Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zutphen

Nota hogere waarden geluid 2015-2025

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZutphen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota hogere waarden geluid 2015-2025
CiteertitelNota hogere waarden geluid 2015-2025
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-09-2015Nieuwe regeling

25-08-2015

gmb-2015-81197

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota hogere waarden geluid 2015-2025

 

 

Deze nota geeft het beleid van het college van B&W voor aanvragen van hogere geluidswaarden

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

 

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de Nota hogere waarden geluid 2015-2025

Samenvatting

 

Met de wijziging van de Wet geluidhinder is sinds 1 januari 2007 de bevoegdheid tot het vaststellen van hogere grenswaarden (op enkele uitzonderingen na) gedecentraliseerd van de provincie naar de gemeente.

 

Voor het geven van eenduidig beleid voor het college van burgemeester en wethouders, inwoners en projectontwikkelaars is op 17 juli 2007 door het college de “Beleidsregel hogere geluidswaarden” vastgesteld.

 

Deze nota is een actualisatie van de beleidsregel van 2007. De beleidsregel van 2007 is ingetrokken. Bij de nieuwe nota is kritisch gekeken naar criteria die niet meer nodig zijn. Zo zijn de oude wettelijke locatie specifieke criteria voor wegverkeers-lawaai, spoorweglawaai en industrielawaai die in de voorgaande nota waren opgenomen, in deze nota niet meer opgenomen. Door het woningbeleid (restrictie op het aantal te bouwen woningen) en borging via het ruimtelijk beleid is het niet meer nodig om deze criteria op te nemen.

 

In deze onderliggende nota is de gemeente verdeeld in acht verschillende gebiedstypen. Voor deze gebieden zijn streef- en grenswaarden opgenomen voor nieuwe geluidgevoelige objecten. Deze indeling sluit meer aan dan de voorgaande beleidsregel met alleen het gebiedstype binnen en buiten bebouwde kom.

 

Leeswijzer

In deze nota wordt in hoofdstuk 1 een inleiding gegeven, in hoofdstuk 2 zijn de gebiedsgerichte ambities en ontheffingscriteria opgenomen. De criteria voor hogere grenswaarden worden in hoofdstuk 3 gegeven. In hoofdstuk 4 wordt verder ingegaan op de voorwaarden voor het verlenen van hogere waarde, waarbij in hoofdstuk 5 een toelichting is opgenomen ten behoeve van 30 km/uur wegen. Tot slot volgen in hoofdstuk 6 de procedures.

 

1. Inleiding

 

De Wet geluidhinder (Wgh) heeft tot doel het voorkomen en beperken van geluidshinder. In de Wet zijn daartoe normen en grenswaarden opgenomen voor de toelaatbare geluidsbelasting bij geluidgevoelige bestemmingen. Voor de geluidbronnen wegverkeer, railverkeer en zoneringsplichtige industrieterreinen is een geluidszone vastgesteld. Binnen deze geluidszones is bij nieuwe situaties een onderzoeksplicht van toepassing. Door middel van akoestisch onderzoek moet aangetoond worden dat voldaan wordt aan de normen en grenswaarden uit de Wet geluidhinder.

 

Een geluidsbelasting onder de voorkeurswaarde is in het algemeen toelaatbaar: de effecten van geluid worden dan aanvaardbaar geacht. Een geluidsbelasting hoger dan de maximale ontheffingswaarde is niet toelaatbaar. In het gebied tussen de voorkeurswaarde en de grenswaarde is de geluidsbelasting alleen toelaatbaar na een bestuurlijk afwegingsproces.

 

Dit afwegingsproces heeft vorm gekregen in de zogenoemde hogere waarden-procedure. Op 17 juli 2007 is door het college van Burgemeester en wethouders de “Beleidsregel hogere geluidswaarden” vastgesteld: in deze beleidsregel zijn de toetsingscriteria uit de Wgh geactualiseerd, staat het streven naar maximaal één dove gevel, het hanteren van minimaal één geluidsluwe gevel en het toepassen van cumulatie van industrielawaai, wegverkeerslawaai en railverkeerslawaai.

 

Deze nota is een vervanging en actualisatie van de bovengenoemde “Beleidsregel hogere geluidswaarden”: de beleidsregel is niet gebiedsgericht van aard en maakt slechts onderscheid tussen binnen en buitenbebouwde kom. In deze nota zijn er meerdere gebieden omschreven die binnen de gemeentegrenzen te onderscheiden zijn.

 

Medio 2018 zal de Omgevingswet ingevoerd worden. Of in deze wet de hogere waarden ook worden opgenomen of komen te vervallen, is op dit moment nog niet bekend. Ter zijner tijd zal de gemeente Zutphen hier op inspelen.

