| Organisatie | Amsterdam |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Beleidsregels voor het afmeren van vaartuigen en het houden van steigers in Weesp |
| Citeertitel | Beleidsregels voor het afmeren van vaartuigen en het houden vasn steigers in Weesp |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
| Eigen onderwerp |
Geen
Verordening op het binnenwater 2010
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 06-04-2022 | nieuwe regeling | 29-03-2022 |
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
gelet op artikel 5.4, tweede lid, van de Verordening op het binnenwater 2010
besluit de volgende beleidsregels vast te stellen:
Beleidsregels voor het afmeren van vaartuigen en het houden van steigers in Weesp
Het doel van deze beleidsregels is om gelegenheid te geven voor het afmeren van vaartuigen zonder dat dit een verstoring oplevert in het beeld van Weesp en in de buitengebieden. De aanwezigheid van afgemeerde vaartuigen en steigers heeft gevolgen voor het aanzien van diverse locaties binnen Weesp. Daarom wordt op bepaalde locaties het afmeren en houden, dan wel bouwen van steigers niet toegestaan. Op andere locaties geldt een beperking voor de toegestane afmetingen. Daarbij is het uitgangspunt dat het open buitengebied en het centrum zoveel mogelijk worden ontzien. Waar mogelijk en zonder dat het in strijd is met het de hierboven genoemde uitgangspunten kan een vaartuig bij een woning worden afgemeerd. Deze beleidsregels gelden gedurende het gehele kalenderjaar.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregels worden de begripsomschrijvingen uit de Verordening op het binnenwater 2010 gebruikt. Voor het overige wordt verstaan onder:
Artikel 2 Relatie met andere regelgeving
Artikel 5.4 van de Verordening op het binnenwater 2010 bevat regels voor het afmeren van vaartuigen in Weesp. Dit artikel gaat uit van een verbod tot het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met, dan wel voor een vaartuig, in door het college aangewezen gedeelten van het openbaar water in Weesp.
Voor niet aangewezen gedeelten van het openbaar water in Weesp kan het college nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente en beperkingen stellen naar soort en aantal vaartuigen.
Ook het waterschap Amstel, Gooi en Vecht heeft regels voor het gebruik van water en de oevers. Deze regels houden verband met de specifieke taken van het waterschap, te weten de zorg voor veilige dijken, veilig vaarwater, een goed waterpeil en schoon water. De regels van het waterschap gelden naast de regels van de gemeente (voor taken die de gemeente dient te behartigen).
De bestemmingsplannen bevatten regels voor woonboten, jachthavens en wachtsteigers. Hierin wordt geregeld waar deze zijn toegestaan. De bestemmingsplannen bevatten in het algemeen geen verbod tot afmeren. Voor het bouwen en houden van steigers om een ligplaats voor een vaartuig te creëren, bieden de bestemmingsplannen in beperkte mate mogelijkheden.
Artikel 3 Reikwijdte van het beleid
Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op situaties waarbij slechts kort, tot maximaal vier dagen, wordt afgemeerd of waarbij het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met, dan wel voor een vaartuig, op andere wijze is geregeld.
Deze beleidsregels zijn ook niet van toepassing op:
In de bestemmingsplannen is aangegeven waar woonboten zijn toegestaan. Voor steigers bij woonboten gelden specifieke vereisten. Om die reden zijn deze beleidsregels niet van toepassing op het innemen van een ligplaats met een woonboot of het bouwen en houden van steigers bij woonboten.
In bepaalde gevallen is het houden van een steiger niet wenselijk. In deze beleidsregels is opgenomen in welke gevallen het maken of houden van een opstapgelegenheid is toegestaan. Voor het bouwen of houden van een steiger of een opstapgelegenheid is een bouwvergunning of aanlegvergunning noodzakelijk. Deze beleidsregels brengen hierin geen verandering. In deze beleidsregels is ook aangegeven of en in welke gevallen boothuizen en boatsavers zijn toegestaan.
