01, 1981 ICG

  • Digitale atlas Provincie Noord-Brabant 2005;

  • Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, 19 oktober 2007;

  • Besluit landbouw milieubeheer, 13 juli 2006;

  • Leefomgevingplan 2005-2030, gemeente Bladel, 2005;

  • Nota industrielawaai gemeente Oirschot, 2004.

  • Nota industrielawaai gemeente Bladel, 2007.

  • Nota industrielawaai gemeente Reusel-De Mierden, 2007.

 

5. BEGRIPPENLIJST

 

equivalent geluidsniveau (LAeq): het energetisch gemiddelde van de fluctuerende niveaus. Sinds in 1999 de nieuwe Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai van kracht is geworden dient in principe het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) te worden gehanteerd.

 

etmaalwaarde: de hoogste van de volgende drie waarden van het equivalente geluidsniveau:

  • de waarde over de periode 07:00-19:00 uur (dagperiode);

  • de met 5 dB(A) verhoogde waarde over de periode 19:00-23:00 uur (avondperiode);

  • de met 10 dB(A) verhoogde waarde over de periode 23:00-07:00 uur (nachtperiode).

 

gevel: een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak.

 

grenswaarde: wettelijke milieukwaliteitsnorm die 'in acht moet worden genomen' (resultaatsverplichting).

 

inrichting: (milieu-)juridische term voor een bedrijfslocatie of -pand en de bedrijfsactiviteiten die daar plaatsvinden.

 

langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT): het energetisch gemiddelde van de fluctuerende niveaus van het ter plaatse in de loop van een bepaalde periode optredende geluid inclusief eventuele strafcorrecties. De methode van de berekening is omschreven in de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai, 1999.

 

maximaal geluidsniveau (LMAX): het maximaal te meten geluidsniveau, meterstand 'fast' gecorrigeerd met de meteocorrectieterm Cm (ook wel piekgeluid genoemd).

 

meldingsplichtige inrichtingen: bedrijven, die vanwege hun bedrijfsactiviteiten of type inrichting, vallen onder een AMvB ex art. 8.40 Wm (en daarom geen milieuvergunning nodig hebben)

 

referentieniveau: hoogste waarde van het niveau van – of het omgevingsgeluid, dat 95% van de tijd overschreden wordt (L95 ), – of het LAeq van het wegverkeer minus 10 dB.

 

richtwaarde: wettelijke milieukwaliteitsnorm waarmee 'rekening' moet worden gehouden (inspanningsverplichting).

 

vergunningsplichtige inrichtingen: bedrijven, die vanwege hun bedrijfsactiviteiten of type inrichting, een milieuvergunning nodig hebben

 

Afkortingen

AMvB

Algemene Maatregel van Bestuur

dB(A)

A-gewogen decibel

Wgh

Wet geluidhinder

Wm

Wet milieubeheer

 

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking op 1 februari 2009.

  • 2.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Nota gebiedsgericht geluidbeleid gemeente Eersel.

 

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2008;

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 16 december 2008

De raad van de gemeente Eersel

de griffier (plv), A.C.J.M. van Gestel

de voorzitter, J.A.M. Thijs-Rademakers

Bijlagen zijn apart toegevoegd

  • 1.

    kaarten inventarisatie bestaande situatie

  • 2.

    referentieniveaus

  • 3.

    kaart met gebiedsindeling en richtwaarden

  • 4.

    stroomschema’s wel of geen akoestisch rapport


1

geluidszone: in het bestemmingsplan vastgelegde zone rond het industrieterrein waarbuiten de geluidsbelasting ten gevolge van het industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) mag bedragen.

2

Handreiking industrielawaai en vergunningverlening

3

Hiermee worden de gevels bedoeld van de eerstelijns bebouwing die (evenwijdig) aan de betreffende weg liggen (dus geen zij- of achtergevels). Hierbij dient de “voorgevel” te liggen binnen een afstand van uit de as van de weg zoals opgenomen in tabel 3.2.

4

Gevels loodrecht op de weg van eerstelijns bebouwing, gelegen binnen de genoemde afstand.

5

ALARA: As low as reasonably achievable