 

Doel

Het doel van deze nota is het geven van een eenduidig beleid voor het college van B&W voor aanvragen van hogere geluidswaarden. Daarnaast geeft de nota voor inwoners en projectontwikkelaars duidelijkheid aan welke criteria, maximale grenswaarden en procedures voldaan moet worden.

 

2. Gebiedsgerichte ambities en ontheffingscriteria

 

Procedures voor een hogere waarde zijn mogelijk aan de orde wanneer de gemeente een bestemmingsplan vaststelt, uitwerkt of wijzigt. Of wanneer sprake is van het buitenplans afwijken van bestemmingsplan, waarbij (een gedeelte van) van het plan ligt binnen de zone van een weg, een spoorlijn en/of een gezoneerd industrieterrein. Dit kan zowel een bestaande als een geprojecteerde weg, spoorlijn of industrieterrein zijn. Ook bij de aanleg of wijziging van een weg of spoorweg en bij de aanleg of wijziging van een zoneringsplichtig industrieterrein kan een hogere grenswaarden-procedure aan de orde zijn.

 

In het Geluidsplan Zutphen 2015-2025 zijn in hoofdstuk vier functies en objecten beschreven die vanuit de Wgh en de Wet Milieubeheer zijn beschermd: deze worden beschouwd in het kader van besluitvorming over hogere grenswaarden.

 

Zutphen wil een gebiedsgericht geluidbeleid hanteren. Binnen de gemeentegrenzen is een aantal gebiedstypen onderscheiden. De ruimtelijke- en functionele kenmerken zijn hierbij bepalend geweest. Bij ontwikkelen binnen deze gebieden is de ambitie (streefwaarde) naast de wettelijke voorkeurswaarde dan ook richtinggevend. Uiteraard moet afwijking van de ambitie voor het gebied tot de maximale grenswaarde mogelijk blijven. In die gevallen moet, evenals nu het geval is, wel een hogere grenswaarde worden aangevraagd. Deze nota gaat in onder welke voorwaarden afwijking van de voorkeurswaarde van de Wgh c.q. onze ambitie mogelijk moet zijn. In bijlage 1 zijn de voorkeurswaarden en de maximaal toelaatbare hogere grenswaarden uit de Wgh opgenomen.

 

In tabel 1 van deze nota worden de ambities die voor verkeers- en raillawaai per gebiedstype zijn vastgesteld beschreven. Ook is aangegeven in hoeverre afwijking van deze gestelde ambitie geaccepteerd wordt (bovengrens). Industrielawaai is niet opgenomen omdat hiervoor een apart plan, het Zonebeheersplan is vastgesteld.

 

2.1 Maatregelen: bron-overdrachtontvanger

Bij het nemen van maatregelen ter beperking van geluidhinder wordt al van oudsher de prioriteit gelegd bij maatregelen aan de bron. Als daar onvoldoende effect wordt bereikt, komen maatregelen in de overdrachtssfeer (wallen of schermen) of bij de ontvanger (gevelisolatie) in aanmerking. Het toepassen van geluidschermen in stedelijk gebied is vaak niet gewenst om stedenbouwkundige redenen, maar ook de inpasbaarheid van geluidsschermen is beperkt. Als laatste worden daarom de maatregelen bij de ontvanger (bijvoorbeeld gevelisolatie) overwogen.

 

 

De achtergrondgedachte van deze volgorde is een zo klein mogelijk gebied aan een hoog geluidniveau bloot te stellen. Dit leidt tot een efficiënt gebruik van de ruimte. De aandacht voor dit leidende principe is een wezenlijk element van de Wet geluidhinder. In de afbeelding is het principe nog eens aangegeven.

 

Er zijn maatregelen aan de bron waarop een gemeente voor gemeentelijke wegen invloed heeft.

Dit zijn:

  • 1.

    beperken van verkeersintensiteit.

  • 2.

    tracékeuze van de weg.

  • 3.

    beperken van de maximumsnelheid.

  • 4.

    de samenstelling van het verkeer.

  • 5.

    de toepassing van een bepaalde wegverharding (bijvoorbeeld stil asfalt).

 

Maatregelen bij de ontvanger, zoals geluidsisolerende beglazing, zorgen voor een goed woonklimaat in de woning.

 

Beleidsuitspraak:

De gemeente Zutphen hanteert bij het nemen van maatregelen ter beperking van geluidshinder de voorkeursvolgorde:

  • 1.

    maatregelen aan de bron.

  • 2.

    maatregelen in de overdracht.

  • 3.

    maatregelen bij de ontvanger.

Van deze standaard volgorde kan slechts gemotiveerd worden afgeweken.

 

2.2 Gebiedsgerichte aanpak

Zoals beschreven in het Geluidsplan Zutphen 2015-2025 hanteert de gemeente een gebiedsgerichte aanpak. Immers, het ene gebied is het andere niet en de ambities voor de verschillende gebieden zijn dan ook gedifferentieerd geformuleerd (VL= Verkeerslawaai en RL =

Railverkeerslawaai).

