Organisatie | Terneuzen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Participatie en Inkomen gemeente Terneuzen 2022 |
Citeertitel | Beleidsregels Participatie en Inkomen gemeente Terneuzen 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Deze regeling vervangt de Beleidsregels Bijzondere Bijstand 2015 en Beleidsregels bij uitvoering Participatiewet (deel 2).
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-04-2022 | nieuwe regeling | 22-02-2022 |
De Verordening sociaal domein gemeente Terneuzen 2022 (verder te noemen: de verordening) is op 16 december 2021 door de gemeenteraad vastgesteld. De datum van inwerkingtreding is 1 maart 2022. Deze verordening vormt de basis voor deze beleidsregels.
De verordening is een algemeen verbindend voorschrift en is rechtstreeks bindend voor de burger. De Participatiewet bepaalt dat de gemeente een aantal zaken in de verordening regelt. De verordening bevat een aantal hoofdregels. Een uitwerking kan in beleidsregels worden vastgelegd.
Beleidsregels zijn een uitwerking van de verordening. Het college heeft op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht de bevoegdheid om beleidsregels vast te stellen. Beleidsregels geven aan hoe een bepaalde bevoegdheid wordt uitgevoerd. Er kunnen geen rechten en plichten voor inwoners worden vastgelegd.
De uitvoering van de Participatiewet ligt bij het team Werk en Inkomen, dat door het college gemandateerd is om de Participatiewet uit te voeren
Hoofdstuk 2 Participatie en Inkomen
In de verordening bepaalt de gemeenteraad welke re-integratie instrumenten het college kan inzetten. De situatie of de analyse van een inwoner bepaalt welke voorziening het meest passend is. De situatie en de voortgang wordt opgevolgd. Hiervoor wordt iedereen die een beroep doet op een voorziening ingedeeld op de re-integratieladder. De indeling op de re-integratieladder is de basis voor de dienstverlening. Afhankelijk van een individuele beoordeling wijkt het college af van de richtlijn als dat voor een inwoner naar oordeel van het college beter past.
2.4 De voorzieningen per trede van de Zeeuws Vlaamse werkladder
Hoofdstuk 4 Bijzondere bijstand
4.3 Veel voorkomende bijzondere individuele kosten
4.3.1 Aard van de bijzondere bijstand
Voor de bepaling van het recht op individuele bijzondere bijstand moet de aanvraag aan een aantal voorwaarden voldoen, conform artikel 35, lid 1 van de PW:
In afwijking van artikel 35, lid 1 van de PW komen de kosten voor de eerste huur, waarborgsom en duurzame gebruiksgoederen voor bijzondere bijstand in aanmerking voor de statushouder die zich rechtstreeks vanuit het Centraal Orgaan opvang Asielzoeker (COA) vestigt in de gemeente Terneuzen in het kader van de taakstelling.
4.3.3 Bijzondere bijstand om niet zoals bedoeld in artikel 12 van de PW
De hoogte van de bijzondere bijstand van de alleenstaande of gehuwde jongere als bedoeld in artikel 20 van de PW, is gelijk aan de extra noodzakelijk te achten kosten die uitgaan boven de geldende bijstandsnorm, inclusief vakantiegeld. Dit bedrag is niet hoger dan het verschil tussen de toepasselijke bijstandsnorm voor personen jonger dan 21 jaar, inclusief vakantiegeld en de bijstandsnorm voor personen van 21 jaar en ouder, inclusief vakantiegeld.
4.3.4 Reiskosten om niet voor het afleggen van bezoek aan gedetineerden of een in een instelling opgenomen gezinsleden vanaf 18 jaar.
De hoogte van de vergoeding bedraagt de kosten van de goedkoopste vorm van openbaar vervoer. Bij gebruik van eigen vervoer wordt er een bedrag vergoed conform het tarief van de Belastingdienst. Als gebruik wordt gemaakt van de Westerscheldetunnel of Liefkenshoektunnel worden ook deze kosten vergoed.
4.3.5 Langdurige en tijdelijke opname in een inrichting/ziekenhuis (buitenwettelijk begunstigend beleid) om niet.
4.3.7 Woonkostentoeslag om niet voor een huurwoning waarvan de huurkosten hoger zijn dan de maximale huurgrens als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag:
aan de bijstandsverlening als bedoeld onder a wordt de verplichting opgelegd dat belanghebbende naar vermogen probeert financieel passende woonruimte te vinden met een rekenhuur waarvoor wel aanspraak op huurtoeslag kan bestaan. Bij de beoordeling van een nieuwe periode van woonkostentoeslag als bedoeld in lid c wordt gevraagd of naar vermogen is geprobeerd om financieel passende woonruimte te vinden.
4.3.8 Woonkostentoeslag om niet voor een woning in eigendom.
Alleen in het geval de woonkosten hoger zijn dan de maximale rekenhuur als omschreven in artikel 13 van de Wet op de huurtoeslag wordt de verplichting opgelegd om een goedkopere woonruimte te vinden waarbij de woning wordt verkocht en belanghebbende uitziet naar een huurwoning of wordt uitgezien naar een woonruimte met woonkosten onder die maximale rekenhuur.
4.3.12 Legeskosten verlengen verblijfsvergunning, naturalisatie (om niet)
Legeskosten voor (verlenging van) een verblijfsvergunning behoren tot de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Enkel indien de belanghebbende niet in staat is geweest te reserveren voor deze kosten dan wel geen lening kan afsluiten, komt men in aanmerking voor bijzondere bijstand.