Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Zeeland

Reglement van orde voor het Algemeen Bestuur 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Zeeland
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingReglement van orde voor het Algemeen Bestuur 2016
CiteertitelReglement van orde voor het Algemeen Bestuur 2016
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-04-2022nieuwe regeling

18-12-2015

bgr-2022-391

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde voor het Algemeen Bestuur 2016

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    voorzitter: de voorzitter van het Algemeen Bestuur of diens vervanger;

  • b.

    secretaris: degene die het Algemeen Bestuur, de voorzitter en de door hen ingestelde commissies bij de uitoefening van hun taak terzijde staat;

  • c.

    lid: de burgemeester van één van de aan de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2013 deelnemende gemeenten;

  • d.

    agendalid: één van de in artikel 11, lid 2 van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2013 genoemde functionarissen;

  • e.

    adviseur: de vaste leden van de veiligheidsdirectie alsmede overige door het Algemeen Bestuur als adviseur uitgenodigde personen;

  • f.

    amendement: voorstel tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbesluit, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;

  • g.

    subamendement: voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement, naar de vorm geschikt om direct opgenomen te worden in het amendement, waarop het betrekking heeft;

  • h.

    motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, verzoek of wens wordt uitgesproken;

  • i.

    voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering.

Artikel 2 De voorzitter

De voorzitter is belast met:

  • a.

    het leiden van de vergadering;

  • b.

    het doen naleven van het reglement van orde.

Artikel 3 De secretaris

  • 1.

    De secretaris is in elke vergadering van het Algemeen Bestuur aanwezig;

  • 2.

    Bij verhindering of afwezigheid van de secretaris wordt deze vervangen door een daartoe aangewezen ambtenaar;

  • 3.

    De secretaris kan, indien deze daartoe door de voorzitter wordt uitgenodigd, aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement deelnemen.

Hoofstuk 2 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen

Artikel 4 Tijd en plaats van vergaderen

  • 1.

    Het Algemeen Bestuur vergadert jaarlijks ten minste driemaal en voorts zo dikwijls de voorzitter of het Dagelijks Bestuur het nodig oordelen, of indien het door drie leden van het Algemeen Bestuur schriftelijk met opgaaf van redenen wordt gevraagd.

  • 2.

    Voor het begin van elk kalenderjaar stelt het Dagelijks Bestuur een vergaderschema op voor de in dat jaar te houden vergaderingen van het Algemeen Bestuur. Dit schema wordt tijdig ter kennis gebracht aan de leden van het Algemeen Bestuur.

  • 3.

    De voorzitter kan in bijzonder gevallen een andere dag en begintijdstip bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen.

Artikel 5 Uitnodiging en agenda

  • 1.

    Namens de voorzitter zendt de algemeen directeur ten minste 10 dagen voor een vergadering aan de leden van het Algemeen Bestuur een digitale oproep met bijbehorende stukken onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.

  • 2.

    De agenda bevat in ieder geval als te behandelen punten het vaststellen van het verslag dat betrekking heeft op de voorgaande vergadering van het Algemeen Bestuur.

  • 3.

    Indien omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd worden deze stukken vertrouwelijk digitaal aan de leden toegezonden.

Artikel 6 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt door plaatsing op de website van Veiligheidsregio Zeeland ter openbare kennis gebracht.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, starttijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de openbare vergaderdocumenten.

Paragraaf 2 Orde van de vergadering

Artikel 7 Opening vergadering; quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal leden van het Algemeen Bestuur aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde starttijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen van de afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.

Artikel 8 Notulen

  • 1.

    De ontwerpnotulen van de voorgaande vergadering worden, voor zover beschikbaar, aan de leden van het Algemeen Bestuur via e-mail uiterlijk binnen 14 dagen na de vergadering toegezonden.

Artikel 9 Volgorde sprekers

  • 1.

    Een lid van het Algemeen Bestuur voert het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

Artikel 10 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en – indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten.

Artikel 11 Beraadslaging

  • 1.

    Het Algemeen Bestuur kan op voorstel van de voorzitter of een lid van het Algemeen Bestuur beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op voorstel van de voorzitter of op verzoek van een lid van het Algemeen Bestuur kan het Algemeen Bestuur besluiten de beraadslaging voor een door de voorzitter te bepalen tijd te schorsen teneinde het Dagelijks Bestuur of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 12 Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat het Algemeen Bestuur tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.

Artikel 13 Beslissing

  • 1.

    Na de beraadslaging en beslissing over de eventuele amendementen wordt over het voorstel in zijn geheel, zoals het dan luidt, een eindbeslissing genomen. Zulks met inachtneming van artikel 12 van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2013.

