Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voorschoten

Mandaatbesluit gemeente Voorschoten 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoorschoten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaatbesluit gemeente Voorschoten 2022
CiteertitelMandaatbesluit gemeente Voorschoten 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Mandaatbesluit gemeente Voorschoten 2019, Ondermandaatbesluit gemeentesecretaris Voorschoten 2021 en de Interne instructie voor het ambtelijk gebruik van mandaatbevoegdheden Voorschoten 2019.

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 60 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek
  3. artikel 168, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 171 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-04-202201-04-2022nieuwe regeling

29-03-2022

gmb-2022-157486

Z/22/063851

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatbesluit gemeente Voorschoten 2022

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders, ieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft;

 

Overwegende dat in dit mandaatbesluit de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden worden toegekend aan de gemeentesecretaris en medewerkers, teneinde hen in staat te stellen werkzaamheden aan hun opdracht, project of proces zelfstandig uit te voeren;

 

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op artikel 60 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

Gelet op artikel 168, eerste lid en artikel 171, tweede lid van de Gemeentewet;

 

Besluiten vast te stellen het navolgende:

 

Mandaatbesluit gemeente Voorschoten 2022

Artikel 1. Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Het college: het college van burgemeesters en wethouders van gemeente Voorschoten;

  • b.

    De burgemeester: de burgemeester van de gemeente Voorschoten als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente in en buiten rechte;

  • c.

    De portefeuillehouder: de afzonderlijke leden van het college wiens werkveld het betreft;

  • d.

    De gemeente: de gemeente als publiekrechtelijke rechtspersoon alsmede de gemeente als privaatrechtelijke rechtspersoon;

  • e.

    De raad: de gemeenteraad van de gemeente Voorschoten;

  • f.

    De gemeentesecretaris: de gemeentesecretaris van de gemeente Voorschoten;

  • g.

    Medewerker(s): een voor de gemeente Voorschoten als ambtenaar dan wel door externe inhuur werkzame persoon.

  • h.

    Ambtelijke organisatie: het geheel van voor de gemeente Voorschoten als ambtenaar, dan wel door externe inhuur werkzame natuurlijke personen, niet zijnde griffier of medewerker van de griffie, die het bestuur van de gemeente ondersteunen bij het ontwikkelen, vaststellen en uitvoeren van beleid;

  • i.

    Externe inhuur: een organisatie of een natuurlijke persoon waarmee geen arbeidsrelatie bestaat, die tegen betaling en in opdracht van gemeente Voorschoten werkzaamheden verricht , die bestaan uit het inzetten van personele capaciteit of specifieke deskundigheid;

  • j.

    Domeinhoofd: een voor de gemeente Voorschoten als ambtenaar of door externe inhuur werkzame natuurlijke persoon, zijnde het hoofd van het domein Mens en Samenleving van de gemeente Voorschoten. Voor wat betreft de bevoegdheden moet, waar in dit besluit wordt gesproken over teammanager, tevens domeinhoofd worden gelezen;

  • k.

    Teammanager: een voor de gemeente Voorschoten als ambtenaar of door externe inhuur werkzame natuurlijke persoon, zijnde de manager van een team van de gemeente Voorschoten;

  • l.

    Machtiging: de bevoegdheid om namens de burgemeester of het college van burgemeester en wethouders handelingen te verrichten die noch een besluit, noch privaatrechtelijke rechtshandelingen zijn;

  • m.

    Mandaat: de bevoegdheid om namens de burgemeester of het college van burgemeester en wethouders besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht te nemen;

  • n.

    Volmacht: de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten

Artikel 2. Gelijkstelling machtiging en volmacht

Tenzij in deze regeling anders is bepaald, wordt in deze regeling onder mandaat ook machtiging en volmacht verstaan.

Artikel 3. Bereik

  • 1.