Artikel 4 Criteria voor het afmeren van vaartuigen
Vanwege het aanzien van Weesp dient het water waar de mogelijkheid tot het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met, dan wel voor een vaartuig, wordt geboden, te worden beperkt tot het doorgaande vaarwater. Het afmeren van vaartuigen in de grachten is in principe niet toegestaan, tenzij dit plaatsvindt in het kader van de Pilot Oudegracht. Tevens mag niet worden afgemeerd bij kades of oevers waar dit de doorvaart belemmert.
Deze beleidsregels richten zich op het bieden van afmeerplaatsen voor vaartuigen bij die percelen waarbij het water direct grenst aan een eigen terras, tuin, erf of bedrijfsterrein, met daarop een woning of bedrijfspand. Dit betekent dat het afmeren onder beperkende voorschriften zal worden toegestaan bij Aquamarin en delen van de Vecht, Smal Weesp en andere locaties.
Per gebied worden voorschriften gegeven. Deze voorschriften zijn slechts deels eenduidig, zodat rekening kan worden gehouden met de aard en breedte van het water en met de lokale bebouwing.
Ook wordt rekening gehouden met vaartuigen die zijn aangeschaft op grond van voorgaande beleidsregels.
Artikel 5 Steiger / opstapgelegenheid
Als bij wateren die direct grenzen aan een eigen terras, tuin, erf of bedrijfsterrein, met daarop een woning of bedrijfspand, het afmeren van vaartuigen wordt toegestaan, worden ook steigers toegestaan.
Bij een eigen terras, tuin, erf of bedrijfsterrein, direct grenzend aan het water, met daarop een woning of bedrijfspand, is per perceel maximaal één steiger toegestaan. Tussen de woning of het bedrijfspand en het water mag geen openbare weg aanwezig zijn, behoudens bij in deze beleidsregels expliciet aangegeven uitzonderingen voor specifieke wateren en locaties.
De steiger dient evenwijdig aan de oever te worden gebouwd met een oppervlakte van niet meer dan 10 m2, waarbij de grootste afstand van de steiger ten opzichte van de oever niet meer mag zijn dan 3 meter.
Reeds bestaande steigers met een groter oppervlak, op een locatie waar ingevolge deze beleidsregels een steiger is toegestaan, mogen behouden blijven.
Het maken of houden van een opstapgelegenheid is alleen toegestaan waar dit voor specifieke wateren en locaties is aangegeven.
Voor het maken of houden van een steiger is een bouwvergunning nodig. Ook voor het maken of houden van een opstapgelegenheid is een bouwvergunning of een aanlegvergunning nodig.
Artikel 6 Boothuizen / boatsavers
Boothuizen zijn niet toegestaan.
Boatsavers zijn alleen toegestaan buiten de bebouwde kom. De boatsavers dienen een dak van doek of zeil te hebben, een oppervlakte van maximaal 15 m2 en een hoogte van maximaal 2 meter, gemeten vanaf het wateroppervlak, zodat de ruimtelijke impact beperkt is.
Achter de woningen van Aquamarin, bij de terassen, zijn vaartuigen toegestaan met een lengte tot 6,75 meter, een breedte tot 2,50 meter en een hoogte tot 1,60 meter. Deze maten zijn precies omschreven vanwege het directe zicht op de vaartuigen vanuit de woningen van Aquamarin. Een ligplaats grenst direct aan het eigen perceel, dan wel terras. Per terras mag niet meer dan één boot worden afgemeerd. Vaartuigen met een lengte van meer dan 4,00 meter moeten dwars op de oeverlijn worden afgemeerd. Steigers zijn niet toegestaan.
Het buitengebied van Weesp dient zo min mogelijk te worden verstoord en ongerept te blijven. Daardoor blijft het afmeren van vaartuigen beperkt.
Het afmeren van vaartuigen is alleen toegestaan bij:
water, direct grenzend aan een eigen terras, tuin, erf of bedrijfsterrein, met daarop een woning of bedrijfspand. Tussen de woning of het bedrijfspand en de Vecht mag geen openbare weg aanwezig mag zijn. Per perceel mag maximaal één vaartuig worden afgemeerd. Deze situatie doet zich voor bij de ’s Gravelandseweg, deel Utrechtse weg, Stationsweg, Horn, Korte Muiderweg, deel Lage Klompweg, deel Dammerweg, stadszijde van de Ossenmarkt.
