Organisatie | Utrechtse Heuvelrug |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp Utrechtse Heuvelrug 2022 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Utrechtse Heuvelrug 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Utrechtse Heuvelrug 2021.
Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Utrechtse Heuvelrug 2020
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-04-2022 | 01-01-2022 | nieuwe regeling | 29-03-2022 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug
gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Utrechtse Heuvelrug 2020;
overwegende dat het noodzakelijk is nadere regels te stellen ten aanzien van het pgb en financiële tegemoetkomingen;
Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Utrechtse Heuvelrug 2022
In de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Utrechtse Heuvelrug 2020 (hierna: de verordening) is bepaald dat het college met betrekking tot een aantal zaken nadere regels kan stellen in het Besluit. Het onderhavige Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Utrechtse Heuvelrug 2022 omvat deze nadere regels, die vooral van financiële aard zijn. Naast dit Besluit is de inhoudelijke uitvoering van de verordening verder uitgewerkt in de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Utrechtse Heuvelrug 2020.
Het prijspeil wordt enerzijds bepaald door gemeentelijke afspraken over de toe te passen indexering bijvoorbeeld voor de vergoedingen voor vervoer en woningaanpassingen. Daarnaast zijn er bedragen die landelijk c.q. in de regio Zuid Oost Utrecht zijn vastgelegd en jaarlijks kunnen worden herzien.
Artikel 1.2Maximale eigen bijdrage
Het college kiest ervoor om een eigen bijdrage te heffen voor maatwerkvoorzieningen in natura en via pgb’s van in totaal €19,00 per maand. Dit bedrag is vastgesteld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en kan bij ministeriële regeling jaarlijks (met ingang van 1 januari van het kalenderjaar) op basis van de consumentenprijsindex worden geïndexeerd. Het CAK stelt de eigen bijdrage vast en int deze. In artikel 3.8 van het uitvoeringsbesluit Wmo 2015 is een aantal uitsluitingsgronden voor het betalen van een eigen bijdrage opgenomen. Daarnaast is in de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Utrechtse Heuvelrug 2020 (hierna: Verordening 2020) opgenomen dat er geen eigen bijdrage betaald hoeft te worden voor een tillift en in de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Utrechtse Heuvelrug 2020 dat er geen eigen bijdrage opgelegd wordt bij bemoeizorg.
Artikel 1.3. Looptijd van de bijdrage
Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening in natura of een pgb, zolang de cliënt van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt. De cliënt betaalt nooit meer dan de kostprijs van de voorziening.
Wanneer de gemeente de maatwerkvoorzieningen ter beschikking stelt in bruikleen, betekent dit dat de gemeente ook kosten maakt voor het onderhoud en dat zolang de gemeente kosten maakt voor de maatwerkvoorziening, er sprake is van de inning van de eigen bijdrage van €19 per maand.
Artikel 2. Huishoudelijke ondersteuning
Het tarief voor huishoudelijke ondersteuning is gebaseerd op de tarieven 2021 vermeerderd met 2,85 % indexering. Dit conform de afspraken in Zuid Oost Utrecht om de indexering op elkaar af te stemmen. Daarnaast heeft er een eenmalige indexering plaatsgevonden in het licht van reëlere tarieven. Deze indexering voor ZIN is ook doorgevoerd bij de pgb-tarieven Bij de tarieven geldt dat deze in ZIN deelbaar moeten zijn door 60, omdat er per minuut gedeclareerd kan worden.
3.1 Persoonsgebonden budget (pgb)
3.2 Vergoeding bedragen bij financiële tegemoetkoming
Als de kostenraming van de woonvoorziening het bedrag van € 10.000 te boven gaat, geldt het verhuisprimaat. Als verhuizen geen optie is, geldt als maximumbedrag voor bouwkundige woonvoorzieningen het zogenaamde plafond dat voor vergoeding in aanmerking komt, € 45.000,- (inclusief Btw en exclusief leges). De kosten boven dit bedrag worden niet door de gemeente vergoed.