 

 

Om de communicatie rondom ambities makkelijker te maken is ervoor gekozen om de ambities van de gebiedstype aan te geven in een geluidsklasse. De geluidsklasse is wel gekoppeld aan traditionele geluidnormen die we kennen uit de Wgh. De voorkeurswaarde uit de Wgh komt dus overeen met “redelijk rustig”. In de figuur op de vorige bladzijde is dit aangegeven.

 

Binnen de gemeente Zutphen worden gebiedstypen onderscheiden.

De daaraan gekoppelde ambities zijn in de volgende tabel weergegeven. De tabel geldt voor nieuwe ontwikkelingen van gevoelige objecten in deze gebiedstypen. Het onderdeel ‘Industrielawaai’ is niet in de tabel opgenomen omdat hiervoor specifiek beleid is ontwikkeld, het “Zonebeheerplan industrieterrein De Mars” en de nota “Bedrijven en geluid bedrijventerrein De Mars”. Dit geldt ook voor gevoelige objecten bij het spoorwegemplacement hiervoor is een apart beleidskader ontwikkeld, het “Geluidbeleid spoorwegemplacement Zutphen”. De waarden ten behoeve van het wegverkeer zijn inclusief de aftrek conform artikel 110g uit de Wet geluidhinder.

 

 

De ambitie ten aanzien van geluid is gekoppeld aan het onderscheiden gebiedstype. Hierbij is het karakter van het gebiedstype bepalend voor de ambitie. In de gehanteerde systematiek wordt onderscheid gemaakt tussen ambities en bovengrenzen. De maximale afwijking is als een bovengrens per gebiedstype aangegeven. Bij het toekennen van een hogere waarde zal op basis van de criteria verderop in deze nota een afweging gemaakt moeten worden.

 

Het toetsen aan de ambities zoals die zijn opgenomen in de voorgaande tabel zijn overigens alleen van toepassing voor de nieuwe situaties. Hiermee wordt bedoeld:

  • 1.

    de aanleg van een nieuwe weg of spoorlijn bij bestaande woningen.

  • 2.

    de bouw van woningen bij een bestaande weg of spoorlijn.

 

In deze situaties is het immers mogelijk om keuzes te maken ten aanzien van het situeren van een geluidgevoelige bestemming ten opzichte van een geluidsbron. Dit zijn overigens veel voorkomende situaties. Daarnaast komt het natuurlijk ook voor dat er geheel nieuwe woongebieden worden ontwikkeld.

 

Op dat moment ontstaat de situatie dat zowel de woningen als de weg nieuw zijn. Voor de bronnen weg- en railverkeer zijn de ambities en de daaraan gekoppelde ontheffingswaarden in dit document vastgelegd. Voor industrielawaai wordt hierop in “Nota Bedrijven en Geluid” verder ingegaan.

 

2.3 Afwijking van het beleidskader

Het college van burgemeester en wethouders behoudt de mogelijkheid om na een bestuurlijke afweging, af te wijken van het beleid uit deze nota.

 

3. Criteria voor hogere grenswaarden

 

In de regel wordt door of namens de initiatiefnemer van het bestemmingsplan of de aanleg/reconstructie van een (spoor)weg in de voorbereidende fase een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Uit dit akoestisch onderzoek zal blijken of de voorkeurswaarde wordt overschreden. Als dit het geval is dient een procedure tot een hogere grenswaarde doorlopen te worden.

 

Het akoestisch onderzoek geeft inzicht in de geluidsbelasting voor het maatgevende jaar (10 jaar na vaststelling van de hogere grenswaarde). Ook geeft het inzicht of er bronmaatregelen en/of overdrachtsmaatregelen mogelijk zijn om de toekomstige geluidsbelasting tot de voorkeurswaarde te beperken. Als het geluidniveau niet tot deze waarde kan worden teruggebracht dan dient dat voldoende gemotiveerd te worden.

 

Slechts wanneer voldoende gemotiveerd wordt aangetoond dat toepassing van een maatregel niet doeltreffend is of niet aan de hoofd- en of locatie specifieke criteria kan worden voldaan, kan een hogere grenswaarde worden toegekend. In dit hoofdstuk worden de criteria beschreven, waaraan een hogere grenswaarde afweging wordt getoetst en wat de overwegingen zijn om een verzoek al dan niet toe te kennen.

 

3.1 Hoofdcriteria

In artikel 110a lid 5 van de Wgh is bepaald dat een hogere waarde alleen kan worden verleend indien:

 

Toepassingvanmaatregelen, gericht op het terugbrengen van de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein, de weg of spoorweg, van de gevel van de betrokken woningen of andere geluidgevoelige gebouwen onderscheidenlijk aan de grens van de betrokken geluidgevoelige terreinen tot de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting onvoldoende doeltreffend zal zijn dan wel overwegende bezwaren ontmoet van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard.