     

Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen

Artikel 14 Algemene bepalingen over stemming

  • 1.

    De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen.

  • 2.

    Indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling.

  • 3.

    De voorzitter roept de leden van het Algemeen Bestuur bij naam op hun stem uit te brengen. Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden verplicht zijn stem uit te brengen.

  • 4.

    De leden brengen hun stem uit door het woord ‘voor’ of ‘tegen’ uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 5.

    Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.

  • 6.

    De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen op basis van de stemverhouding als vernoemd in artikel 12 van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2013. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 15 Stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd. Zulks met inachtneming van artikel 12 van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2013.

  • 2.

    Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en daarna over het amendement.

  • 3.

    Indien twee of meer amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij geldt de regel, dat het meest verstrekkende amendement of subamendement het eerst in stemming wordt gebracht.

  • 4.

    Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.

Artikel 16 Stemming over personen

  • 1.

    Indien een lid dat verlangt, wordt bij het nemen van een besluit over een benoeming, voordracht of aanbeveling van personen gestemd bij gesloten en ongetekende briefjes.

  • 2.

    Indien daarbij de stemming beperkt is tot één persoon en de stemmen staken beslist de voorzitter.

  • 3.

    Onder de zorg van de secretaris worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.

Hoofdstuk 3 Rechten van leden

Artikel 17 Amendementen

  • 1.

    Ieder lid van het Algemeen Bestuur kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Er kan alleen beraadslaagd worden over amendementen die ingediend zijn door leden van het Algemeen Bestuur, en die in de vergadering aanwezig zijn.

  • 2.

    Ieder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement).

  • 3.

    Elk (sub-)amendement en elk voorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter – met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde – oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan.

  • 4.

    Intrekking, door de indiener(s), van het (sub-) amendement is mogelijk, totdat de besluitvorming door het Algemeen Bestuur heeft plaatsgevonden.

Artikel 18 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid van het Algemeen Bestuur kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist het Algemeen Bestuur terstond.

Artikel 19 Initiatiefvoorstel

  • 1.

    Een initiatiefvoorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend.

  • 2.

    De voorzitter plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst.

  • 3.

    Het Algemeen Bestuur kan voorwaarden stellen aan de indiening en behandeling van een voorstel, niet zijnde een voorstel voor een verordening.

Artikel 20 Dagelijks Bestuurvoorstel

  • 1.

    Een voorstel voor een verordening of een ander voorstel van het Dagelijks Bestuur aan het Algemeen Bestuur, dat vermeld staat op de agenda van de vergadering van het Algemeen Bestuur, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van het Algemeen Bestuur.

  • 2.

    Indien het Algemeen Bestuur van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het Dagelijks Bestuur moet worden gezonden, bepaalt het Algemeen Bestuur in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 21 Schriftelijke vragen

  • 1.

    Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd.

  • 2.

    De vragen worden bij de voorzitter van het Algemeen Bestuur ingediend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur worden gebracht.

Artikel 22 Inlichtingen

  • 1.

    Indien een lid van het Algemeen Bestuur over een onderwerp inlichtingen verlangt, wordt een verzoek daartoe schriftelijk ingediend bij het Dagelijks Bestuur of de voorzitter.

  • 2.

    Een afschrift van dit verzoek wordt door de indiener in afschrift toegezonden aan het Algemeen Bestuur.

  • 3.

    De verlangde inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende of in de daarop volgende vergadering gegeven.

  • 4.

    De gestelde vragen en het antwoord vormen een agendapunt voor de vergadering, waarin de antwoorden zullen worden gegeven.

Hoofdstuk 4 Besloten vergadering

Artikel 23 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 24 Notulen

  • 1.

    De notulen van een besloten vergadering worden digitaal persoonlijk aan de leden van het Algemeen Bestuur toegezonden.

  • 2.

    Deze notulen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt het Algemeen Bestuur een besluit over het al dan niet openbaar maken van deze notulen.

Artikel 25 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist het Algemeen Bestuur overeenkomstig artikel 25, eerste lid van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. Het Algemeen Bestuur kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 26 Opheffing geheimhouding

Indien het Algemeen Bestuur op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Hoofdstuk 5 Toehoorders en pers

Artikel 27 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen de openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

Artikel 28 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens het Algemeen Bestuursvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen, hiervan melding aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 29 Uitleg reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist het Algemeen Bestuur op voorstel van de voorzitter.

Artikel 30 In werking treden

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 2.

    Dit reglement wordt aangehaald als ‘Reglement van orde voor het Algemeen Bestuur 2016’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur op 18 december 2015.

de secretaris,

G.J.M. Ruijs

de voorzitter

J.A.H. Lonink