Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Zeeland

Organisatieverordening Veiligheidsregio Zeeland 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Zeeland
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingOrganisatieverordening Veiligheidsregio Zeeland 2015
CiteertitelOrganisatieverordening Veiligheidsregio Zeeland 2015
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2017

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-04-2022nieuwe regeling

18-12-2014

bgr-2022-390

Tekst van de regeling

Intitulé

Organisatieverordening Veiligheidsregio Zeeland 2015

Het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Zeeland

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur;

gelezen het advies van de ondernemingsraad;

gelet op artikel 21 van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2013;

gelet op de wijziging in de structuur van de organisatie per 1 februari 2014.

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de “Organisatieverordening Veiligheidsregio Zeeland 2015”

 

HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSDIRECTIE

Artikel 1 Veiligheidsdirectie

  • 1.

    De veiligheidsdirectie bestaat uit:

    • a.

      de algemeen directeur als bedoeld in artikel 3 lid 1;

    • b.

      de directeur Publieke Gezondheid;

    • c.

      de coördinerend functionaris Bevolkingszorg;

    • d.

      de directeur Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland;

    • e.

      een vertegenwoordiger van de eenheidsleiding politie Zeeland West-Brabant;

  • 2.

    De leden van de veiligheidsdirectie wijzen een plaatsvervanger aan.

  • 3.

    De veiligheidsdirectie heeft de volgende taken:

    • a.

      Adviseren van het bestuur over:

      • i.

        het door de veiligheidsregio te voeren beleid met betrekking tot rampenbestrijding en crisisbeheersing;

      • ii.

        de door het bestuur vast te stellen plannen op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing;

    • b.

      Het periodiek informeren van het bestuur en waar nodig adviseren over de dreigingen voor de Zeeuwse samenleving waarbij de volgende elementen meegenomen kunnen worden:

      • i.

        analyse van impact in termen van mogelijke effecten op openbare orde en veiligheid, gezondheid, economie, maatschappij, ecologie maar ook het openbaar bestuur;

      • ii.

        vaststellen van maatregelen om de effecten zo beperkt mogelijk te doen zijn;

      • iii.

        bepalen welke gevaren dan nog aanwezig zijn, afgezet tegen de beschikbare hulpverleningscapaciteit en zelfredzaamheid;

      • iv.

        aangeven van consequenties vanuit politiek/bestuurlijk oogpunt;

      • v.

        door het bestuur te maken keuzes over prioriteiten en acceptatie van rest effecten.

    • c.

      Onderlinge afstemming van rol en taken met betrekking tot de realisatie van het door het bestuur vastgestelde beleid in het bijzonder ten aanzien van opleiden, trainen, oefenen en planvorming;

  • 4.

    De veiligheidsdirectie heeft periodiek overleg met de strategische netwerkpartners van Veiligheidsregio Zeeland waaronder in ieder geval worden verstaan: Waterschap, Rijkswaterstaat Zee en Delta, Defensie, provincie Zeeland, Havenschap Zeeland Seaports en vertegenwoordigers van de gouverneurs van de Vlaamse provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Antwerpen;

HOOFDSTUK 2 DE AMBTELIJKE ORGANISATIE

Artikel 2 Organisatorische eenheden

  • 1.

    De Veiligheidsregio Zeeland is ingedeeld in verschillende organisatorische eenheden:

    • a.

      algemeen directeur

    • b.

      directeur Publieke gezondheid;

    • c.

      managementteam;

    • d.

      afdelingen, bestaande uit:

      • 1.

        teams en/of

      • 2.

        operationele gebieden bestaande uit ploegen;

    • e.

      Control en audit;

    • f.

      GHOR;

    • g.

      Bevolkingszorg;

    • h.

      Gezamenlijke meldkamer Zeeland;

    • i.

      andere door de algemeen directeur in te stellen organisatorische eenheden.

Artikel 3 Algemeen directeur

  • 1.

    De op grond van artikel 10, lid 2 Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio 2013 aangestelde algemeen directeur is tevens commandant van de brandweer als bedoeld in het 3e lid van artikel 25 Wet veiligheidsregio’s,

  • 2.