 

Allereerst moet de geluidsbelasting zonder beperkende maatregelen in beeld gebracht worden. Stelt het college van B&W een hogere grenswaarde vast, of overweegt ze dat, dan is het niet voldoende om te onderzoeken hoe effectief de maatregelen zijn om aan die hogere grenswaarde te voldoen. Het college van B&W moet vervolgens ook de maatregelen onderzoeken die kunnen helpen om aan de voorkeurswaarde te voldoen. Het college van B&W moet dus goed motiveren waarom ze hogere waarden wil vaststellen en waarom niet voldaan kan worden aan de voorkeurswaarde. Met deze nota hogere waarden geeft de gemeente Zutphen hieraan invulling. Het ontheffingenbeleid is gebaseerd op de uitgangspunten uit het gebiedsgerichte geluidbeleid van de gemeente Zutphen.

 

In de Wgh wordt gesteld dat het bevoegd gezag alleen een hogere waarde mag verlenen wanneer geluidsreducerende maatregelen ondoeltreffend zijn of overwegende bezwaren ontmoet van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard.

 

 

De prioriteit wordt gelegd bij bronmaatregelen en daarna overdrachtsmaatregelen en ten slotte bij gevelmaatregelen. Mochten bronmaatregelen als geluidsreducerende klinkers of asfalt of overdrachtsmaatregelen als geluidsschermen en geluidswallen bijvoorbeeld doelmatig en stedenbouwkundig akkoord zijn, dan geldt dat deze maatregelen eerst moeten worden toegepast nog voordat een hogere waarde vastgesteld kan worden. De initiatiefnemer van een ontwikkeling maakt het voor de gemeente inzichtelijk of bovenstaande criteria van toepassing zijn. De gemeente beslist of zij hiermee akkoord gaat.

 

Geluidsreducerend asfalt

Op dit moment zijn er diverse asfalttypen die geluidsreducerend zijn en qua kosten vergelijkbaar zijn met de traditionele asfaltypen. Bij vervanging van traditioneel asfalt en een geluidniveau op de woningen van meer dan 48 dB zal de gemeente onderzoeken of een geluidsreducerend asfalt mogelijk is.

 

3.2 Locatiespecifieke criteria

In de “Beleidsregel hogere geluidswaarden” uit het jaar 2007 zijn locatiespecifieke criteria voor wegverkeerslawaai, spoorweglawaai en industrielawaai opgenomen. Enkele voorbeelden hiervan zijn, dat woningen in de omgeving van een station of halte gesitueerd moeten worden of dat er sprake is van vervanging van bestaande bebouwing of een doelmatige afscherming vervullen voor andere woningen. Door borging via het ruimtelijk beleid is het niet meer nodig om deze criteria op te nemen.

 

Bij nieuwe ontwikkelingen wordt aan tabel 1 getoetst. De ambities zijn dan om de streefwaarden uit deze tabel aan te houden. De maximale afwijking is in dezelfde tabel als een bovengrens per gebiedstype aangegeven.

 

In het volgende hoofdstuk wordt beschreven onder welke voorwaarden de gemeente Zutphen vindt dat afwijking mogelijk is. In bijlage 2 is een formulier opgenomen ten behoeve van een hogere waarde geluid.

 

4. Voorwaarden voor het verlenen van een hogere waarde

 

De hieronder opgenomen voorwaarden waren reeds opgenomen in de “Beleidsregel hogere geluidswaarden” uit het jaar 2007 en worden ook in deze geactualiseerde nota ook opgenomen.

Wanneer het verzoek tot een hogere waarde getoetst is op de hoofdcriteria uit de Wgh wordt gekeken aan welke voorwaarden moet worden voldaan.

 

Beleidsuitspraak:

Indien aangetoond is dat op alle niveaus het verzoek tot een hogere waarde voldoet aan een hoofdspecifiek criterium (genoemd in paragraaf 3.1) kan onder voorwaarden een hogere waarde worden verleend.

 

Voorwaarde 1: minimaal één geluidsluwe gevel aanwezig met te openen delen grenzend aan de buitenlucht.

Van een geluidsluwe zijde is sprake indien de geluidsbelasting op de geluidsluwe zijde voldoet aan de voorkeurswaarde uit de Wet geluidhinder. In sommige gevallen is sprake van situaties met meer geluidsbelaste gevels, onder andere vanwege andere geluidsbronnen (bijvoorbeeld: zowel wegverkeer als railverkeer heeft een bepalende geluidsbelasting). Deze gevel moet indien er sprake is van meerdere geluidsbronnen voor alle geluidsbronnen geluidsluw zijn ten gevolge van elke bron afzonderlijk. Dit geldt ook voor 30 km wegen.

