Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oosterhout

Reglement van orde voor de raad van Oosterhout 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOosterhout
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van orde voor de raad van Oosterhout 2022
CiteertitelReglement van orde voor de raad van Oosterhout 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpReglement van orde raad Oosterhout 2022

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 16 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-2022vervangen reglement

22-02-2022

gmb-2022-164316

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde voor de raad van Oosterhout 2022

De gemeenteraad van Oosterhout

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening:

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van Oosterhout 2022

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    voorzitter: de voorzitter van de raad of de door de raad daartoe uit zijn midden aangewezen waarnemer;

  • b.

    griffier: griffier van de raad;

  • c.

    amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of

  • d.

    ontwerpbesluit;

  • e.

    subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement;

  • f.

    motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • g.

    voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering;

  • h.

    initiatiefvoorstel: uitgeschreven voorstel van één of meerdere raadsleden volgens de gebruikelijke indeling van een raadsvoorstel;

  • i.

    interpellatie: vragen van inlichtingen aan het college of de burgemeester over een onderwerp dat niet vermeld staat op de agenda.

Artikel 2 De voorzitter van de raad

  • 1.

    De voorzitter is belast met het leiden van de vergadering, het handhaven van de orde tijdens de vergaderingen van de raad, het doen naleven van het reglement van orde en wat de Gemeentewet of dit reglement hem verder opdraagt.

  • 2.

    Wanneer de voorzitter in de hoedanigheid van burgemeester, portefeuillehouder dan wel collegevoorzitter deelneemt aan het debat, wordt het voorzitterschap vervuld door de waarnemend voorzitter.

Artikel 3 De waarnemend voorzitter van de raad

  • 1.

    De raad benoemt één of meerdere waarnemend voorzitter(s) bij het begin van een raadsperiode.

  • 2.

    De benoeming is voor de duur van de raadsperiode.

  • 3.

    Ieder raadslid kan zich, openbaar, kandidaat stellen voor het waarnemend voorzitterschap.

  • 4.

    De raad kan de inhoud van de functie van waarnemend voorzitter en de daarvoor vereiste kennis en vaardigheden in nadere regels uitwerken.

Artikel 4 De griffier

  • 1.

    De griffier is aanwezig in de vergaderingen van de raad en van de raadscommissies en bij de overige bijeenkomsten van de raad.

  • 2.

    Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door een door de raad daartoe aangewezen plaatsvervangend griffier.

  • 3.

    De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Artikel 5 De agendacommissie

  • 1.

    De raad belast een commissie uit zijn midden met de taak van agendacommissie. Bij het begin van een raadsperiode benoemt de raad de leden van de agendacommissie.

  • 2.

    De agendacommissie is belast met het voorbereiden van de voorlopige agenda van de raadsvergaderingen en de daarmee samenhangende informatie-, debat- en werkbijeenkomsten.

  • 3.

    De agendacommissie bestaat uit vijf leden, waaronder de waarnemend raadsvoorzitter, in de verhouding drie raadsleden van fracties die deelnemen in de coalitie en twee raadsleden van oppositiefracties. De waarnemend raadsvoorzitter zit de agendacommissie voor.

  • 4.

    De vergaderingen van de agendacommissie zijn openbaar.

  • 5.

    De voorzitter van de raad is adviseur van de agendacommissie.

Artikel 5a Informatie- en debatbijeenkomsten

  • 1.

    Ter voorbereiding van de besluitvorming door de raad worden op basis van artikel 82 Gemeentewet bijeenkomsten georganiseerd. Bij een informatiebijeenkomst laten de raadsleden zich informeren. In een debatbijeenkomst ligt het accent op het uitwisselen van argumenten en zich een mening vormen.

  • 2.

    De bijeenkomsten worden voorgezeten door een raadslid. Alle raadsleden worden uitgenodigd om deel te nemen aan deze bijeenkomsten. Per fractie voert per agendapunt één lid het woord. Voor informatiebijeenkomsten geldt geen vaste vergaderorde. In debatbijeenkomsten wordt het onderwerp in twee termijnen behandeld; het college krijgt aan het einde van iedere termijn gelegenheid om te reageren.

  • 3.

    De artikelen 19 en 21 t/m 23 en 25 Gemeentewet zijn van toepassing op de bijeenkomsten. Indien de bijeenkomst achter gesloten deuren plaats vindt en/of indien geheimhouding is opgelegd op informatie die ten behoeve van de bijeenkomsten beschikbaar wordt gesteld, dan respecteren de raadsleden en alle anderen die hiervan kennis dragen de geheimhouding over de verstrekte informatie en/of over hetgeen in de bijeenkomst is besproken.

  • 4.

    De opnamen van openbare bijeenkomsten worden via de gemeentelijke website beschikbaar gesteld.