    De algemeen directeur is:

    • a.

      verantwoordelijk voor het beheer van het openbaar lichaam Veiligheidsregio Zeeland en de uitvoering van de aan dit openbaar lichaam opgedragen taken;

    • b.

      verantwoordelijk voor het vaststellen van het concernjaarplan;

    • c.

      voorzitter van het managementteam als bedoeld in artikel 6;

    • d.

      voorzitter van de veiligheidsdirectie, als bedoeld in artikel 1;

    • e.

      secretaris van het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur, op grond van artikel 22 Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2013;

    • f.

      bestuurder, in de zin van artikel 1 Wet op de ondernemingsraden.

  • 3.

    De algemeen directeur wijst een afdelingsmanager, als bedoeld in artikel 8, als zijn plaatsvervanger aan voor de in lid 2 genoemde verantwoordelijkheden en taken of een gedeelte hiervan, met uitzondering van het genoemde onder d.

  • 4.

    De algemeen directeur kan voor onderdelen van zijn functie anderen als vervanger aanwijzen

  • 5.

    De algemeen directeur legt verantwoording af aan het algemeen bestuur over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het beleidsplan als bedoeld in artikel 14 van de Wet veiligheidsregio’s.

Artikel 4 Directeur Publieke Gezondheid

  • 1.

    De directeur publieke gezondheid geeft leiding aan het team GHOR.

  • 2.

    De directeur publieke gezondheid is:

    • a.

      verantwoordelijk voor de uitvoering van de aan de GHOR op grond van de Wet veiligheidsregio’s opgedragen en daarvan afgeleide taken en adviseert het bestuur dienaangaande;

    • b.

      plaatsvervangend voorzitter van de veiligheidsdirectie, als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    De directeur publieke gezondheid legt voor wat betreft:

    • a.

      de beheersmatige aspecten van het team, waaronder personeel, middelen, rechtmatigheid en doelmatigheid, verantwoording af aan de algemeen directeur;

    • b.

      de uitvoering van de aan de GHOR opgedragen wettelijke taken verantwoording af aan het algemeen bestuur.

Artikel 5 Secretaris van het bestuur

  • 1.

    De secretaris draagt zorg voor:

    • a.

      ondersteuning en advisering van het dagelijks bestuur, het algemeen bestuur en de voorzitter;

    • b.

      de voorbereiding van de vergaderingen van het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur;

    • c.

      het uit eigen beweging en desgevraagd zorg dragen dat de leden van het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur over alle informatie kunnen beschikken, die zij om hun functie goed te kunnen uitoefenen nodig hebben.

  • 2.

    De secretaris ondertekent mede de brieven van het bestuur.

Artikel 6 Managementteam

  • 1.

    Het managementteam bestaat uit:

    • a.

      De algemeen directeur als bedoeld in artikel 3 en is tevens voorzitter van het managementteam;

    • b.

      de afdelingsmanagers als bedoeld in artikel 8.

  • 2.

    De business controller is agendalid van het managementteam.

  • 3.

    De voorzitter kan andere functionarissen uitnodigingen aan de vergaderingen van het managementteam deel te nemen.

  • 4.

    De voorzitter bepaalt de frequentie waarmee het managementteam samenkomt.

  • 5.

    De voorzitter stelt de agenda vast.

Artikel 7 Taken van het managementteam

Het managementteam heeft de volgende taken:

  • 1.

    Adviseren aan de algemeen directeur en/of veiligheidsdirectie naar gelang het de bevoegdheden van deze organen betreft als bedoeld in artikel 3 respectievelijk artikel 1.

  • 2.

    Het bepalen van de inzet van mensen en middelen binnen de organisatie.

  • 3.

    Vertalen van bestuursbesluiten en directiebesluiten van strategisch naar tactisch / operationeel niveau.

  • 4.

    Terugkoppelen van overleggen die een lid van het management heeft bijgewoond en welke informatie hij relevant acht voor de taken van Veiligheidsregio Zeeland;

  • 5.