3.3 Bijzondere bepalingen bouwkundige woonvoorzieningen
Voor een aanpassing van woonwagen of woonboot geldt: als de technische levensduur nog minimaal 10 jaar is en er nog minimaal 5 jaar een legale lig- of standplaats voor bestaat binnen de gemeente, gelden voor aanpassing van woonschepen en woonwagens dezelfde regels als voor woningaanpassingen. Als hieraan niet wordt voldaan geldt een maximale vergoeding van € 10.000,- .
3.4 Terugbetaling economische meerwaarde
Wanneer binnen 10 jaar de woning wordt verkocht, moet de cliënt de gemeente een deel van de toegekende financiële tegemoetkoming terugbetalen. De hoogte van het terug te betalen bedrag is gelijk aan het bedrag van de voorziening, verminderd met 10 procent per jaar. De ontvanger van de tegemoetkoming bericht het college binnen zes weken na verkoop van de woning.
Het college kan een verhuurder vragen een aangepaste woning beschikbaar te houden voor een persoon met een beperking en de huurderving vergoeden aan de verhuurder met ingang van de datum van opzegging van de vorige huurder. Dit gedurende maximaal zes maanden.
Het bedrag van de vergoeding bedraagt de daadwerkelijk gederfde huurinkomsten, gemaximeerd tot het bedrag van de huurtoeslag ( € 763,47), zoals jaarlijks wordt vastgesteld in het onderdeel Huurtoeslag van de Belastingdienst.
Artikel 4 Vervoersvoorzieningen
Het pgb voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld op basis van de tarieven Zorg in Natura inclusief onderhoud en reparatie van de goedkoopst adequate voorziening zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald over een periode van 7 jaar.
4 .2 Financiële tegemoetkoming vervoersvoorzieningen
De Regiotaxi en Valys zijn altijd voorliggend in alle situaties.
Artikel 5. Wmo Huishoudelijke hulp, Wmo individuele begeleiding Wmo dagbeststeding en Wmo kortdurend verblijf
Bij de maatwerkvoorzieningen huishoudelijke hulp en begeleiding wordt met het toekennen van een
pgb onderscheid gemaakt tussen ondersteuning door:
In artikel 13 van de Verordening staan de voorwaarden voor de berekening pgb.
5.1Wmo maximale pgb-tarieven 2022
Bij kortdurend verblijf geleverd in pgb via een persoon uit het sociaal netwerk, geldt dat er maximaal 12 uur zorg per etmaal gedeclareerd kan worden.
Artikel 6. Jeugd maximale pgb-tarieven
Bij dagopvang basis geleverd in pgb via een persoon uit het sociaal netwerk, geldt dat er maximaal 2,5 uur zorg per dagdeel gedeclareerd kan worden.
Bij logeren basis geleverd in pgb via een persoon uit het sociaal netwerk, geldt dat er maximaal 7,5 uur zorg per etmaal gedeclareerd kan worden.
Bij logeren basis (aanvullend dagdeel) geleverd in pgb via een persoon uit het sociaal netwerk, geldt dat er maximaal 2,5 uur zorg per dagdeel gedeclareerd kan worden.
Bij verblijf met begeleiding excl. Behandeling geleverd in pgb via een persoon uit het sociaal netwerk, geldt dat er maximaal 7,5 uur zorg per etmaal gedeclareerd kan worden.
Artikel 7.1 Hoogte pgb voor rolstoelen
Artikel 7.2 Financiële tegemoetkoming sportrolstoel
Beide financiële tegemoetkomingen zijn bedoeld voor de aanschaf en het onderhoud van de voorziening voor een periode van minimaal drie jaar. Na de periode van drie jaar worden onderhoudskosten vergoed, indien de voorziening technisch is goedgekeurd en de offerte is goedgekeurd door het college.
Dit Besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2022, onder gelijktijdige intrekking van “Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Utrechtse Heuvelrug 2021”.
Dit besluit wordt aangehaald als “Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Utrechtse Heuvelrug 2022”.