  • 5.

    Als een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, dan beslissen de leden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies. De woordvoerders van de fracties spreken in een debatbijeenkomst uit of zij voornemens zijn om voor of tegen het voorstel te gaan stemmen of dat overleg binnen de fractie nodig is alvorens een standpunt te kunnen bepalen.

Artikel 6 Fractievoorzittersoverleg

  • 1.

    De raad heeft een fractievoorzittersoverleg dat bestaat uit de voorzitters van de fracties in de raad. Het overleg wijst uit zijn midden een voorzitter aan.

  • 2.

    Fractievoorzitters wijzen elk een raadslid aan uit hun fractie dat hen bij afwezigheid in het fractievoorzittersoverleg vervangt.

  • 3.

    De voorzitter van de raad is adviseur van het fractievoorzittersoverleg. Het fractievoorzittersoverleg kan anderen uitnodigen deel te nemen aan het overleg.

  • 4.

    Een fractievoorzittersoverleg vindt plaats op verzoek van (een van) de fractievoorzitters, de voorzitter van de raad of de griffier.

  • 5.

    Het fractievoorzittersoverleg doet aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad en de inrichting en ondersteuning van de griffie voor zover het niet betreft de taken van de agendacommissie en de werkgeverscommissie.

  • 6.

    De vergaderingen van het fractievoorzittersoverleg zijn niet openbaar.

  • 7.

    Elk lid van het fractievoorzittersoverleg heeft één stem.

Artikel 7 Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

  • 1.

    Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

  • 2.

    Deze commissie onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde leden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in het advies.

  • 3.

    Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

  • 4.

    Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten leden van de raad op om in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5.

    In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter een nieuw benoemd lid van de raad op voor de vergadering van de raad waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

Artikel 8 Benoeming wethouders

  • 1.

    Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

  • 2.

    De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet.

  • 3.

    Voorafgaand aan de benoeming overlegt de kandidaat-wethouder een verklaring omtrent het gedrag (VOG) als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en ondergaat de kandidaat een risicoanalyse integriteit, die door de gemeente wordt georganiseerd. De commissie betrekt de VOG en de resultaten van de risicoanalyse in haar advies.

  • 4.

    De commissie brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoembaarheid van de wethouder.

Artikel 9 Fracties

  • 1.

    Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd.

  • 2.

    Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

  • 3.

    De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

  • 4.

    Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of als één of meer raadsleden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

  • 5.

    Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G3 van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

Hoofdstuk 2 Raadsvergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen

Artikel 10 Vergaderfrequentie

  • 1.

    De vergaderingen van de raad vinden in de regel plaats op dinsdag vanaf 19.30 uur in het gemeentehuis.

  • 2.

    De vergaderingen worden zo veel mogelijk om 23.00 uur beëindigd. Zo nodig beslist hierna de voorzitter in overleg met de raad of de vergadering terstond of op een dan te bepalen andere avond, bij voorkeur de daarop volgende dag, wordt voortgezet.

  • 3.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag en aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover, tenzij er sprake is van een spoedeisende situatie, overleg met de fractievoorzitters.

Artikel 11 Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste 17 dagen voor een raadsvergadering de raadsleden een oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

  • 2.

    Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

Artikel 12 De agenda

  • 1.

    Voordat de oproep wordt verzonden stelt de agendacommissie de voorlopige agenda voor de raadsvergadering vast.

  • 2.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de raad de agenda vast. Op voorstel van een lid van de raad of de voorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen, van de agenda afvoeren of de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 13 Inzien van stukken

  • 1.

    Openbare stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden zoveel mogelijk digitaal beschikbaar gesteld via de website van de gemeente(raad).

  • 2.

    De stukken zoals bedoeld onder 1 kunnen op afspraak bij de griffie worden ingezien.

  • 3.

    Als omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van de raad inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1.

    Raadsvergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door aankondiging in een lokaal huis-aan-huis blad.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken zijn, indien digitaal beschikbaar, tevens te raadplegen via de website van de gemeenteraad.

  • 3.

    De openbare kennisgeving vermeldt de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 15.

Paragraaf 2 Mogelijkheden inspreken burgers

Artikel 15 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Burgers kunnen het woord voeren over onderwerpen die deel uitmaken van de voorlopige raadsagenda.

  • 2.

    Van de mogelijkheid tot inspreken wordt, zoals bepaald in artikel 14 van dit reglement, openbaar kennis gegeven en inspreken vindt, zoveel als mogelijk, plaats op de dinsdag in de week die voorafgaat aan de dinsdag waarop de raadsvergadering plaatsvindt.

  • 3.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een aangelegenheid waar een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

    • d.

      brieven die voorkomen op de lijst van ingekomen stukken.

