Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veendam

Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Veendam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Veendam
CiteertitelBeleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente 2022 gemeente Veendam
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 35 van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-04-202206-04-202201-10-2022Nieuwe regeling

05-04-2022

gmb-2022-159304

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Veendam

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam,

 

gelet op:

- titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

- artikel 35 van de Participatiewet;

 

overwegende dat:

- het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in de gemeente Veendam in aanmerking kunnen komen voor een eenmalige energietoeslag 2022;

- het daarom wenselijk is voor dit doel aanvullende beleidsregels vast te stellen op de Richtlijnen bijzondere bijstand gemeente Veendam.

 

 

 

B e s l u i t

 

vast te stellen de navolgende beleidsregels ‘Eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Veendam’.

 

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. wet: Participatiewet;

b. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam;

c. inkomen: het inkomen als bedoeld in de wet, uitgezonderd de inkomensbestanddelen

genoemd in artikel 31, tweede lid en artikel 36 van de wet;

d. peildatum: de eerste dag van de kalendermaand voorafgaand aan de kalendermaand waarin de aanvraag wordt gedaan;

e. referteperiode: de volledige maand vanaf de peildatum;

f. onzelfstandige woonruimte: woning zonder eigen toegang, waarbij er sprake is van het

delen van een of meerdere woonruimtes zoals het delen van een woonkamer, keuken, douche

en toilet.

 

Artikel 2: Doelgroep eenmalige energietoeslag 2022

1. De eenmalige energietoeslag 2022 van € 800 is bedoeld voor een huishouden met een laag inkomen en wordt ambtshalve of op aanvraag als bijzondere bijstand verleend.

2. Voor de toepassing van deze regeling wordt het vermogen niet in aanmerking genomen.

3. Een huishouden (alleenstaande of gezin) heeft een laag inkomen als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 120 % van de toepasselijke bijstandsnorm.

4. In uitzondering op lid 3 wordt een huishouden ook tot de doelgroep gerekend als vanwege problematische schulden en deelname aan een schuldhulptraject dat huishouden gedurende de referteperiode slechts het ‘vrij te laten bedrag’ van 95% van de geldende bijstandsnorm te besteden heeft.

5. Tot een zelfstandig huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:

a. in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet;

b. jonger is dan 21 jaar;

c. jonger is dan 27 jaar en aanspraak maakt op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000; of

d. is ingeschreven in de basisregistratie personen als ingezetene met enkel een briefadres.

e. kamerbewoner is, waaronder wordt verstaan een bewoner van een onzelfstandige woonruimte.

 

Artikel 3: Ambtshalve toekenning

1. Huishoudens die voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2, en op 1 februari 2022:

a. algemene bijstand ontvangen; of

b. een uitkering ontvangen op grond van de IOAW en IOAZ; of

c. een uitkering ontvangen op grond van de Bbz 2004

ontvangen de eenmalige energietoeslag 2022 ambtshalve uiterlijk in de maand april 2022.

2. De ambtshalve toekenning heeft geen betrekking op huishoudens die algemene bijstand ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank op grond van artikel 47a van de wet.

 

Artikel 4: Aanvraag

1. Huishoudens die niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning van de energietoeslag 2022 kunnen een aanvraag indienen met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier via de gemeentelijke website.

2. In afwijking van deze digitale aanvraag kan een aanvraag schriftelijk ingediend worden indien een digitale aanvraag niet mogelijk is.

3. Een aanvraag voor de eenmalige energietoeslag kan worden ingediend tot en met 30 juni 2022.

 

Artikel 5: Hardheidsclausule

1. Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.

 

Artikel 6. Inwerkingtreding en duur beleidsregels

1. Deze beleidsregels treden in werking na officieel te zijn bekendgemaakt en werken terug tot en met 6 april 2022.

2. Deze beleidsregels vervallen op 1 oktober 2022.

 

Artikel 7. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als:

 

Beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente 2022 gemeente Veendam.

 

 

 

Aldus vastgesteld op 5 april 2022

Het college van burgemeester en wethouders

de heer B.H.M. Link

Burgemeester

de heer A. Castelein

Secretaris

Toelichting

De beleidsregel Eenmalige energietoeslag 2022 staat niet op zichzelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 5 in.

In de aanhef van deze beleidsregel wordt gesproken van huishoudens die in aanmerking kunnen komen voor de energietoeslag. In de wet wordt in artikel 4 gesproken van de alleenstaande enerzijds en over het gezin anderzijds. Dit zijn de huishoudens tot wie deze beleidsregel zich richt. Tot het gezin worden op grond van artikel 4 lid 1 onder c PW gerekend de gehuwden tezamen (op grond van artikel 3 PW ook ongehuwd samenwonenden en geregistreerd partners), gehuwden met hun ten laste komende kinderen en de alleenstaande ouder met de tot zijn last komende kinderen. In artikel 35 over de bijzondere bijstand, waaronder de categoriale bijzondere bijstand, waar deze regeling toe behoort, wordt ook gesproken van de alleenstaande en het gezin. In artikel 35 lid 4 van het wetsvoorstel wordt tenslotte gesproken van een alleenstaande aan wie of een gezin waaraan bijzondere bijstand in de vorm van een eenmalige energietoeslag kan worden verleend, zonder dat wordt nagegaan of die alleenstaande of dat gezin in dat jaar een sterk gestegen energierekening had.

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

In artikel 2 wordt de doelgroep nader omschreven. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip ‘inkomen’ is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt in de eigen beleidsregels bijzondere bijstand. Daar voorziet artikel 1 in.

Jongeren tot 21 jaar hebben geen recht op de toeslag. Het gaat dan om jongeren met of zonder algemene bijstand. Voor hen geldt dat de ouders onderhoudsplichtig zijn. Jongeren die noodzakelijk uit huis wonen en hun onderhoudsrechten niet kunnen (laten) verzilveren kunnen een aanvraag indienen voor individuele bijzondere bijstand in verband met de stijging van de energieprijzen.

 

Artikel 3

Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit wordt aangenomen bij huishoudens die algemene bijstand (en algemene bijstand in de vorm van een renteloze geldlening op grond van het Bbz) ontvangen of een uitkering IOAW of IOAZ.

 

Artikel 5

Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. De gemeente overweegt om in dergelijke situaties een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing uit te voeren (zie artikel 5). De hardheidsclausule artikel 16 van de Participatiewet voorziet hier niet in.

 

In gevallen dat het inkomen net boven de inkomensgrens van artikel 2 ligt en deze net-niet-rechthebbenden in vergelijkbare mate te maken hebben met energiearmoede, in gevallen waarin de tegemoetkoming in geen verhouding staat tot de werkelijke energiekosten en in gevallen waarin bijvoorbeeld door schulden elke ruimte in het inkomen gemist wordt om de energiekosten op te vangen, kan ook individuele bijzondere bijstand overwogen worden, waarbij het college op grond van de wet gehouden is om maatwerk te leveren (CRVB:2020:3517), en niet kan volstaan met de enkele verwijzing naar deze beleidsregel.