Organisatie | Kerkrade |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Kerkrade |
Citeertitel | Beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente 2022 gemeente Kerkrade |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-04-2022 | 01-01-2023 | nieuwe regeling | 29-03-2022 | 22n00158 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade, gelet op:
titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
artikel 35 van de Participatiewet;
het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke
voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor een eenmalige
het daarom wenselijk is voor dit doel aanvullende beleidsregels vast te stellen op de
beleidsregels bijzondere bijstand Kerkrade;
vast te stellen de beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Kerkrade.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
b. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade;
c. peildatum: 1 januari 2022, of zo veel later in 2022;
d. referteperiode: periode van voorafgaand aan de datum aanvraag.
Artikel 2. Doelgroep eenmalige energietoeslag 2022
Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:
a. in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet;
b. Jongeren van 18 t/m 20 jaar komen niet in aanmerking, tenzij zij een bijstandsuitkering ontvangen aangevuld met bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 12 Participatiewet.
c. jonger is dan 27 jaar en aanspraak maakt op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000; of
d. is ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) met alleen een briefadres (dak- en thuislozen).
Artikel 3. Ambtshalve toekenning
Als vaststaat dat op de peildatum recht bestaat, wordt de energietoeslag aan de volgende groepen ambtshalve toegekend:
1. Huishoudens met een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ;
2. Huishoudens die gebruik maken van bijzondere bijstand of andere Kerkraadse minimaregelingen;
3. Ondernemers met een Bbz-uitkering voor levensonderhoud of IOAZ;
De referteperiode betreft het inkomen voorafgaand aan de aanvraag. Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. Op deze wijze kan maatwerk geleverd worden.
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.
Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van
de gemeente Kerkrade van 29 maart 2022.
Het College, De secretaris,
dr. T.P. Dassen Housen R.M.J.S. Stijns
Deze beleidsregel is gebaseerd op:
In dit artikel wordt de gemeentelijke beleidsvrijheid ingevuld.
Het kabinet heeft met VNG en Divosa afgesproken dat wordt ingezet op het bereiken van maximaal 800.000 huishoudens met een eenmalige energietoeslag van € 800 als richtbedrag. Wij volgen deze aanbeveling. Van differentiatie naar leefsituatie zien wij af omwille van de beoogde eenvoud van de regeling.
In het belang van een snelle uitvoerbaarheid van de regeling en vanwege het feit dat het merendeel van de huishoudens met een laag inkomen geen of nauwelijks vermogen heeft, wordt het vermogen van de aanvrager en eventuele partner buiten beschouwing gelaten.
Het recht op de energietoeslag wordt dus alleen op basis van het inkomen bepaald.
We kiezen voor een inkomensgrens van 120% van de toepasselijke bijstandsnorm omdat dit aansluit bij het lokale minimabeleid.
In artikel 31, tweede lid, van de Participatiewet worden een aantal inkomensbestanddelen opgesomd die niet tot de middelen worden gerekend. Deze middelen worden ook voor het recht op eenmalige energietoeslag buiten beschouwing gelaten. Toeslagen als huur-, zorgen kinderopvangtoeslag worden dus niet als inkomen aangemerkt. Dit geldt ook voor speciale regelingen op basis van de corona-(steun)maatregelen, zoals de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) voor ondernemers en de zorgbonus voor zorgpersoneel. Ook bijzondere bijstand telt niet mee als inkomen.
Wij kiezen ervoor om huishoudens die zijn toegelaten tot schuldhulpverlening ongeacht de hoogte van het inkomen in aanmerking te laten komen, omdat zij slechts het 'vrij te laten bedrag' te besteden hebben (95% van de bijstandsnorm).
De energietoeslag is een vorm van categoriale bijzondere bijstand en dus gelden ook de uitsluitingsgronden van de bijstand.
Het recht op de energietoeslag is op grond van artikel 11 Pw (Rechthebbenden) beperkt tot Nederlanders en daarmee gelijkgestelden, die woonachtig zijn en rechtmatig verblijven in Nederland. Daarnaast zijn ook de uitsluitingsgronden van artikel 12 (Onderhoudsplicht ouders 18 t/m 20-jarigen) en 13 (Uitsluiting van bijstand) van de Pw van toepassing.
Personen met een uitkering volgens de inrichtingsnorm worden uitgesloten, omdat de instelling voorziet in de energiekosten.
Personen met alleen een briefadres (dak- en thuislozen) worden uitgesloten van de eenmalige energietoeslag omdat zij geen energiekosten hebben.
Met de invoering van het vijfde lid onder artikel 35 van de Participatiewet wordt geregeld dat de gemeente de eenmalige energietoeslag ook ambtshalve kan vaststellen en verstrekken. Een schríftelijke aanvraag is dan niet nodig. Om de uitvoeringskosten te beperken wordt de energietoeslag waar mogelijk ambtshalve toegekend.
Aan een deel van de doelgroep kan de energietoeslag niet ambtshalve worden toegekend.
Dit is aan de huishoudens met lage inkomens die (op dit moment) geen gebruikmaken van een uitkering of minimaregelingen van de gemeente. Denk hierbij aan werkende armen, inwoners met een uitkering van UWV, AOW-gerechtigden zonder aanvullend pensioen en zelfstandigen met een laag inkomen. Deze inwoners kunnen de energietoeslag zelf aanvragen.
Het hanteren van een inkomensgrens voor het recht op de energietoeslag betekent dat huishoudens met een inkomen net boven die inkomensgrens niet in aanmerking zullen komen voor de energietoeslag. De verhoging van het richtbedrag van de energietoeslag van oorspronkelijk € 200 naar € 800, maakt het verschil in tegemoetkoming tussen rechthebbenden en net-niet-rechthebbenden groot. Deze net-niet-rechthebbenden kunnen echter in vergelijkbare mate te maken hebben met energiearmoede. Voor deze groep kan op individuele basis maatwerk geleverd worden met individuele bijzondere bijstand.
De energietoeslag is eenmalig en alleen bedoeld voor het jaar 2022. Daarom is 31 december 2022 als uiterste aanvraagdatum bepaald.