  • 4.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit, ten minste 18 uur voor de aanvang van de vergadering waarop het inspreken is gepland, aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 5.

    De waarnemend voorzitter van de raad zit de bijeenkomst voor waarop kan worden ingesproken. Hij geeft het woord op volgorde van aanmelding. Hij kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 6.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 7.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid van de raad kan een voorstel doen voor de behandeling van de inbreng van de spreker.

Paragraaf 3 Orde van de vergadering

Artikel 16 Presentielijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 17 Volgorde sprekers

  • 1.

    Een raadslid voert slechts het woord na het aan de voorzitter te hebben gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 2.

    De volgorde van de sprekers, zijnde raadslid, in eerste termijn, wordt per onderwerp (of voorstel) willekeurig bepaald door de griffie.

Artikel 18 Aantal spreektermijnen

  • 1.

    Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Tijdens de eerste termijn vindt geen interruptie plaats. Aan het raadslid mag na zijn eerste termijn toelichting worden gevraagd.

  • 3.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 4.

    Raadsleden mogen in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 5.

    Het vierde lid is niet van toepassing op het lid dat een (sub)amendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, ten aanzien van de beraadslaging over het door dat raadslid ingediende.

  • 6.

    Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

  • 7.

    De raad kan spreektijden vaststellen.

Artikel 19 Interruptie

  • 1.

    De voorzitter kan een interruptie uitdrukkelijk of stilzwijgend toelaten.

  • 2.

    Het aantal interrupties door hetzelfde raadslid is beperkt tot maximaal 3 per onderwerp of opponent.

Artikel 20 Deelname aan de beraadslaging door anderen

Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 21 Voorstellen van orde

Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hierover terstond.

Paragraaf 4 Stemmingen

Artikel 22 Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.

Artikel 23 Beslissing

  • 1.

    De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing.

Artikel 24 Stemming; procedure (hoofdelijke) stemming

  • 1.

    De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel is aangenomen.

  • 2.

    Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen, kunnen de in de vergadering aanwezige leden laten aantekenen dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich op grond van artikel 28 Gemeentewet van stemming te hebben onthouden.

  • 3.

    Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.

  • 4.

    In fysieke vergaderingen brengen raadsleden hun stem gelijktijdig uit via het stemsysteem of via handopsteking. Bij digitale of hybride vergaderingen roept de voorzitter de woordvoerders van de fracties op om de stem uit te brengen van de aanwezige raadsleden van die fractie. Indien een lid een stem uitbrengt die afwijkt van de stem van de overige fractieleden, dan meldt het betreffende raadslid dat in de vergadering via een stemverklaring.

  • 5.

    Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij hun naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid. Vervolgens geschiedt de oproeping op alfabetische volgorde.

  • 6.

    Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezige raadsleden, tenzij zij zich overeenkomstig artikel 28 Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door het woord ‘voor’ of ‘tegen’ uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 7.

    Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid gestemd heeft. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt, aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

  • 8.

    De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 25 Volgorde stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • 2.

    Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

  • 3.

    Als meerdere amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.

  • 4.

    Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.

Artikel 26 Stemming over personen

  • 1.

    Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.

  • 2.

    Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 Gemeentewet niet aan stemming deel behoren te nemen.

  • 3.

    Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4.

    In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad, op voorstel van het stembureau.

Paragraaf 5 Besluitenlijst en ingekomen stukken

Artikel 27 Verslaglegging van een openbare raadsvergadering

  • 1.

    Van de raadsvergadering worden een besluitenlijst en een digitale opname gemaakt.

  • 2.

    De griffier draagt zorg voor de besluitenlijst van de raadsvergadering.

  • 3.

    De besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk ter vaststelling aan de raad aangeboden en op de website van de gemeenteraad gepubliceerd.

  • 4.

    Een digitale opname van de raadsvergadering wordt live uitgezonden via internet en is zo spoedig mogelijk na de vergadering via de website raadpleegbaar.

Artikel 28 Ingekomen stukken

  • 1.

    Bij de raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst die aan de raadsleden wordt toegezonden en die, inclusief de ingekomen stukken zelf, op de gemeentelijke website openbaar wordt gemaakt.

  • 2.

    Op voorstel van de griffier stelt de raad de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

Paragraaf 6 Besloten raadsvergaderingen

Artikel 29 Toepassing reglement op besloten vergaderingen

Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 30 Besluitenlijst besloten vergadering

  • 1.

    Besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de leden ter inzage gelegd bij de griffier.

  • 2.

    Deze besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van de besluitenlijst.

Artikel 31 Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid of 86, tweede en derde lid van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Paragraaf 7 Toehoorders en pers

Artikel 32 Toehoorders en pers

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bijwonen op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2.

    Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

Artikel 33 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Hoofdstuk 3 Bevoegdheden, instrumenten raadsleden

Artikel 34 Amendementen

  • 1.

