Organisatie | Landsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de rekenkamer 2022 |
Citeertitel | Verordening gemeentelijke rekenkamer 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening op de rekenkamercommissie 2011.
artikel 81a van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2022 | nieuwe regeling | 17-02-2022 |
Artikel 8. Vergoeding voor de werkzaamheden en reiskosten van de leden van de rekenkamer met ingang van 01-01-2022
Artikel 10. Regelement van Orde
De rekenkamer stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling ter kennisname aan de raad.
Artikel 13. Rapportage en terugkoppeling
De rekenkamer stelt de onderzochte partij(en), de gemeentesecretaris en het verantwoordelijk management van de betrokken organisatieonderdelen schriftelijk op de hoogte van het (nog niet gepubliceerde) ontwerp-onderzoeksrapport. Indien de bevindingen daartoe aanleiding geven kan de rekenkamer ter zake conceptaanbevelingen aan de betrokken partij opnemen.
Artikelsgewijze toelichting op de verordening rekenkamer Landsmeer
Dit artikel bevat enkele definities ter voorkoming dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven. Krachtens artikel 182 van de Gemeentewet onderzoekt de rekenkamer de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Ter voorkoming van verwarring rond deze begrippen wordt hierbij aangegeven wat hieronder wordt verstaan:
Onderzoek naar de rechtmatigheid betreft onderzoek naar de mate waarin wordt voldaan aan de wettelijke kaders en regelgeving bij de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten. Artikel 182 van de Gemeentewet vermeldt nog eens expliciet dat hieronder niet wordt verstaan de controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid.
De raad kan op grond van de Gemeentewet een rekenkamer instellen. De rekenkamer bestaat niet ex lege; de raad moet haar uitdrukkelijk instellen (artikel 81a). Daarin voorziet het eerste lid. Verder moet de raad bepalen hoeveel leden de rekenkamer zal hebben (artikel 81b). Daarin voorziet het tweede lid.
De raad benoemt een commissie die contacten namens de raad onderhoudt met de Rekenkamer. Hiervoor kan de raad een nieuwe commissie instellen of deze taken bijvoorbeeld bij de Auditcommissie beleggen. Het is aan de raad op welke wijze invulling wordt gegeven aan dit artikel.
Artikel 81c, vijfde lid, van de wet bevat het voorschrift dat voorafgaand aan benoemingen door de raad overleg wordt gevoerd met de rekenkamer. De wet bepaalt niets over de vorm die dat overleg moet hebben. In deze verordening is er voor gekozen dat dit overleg plaats vindt met het presidium. Op grond van artikel 81c, tweede lid, van de wet benoemt de raad de voorzitter van de rekenkamer.
Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-actief te stellen in bepaalde situaties. In de verordening is ervoor gekozen het presidium hierin een initiërende rol te laten vervullen.
Op grond van artikel 81e van de wet zullen de kandidaat-leden van de rekenkamer openbaar moeten maken welke andere functies zij vervullen. Artikel 81f van de wet noemt de functies die onverenigbaar zijn met het lidmaatschap van de rekenkamer. Alvorens tot benoeming tot lid van de rekenkamer over te gaan, zal de raad dus zeker moeten stellen dat artikel 81f de benoeming niet in de weg staat.
De rekenkamer is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het aan haar ter beschikking gestelde budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Deze zelfstandigheid van de rekenkamer ten opzichte van de gemeenteraad is een waarborg voor een onafhankelijke uitvoering van haar taak. De rekenkamer is voor de besteding van het budget wel achteraf verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.
Op grond van artikel 81k van de wet stelt de raad de vergoeding voor de werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten van de leden van de rekenkamer vast.
De ambtelijk secretaris is het aanspreekpunt voor de rekenkamer. De ambtelijk secretaris onderhoudt de contacten met de rekenkamer.
Op grond van artikel 81i wordt door de rekenkamer een regelement van orde vastgesteld. In het reglement van orde worden in ieder geval zaken geregeld ten aanzien van de agendering en verslaglegging, het quorum, de vergaderfrequentie, de gedragscode, de wijze van overleg, de wijze waarop stemming en besluitvorming plaatsvindt, de presentatie van rapporten, budget en budgethouden, het jaarprogramma, het overleg met vertegenwoordigers van de gemeenteraad en college, het jaarplan en jaarverslag en de interne en externe communicatie.
De rekenkamer dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kiest. De rekenkamer kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek in te willigen. Dit verzoek wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd.
Op grond van artikel 185 vijfde lid van de wet zijn de resultaten verwerkt in rapporten en verslagen openbaar.
Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partijen de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) concept onderzoeksrapport. Er vindt dat wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en de corrigeren. De rekenkamer bepaalt zelf hoe zij de opmerkingen uit het feitelijk hoor en wederhoor verwerkt. Na verwerking van de opmerkingen stelt de rekenkamer conclusies en aanbevelingen op. Een bestuurlijk rapport met conclusies en aanbevelingen wordt aan het college voorgelegd voor een bestuurlijke reactie (de procedure van bestuurlijk hoor en wederhoor). Het geheel, inclusief bestuurlijke reactie van het college en een nawoord van de rekenkamer, wordt aangeboden aan de gemeenteraad. De rekenkamer legt haar aanbevelingen ter besluitvorming voor aan de gemeenteraad in een raadsadvies.