 

Vanaf 2007 (na de inwerkingtreding van de “Beleidsregel hogere geluidswaarden”) is gebleken dat in sommige situaties het kan voorkomen dat bij eengezinswoningen op de begane grond sprake is van een geluidsluwe zijde maar bij de bouwlagen daarboven niet. Indien de buitenruimte van deze eengezinswoning is gesitueerd aan deze geluidsluwe zijde op de begane grond dan is dit acceptabel.

 

Van deze voorwaarde kan worden afgeweken, indien:

  • 1.

    Een geluidsluwe gevel vanwege stedenbouwkundige overwegingen niet mogelijk is en;

  • 2.

    Het ontbreken van een geluidsluwe gevel wordt gecompenseerd, bijvoorbeeld door (in aflopende volgorde van wenselijkheid):

    • a.

      een afsluitbaar balkon (een zogenaamde koude serre).

    • b.

      een gezamenlijke (maar niet openbare) geluidsluwe buitenruimte, bijvoorbeeld een gedeelde binnentuin.

 

Voorwaarde 2: minimaal één buitenruimte aan de geluidsluwe zijde

De geluidgevoelige bestemming moet minimaal één buitenruimte aan de geluidsluwe zijde hebben. Voor 30 km wegen geldt hetzelfde.

 

Van deze voorwaarde kan worden afgeweken, indien:

  • 1.

    Een buitenruimte vanwege stedenbouwkundige overwegingen niet mogelijk is en;

  • 2.

    Het ontbreken van een buitenruimte wordt gecompenseerd, bijvoorbeeld door (in aflopende volgorde van wenselijkheid):

    • a.

      een afsluitbaar balkon (een zogenaamde koude serre).

    • b.

      een gezamenlijke (maar niet openbare) geluidluwe buitenruimte, bijvoorbeeld een gedeelde binnentuin.

 

Een geluidsluwe gevel is gesitueerd aan de buitenlucht, waardoor spuien of ventileren van de aangrenzende geluidgevoelige ruimte mogelijk is.

 

Voorwaarde 3: voor een dove gevel

In het kader van de Wgh is de dove gevel sinds begin jaren negentig een ‘erkend’ begrip. Op een dove gevel mogen geluidsbelastingen voor komen die hoger zijn dan de maximale ontheffingswaarde. Een dove gevel is in artikel 1b van de Wet geluidhinder gedefinieerd als zijnde:

 

Een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidgevoelige ruimte.

 

Van een dove gevel is dus voortaan ook sprake als een gevel delen bevat die in bijzondere omstandigheden moeten kunnen worden geopend, mits achter deze delen geen geluidgevoelige ruimte ligt. Wat betreft de te openen delen, valt te denken aan een nooduitgang.

 

Zolang het gaat om toepassing van de Wgh, kan een dove gevel een oplossing bieden in gevallen waarin de maximale ontheffingswaarde zal worden overschreden. De gemeente wenst het gebruik van een dove gevel zoveel mogelijk te vermijden. De gemeente maakt hierbij geen onderscheid tussen 30 km/h wegen en 50 km/h wegen.

 

Beleidsuitspraak:

De gemeente Zutphen probeert zo veel mogelijk een dove gevel te beperken bij geluidgevoelige bestemmingen. Als een dove gevel onvermijdelijk is, zal voor de betreffende woning of geluidgevoelige bestemming tenminste één geluidsluwe gevel en buitenruimte aanwezig moeten zijn.

 

Beleidsuitspraak:

De gemeente Zutphen draagt zorg voor een juridische borging van een dove gevel, geluidluwe gevel, buitenruimte en een binnenniveau van 33 dB. De borging vindt plaats door middel van instrumenten als een aanvraag om een omgevingsvergunning, verkoopvoorwaarden van de grond een omgevingsvergunning of een bestemmingsplan. De voorkeur gaat hierbij uit naar een aanvraag om een omgevingsvergunning dan wel verkoopvoorwaarden van de grond.

 

Stad en Milieu benadering

De allerlaatste mogelijkheid is nog een procedure in het kader van Stad en Milieu. Bij deze procedure is het bij uitzondering mogelijk om af te wijken van bestaande milieunormen. De gemeente Zutphen zal bij ieder project welke valt onder de Stad en Milieu benadering specifieke afwegingen toepassen. Om toch nog een acceptabele leefomgevingkwaliteit te realiseren is het goed om bij deze procedure de volgende voorwaarden te hanteren:

  • 1.

    33 dB binnenniveau, bij bestaande gebouwen is een binnenniveau van 38 dB mogelijk mits goed onderbouwd is waarom niet aan 33 dB kan worden voldaan.

  • 2.

    een gezondheidskundig onderzoek.

