Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Recreatieschap Twente

Bevoegdhedenbesluit Recreatieschap Twente

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRecreatieschap Twente
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBevoegdhedenbesluit Recreatieschap Twente
CiteertitelBevoegdhedenbesluit Recreatieschap Twente
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-202201-01-2022nieuwe regeling

12-01-2022

bgr-2022-377

Tekst van de regeling

Intitulé

Bevoegdhedenbesluit Recreatieschap Twente

Het bestuur en de voorzitter van het Recreatieschap Twente, ieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft;

 

Overwegende dat:

  • het om redenen van doelmatigheid en slagvaardig bestuur wenselijk is de uitoefening van daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden op te dragen aan ambtenaren die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuur;

  • het wenselijk is te komen tot een duidelijke, eenvoudige en onderhoudsarme regeling.

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit:

 

Vast te stellen het volgende bevoegdhedenbesluit Recreatieschap Twente

 

Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuur: het bestuur van het recreatieschap Twente;

  • b.

    gemandateerde: de medewerker aan wie mandaat, volmacht en machtiging is verleend;

  • c.

    machtiging: de bevoegdheid om in naam van het bestuur feitelijke handelingen te verrichten, geen besluiten en/of privaatrechtelijke rechtshandelingen zijnde;

  • d.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van het bestuur een besluit te nemen in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    medewerker: de onder verantwoordelijkheid van het bestuur, op basis van een overeenkomst werkzame ambtenaar als bedoeld in artikel 1 van de Ambtenarenwet 2017, uitzendkracht, gedetacheerde, inhuurkracht, stagiaire, trainee of zzp-er;

  • f.

    volmacht: de bevoegdheid om in naam van het bestuur privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 31a Wgr.

Artikel 2 Schakelbepaling mandaat, volmacht en machtiging.

Waar in dit besluit gesproken wordt over mandaat, wordt daaronder tevens verstaan: machtiging en volmacht.

Artikel 3 Algemeen mandaat

  • 1.

    Het bestuur en de voorzitter verlenen aan de medewerker mandaat voor al hun bevoegdheden, die in het kader van een goede uitoefening van huidige en toekomstige taken en verantwoordelijkheden nodig zijn en tot het werkterrein en de taken van de betrokken medewerker horen, met uitzondering van de in artikel 4 genoemde bevoegdheden.

  • 2.

    Het mandaat aan de medewerker wordt eveneens geacht te zijn verleend aan zijn leidinggevende.

  • 3.

    In geval van afwezigheid van de gemandateerde, treedt de aangewezen vervanger in de plaats.

  • 4.

    Ondermandaat is niet toegestaan.

Artikel 4 Uitzonderingen algemeen mandaat

  • 1.

    Het mandaat, bedoeld in artikel 3 lid 1 ziet niet op:

    • a.

      de in bijlage 1 genoemde bevoegdheden die voorbehouden blijven aan het bestuur respectievelijk de voorzitter;

    • b.

      de in bijlage 2 genoemde bevoegdheden die het bestuur en de voorzitter aan de directeur-secretaris hebben gemandateerd.

  • 2.

    De directeur-secretaris is bevoegd bijlage 2 te wijzigen.

  • 3.

    De directeur-secretaris is bevoegd het mandaat aan een medewerker, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk in te trekken.

Artikel 5 Instructies voor het gebruik van mandaat

  • 1.

    Mandaat wordt niet gebruikt als:

    • a.

      daardoor de schijn van vooringenomenheid of belangenverstrengeling wordt gewekt;

    • b.

      het voorgenomen besluit mogelijkerwijs politiek, bestuurlijk of anderszins gevoelig ligt;

    • c.

      het bestuur of de voorzitter dit kenbaar heeft gemaakt.

  • 2.

    Mandaat wordt uitgeoefend binnen de grenzen van geformuleerd beleid, vastgestelde financiële kaders en met inachtneming van wet- en regelgeving, richtlijnen en specifieke instructies.

  • 3.

    Ondertekening van stukken geschiedt op de volgende wijze:

    • a.

      De ondertekening krachtens mandaat:

       

      het bestuur

      namens deze

      [naam]

      [functieaanduiding van de functionaris]

       

    • b.

      De ondertekening krachtens volmacht:

       

      Recreatieschap Twente

      [naam]

      [functieaanduiding van de functionaris]

       

    • c.

