Organisatie | Hilvarenbeek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERGADERINGEN EN ANDERE WERKZAAMHEDEN VAN DE RAADSCOMMISSIES 2022 |
Citeertitel | Reglement van orde raadscommissies 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuur |
Geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-03-2022 | Nieuwe regeling | 03-02-2022 | 78279 |
Hoofdstuk 2: Instelling, taken en samenstelling
Artikel 2. Instelling reguliere raadscommissies
De raadscommissie Ruimte adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen: grondzaken en gemeentelijk vastgoed, verkeer en vervoer, openbare werken, ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, natuur en landschap, welstand en monumentenzorg, milieu en afval, landinrichting, reconstructie en bouwzaken.
De raadscommissie Samenleving adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen: onderwijs, WMO, zorg en welzijn, sociale zaken, arbeidsvoorziening, kunst en cultuur, biodiversiteit en klimaatbeleid, mondiale bewustwording en vluchtelingen; algemeen bestuur en coördinatie, openbare orde en veiligheid, rampenbestrijding, handhaving, communicatie en promotie, evenementen, juridische -, facilitaire – en publiekszaken, informatie en archiefzorg, internationale zaken, intergemeentelijke samenwerking, financiën, planning en control, economische zaken, toerisme en recreatie, informatisering en automatisering.
Ter voorbereiding van het advies bepaalt de commissie eerst of er genoeg informatie is om een besluit te kunnen nemen. Vervolgens formuleert de commissie zijn advies aan de raad waarin de volgende elementen tot uitdrukking komen: of er al dan niet voldoende informatie is om een besluit te kunnen nemen (rijp voor besluitvorming of niet) en of het onderwerp een bespreek- of hamerstuk moet zijn.
De raad oriënteert zich op een brede manier op een onderwerp.
In ieder geval de raads- en commissieleden. Maar ook collegeleden/ambtenaren kunnen de oriënterende bouwsteen inzetten om informatie uit de raad op te halen, bijvoorbeeld in de vorm van een voorhangprocedure.
Vormvrij of via een informatieplein, afgestemd op het onderwerp. Stakeholders, afhankelijk van het onderwerp, kunnen erbij worden betrokken en informatie en meningen over het onderwerp geven. Het is van belang dat, als het college informatie wil ophalen uit de raad, de vraag vooraf duidelijk moet zijn.
De raad heeft, door het ophalen van informatie en verschillende aspecten, een zo breed mogelijk beeld van het onderwerp.
Wanneer het college deze bouwsteen inzet heeft het college een goed beeld van de mening/standpunten van raads- en commissieleden over een bepaald onderwerp.
College of raad, afhankelijk van wie deze bouwsteen wil inzetten
De raad bepaalt binnen welke kaders het college een raadsvoorstel kan voorleggen of uitvoering kan geven aan een onderwerp.
Commissieleden en de gemeenteraad.
De inhoudelijke behandeling vindt plaats in een commissievergadering. De kaders worden uiteindelijk in de raad vastgesteld door middel van een hamerstuk dan wel een bespreekstuk.
Het college weet binnen welke kaders een onderwerp aan de raad kan worden voorgelegd of kan worden uitgevoerd.
College of raad, afhankelijk van wie deze bouwsteen wil inzetten.
De commissie de gelegenheid geven om tot beeldvorming over raadsvoorstellen om een goed debat te kunnen voeren.
De commissie is in staat om goed geïnformeerd in het debat tot oordeelsvorming over te kunnen gaan, of kan adviseren om het debat over te slaan.
Het college (en stemt de opzet van het informatieplein af met de griffie.)
Het doel van dit onderdeel is het vormen van een mening dan wel oordeel over een voorstel aan de raad, een raadsinformatiebrief en/of onderwerpen die, gehoord hebbende de opvatting van het presidium, door commissieleden als agendapunt is opgevoerd.
Tot oordeelsvorming over een raadsvoorstel of door het college gevoerd beleid middels een debat.
Hoofdstuk 3: Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris
De oproeping geschiedt schriftelijk oor of namens de voorzitter ten minste 7 dagen voor het houden van de vergadering, spoedeisende gevallen uitgezonderd. De oproepingsbrief vermeldt dag, aanvangstijdstip en voorlopige agenda van de vergadering. De oproepingsbrief wordt tevens ter kennisname gezonden aan de leden van de raad die geen lid zijn van de commissie en aan het college van burgemeester en wethouders. De oproepingsbrief en bijbehorende stukken worden tevens digitaal verstrekt.
Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. Het presidium, na overweging van het advies van de raadscommissie, bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Paragraaf 2. Orde der vergaderingen
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 14. Opening vergadering en quorum
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen van de afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste 24 uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.
Ten aanzien van de onderwerpen die als “oriënteren” zijn behandeld bevat de terugkoppeling in elk geval verslaglegging die zodanig van aard is dat deze kan dienen voor de voorbereiding op de andere onderdelen waaruit een commissievergadering kan bestaan. Deze verslaglegging wordt opgesteld door degene die dit het betreffende onderdeel inhoudelijk organiseert.
Ten aanzien van de onderwerpen die als “kaderstellen” zijn behandeld bevat de terugkoppeling in elk geval verslaglegging die zodanig van aard is dat deze kan dienen voor het opstellen van een voorstel tot vaststelling van kaders door de raad. Deze verslaglegging wordt opgesteld door degene die het betreffende onderdeel inhoudelijk organiseert.
Het presidium, de voorzitter of de commissieleden kunnen het voorstel doen om bij bepaalde agendapunten spreektijden te gebruiken, voor alle deelnemers aan de beraadslagingen.
Artikel 19. Voorstellen van orde
Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Hoofdstuk 5: Besloten commissievergaderingen
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Deze terugkoppeling wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van deze terugkoppeling. De vastgestelde terugkoppeling wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen. Artikel 22 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 24. Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.
Artikel 28. Uitleg verordening
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.