  • 3.

    een onderzoek naar waarom bron- en overdrachtsmaatregelen niet mogelijk zijn.

  • 4.

    een geluidsluwe gevel en buitenruimte, in situaties waarin geen geluidsluwe gevel en buitenruimte mogelijk is per gevoelig object dan kan op gebouwniveau volstaan worden met een gemeenschappelijke geluidsluwe buitenruimte.

  • 5.

    ventilatie conform de eisen van het Bouwbesluit.

  • 6.

    een visie en onderbouwing waarom de verandering van bestemming nodig is.

 

Voorwaarde 4: cumulatie inzichtelijk maken

Bij de procedure hogere geluidswaarden hoeven de aangevraagde geluidniveaus volgens de Wgh niet gecumuleerd te worden. Bij het bepalen van gevelisolatie moet bij (bijvoorbeeld wegverkeerslawaai) wel rekening worden gehouden met cumulatie van de geluidsbelasting als gevolg van meerdere wegen.

 

Bij de ontwikkeling van bestemmingsplannen dient wel rekening te worden gehouden met het eventueel optreden van cumulatie van de verschillende geluidsoorten (weg-, rail- en industrielawaai). In de Wgh (art. 110a) is een aanpak hiervoor opgenomen: ter bescherming van (toekomstige) bewoners mag de gecumuleerde geluidsbelasting niet onaanvaardbaar hoog worden.

 

Dit is de situatie waar een bewoner mee te maken heeft. De gecumuleerde geluidsbelasting wordt bepaald volgens de methode uit het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 bijlage 1 hoofdstuk 2. Bij het dimensioneren van de gevelisolatie wordt (daar waar relevant) met de ongewogen gecumuleerde geluidsbelasting rekening gehouden. Op grond van het Bouwbesluit moet bij het ontwerp van woningen voldaan worden aan de wettelijke binnenniveaus.

 

Beleidsuitspraak:

Bij een afweging voor een hogere grenswaarden dient de gecumuleerde geluidsbelasting in beeld te worden gebracht als sprake is van meerdere relevante geluidsbronnen. Bij het dimensioneren van de gevelisolatie wordt (daar waar relevant) met de ongewogen gecumuleerde geluidsbelasting rekening gehouden.

 

Voorwaarde 5: toepassen van doelmatige bronmaatregelen bij reconstructies

Bij reconstructiesituaties worden slechts hogere grenswaarden vastgesteld nadat doelmatige bronmaatregelen (stillere wegtypen) zijn getroffen, mits deze kosteneffectief kunnen worden toegepast. De initiatiefnemer maakt het voor de gemeente inzichtelijk of dit van toepassing is. De gemeente beslist of zij hiermee akkoord gaat.

 

5. 30 km/uur wegen

 

In het kader van het project “Duurzaam veilig” zijn diverse verkeersmaatregelen bedacht, waaronder de inrichting van gebieden met een maximum snelheid van 30 km/uur. Volgens artikel 74 uit de Wgh zijn deze gebieden gedezoneerd en zijn de bepalingen over voorkeurswaarden en maximale ontheffingswaarden niet meer van toepassing. Volgens de regels van de Wgh hoeft aan het geluidsaspect van deze wegen geen aandacht te worden geschonken.

 

Daar de gemeente Zutphen een duurzaam woonklimaat voorstaat kiest de gemeente ervoor bij planontwikkeling hieraan uitdrukkelijk wel aandacht te besteden, zeker nu dergelijke wegen vanwege duurzame verkeersveiligheid in aantal toenemen. Deze keuze wordt onderschreven door een aantal uitspraken van de Raad van State. Bij het verlenen van vrijstellingen of het vaststellen van bestemmingsplannen zal de gemeente zich uitspreken over de aanvaardbaarheid van het niet-zoneringsplichtig wegverkeerslawaai. De overwegingen zullen zich met name richten op de gevelbelasting vanwege het wegverkeer en het binnenniveau binnen geluidgevoelige vertrekken. Deze dienen wel akoestisch inzichtelijk gemaakt te worden.

 

Voor het berekenen van het geluid ten gevolge van deze wegen geldt dezelfde systematiek als voor de berekening van het geluid ten gevolge van een zoneplichtige weg. Inzake de geluidsbelasting ten gevolge van een 30 km/uur-weg is geen hogere grenswaarden benodigd en is daarvoor dan ook geen procedure nodig. De intensiteiten en daarbij horende geluidniveaus kunnen ook bij 30 km wegen hoog zijn.