    Dit mandaatbesluit betreft niet de verlening van mandaat of ondermandaat voor het gebruik van de volgende bevoegdheden ingevolge de budgethoudersregeling gemeente Voorschoten 2019 voor:

    • a.

      het aangaan van verplichtingen (artikelen 1.2 en 1.4);

    • b.

      het doen van uitgaven (artikelen 1.2 en 1.4);

    • c.

      het met toestemming van de budgethouder aangaan van verplichtingen (artikel 3.1, tweede lid);

    • d.

      het fiatteren van inkomsten en uitgaven (artikel 3.1, eerste lid);

    • e.

      het met toestemming van de budgethouder doen van uitgaven (artikel 3.1, derde lid);

    • f.

      het binnen een programma neutraal aanpassen van budgetten (artikel 3.2, eerste lid).

  • 2.

    Dit mandaatbesluit betreft tevens niet de verlening van mandaat of ondermandaat voor het gebruik van bevoegdheden ingevolge artikel 15 van het Treasurystatuut gemeente Voorschoten 2021.

Artikel 4. Volmacht en machtiging aan portefeuillehouders

Aan de portefeuillehouder wordt volmacht en machtiging verleend om de gemeente te vertegenwoordigen door middel van spreekrecht en stemrecht bij vergaderingen waar de portefeuillehouder namens de gemeente aanwezig is.

Artikel 5. Mandaat aan gemeentesecretaris

  • 1.

    Aan de gemeentesecretaris wordt mandaat verleend ten aanzien van de tot het college en de burgemeester behorende aangelegenheden;

  • 2.

    Het voorgaande lid geldt niet voor bevoegdheden waarvoor rechtens geen mandaat kan worden verleend of waarvan de aard en strekking zich tegen het verlenen van mandaat verzet;

  • 3.

    De in bijlage 1 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan het college of de burgemeester, ieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft;

  • 4.

    Bij verhindering of ontstentenis van de gemeentesecretaris geldt de ‘Vervangingsregeling gemeentesecretaris’, tenzij uitdrukkelijk of krachtens deze regeling anders is bepaald;

  • 5.

    De gemeentesecretaris kan de aan hem gemandateerde bevoegdheden in ondermandaat geven aan de medewerkers of externe partijen.

Artikel 6. Ondermandaat

  • 1.

    De aan de gemeentesecretaris gemandateerde bevoegdheden worden door de gemeentesecretaris in ondermandaat gegeven aan de medewerkers van de gemeente Voorschoten, met uitzondering van:

    • a.

      De bevoegdheden die bij of krachtens de wet aan zijn functie zijn toegekend;

    • b.

      De bevoegdheden, genoemd in bijlage 2;

    • c.

      De mandaten die op basis van artikel 10:4 Awb zijn verleend aan externe partijen. Deze mandaten zijn voorbehouden aan betreffende externe partijen, tenzij bij nader te nemen besluit dit tevens in ondermandaat wordt gegeven;

  • 2.

    In afwijking van het gestelde in het eerste lid worden, in geval van een incident in de gemeente Voorschoten, waarbij externe medewerkers piketdienst hebben, de in bijlage 3 opgenomen bevoegdheden tevens aan de daarbij behorende (externe) personen of functies gemandateerd;

  • 3.

    De ondermandatarissen maken van het aan hen verleende mandaat slechts gebruik ten aanzien van aangelegenheden die behoren tot de werkzaamheden die horen bij hun functie.

  • 4.

    De gemeentesecretaris is bevoegd om mandaten die bij dit besluit aan de onder hem ressorterende medewerkers zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, te wijzigen of in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en bekendgemaakt, tenzij het om een concrete, individuele en eenmalige aangelegenheid gaat.

Artikel 7. Beperking mandaat

Een mandaat wordt niet gebruikt:

  • a.

    Als artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is;

  • b.

    Als de schijn van vooringenomenheid of belangenverstrengeling wordt gewekt;

  • c.

    Als de (onder)gemandateerde een particulier belang heeft bij het gebruik van het mandaat;

  • d.

    Als voor wat betreft de in artikel 160, eerste lid, onder e, f, g of h van de Gemeentewet genoemde bevoegdheden als de uitoefening daarvan ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente;

  • e.