    Het opstellen van het concernjaarplan;

  • 6.

    Onderlinge informatie-uitwisseling, consultatie, afstemming over de organisatieonderdelen.

Artikel 8 Afdeling

Een afdeling is belast met de uitvoering van een door de algemeen directeur vast te stellen takenpakket en staat onder leiding van een afdelingsmanager.

Artikel 9 Afdelingsmanager

  • 1.

    Een afdelingsmanager is:

    • a.

      belast met de dagelijkse leiding van een afdeling;

    • b.

      verantwoordelijk voor het realiseren van de doelstellingen en activiteiten uit het beleidsplan en jaarplan. Daarbij is een afdelingsmanager bevoegd tot het inzetten van middelen op het gebied van bedrijfsvoering binnen de voor hem vastgestelde kaders.

    • c.

      adviseren van de algemeen directeur en/of veiligheidsdirectie naar gelang het de bevoegdheden van deze organen betreft.

  • 2.

    De wijze van vervanging van een afdelingsmanager wordt bepaald door de algemeen directeur.

  • 3.

    Een afdelingsmanager is lid van het managementteam.

  • 4.

    Een afdelingsmanager is verantwoording verschuldigd aan de directeur.

Artikel 10 Team

Een team is belast met de uitvoering van een door de afdelingsmanager van de desbetreffende afdeling vast te stellen takenpakket en staat onder leiding van een teamleider.

Artikel 11 Teamleider

  • 1.

    Een teamleider is:

    • a.

      belast met de dagelijkse leiding van een team;

    • b.

      verantwoordelijk voor het realiseren van de doelstellingen en activiteiten uit het beleidsplan en jaarplan. Daarbij is een teamleider bevoegd tot het inzetten van middelen op het gebied van bedrijfsvoering binnen de voor hem vastgestelde kaders.

  • 2.

    De wijze van vervanging van een teamleider wordt bepaald door de afdelingsmanager van de desbetreffende afdeling.

  • 3.

    Een teamleider is verantwoording verschuldigd aan de afdelingsmanager van de desbetreffende afdeling.

Artikel 12 Operationeel gebied

  • 1.

    Een operationeel gebied is een organisatorische brandweer eenheid waarbinnen meerdere brandweerploegen werkzaam zijn.

  • 2.

    Een operationeel gebied staat onder leiding van een operationeel manager brandweerzorg en een plaatsvervangend operationeel manager brandweerzorg.

Artikel 13 Operationeel manager brandweerzorg en plaatsvervangend operationeel manager brandweerzorg

  • 1.

    De verdeling van verantwoordelijkheden en taken tussen een operationeel manager brandweerzorg en een plaatsvervangend operationeel manager brandweerzorg zal door de afdelingsmanager van de desbetreffende afdeling worden bepaald.

  • 2.

    Een operationeel manager brandweerzorg en plaatsvervangend operationeel manager brandweerzorg zijn:

    • a.

      belast met de dagelijkse leiding over de in een operationeel gebied aanwezige ploegen.

    • b.

      verantwoordelijk voor het realiseren van de doelstellingen en activiteiten uit het beleidsplan en jaarplan, ieder voor het deel dat onder zijn verantwoordelijk valt conform lid 1 van dit artikel. Daarbij zijn operationeel manager brandweerzorg en plaatsvervangend operationeel manager brandweerzorg bevoegd tot het inzetten van middelen op het gebied van bedrijfsvoering binnen de voor hem vastgestelde kaders.

  • 3.

    Een operationeel manager brandweerzorg en plaatsvervangend operationeel manager brandweerzorg zijn verantwoording verschuldigd aan de afdelingsmanager van de desbetreffende afdeling.

Artikel 14 Ploeg

  • 1.

    Een ploeg is een organisatorische eenheid belast met repressieve taken en is gevestigd op een uitruklocatie.

  • 2.

    Een ploeg bestaat uit vrijwilligers.

  • 3.

    Er kunnen meerdere ploegen op één uitruklocatie zijn geformeerd.

  • 4.

