Organisatie | Oss |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Oss |
Citeertitel | Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Oss |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 1 januari 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-04-2022 | nieuwe regeling | 29-03-2022 |
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss in de vergadering van 29 maart 2022.
Burgemeester en wethouders van Oss,
De secretaris,
Drs. H. Mensink
De burgemeester,
Drs. W. J. L. Buijs-Glaudemans
De beleidsregel Eenmalige energietoeslag 2022 staat niet op zich zelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 5 in.
In artikel 2 wordt de doelgroep nader omschreven. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip ‘inkomen’ en ‘referteperiode’ is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt in de eigen beleidsregels bijzondere bijstand. Daar voorziet artikel 1 in.
Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die algemene bijstand ontvangen of een andere uitkering voor levensonderhoud van de gemeente, namelijk Bbz-2004, IOAW of IOAZ. Daaraan de gemeente andere groepen aan toe voegen, bijvoorbeeld personen die periodiek bijzondere bijstand ontvangen of een bijdrage op grond van gemeentelijke minimaregeling. Of dat mogelijk is zal afhangen van de vraag of de aanwezige gegevens voldoende zijn om vast te stellen dat zij op voorhand ook zullen voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2 en andere voorwaarden uit de Participatiewet.
Het inkomensbegrip is identiek aan dat van de reguliere bijzondere bijstand en Osse minimaregelingen. Daarin is bijvoorbeeld bepaald dat bepaalde middelen niet als inkomen meetellen. Denk met name aan belastingtoeslagen, kinderbijslag of specifieke doeluitkeringen.
De peildatum en referteperiode bepalen wanneer aan de voorwaarden voor de energietoeslag is voldaan. De peildatum markeert het toets moment en de referteperiode is de periode waarover het inkomen in aanmerking wordt genomen. De peildatum is 1e dag van de volledige maand voorafgaand aan de aanvraag. De referteperiode is een volledige maand vanaf de peildatum.
Vraagt de inwoner aan op 20 april 2022 dan is de peildatum 1 maart. En de referteperiode maart 2022. Als het inkomen over maart 2022 niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm bestaat er recht op de energietoeslag. Tenminste als aan de overige voorwaarden is voldaan.
Voor de eerste groep (bij de start) van ambtshalve beoordeling gaan we uit van het bestand van de inwoners zoals we die kennen op 16 maart 2022.
Artikel 2: Doelgroep eenmalige energietoeslag 2022
Vanwege de uitvoerbaarheid is gekozen voor een vast bedrag ongeacht leefvorm of woonsituatie. De eenmalige energietoeslag is € 800,- en is een onbelaste uitkering.
Om dezelfde reden geldt geen vermogenstoets.
Alleen huishoudens met een laag inkomen hebben recht op de energietoeslag. Het inkomen mag niet hoger zijn dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm. Daarbij is aangesloten bij het reguliere beleid binnen bijzondere bijstand en minimaregelingen in de gemeente Oss. Voor inwoners die in een schuldhulptraject zitten kan er mogelijk recht bestaan op een energietoeslag als het feitelijk beschikbare inkomen hierdoor ligt op 95% van de bijstandsnorm (het zogenaamde Vtlb-bedrag). Veelal maakt deze groep al gebruik van de minimaregelingen.
Er is een afbakening van het begrip huishouden. Personen die daarvan zijn uitgezonderd kunnen niet zelfstandig een beroep doen op een energietoeslag. Achterliggende gedachte is dat het moet gaan om inwoners die direct geconfronteerd worden met hogere energiekosten. Om die reden zijn uitgezonderd van het recht op energietoeslag:
In de energiekosten is dan voorzien door de instelling. Daaronder worden ook gerekend de inwoners die verblijven in de crisisopvang.
Personen die beschermd wonen of begeleid wonen kunnen wel aanspraak maken op de energietoeslag als er sprake is van scheiding van wonen en zorg. Zij betalen dan zelf voor het wonen veelal in de vorm van een all-in huur. Daarin zijn energiekosten opgenomen.
De jongeren tot 21 jaar vallen onder de onderhoudsplicht van de ouders. Bij financiële problemen kan de jongere individuele bijzondere bijstand aanvragen. Uitzondering is gemaakt voor de jongere tot 21 jaar die aanvullende bijzondere bijstand voor het voeren van een zelfstandig huishouden ontvangt. Daarbij is al vastgesteld dat geen beroep op de ouders mogelijk is.
Jongeren tot 27 jaar met studiefinanciering
Studenten zijn voor hun levensonderhoud aangewezen op studiefinanciering. Verder is deze doelgroep zeer divers van samenstelling en leent zich daarom niet voor het categoriaal verstekken van een energietoeslag. Vanwege deze diversiteit kan zo nodig een aanvraag worden gedaan voor individuele bijzondere bijstand.
Inwoners met alleen een briefadres hebben geen energielasten en komen daarom niet in aanmerking voor een energietoeslag. Datzelfde geldt voor personen die een uitkering ontvangen waarbij een verlaging van 20% is toegepast wegens het ontbreken van woonkosten.
De hoofdbewoner is degene die de energierekening krijgt en moet betalen. De hoofdbewoner heeft als woningeigenaar of huurder recht op de energietoeslag. Medebewoners die geen commerciële huurprijs betalen komen niet in aanmerking voor een energietoeslag. Dit betreft vooral de inwonende meerderjarige kinderen of anderen die op niet commerciële basis in dezelfde woning verblijven. Zij hebben geen directe energiekosten.
Wel recht op de energietoeslag hebben de medebewoners die daar op basis van een commerciële relatie wonen. Denk aan kamerbewoners, onderhuurders of kostgangers, niet zijnde studenten of jongeren onder 21 jaar (zie hiervoor).
Artikel 3: Ambtshalve toekenning
Uitgangspunt is om de groep ambtshalve toekenning zo groot mogelijk te maken. Zij ontvangen de energietoeslag automatisch met een begeleidende brief.
Een formele aanvraag met formulier en uitvraag van gegevens blijft dan achterwege.
Het gaat daarbij om de groep inwoners die een uitkering levensonderhoud ontvangen volgens de Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz-2004. Daarnaast krijgen inwoners die alleen in beeld zijn bij de uitvoering bijzondere bijstand en minimaregeling daar waar mogelijk automatisch een energietoeslag. Als niet alle gegevens aanwezig zijn om het recht op energietoeslag ambtshalve te kunnen beoordelen zal alsnog een aanvraag nodig zijn.
Een aanvraag voor de eenmalige energietoeslag kan worden ingediend tot en met 30 november 2022. De regeling Eenmalige energietoeslag geldt voor 2022 en de uitbetaling moet in 2022 plaatsvinden. Om beoordeling van aanvragen nog tijdig af te handelen en te betalen is aanvragen vanaf 1 december 2022 niet meer mogelijk.
Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. In dergelijke situaties kan in afwijking van de beleidsregel toch een energietoeslag verleend worden.
De hardheidsclausule artikel 16 van de Participatiewet voorziet hier niet in.