    Om van geldend beleid af te wijken.

Artikel 8. Nadere regels en instructies

  • 1.

    De (onder)gemandateerde blijft bij de uitoefening van de aan hem gemandateerde bevoegdheid te allen tijde binnen de door bestuursorganen van de gemeente Voorschoten vastgestelde beleidskaders;

  • 2.

    De (onder)gemandateerde oefent de aan hem gemandateerde bevoegdheid uit met inachtneming van vigerende formele en materiële wet- en regelgeving;

  • 3.

    De (onder)gemandateerde is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteitstoets op zijn werk;

  • 4.

    Het college, de burgemeester en/of de gemeentesecretaris kunnen instructies geven over de wijze waarop de gemandateerde bevoegdheden worden uitgeoefend;

  • 5.

    Bij het opmaken en het ondertekenen van een document, waarin van het verleende mandaat gebruik wordt gemaakt, houdt de (onder)gemandateerde zich aan de voorgeschreven huisstijl;

  • 6.

    De (onder)gemandateerde draagt er zorg voor dat er overleg met de portefeuillehouder, de burgemeester of het college plaatsvindt voordat een besluit wordt genomen, indien;

    • a.

      Het een aangelegenheid betreft waarover door de raad in een eerder stadium vragen aan het college of de burgemeester zijn gesteld;

    • b.

      Het bestuursorgaan of de portefeuillehouder dit kenbaar heeft gemaakt;

    • c.

      Het besluit ingrijpende financiële consequenties heeft, zoals budgetoverschrijding of het aangaan van meerjarige verplichtingen met invloed op de meerjarenbegroting die nog niet voorzien waren;

    • d.

      Bij het besluit meerdere organisatieonderdelen zijn betrokken, wier standpunt niet gelijkluidend is;

    • e.

      Het besluit en/of de (rechts)handeling als politiek, bestuurlijk of anderszins gevoelig wordt aangemerkt of als dit te verwachten is;

    • f.

      De aangelegenheid tot kritische berichtgeving in de media heeft geleid dan wel in verband met de aard van de aangelegenheid redelijkerwijs moet worden aangenomen dat dit zal gebeuren.

Artikel 9. Beheer mandaatregeling

Het team Juridische zaken, facilitair en inkoop is belast met het beheer van de (onder)mandaten.

Artikel 10. Slotbepalingen

  • 1.

    Dit besluit wordt aangehaald als “Mandaatbesluit gemeente Voorschoten 2022”;

  • 2.

    Met de vaststelling van dit besluit wordt gelijktijdig de volgende regelingen ingetrokken:

    • a.

      Mandaatbesluit gemeente Voorschoten 2019;

    • b.

      Ondermandaatbesluit gemeentesecretaris Voorschoten 2021;

    • c.

      Interne instructie voor het ambtelijk gebruik van mandaatbevoegdheden Voorschoten 2019.

  • 3.

    Dit besluit treedt in werking daags na publicatie en werkt dan terug tot en met 1 april 2022.

A. R. de Graaf,

Gemeentesecretaris

drs. N. Stemerdink,

burgemeester

Bijlage 1:  

Aangelegenheden welke ingevolge artikel 4 lid 3 van dit mandaatbesluit blijven voorbehouden aan het college respectievelijk de burgemeester. Tenzij in deze bijlage anders is vermeld, betreft de beperking geen voorbereidings- of uitvoeringshandelingen:

 

A. Algemeen

  • 1.