      In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt in plaats van ‘Recreatieschap Twente’ vermeld ‘Recreatiepark Het Rutbeek’, ‘Recreatiepark Het Hulsbeek’, ‘Recreatiepark Het Lageveld’ of Routenetwerken Twente, indien de rechtshandeling dit organisatieonderdeel betreft.

       

    • d.

      De ondertekening krachtens machtiging:

       

      [naam]

      [functieaanduiding van de functionaris]

       

    • e.

      De ondertekening door een plaatsvervangend functionaris vindt voor wat betreft zijn naam en functieaanduiding als volgt plaats:

       

      [naam van de plaatsvervanger]

      [functieaanduiding van de oorspronkelijke functionaris, plv.]

  • 4.

    De directeur-secretaris is bevoegd per geval of in het algemeen nadere instructies te geven voor het uitoefenen van mandaat.

Artikel 6 Algemeen ondertekeningsmandaat

Het bestuur en de voorzitter verlenen de secretaris-directeur een algemeen ondertekeningsmandaat, voor de door hen genomen besluiten.

Artikel 7 Citeertitel en inwerkingtreding

  • a.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Bevoegdhedenbesluit Recreatieschap Twente.

  • b.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2022.

Aldus vastgesteld op, 12 januari 2022

bestuur,

secretaris,

J. Kloots

voorzitter,

B.J. Brand

voorzitter,

B.J. Brand

Bijlage 1 Niet gemandateerde bevoegdheden van het bestuur en de voorzitter

 

  • 1.

    Het aanwijzen van (plaatsvervangend) voorzitter(s) (artikel 6 lid 2 Regeling Recreatieschap Twente).

  • 2.

    Het vaststellen van regels omtrent de organisatie (artikel 9 sub b Regeling Recreatieschap Twente).

  • 3.

    Het vaststellen van een reglement van orde voor de vergadering van het bestuur (artikel 11 lid 1 Regeling Recreatieschap Twente).

  • 4.

    Het informeren van de raad (artikelen 14 en 15 Regeling Recreatieschap Twente).

  • 5.

    Bevoegdheden op grond van de geschillenregeling (artikel 24 Regeling Recreatieschap Twente)

  • 6.

    Bevoegdheden in het kader van toetreding, uittreding, wijziging en opheffing (hoofdstuk 10 Regeling Recreatieschap Twente).

  • 7.

    Besluiten over een aangelegenheid waarover in een eerder stadium vragen aan het bestuur zijn gesteld.

  • 8.

    Het aangaan van convenanten, intentieverklaringen en bestuursovereenkomsten.

  • 9.

    Het oprichten van of het deelnemen in een rechtspersoon (artikel 31a, lid 1 Wgr).

  • 10.

    Het vaststellen van de begroting en jaarrekening (artikel 34 Wgr).

  • 11.

    Het vaststellen van beleid(sregels).

  • 12.

    Besluiten m.b.t. het subsidiëren van Twente Marketing.

  • 13.

    Besluiten die aan de goedkeuring of instemming van een ander bestuursorgaan zijn onderworpen.

  • 14.

    Rechtspositionele besluiten ten aanzien van de directeur-secretaris.

Nb. met vaststellen wordt ook wijzigen en intrekken bedoeld.

 

Bijlage 2 Voorbehouden gemandateerde bevoegdheden secretaris-directeur

 

  • 1.

    De voorbereiding van beslissingen van het bestuur

  • 2.

    Besluiten op bezwaar.

  • 3.

    Het afdoen van klachten.

  • 4.

    Besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures.

  • 5.

    Het afgeven van een borgstelling of garantie.

  • 6.

    Het inkopen van goederen of diensten voor bedragen hoger dan € 2.500, - op jaarbasis.

  • 7.

    Het verhuren, verpachten, in erfpacht geven of het meerjarig in gebruik geven van onroerende zaken.

  • 8.

    Het aangaan van overeenkomsten t.b.v. evenementen of activiteiten met een waarde groter dan € 2.500, -

  • 9.

    Besluiten waarbij meerdere medewerkers zijn betrokken wier standpunten niet gelijkluidend zijn.

  • 10.

    Besluiten waarbij afgeweken wordt van ingewonnen advies op gebied van juridische zaken, financiën, privacy en informatiebeveiliging.

  • 11.

    Het afnemen van de eed of belofte.

  • 12.

    Rechtspositionele besluiten t.a.v. medewerkers.

  • 13.

    Het geheel of gedeeltelijk, al dan niet tijdelijk intrekken van het mandaat van een medewerker.