De afmetingen van de toegestane vaartuigen zijn:
Artikel 9 Smal Weesp / De Kom (van de Sluisbrug tot en met de voormalige Haven, behoudens het water bij de terrassen en de centrale aanlegsteiger van Aquamarin)
Bij een gedeelte van de kades van Smal Weesp zijn voorzieningen voor watersportrecreatie. Vanwege een overeenkomst met de gemeente wordt hier liggeld geïnd. Het afmeren van vaartuigen hier is tijdelijk. Daarom gelden deze beleidsregels niet voor dit gedeelte van Smal Weesp. Hier geldt ook geen afmeerverbod.
Ter hoogte van Herengracht 16/17 is een aanlegvoorziening in de vorm van een sloepensteiger, die primair bedoeld is voor vaartuigen met een geringe afmeting en dagrecreatie. Hier geldt:
Bij een klein deel van het Buitenveer, tussen de Zwaantjesbrug en de Roskambrug, grenst het water direct aan tuinen. In die situatie wordt één vaartuig per perceel met woning toegestaan, waarbij het vaartuig evenwijdig aan de oever moet worden afgemeerd. De lengte van een vaartuig is maximaal 7 meter. Steigers zijn niet toegestaan, wel een opstapgelegenheid op de oever van maximaal 1,0 bij 1,0 meter. Deze dient te worden gerealiseerd op eigen grond.
Bij het Verlengd Buitenveer 5 t/m 11a bevindt zich tussen de tuinen en het water een openbare weg en openbare berm. Om die reden is het afmeren van vaartuigen hier niet toegestaan.
Bij de Watersportvereniging Weesp is het afmeren van vaartuigen toegestaan, omdat deze afmeergelegenheid is opgenomen in het bestemmingsplan. Het drijvende clubgebouw van de watersportvereniging kan op de huidige locatie afgemeerd blijven.
Behoudens de hierboven genoemde gevallen is het afmeren van vaartuigen in Smal Weesp / De Kom niet toegestaan.
Artikel 10 Oudegracht, Nieuwstad 144 t/m 148
In het water van de Oudegracht is het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met, dan wel voor een vaartuig, niet toegestaan. Een uitzondering hierop geldt voor de hierna genoemde percelen en voor de vaartuigen die deelnemen aan de Pilot Oudegracht.
Bij het einde van de Oudegracht maakt het water van de gracht een bocht. Hier bevinden zich bij Nieuwstad 144 t/m 148 vier huizen met een tuin direct aan het water. De situatie hier is zo verschillend met het normale grachtbeeld dat het afmeren van vaartuigen voor deze vier percelen wordt toegestaan, met maximaal één vaartuig per perceel en een lengte tot maximaal 7 meter.
Steigers zijn bij Nieuwstad 144 t/m 148 niet toegestaan, wel een opstapgelegenheid op de oever van maximaal 1,0 bij 1,0 meter.
Artikel 11 Water tussen de Ossenmarkt en de Bakkerschans of Nieuw Achtkant
Hier kunnen vaartuigen bijna geheel uit het zicht worden afgemeerd. Op het water dat met één oever grenst aan de grond van de Ossenmarkt en met één oever aan de grond van de Bakkerschans of Nieuw Achtkant is per woning, waarbij de tuin direct grenst aan het water, maximaal één vaartuig toegestaan met een lengte van maximaal 7 meter.
Op de Bakkerschans staan drie woningen op een zeer omvangrijk perceel. Voor ieder van deze woningen is maximaal één vaartuig toegestaan met een lengte van maximaal 7 meter.
Steigers zijn hier niet toegestaan, wel een opstapgelegenheid op de oever van maximaal 1,0 bij 1,0 meter.
Bij de Spoorstraat 5, 6 en 7 zijn huizen met een tuin aan de voorzijde van de woning. Deze tuinen grenzen aan het water, maar er is ook een openbare weg tussen de woningen en het water. Deze openbare weg wordt zeer beperkt gebruikt om doorgang te verlenen aan omwonenden. Hier is de situatie dermate specifiek dat het afmeren van vaartuigen is toegestaan. Per woning is maximaal één vaartuig toegestaan met een lengte van maximaal 7 meter.