    Indien het besluit een afwijking zou inhouden van het bestaande beleid, vastgestelde richtlijnen en/of voorschriften;

  • 2.

    het voorgenomen besluit een overschrijding van een budget of krediet tot gevolg heeft dan wel een groot financieel risico met zich brengt;

  • 3.

    als een lid van het college of de leidinggevende van de mandaathouder heeft aangegeven dat hij het voorstel aan de mandaatgever wenst voor te leggen;

  • 4.

    als de mandaatgever heeft aangegeven zelf te willen besluiten;

  • 5.

    aan het voorgenomen besluit mogelijkerwijs politieke consequenties zijn verbonden dan wel dat dit precedentwerking tot gevolg kan hebben. Hiervan is sprake als:

    • a.

      de aangelegenheid tot negatieve berichtgeving in de media heeft geleid of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat dit zal gebeuren;

    • b.

      de aangelegenheid ingrijpende gevolgen kan hebben voor een groot aantal inwoners, bedrijven, verenigingen, stichtingen of belangengroepen;

  • 6.

    indien de mandaathouder een persoonlijk belang heeft bij de uitoefening van de bevoegdheden, dan vindt besluitvorming plaats door de hiërarchisch hoger geplaatste persoon op de afdeling.

B. Publiekrecht

  • 1.

    Het afleggen van verantwoording aan en het informeren en raadplegen van de raad;

  • 2.

    het doen van voorstellen aan de raad;

  • 3.

    het vaststellen, wijzigen of intrekken van regels omtrent de ambtelijke organisatie;

  • 4.

    het vaststellen, wijzigen of intrekken van algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of beleidsnota’s;

  • 5.

    het formeel beoordelen van een klacht;

  • 6.

    het verlenen van inspraak;

  • 7.

    het vaststellen van een inspraakprocedure;

  • 8.

    het beslissen om een voorgenomen besluit met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure voor te bereiden;

  • 9.

    het nemen van een met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure voorbereid besluit, als binnen de daarvoor gestelde termijn zienswijzen naar voren zijn gebracht;

  • 10.

    het beslissen om een besluit op een aanvraag om omgevingsvergunning met de uitgebreide procedure voor te bereiden;

  • 11.

    beslissen op een aanvraag om omgevingsvergunning als in de uitgebreide procedure binnen de gestelde termijn zienswijzen naar voren zijn gebracht;

  • 12.

    het nemen van besluiten gericht tot:

    • a.

      de Koning of andere leden van het Koninklijk Huis;

    • b.

      de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten Generaal of een uit de Eerste of Tweede Kamer der Staten Generaal gevormde commissie;

    • c.

      de vice-president van de Raad van State;

    • d.

      de president van de Algemene Rekenkamer;

    • e.

      de Nationale Ombudsman;

    • f.

      een publiekrechtelijke rechtspersoon of een bestuursorgaan van een publiekrechtelijke rechtspersoon.

  • 13.

    Besluiten tot het sluiten van een convenant of een intentieovereenkomst;

  • 14.

    Het sluiten van een overeenkomst tot sponsoring ;

  • 15.

    Het verlenen, weigeren, wijzigen, intrekken of opleggen van voorzieningen of verplichtingen van betrokkenen op het gebied van werk en inkomen;

  • 16.

    Het afwijken van het advies van een wettelijk adviseur om met gebruik van mandaat ingevolge de Budgethoudersregeling Gemeente Voorschoten 2019:

    • a.

      te besluiten tot nadeelcompensatie of tegemoetkoming in planschade;

    • b.

      nemen van een zuiver of onzuiver schadebesluit;

  • 17.

    het vaststellen van een subsidieplafond;

  • 18.

    het vaststellen of wijzigen van verdeling van een subsidieplafond;

  • 19.

    het als handhavingsmaatregel intrekken van een ontheffing of vergunning;

  • 20.

    het opleggen van een bestuurlijke boete;

  • 21.

    het toepassen van artikel 3, eerste lid (beschikking), artikel 5, eerste lid (overheidsopdracht), artikel 5a (vastgoedtransactie), artikel 6 (subsidie) of artikel 7 (gemeentelijke vergunning) van de Wet bevordering integriteitsbepalingen door het openbaar bestuur.

  • 22.

    Het anders dan pro forma instellen van beroep of hoger beroep bij een bestuursrechter. De beperking is alleen van toepassing als de gronden van een pro forma ingesteld beroep of hoger beroep aangevuld kunnen worden. De beperking is niet van toepassing op het instellen van voorwaardelijk incidenteel beroep.

  • 23.