    Raadsleden dienen amendementen en subamendementen in bij de voorzitter tot het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben. Dit gebeurt schriftelijk, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.

  • 2.

    Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 35 Moties

  • 1.

    Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter.

  • 2.

    De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop de motie betrekking heeft.

  • 3.

    De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld.

  • 4.

    Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 36 Initiatiefvoorstel

  • 1.

    Raadsleden dienen een initiatiefvoorstel schriftelijk in, via de griffier, bij de voorzitter.

  • 2.

    Deze voorstellen worden op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds is verzonden. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst.

  • 3.

    Het college wordt voor de inhoudelijke behandeling in de gelegenheid gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van de raad te brengen.

Artikel 37 Collegevoorstel

  • 1.

    Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de agenda van de raadsvergadering kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad.

  • 2.

    Indien de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het college moet worden gezonden, kan de raad bepalen binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 38 Interpellatie

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.

  • 2.

    De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.

  • 3.

    Als het verzoek ten minste 48 uur voor de aanvang van een raadsvergadering is ingediend of in het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, wordt over het verzoek in de eerstvolgende raadsvergadering gestemd.

  • 4.

    De interpellant voert niet vaker dan tweemaal het woord. De overige raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet vaker dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.

Artikel 39 Schriftelijke vragen

  • 1.

    Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier. Uitgangspunt is schriftelijke beantwoording. Indien de indiener mondelinge beantwoording wenst, dan geeft hij dat aan bij het indienen van de vraag.

  • 2.

    De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden van de raad en het college of de burgemeester.

  • 3.

    Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn ingediend.

  • 4.

    Als de vragen ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering zijn ingediend, vindt mondelinge beantwoording plaats in de eerstvolgende raadsvergadering, tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording zal plaatsvinden.

  • 5.

    Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester worden door tussenkomst van de griffier aan de raadsleden toegezonden.

  • 6.

    De vragensteller kan bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

Artikel 40 Vragenhalfuur

  • 1.

    Ieder lid heeft het recht om tijdens het vragenhalfuur mondeling één of meer bondig geformuleerde vragen aan de burgemeester of het college te stellen over een onderwerp dat niet op de agenda voorkomt, maar dat wel politiek, actueel en urgent is.

  • 2.

    Op dinsdag, onmiddellijk voorafgaand aan de raadsvergadering, vindt van 19.00 tot 19.30 uur het vragenhalfuur plaats, tenzij er geen vragen zijn ingediend. In bijzondere gevallen kan de agendacommissie bepalen dat het vragenhalfuur op een ander tijdstip wordt gehouden.

  • 3.

    De waarnemend voorzitter treedt op als voorzitter bij het vragenhalfuur.

  • 4.

    De voorzitter kan na overleg met de griffier weigeren een onderwerp tijdens het vragenhalfuurtje aan de orde te stellen, indien:

  • 5.

    hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven;

  • 6.

    het onderwerp niet voldoende politiek, urgent en actueel is, en/of het inzetten van andere instrumenten meer voor de hand ligt.

  • 7.

    Na de beantwoording door het college of de burgemeester krijgt de vragensteller desgewenst het woord om, korte, aanvullende vragen te stellen.

  • 8.

    Vervolgens kan de waarnemend voorzitter aan de andere raadsleden het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college of de burgemeester vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

  • 9.

    Tijdens het vragenhalfuur kunnen geen moties worden ingediend en worden geen interrupties toegelaten.

  • 10.

    Raadsleden die tijdens het vragenhalfuur vragen wil stellen, melden dit onder aanduiding van het onderwerp ten minste 18 uur voor aanvang van het vragenhalfuur, via de griffier, bij de voorzitter.

Artikel 41 Inlichtingen

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet schriftelijk in bij het college of de burgemeester.

  • 2.

    Een afschrift van dit verzoek wordt door de indiener in afschrift toegezonden aan de raad.

  • 3.

    De verlangde inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende of in de daaropvolgende vergadering gegeven.

  • 4.

    De gestelde vragen en het antwoord vormen een agendapunt voor de vergadering waarin de antwoorden zullen worden gegeven.

Artikel 42 Behandeling jaarrekening, perspectiefnota en begroting

Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschieden de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en vaststelling van de jaarrekening, perspectiefnota en begroting volgens een procedure die de agendacommissie vaststelt.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 43 Uitleg reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 44 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op 1 maart 2022. Op die datum vervalt het reglement van orde voor de raad van Oosterhout 2018.

  • 2.

    Dit reglement kan worden aangehaald onder de titel: reglement van orde voor de raad van Oosterhout 2022

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 februari 2022.

DE RAAD VOORNOEMD,

M. Buijs, voorzitter

E.C.A. Kaarsemaker, griffier.