Bij Spoorstraat 4 is vanwege de hoek geen ruimte om af te meren. Waar de tuin van Spoorstraat 4 aan het water grenst is een afmeerplaats van een woning van de Stationsweg. Om die reden is het afmeren van vaartuigen niet toegestaan voor Spoorstraat 4.
Spoorstraat 7 heeft aan de Zuidwestkant van de woning een tuin die direct grenst aan de Vecht. Het afmeren van vaartuigen is hier niet toegestaan.
Steigers zijn hier niet toegestaan, wel een opstapgelegenheid op de oever van maximaal 1,0 bij 1,0 meter.
Artikel 13 Bakkerschans en Nieuw Achtkant
Bij het water rond de Bakkerschans en Nieuw Achtkant aan de Vechtzijde is het afmeren van vaartuigen niet toegestaan. Ook steigers zijn niet toegestaan.
Dit verbod geldt niet voor de locatie van de watersportvereniging, die is opgenomen in het bestemmingsplan.
Artikel 14 Rozenboomschans en Draaierschans
In het water aan de oever van de Rozenboomschans is het afmeren van vaartuigen alleen toegestaan bij de watersportvereniging en bij de locatie die is aangewezen voor vaartuigen van de Weesper Hengelaarsbond. Beide locaties zijn opgenomen in het bestemmingsplan.
Buiten deze locaties en langs de Fijnvandraatlaan en de Utrechtseweg mogen geen vaartuigen worden afgemeerd.
Aan de oevers van de Draaierschans en aan de oevers van het water tegenover de Draaierschans mogen geen vaartuigen worden afgemeerd.
Een steiger of opstapvoorziening is hier alleen toegestaan op die plaatsen waarbij ingevolge het bestemmingsplan vaartuigen mogen worden afgemeerd.
Artikel 15 Verbinding voormalige Haven Amsterdam-Rijnkanaal
Hier is het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met, dan wel voor een vaartuig, niet toegestaan. Ook steigers zijn niet toegestaan.
Artikel 16 ‘s Gravelandsevaart
Dit water is beperkt toegankelijk, doch qua omgeving vergelijkbaar met het buitengebied van de Vecht. Vaartuigen zijn hier ongewenst, dus het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met, dan wel voor een vaartuig, is niet toegestaan. Ook steigers zijn niet toegestaan.
Artikel 17 Uitsterfbeleid / overgangsrecht
Op dit moment liggen sommige vaartuigen in Weesp afgemeerd die niet aan deze beleidsregels voldoen, bijvoorbeeld omdat ze ergens liggen afgemeerd waar dit niet is toegestaan of omdat ze afmetingen hebben die niet zijn toegestaan. Veelal zijn deze vaartuigen al jaren aanwezig. Het is niet reëel om deze vaartuigen direct te laten verwijderen. Daarom geldt voor de vaartuigen die niet aan de regels voldoen een uitsterfbeleid. Deze vaartuigen worden gedoogd. De vaartuigen zijn hiertoe geïnventariseerd op locatie en naam van de eigenaar. Voor een vervangend schip of voor een nieuwe eigenaar gelden deze beleidsregels.
Het college heeft ervoor gekozen dat bestaande steigers met een oppervlakte van meer dan 10 m2 ook in de toekomst behouden mogen blijven. Om die reden zijn deze steigers geïnventariseerd. Daarnaast zijn de steigers geïnventariseerd die aanwezig zijn op locaties waar dit volgens deze beleidsregels niet is toegestaan. Voor deze steigers geldt een uitsterfbeleid.
Nieuwe gevallen worden altijd getoetst aan deze beleidsregels. Indien in deze gevallen wordt gehandeld in strijd met deze beleidsregels, zal handhavend worden opgetreden.
In nieuwe bestemmingsplannen kunnen locaties voor steigers worden aangewezen en voorschriften voor steigers worden gegeven die afwijken van deze beleidsregels. In die gevallen gelden de regels van de nieuwe bestemmingsplannen.