    Het instellen, afschaffen dan wel veranderen van jaarmarkten of gewone marktdagen;

  • 24.

    Het nemen van besluiten ten aanzien van de voorbereiding van de civiele verdediging;

  • 25.

    Het inspreken bij een bestuursorgaan van een ander openbaar lichaam;

  • 26.

    Het geven van een zienswijze op een voorgenomen besluit van een bestuursorgaan van een ander openbaar lichaam.

C. Specifieke bevoegdheden burgemeester

  • 27.

    Het sluiten van een woning, lokaal of ander gebouw op basis van artikel 13b van de Opiumwet;

  • 28.

    De bevoegdheden ingevolge de artikelen 151b tot en met 151d alsmede de artikelen 172 tot en met 177 van de Gemeentewet;

  • 29.

    De bevoegdheden op grond van de Wet veiligheidsregio’s;

  • 30.

    Het nemen van een besluit op grond van de Wet tijdelijk huisverbod;

  • 31.

    De bevoegdheden in de artikelen 20 en 24 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.

  • 32.

    Het uitvaardigen van een noodverordening/noodbevel;

  • 33.

    Het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement.

D. Privaatrecht

  • 1.

    Besluiten om een privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten in gevallen waarvoor de raad heeft verzocht om van te voren te worden ingelicht.

  • 2.

    Besluiten tot het sluiten van een convenant of een intentieovereenkomst.

  • 3.

    Het accepteren van schenkingen of legaten.

  • 4.

    Besluiten om een concessieovereenkomst te sluiten.

  • 5.

    Het verstrekken van leningen, waarborgen of garanties.

  • 6.

    Het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen.

E. Rechtsgangen

  • 1.

    Het instemmen met alternatieve beslechting van het geschil met een partij die (hoger) beroep heeft ingesteld.

  • 2.

    Het maken van bezwaar, het instellen van administratief beroep, het indienen van een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening bij een bestuursrechter in gevallen waarvoor de raad heeft verzocht om vooraf te worden ingelicht.

  • 3.

    Het anders dan pro forma maken van bezwaar. De beperking is alleen van toepassing als de gronden van een pro forma ingesteld bezwaar aangevuld kunnen worden.

  • 4.

    Het anders dan pro forma instellen van administratief beroep. De beperking is alleen van toepassing als de gronden van een pro forma ingesteld administratief beroep aangevuld kunnen worden.

  • 5.

    Het anders dan pro forma instellen van beroep of hoger beroep bij een bestuursrechter. De beperking is alleen van toepassing als de gronden van een pro forma ingesteld beroep of hoger beroep aangevuld kunnen worden. De beperking is niet van toepassing op het instellen van voorwaardelijk incidenteel beroep.

  • 6.

    Het besluit om een procedure te starten bij de burgerlijke rechter.

  • 7.

    Het inzake een bestaand geschil instemmen met arbitrage, het voorleggen van het geschil aan scheidslieden of een alternatieve geschillenbeslechting.

  • 8.

    Het aanvragen van het faillissement van de gemeente of surseance van betaling voor de gemeente.

  • 9.

    Het aanvragen van het faillissement van een natuurlijke persoon of een andere rechtspersoon dan de gemeente.

  • 10.

    Het treffen van een schikking waarbij genoegen wordt genomen met een vermindering van de schadevergoeding met meer dan € 2.500 ten opzichte van de door de gemeente geleden schade.

  • 11.

    Het doen van beklag over het niet of niet verder vervolgen van strafbare feiten.

F. Benoemingen

  • 1.

    Het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de burgemeester, het college of de gemeente in organen van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • 2.

    Het benoemen van de loco-secretaris;

  • 3.

    Het benoemen van personen in adviesorganen van de burgemeester of het college;

  • 4.

    Het benoemen van personen in bestuurscommissies als bedoeld in artikel 83 van de Gemeentewet;

  • 5.

    Het benoemen van personen in commissies als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet.

G. Personele aangelegenheden

  • 1.

