Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Peuterspeelopvang en Voorschoolse Educatie, Leiden 2022 |
Citeertitel | Subsidieregeling Peuterspeelopvang en Voorschoolse Educatie, Leiden 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-01-2024 | bijlage A | 19-12-2023 | 23.0572 | ||
13-04-2022 | 01-01-2022 | 04-01-2024 | nieuwe regeling | 05-04-2022 | 22.0139 |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Deze subsidieregeling is van toepassing op door het college te verstrekken subsidies voor het voorkomen en verkleinen van risico’s op onderwijsachterstanden bij jonge kinderen voorafgaand aan de instroom in het basisonderwijs en sluit aan bij de wettelijke verplichting van de gemeente om een aanbod voor voorschoolse educatie in te richten (Wet op het Primair Onderwijs en Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie).
TITEL II. SPECIFIEKE BEPALINGEN
Artikel 8. De subsidiehoogte en verdeelregels
De subsidie wordt verdeeld op basis van de volgende berekeningen, rekening houdend met de plaatsingsperiode (het werkelijk aantal afgenomen uren) van een peuter:
per doelgroeppeuter in de peuterspeelopvang van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag: 640 uur per jaar (bijvoorbeeld 16 uren per week x 40 weken) maal het landelijk maximum uurtarief minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage; de ouderbijdrage wordt over 320 uur per jaar in rekening gebracht;
Artikel 9. Verplichtingen van de subsidieontvanger
De houder dient te voldoen aan de volgende verplichtingen:
voor de hoogte van de ouderbijdrage voor de peuterspeelopvang hanteert de houder de ‘VNG adviestabel ouderbijdrage peuteropvang’ van het betreffende jaar. Indien een hoger uurtarief dan het landelijk maximum uurtarief wordt gehanteerd voor ouders, dan komt de subsidie zoals opgenomen in artikel 8, lid 3 onder e te vervallen.
voor het bepalen van de hoogte van de ouderbijdrage worden de meest recente Inkomensverklaringen gebruikt van beide ouders, en indien sprake is van een éénoudergezin, van één ouder. Bij sterke afwijking van het inkomen of wanneer ouders geen Inkomensverklaringen kunnen overleggen, kan gebruik worden gemaakt van aanvullende documenten zoals een salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering. Uit de documenten dient te blijken dat het inkomen structureel is, en in ieder geval geldt voor de maand voorafgaand aan plaatsing;
indien de inkomenssituatie zodanig wijzigt dat ouders in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag, dan vervalt het recht op subsidie zodra het recht op kinderopvangtoeslag is ingegaan. Ouders zijn verplicht aan de houder per ommegaande te melden dat zij in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag;
Artikel 10. Beschikbaar budget en verdeelsleutel
Indien het maximaal beschikbare subsidiebedrag onvoldoende is om alle aanvragen te honoreren, wordt een rangorde vastgesteld op basis van de hieronder genoemde criteria:
als de aanvragen van de reeds subsidie ontvangende houders het budget overschrijden, wordt het aantal peuters in de aanvraag vergeleken met het gemiddeld aantal peuters in oktober van het voorgaande jaar; als met de gemiddelde aantallen van oktober het budget niet wordt overschreden, dan wordt het bedrag van de overschrijding naar rato gekort over de houders die meer hebben aangevraagd dan op basis van oktober van toepassing was; een en ander wordt afgerond op hele peuteraantallen;
aanvragen van houders die eerder nog geen subsidie hebben ontvangen, worden onderling geprioriteerd op de bijdrage die de nieuwe locatie levert aan een goede spreiding van voorzieningen over de stad. Een nieuwe locatie met de grootste afstand tot vergelijkbaar gesubsidieerd (peuterspeelopvang of hele dagopvang) aanbod krijgt daarbij de hoogste prioriteit. Bij gelijke afstand wordt binnen het maximaal beschikbare budget de resterende subsidie naar rato van de aangevraagde bedragen over de aanbieders verdeeld.
TITEL III. BEVOORSCHOTTING, VERANTWOORDING EN VASTSTELLING
Artikel 11. Bevoorschotting subsidie
De subsidie wordt door de subsidieontvanger die een reguliere jaarsubsidie ontvangen zichtbaar verantwoord in de eerstvolgende jaarrekening bij de verantwoording van die reguliere jaarsubsidie; andere subsidieontvangers verantwoorden de subsidie afzonderlijk en conform de daaraan in de beschikking inzake de subsidieverlening opgenomen vereisten.
TITEL IV. HARDHEIDSCLAUSULE, INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL
Het college kan, in bijzondere gevallen, één of meer bepalingen van deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken.
Toelichting Uren en financiering peuterspeelopvang
In onderstaand diagram is opbouw qua uren en financiering van de subsidieregeling in beeld gebracht voor de peuterspeelopvang.
Per type peuter ziet de financiering per uur voor de peuterspeelopvang er als volgt uit:
Naast bovenstaande ouderbijdrage en subsidie per uur betaalt de gemeente ook een koptarief per uur over alle bezette uren. Dit koptarief is bedoeld om het verschil tussen de werkelijke kostprijs en het landelijk maximum uurtarief te overbruggen. De peuterspeelopvang kent met het aanbod van 4 uur per dag gedurende 40 weken per jaar een relatief hoge kostprijs per uur, omdat de vaste kosten over veel minder uren kunnen worden terugverdiend dan in de hele dagopvang. De hele dagopvang werkt met hele dagen van veelal 11 uur gedurende 52 weken per jaar.