    Ploegen kunnen ook worden geformeerd op basis van een specialisme.

  • 5.

    De samenstelling van een ploeg wordt bepaald door de operationeel of de plaatsvervangend operationeel manager naar gelang de ploeg aan zijn verantwoordelijkheid is toegewezen.

Artikel 15 Ploegleider

  • 1.

    Een ploeg staat onder leiding van een ploegleider.

  • 2.

    Een ploegleider is verantwoording verschuldigd aan een operationeel manager of plaatsvervangend operationeel manager over:

    • a.

      de uitvoering van de brandweertaak door zijn ploeg;

    • b.

      het gebruik van het materiaal en materieel dat ter beschikking van zijn ploeg is gesteld.

HOOFDSTUK 3 SPECIFIEKE BEPALINGEN ORGANISATIE ONDERDELEN

 

Control en Audit

Artikel 16 Plaats, taken en verantwoordelijkheden:

  • 1.

    Er is een organisatorische eenheid Control en Audit belast met:

    • a.

      Businesscontrolling;

    • b.

      Auditing;

    • c.

      Evaluaties.

  • 2.

    De eenheid valt buiten de lijnorganisatie en ondersteunt direct de algemeen directeur.

  • 3.

    De algemeen directeur is eindverantwoordelijk voor de eenheid Control en Audit.

Artikel 17 Specifieke bevoegdheid

De eenheid Control en Audit heeft de bevoegdheid om zich gevraagd en ongevraagd rechtstreeks tot het dagelijks bestuur te wenden. Control en Audit stelt hiervan de algemeen directeur vooraf in kennis.

 

Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR)

Artikel 18 Organisatie van de GHOR

  • 1.

    Het team GHOR staat onder leiding van een teamleider.

  • 2.

    De teamleider GHOR legt over de uitvoering van de aan de GHOR opgedragen taken verantwoording af aan de directeur publieke gezondheid.

     

Bevolkingszorg

Artikel 19 Organisatie van Bevolkingszorg

  • 1.

    Bevolkingszorg is beheersmatig ondergebracht bij een afdeling.

  • 2.

    Voor wat betreft de beheersmatige aspecten van het team, waaronder personeel, middelen, rechtmatigheid en doelmatigheid vindt periodiek afstemming plaats tussen de coördinerend functionaris en de algemeen directeur;

  • 3.

    Voor wat betreft de uitvoering van het beleid met betrekking tot bevolkingszorg legt de coördinerend functionaris Bevolkingszorg rechtstreeks verantwoording af aan het bestuur en adviseert het bestuur dienaangaande.

     

Gemeenschappelijke meldkamer Zeeland (GMZ)

Artikel 20 Directeur GMZ

De GMZ staat onder leiding van een directeur die door de veiligheidsregio wordt aangesteld in overeenstemming met het hoofd van de eenheidsleiding van politie Zeeland-West Brabant.

Artikel 21 Verantwoordelijkheid directeur GMZ

  • 1.

    De directeur GMZ is over de uitvoering van de taken en bevoegdheden van de gemeenschappelijke meldkamer, verantwoording schuldig aan de algemeen directeur met uitzondering van de uitvoering van zijn taken en bevoegdheden met betrekking tot de meldkamer politie.

  • 2.

    De directeur GMZ is verantwoordelijk voor het realiseren van de doelstellingen uit het beleidsplan en jaarplan met betrekking tot de taken van de meldkamer voor zover het de brandweertaak, geneeskundige hulpverlening en crisisbeheersing (opschaling) betreft. Daarbij is de directeur GMZ bevoegd tot het inzetten van middelen op het gebied van bedrijfsvoering binnen de voor hem vastgestelde kaders.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 22 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2015 en kan worden aangehaald als de “Organisatieverordening Veiligheidsregio Zeeland 2015”.

Aldus vastgesteld door het Algemeen bestuur van Veiligheidsregio Zeeland in haar vergadering op 18 december 2014.

Het algemeen bestuur voornoemd,

J.A.H. Lonink

voorzitter

G.J.M. Ruijs

secretaris