 

De gemeente kiest er daarom voor om bij nieuwe geluidgevoelige objecten gelegen aan 30 km wegen dezelfde voorwaarden te hanteren, als bij 50 km wegen. Voor bijvoorbeeld de geluidsluwe zijde, de cumulatie en de aftrek conform artikel 110g uit de Wgh. De gemeente Zutphen hanteert voor zowel bij 30 km/uur als 50 km/uur een aftrek van 5 dB. Hiervoor wordt gekozen omdat het een vaste aftrek is en deze aftrek geen akoestisch verband heeft. Verder is de verwachting dat er met de komst van de Omgevingswet geen verschil wordt gemaakt tussen een 30 km/uur weg en een 50 km/uur weg.

 

 

Bij het bepalen van gevelisolatie moet bij (bijvoorbeeld wegverkeerslawaai) rekening worden gehouden met cumulatie van de geluidsbelasting als gevolg van meerdere wegen. Ten slotte hanteert de gemeente bij 30 km/uur wegen dezelfde voorwaarden die in deze nota zijn gesteld aan 50 km/uur wegen.

 

6. Procedures

 

In dit hoofdstuk zijn de procedurele aspecten voor het verlenen van hogere waarden voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting weergegeven. Verder is informatie opgenomen over de registratie bij het kadaster. Ten slotte is vermeld welke informatie bij een verzoek tot een hogere waarde gevoegd moet worden.

 

Belangrijk is dat het besluit tot hogere geluidswaarden bij de uitgebreide (conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht) procedure tegelijkertijd met het ontwerp van het bestemmingsplan of uitgebreide omgevingsvergunning ter inzage moet worden gelegd en dat de vaststelling/beschikking voor de hogere waarden niet later genomen mag worden dan de vaststelling van het bestemmingsplan.

 

In november 2014 is door wijziging van de Crisis en herstelwet en de Wet geluidhinder er een reguliere procedure bij gekomen. Deze geldt voor de zogenaamde kruimellijst.

Bij de reguliere procedure dient het besluit tot het vaststellen van de hogere geluidgrenswaarden gelijktijdig met het besluit tot het verlenen van de omgevingsvergunning te worden genomen. Voorheen was er alleen een uitgebreide procedure.

 

Hieronder een paar voorbeelden van een uitgebreide- dan wel reguliere procedure, waarbij er wel vanuit wordt gegaan dat er een hogere geluidgrenswaarde nodig is (geluidniveau is meer dan 48 dB):

  • 1.

    een nieuwe woning realiseren via het bestemmingsplan:

  • Via het bestemmingsplan, uitgebreide procedure en via de hogere geluidgrenswaarde uitgebreide procedure.

  • 2.

    een nieuwe woning realiseren via buitenplans afwijken (kan niet via de Kruimellijst):

  • Via buitenplans afwijken, het oude projectbesluit, artikel 2.12, lid 1 onder 3o Wabo uitgebreide procedure en via de hogere geluidgrenswaarde uitgebreide procedure.

  • 3.

    een woning uitbreiden (woonkamer, uitbreiding langer dan tien jaar):

  • Via het bestemmingsplan, uitgebreide procedure en via de hogere geluidgrenswaarde uitgebreide procedure.

  • 4.

    een woning uitbreiden (bijvoorbeeld, dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding): Via afwijken bij AMvB aangewezen geval (Kruimellijst) reguliere procedure en via de hogere geluidgrenswaarde reguliere procedure.

  • 5.

    een noodschool (periode korter dan tien jaar):

  • Via afwijken bij AMvB aangewezen geval (Kruimellijst) reguliere procedure en geen hogere geluidgrenswaarde. Wel toetsing in het kader van goede ruimtelijke ordening.

 

Registratie Kadaster

In artikel 110i Wgh lid 1 is bepaald dat burgemeester en wethouders een door hen genomen (onherroepelijk geworden) besluit voor het verlenen van een hogere waarde zo spoedig mogelijk inschrijven in de openbare registers, dus in het Kadaster. De gemeente stelt het Kadaster eveneens op de hoogte als een besluit tot vaststelling van een hogere waarde, door een uitspraak van de rechter, waarbij het besluit is ingetrokken of gewijzigd, of anderszins zijn waarde heeft verloren. De gegevens in het Kadaster moeten hierop worden aangepast of worden verwijderd.

 

De inhoud van het verzoek om hogere waarden

In het Besluit geluidhinder is in artikel 5.4 het volgende geregeld:

  • 1.

    Het verzoek om een hogere waarde en het ontwerp van een verzoek bevatten tenminste:

    • a.

      de verzochte hogere grenswaarde.

    • b.

      de redenen die aan het verzoek ten grondslag liggen.

    • c.

      de resultaten van het akoestisch onderzoek.

    • d.

      een beschrijving van mogelijke maatregelen om de geluidsbelasting te verminderen tot de voorkeurswaarde.

  • 2.

    Een verklaring dat maatregelen zullen worden getroffen indien de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein, vanwege de weg of vanwege de spoorweg, binnen de woning of de andere geluidgevoelige gebouwen bij gesloten ramen meer bedraagt dan de waarde, bedoeld in de artikelen 111b en 112 van de wet.