    Formatiewijzigingen waarbij geen sprake is van dekking uit personeelsbudgetten en dus een wijziging van de personeelsbegroting betreft;

  • 2.

    Besluiten omtrent organisatiewijziging waarbij sprake is van een wijziging van de verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen de organisatie die gevolgen heeft voor werknemers en die door de Ondernemingsraad in redelijkheid als zodanig wordt benoemd;

  • 3.

    Het vaststelling of wijzigen van het Personeelshandboek, met uitzondering van het instructierecht;

  • 4.

    Toepassing van de hardheidsclausule van de rechtspositieregeling met materieel effect van meer dan € 5.000,00. Dit betreft de mogelijkheid om van regelgeving af te wijken als gevolg van de toepassing van die regeling, bijvoorbeeld bij onvoorzien en onredelijk nadelig effect voor de medewerker;

  • 5.

    Besluiten in het kader van de Regeling Vermoeden misstanden;

  • 6.

    Besluiten op de adviezen van de klachtencommissie ongewenst gedrag;

  • 7.

    Toepassing rechtspositie ten aanzien van de gemeentesecretaris;

Bijlage 2:  

Aangelegenheden welke ingevolge artikel 5 lid 1, onder b van dit mandaatbesluit voorbehouden blijven aan de gemeentesecretaris, respectievelijk de teammanager. Tenzij in deze bijlage anders is vermeld, betreft de beperking geen voorbereidings- of uitvoeringshandelingen: :

 

Artikel 1. Ondermandaat aan teammanagers

  • 1.

    Aan een teammanager wordt geen ondermandaat verleend voor het gebruik van de volgende bestuursrechtelijke bevoegdheden:

    • a)

      het beslissen op een bezwaar tegen een door hem namens de burgemeester of het college genomen besluit;

    • b)

      het nemen van een verkeersbesluit – de beperking betreft niet besluiten inzake een bijzondere gehandicaptenparkeerplaats of een parkeerplaats voor het opladen van elektrische voertuigen.

  • 2.

    Aan een teammanager wordt geen ondermandaat verleend voor de volgende personele bevoegdheden:

    • a)

      Formatiewijzigingen waarbij sprake is van dekking uit personeelsbudgetten;

    • b)

      Het vaststellen van een vaststellingsovereenkomst voor ontslag met wederzijds goedvinden;

    • c)

      Ontslag op grond van WIA IVA, ontslag zonder instemming van de werknemer en ontslag door dringende reden;

    • d)

      Toepassing rechtspositie ten aanzien van de teammanager zelf;

    • e)

      Toepassing van de hardheidsclausule van de rechtspositieregeling met materieel effect van meer dan € 1.500,00. Dit betreft de mogelijkheid om van regelgeving af te wijken als gevolg van de toepassing van die regeling, bijvoorbeeld bij onvoorzien en onredelijk nadelig effect voor de medewerker;

    • f)

      Besluiten met nadrukkelijke precedentwerking zoals bijvoorbeeld maar niet uitsluitend: toekenning arbeidsmarkttoelage, functioneringstoelage en een arbeidsovereenkomst bij aanvang voor onbepaalde tijd. Toekenning van gratificaties en arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd zijn hiervan uitgezonderd;

    • g)

      Besluiten met betrekking tot bovenformatiefverklaring;

    • h)

      Besluiten omtrent van toepassing verklaren bijzondere regeling van de werktijden of wijziging openingstijden;

    • i)

      Vaststelling VWNW traject;

    • j)

      Vaststelling collectief opleidingsplan en kosten voor opleidingen die het teamopleidingsbudget overschrijden.

    • k)

      Zaken die een financiële impact hebben op het personeel die groter zijn dan de vastgestelde budgetten voor de teammanager.

    • l)

      Het inhuren van extern personeel dat de vastgestelde teambudgetten of de teamformatie overschrijden.

Artikel 2. Ondermandaat aan overige medewerkers

  • 1.

    Aan een medewerker wordt geen ondermandaat verleend voor het gebruik van de in artikel 1 van deze bijlage genoemde bevoegdheden;

  • 2.