  • 3.

    Het verzoek gaat vergezeld van een of meer kaarten met bijbehorende verklaring. De kaart of kaarten geven bovendien de ligging weer van aanwezige of toekomstige geluidszones.

  • 4.

    Degene die bevoegd is tot het vaststellen van hogere waarden kan van de verzoeker nadere toelichting, tekeningen en kaarten verlangen, indien hij deze noodzakelijk acht voor de beoordeling van het verzoek.

 

 

 

 

Aldus besloten op 25 augustus 2015.

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester, de secretaris

Bijlage 1 Grenswaarden Wet geluidhinder

 

Grenswaarden wegverkeer

Nieuwe woning / bestaande weg

Hoogst toelaatbare geluidsbelasting

Nieuw te bouwen woningen

Stedelijk 63 dB – Buitenstedelijk 53 dB

Nieuw te bouwen agrarische bedrijfswoning

Stedelijk nvt. – Buitenstedelijk 58 dB

Vervangende nieuwbouw

Stedelijk 68 dB – Buiten bebouwde kom 58 dB – Langs autosnelweg/rijksweg 63 dB

Bestaande woning / nieuwe wegaanleg

 

Bestaande woningen

Stedelijk 63 dB – Buitenstedelijk 58 dB

Gelijktijdig met wegaanleg te bouwen woning

Stedelijk 58 dB – Buitenstedelijk 53 dB

Ingeval van reconstructie gelden de volgende waarden

Situatie woning / weg

Voorkeurswaarde

Hoogst toelaatbare geluidsbelasting

Heersende geluidsbelasting minder dan 48 dB

48 dB

--

Eerder is een hogere waarde vastgesteld en heersende geluidsbelasting minder dan 48 dB

Laagste van heersende waarde voor reconstructie of hogere vastgestelde waarde

Stedelijk 63 dB

Buitenstedelijk 58 dB

Niet eerder is een hogere waarde vastgesteld en heersende geluidsbelasting is hoger dan 48 dB

De heersende waarde voor reconstructie

Stedelijk 63 dB

Buitenstedelijk 58 dB

Ingevolge de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder kan voor andere geluidgevoelige gebouwen en terreinen het volgende samenstel aan grenswaarden worden afgeleid.

 

Situatie

Voorkeurswaarde

Hoogst toelaatbare geluidsbelasting

Andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen

48 dB

Bestaande andere geluidgevoelige gebouwen in buitenstedelijk gebied: 58 dB

 

 

Andere geluidgevoelige gebouwen in stedelijk gebied: 63 dB

 

 

Geluidgevoelige terreinen: 53 dB

 

 

Nieuwe andere geluidgevoelige gebouwen in buitenstedelijk gebied: 53 dB

 

Ingeval van reconstructie gelden de volgende waarden

Situatie

Voorkeurswaarde

Hoogst toelaatbare geluidsbelasting

Geluidsbelasting voor reconstructie is niet hoger dan 48 dB (andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen)

48 dB

Verhoging maximaal 5 dB

Nog niet eerder was een hogere waarde vastgesteld dan 48 dB (andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen) maar heersende waarde is wel hoger

De heersende waarde

Verhoging maximaal 5 dB en indien heersende waarde niet hoger dan 53 dB: 58 dB in buitenstedelijk gebied respectievelijk 63 dB in stedelijk gebied voor andere geluidgevoelige gebouwen

 

 

Indien heersende waarde wel hoger dan 53 dB: 68 dB andere geluidgevoelige gebouwen

 

 

Maximaal 53 dB voor geluidgevoelige terreinen

Eerder was een hogere waarde vastgesteld dan 48 dB (andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen) en heersende waarde is ook hoger

Laagste van heersende waarde of de eerder vastgestelde waarde

Verhoging maximaal 5 dB en maximaal tot hierboven genoemde waarden dan wel, indien eerdere hogere waarden dan die waarden zijn vastgesteld, die eerder vastgestelde

waarden

Voor de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting aan de grens van geluidgevoelige terreinen kunnen waarden dan de hierboven genoemde waarden worden vastgesteld, met dien verstande dat de verhoging als gevolg van de reconstructie niet meer mag bedragen dan maximaal 5 dB en de waarde niet hoger mag worden vastgesteld dan 53 dB voor woonwagenstandplaatsen en 68 dB voor andere geluidgevoelige terreinen dan woonwagenstandplaatsen.

 

Grenswaardn railverkeer

Situatie

Voorkeurswaarde

Hoogst toelaatbare geluidsbelasting

Woningen

55 dB

68 dB

Andere geluidgevoelige gebouwen

53 dB

68 dB

Geluidgevoelige terreinen

55 dB

63 dB

 

 

Bijlage 2 Formulier hogere waarden geluid