    Aan een medewerker wordt geen ondermandaat verleend voor het gebruik van de volgende bestuursrechtelijke bevoegdheden:

    • a)

      het verlenen, intrekken of wijzigen van uitstel van betaling van een bestuursrechtelijke geldschuld;

    • b)

      het vaststellen van de verschuldigde wettelijke rente over een bestuursrechtelijke geldschuld aan de gemeente;

    • c)

      het bij dwangbevel invorderen van een bestuursrechtelijke geldschuld;

    • d)

      het opleggen van last onder bestuursdwang, niet zijnde een dwangsom;

    • e)

      het opheffen van een last onder bestuursdwang, niet zijnde een dwangsom;

    • f)

      besluiten tot toepassing van bestuursdwang, niet zijnde een dwangsom – de beperking betreft niet het terstond toepassen van bestuursdwang in een spoedeisend geval waarin geen voorafgaande last wordt opgelegd;

    • g)

      besluiten tot het verhalen van de kosten van bestuursdwang en het vaststellen van de hoogte daarvan;

  • 3.

    Aan een medewerker wordt geen ondermandaat verleend voor de volgende privaatrechtelijke bevoegdheden:

    • a)

      het treffen van een schikking over door de gemeente geleden schade.

    • b)

      besluiten om uitstel van betaling te verlenen, te wijzigen of in te trekken.

  • 4.

    Aan een medewerker wordt geen ondermandaat verleend voor het gebruik van de volgende bevoegdheden voor strafrechtelijke procedures over andere feiten dan zaakbeschadiging en persoonlijke bedreiging:

    • a)

      het doen van aangifte van een strafbaar feit;

    • b)

      voegen van de gemeente als benadeelde partij in het strafproces (voor schadevergoeding).

Bijlage 3:  

Mandaten welke in ingevolge artikel 5 lid 2 van dit mandaatbesluit gelden in geval van een incident:

 

Aan de dienstdoende Algemeen Commandant Bevolkingszorg (ACBz) om opdrachten te verlenen tot activiteiten in het kader van de bevolkingsprocessen (art. 2.1.3, lid 2 Besluit Veiligheidsregio’s) en risicobeheersing ten tijde van ramp en crisis (het gaat hier om kosten die noodzakelijkerwijs gemaakt moeten worden voor het beperken van risico’s of gevaar of in het voorzien van acute zorg voor de bevolking). Indien mogelijk wordt akkoord gevraagd aan de burgemeester of andere bevoegde bestuurder. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt de burgemeester/bestuurder zo spoedig mogelijk geïnformeerd. De ACBz is in zijn handelen zowel zakelijk als proportioneel en is als deelnemer in het Regionaal Operationeel Team (ROT) bevoegd van daaruit coördinatie te voeren en bindende aanwijzingen te geven aan gemeentelijke diensten in het kader van de bevolkingszorg en crisisbeheersing;

 

Aan de dienstdoende Officier van Dienst Bevolkingszorg (OvDBz ) van de gemeenten in de Veiligheidsregio Hollands Midden om opdracht te verlenen tot activiteiten in het kader van de bevolkingsprocessen (art. 2.1.3, lid 2 Besluit Veiligheidsregio’s) en risicobeheersing ten tijde van ramp en crisis (het gaat hier om kosten die noodzakelijkerwijs gemaakt moeten worden voor het beperken van risico’s of gevaar of in het voorzien van acute zorg voor de bevolking). Indien mogelijk wordt akkoord gevraagd aan de burgemeester of andere bevoegde bestuurder. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt de burgemeester/bestuurder zo spoedig mogelijk geïnformeerd. De OvDBz is in zijn handelen zowel zakelijk als proportioneel en is deelnemer in het CoPI en draagt zorg voor de opstart en leiding van de gemeentelijke processen (Bevolkingszorg) en de gemeentelijke functionarissen in het inzetgebied CoPI. Tevens is hij belast met de overdracht naar de reguliere gemeentelijke organisaties.